MIDDELBÜRGSCHE
w
COURANT.
N°- 181.
0$
Zondag
1865.
12 November.
r. 9
■$y,
Editie van Zaturdag avond 8 uren.
middelburg 11 November.
Volgens het Dagblad van Zuid-Holland en 's Graven-
hage hebben de afdeeliugen der tweede kamer het
wetsontwerp betrekkelijk den spoorweg van Goes naar
Vlissingen reeds gisteren onderzocht.
De aankomst der Hollandsche post alhier heeft heden
weder vrij belangrijke vertraging ondervonden.
In de vergadering der provinciale staten van Fries
land is Donderdag besloten tot de verbetering van
onderscheidene kanalen in die provincie, in verband met
die van het Hoendiep in de provincie Groningen ge
raamd op f 320,000, mits door het rijk eene subsidie
worde verleend van 2/5 dier kosten.
Veeziekte.
Met betrekking tot het ontstaan der veeziekte op
Zuid-Beveland wordt ons van eene bevoegde zijde het
volgende medegedeeld
Den 4 November is door den veearts te Heinkenszand
eene koe bij lijkopening onderzocht welke volgens ver
klaring van genoemden veearts aan de veepest had
geleden. Een daarop gevolgd onderzoek, door den pro
vincialen veearts uit Middelburg, van de runderen in
dezelfde weide, waaruit het gestorven rund afkomstig
was, had tot resultaat dat aan deze rundereu geene ver
dachte teekenen werden bespeurd. Ten gevolge der
verklaring van den veearts te Heinkenszand, zijn even
wel de beide runderen, welke met het gestorven rund
in dezelfde weide liepen, onteigend en geslacht.
Door vele cargadoors van stoomschepen van Rotter
dam op Engelsche havens varende, is een adres tot Z. M.
den koning gericht, waarin zij wijzen op de nadeelen
welke Rotterdam ondervindt door het koninklijk beslnit
van 23 October jl., waarbij de in- en doorvoor van vee enz.
over de lijnen van afsluiting wordt verboden. Zij deelen
o. a. mede dat reeds nu eene Engelsche stoomboot, die in
eene geregelde vaart op Rotterdam werd gebezigd, thans
op Dordrecht vaart, en uiten de meening dat dit voor
beeld spoedig door andere Engelsche booten zal worden
gevolgd. Eene andere maatschappij maakt zich gereed
eene of meer booten uit de Eotterdamscke vaart te nemen
en voor Antwerpen te bezigen. Naar het gevoelen der
adressanten levert de bedoelde strenge maatregel der
regeering meer nadeel dan nut en zij verzoeken uit dien
hoofde, dat het bedoelde besluit worde gewijzigd in dien
zin, dat vee uit onbesmette streken via Rotterdam mag
worden vervoerd en van daar naar zee uitgevoerd, des
noods onder zoodanige bepalingen en voorzieningen als
raadzaam mogen worden geoordeeld, om den invoer hier
te lande te voorkomen.
Verscheidene veehandelaars in Zuid-Holland hebben
een adres van gelijke strekking bij den minister van
binnenlandsche zaken ingediend.
Kerknieuws.
De groote kerkeraad der cvangelisch-lnthersche ge
meente te 's Hage, heeft, om te voorzien in de vacature
veroorzaakt door het vertrek van de heer J. P. G. W esthoff
naar Amsterdam,in zijne vergadering van 11. Donderdag
het navolgende alphabetisch gestelde zestal opgemaakt:
de heeren D. J. Andreae, predikant te Bergen-op-Zoom
J. W. Beversen, predikant te Dordrecht; J. A. Böhringer,
predikant te MaastrichtH. F. W. Grottendieck, predi
kant te Alkmaar; H. Ileijen, predikant te Leiden, en
J. G. D. Maartens, predikant te Vlissingen.
Te 'sHage is tot benoeming van een predikant bij
de Nederduitsche hervormde gemeente een drietal ge
formeerd, samengesteld uit de heeren C. H. Lamers te
ScherpenzeelN. H. de Graaff te Rotterdam, en J. Cra
mers te Charlois.
Ter vervulling der vacature, ontstaan door het
emeritaat verleend aan dr. A. Pierson, heeft de kerkeraad
der waalsche hervormde gemeente te Rotterdam eene
nominatie opgemaakt, bestaande in alphabetische orde uit
de navolgende predikanten: G. Collins te Besan^on,
A.Coqnerel fils, gewezen predikant te Parijs, Monnier fils,
te Ayguliers nabij Uzès; Perk te Dordrecht; Nolst
Trénité te Utrecht; en de kandidaat de Vogel te Leiden.
Rechtszaken.
Woensdag is bij den hoogen raad der Nederlanden,
kamer van strafzaken, behandeld de zaak van den officier
van justitie bij de arrondisseraents rechtbank te Assen,
tegen een burgemeester in Drenthe. Die burgemeester
had, als ambtenaar van den burgerlijken stand, een
huwelijk voltrokken, zonder voorzien te zijn van de
toestemming van den vader des bruidegoms, welke
laatste 27 jaren oud was en derhalve 's vaders toestem
ming nog behoefde. De rechtbank heeft echter den
requirant van alle rechtsvervolging ontslagen, de kosten
te dragen door den staat. De rechtbank overwoog, dat
de toestemming van den vader wel werd gevorderd, maar
dat, dewijl de bruidegom den ouderdom van 27 jaren
had bereikt, die toesiemming niet zoo zeer werd ver-
eischt, dat de validiteit van het huwelyk daarvan zou
afhangen, Tegen dat vonnis is de officier in cassatie
gekomen en heeft eenige middelen ingediend, o. a. dat
de rechtbank zich aan overschrijding van rechtsmacht
zou hebben schuldig gemaakt, door ten deze onbevoegd
recht te spreken.
Gemengde berichten.
Te Brussel is dezer dagen eene meeting gehouden
van personen, die zich republikeinen gelieven te noe
men; het was echter slechts eene manifestatie van lieden
die tegen de gegoeden te velde trekken omdat zij in en
door eene revolutie geld en goed meeneu te kunnen
verkrijgen zonder te werken. In deze vergadering
sprak men van de guillotine „als middel om zijne tegen
standers te vernietigen," van de revolutie, „welke des
noods verklaren zou dat er geen eigendom meer bestond,"
en van „fusilleeren als op den welbekenden tweeden
December te Parijs." Wij zouden dergelijke dolzinnig
heden niet vermelden, indien het niet eene bijdrage was
tot de kennis van de tegenwoordige sociale toestanden
in België.
De nieuwe schouwburg te Arnhem is Donderdag
avond ingewijd met de opvoering van een nieuw tooneel-
stuk van den heer J. J. Cremer. Volgens de Arnhemsche
courant voldoet het lokaal uitmuntend, doch heeft het
drama niet dien bijval verworven, die men het gaarne zou
hebben geschonken.
Het stelsel tot verzending van brieven en paketten
door middel van luchtpersing onder den grond, hetwelk
te Londen eerst op kleine schaal beproefd is, zal nu
meer in bet groot in toepassing worden gebracht ook op
de verzending van goederen. Nadat het bestuur dezer
onderneming eerst een traject van het station van den
noord-westelijken spoorweg tot Euston-Square, ter lengte
van lf mijl had aangelegd, zal deze linie nu tot het
centraal post bureau en ook in andere richtingen naar
de stations, marktplaatsen enz., worden voortgezet. Men
hoopt daardoor te gemoet te komen aan de toenemende
bezwaren, veroorzaakt door het steeds vermeerderend
gedrang van wagens en andere vervoermiddelen op ver
schillende punten der hoofdstad. De directie zal dit doel
tevens bevorderen door een goedkoop vervoer, zoodat
bijv. eene hoeveelheid steenkolen, waarvan het vervoer
thans 1 shilling kost, voor slechts of J d. zal worden
overgebracht. De gezamenlijke trajecten zullen alsdan
eene lengte hebben van 35 mijlen, langs welke de ver
zending met eene snelheid van 15 mijlen per uur zal
plaats hebben. Laatstleden Dinsdag hebben eenige per
sonen het gewaagd, op eenige zakken ballast liggende,
zich met een hoop paketten te laten transporteeren. Bij
hunne aankomst waren zij wel een weinig verdoofd en
de tocht was ook alles behalve comfortable geweest,
maar overigens zijn zij er toch goed afgekomen.
Gisteren nacht is de procureur-generaal bij het hof
van cassatie te Parijs, Dupin, overleden. De heer Dupin
had zieh een grooteu naam verworven als lid van de
balie, als ambtenaar van het openbaar ministerie en als
schrijver. Tot 1830 was hij advocaat. In 1810 door
Merlin tot advocaat-generaal voorgedragen, werd hij
echter niet benoemd doch maakte kort daarna deel uit
van de commissie belast met de classificatie der wetten
van het keizerrijk. Gedurende de honderd dagen werd
de heer Dupin tot afgevaardigde gekozen van Cbateau-
Chinon en voegde zich als zoodanig bij de liberale oppo
sitie. Na de tweede restauratie niet herkozen, wijdde hij
zich bijna uitsluitend aan zijn uitgebreide practijk
schreef een werk over „het recht der vrij e verdediging van
beschuldigden", trad als verdediger op voor den maar
schalk Ney met zijn confrère Berryer, later voor de
generaals Alix, Sa vary, G-illy, Canlainconrt en voor mevr.
Brune tegen de moordenaars van den maarschalk. Vooral
door zijne optreding als verdediger voor verschillende
dagbladen, alsle Miroir, le Constitutionnel en le Journal
des Dóbats verwierf hij zich groote populariteit. In
1827 werd Dupin tot afgevaardigde van Mamers ge
kozen en nam daarbij eene gematigde houding aan
tegenover het kabinet Martignac, doch voerde
hevige oppositie tegen het ministerie Polignac. In 1830
was Dupin een der grootste voorstanders van de mo
narchie onder Louis Philippe en zag zich in Augustus
van dat jaar benoemd tot procureur-generaal bij het
hof van cassatie. In 1832 werd hij gekozen tot presi
dent der kamer van afgevaardigden, welke betrekking
hij acht jaren lang vervulde. De Fransche republiek
van 1848 liet hem zijn herkregen zetel van procureur-
generaal behouden. In 1851 protesteerde hij tegen den
coup d'ét&t, weigerde om het Te Deum 1 Januari 1852
bij te wonen en nam ziju ontslag als procureur-generaal.
In 1857 werd hem echter weder zijne vroegere betrek
king opgedragen.
De onder-koning van Egypte heeft, naar men zegt,
aangeboden om in het aanstaande jaar te Suez een voor-
loopig en later een definitief lazaret te doen bouwen,
waarin 2000 personen verpleegd zouden kunnen wordeu,
en dat in schoonheid en degelijheid alle inrichtingen
van dien aard overtreffen zou. In Frankrijk is in de
regeeringskringen dit bericht met welgevallen ontvan
gen, omdat men daarin een bewijs ziet voor de juistheid
en de opportuniteit van het dezerzijds geopperde denk
beeld eener internationale gezondheids-conferentie. De
leden der sanitaire commissie, die een onderzoek zullen
instellen naar den loop der cholera in het Oosten, zijn,
naar men zegt, reeds zoo goed als benoemd. De commis
sie zal samengesteld zijn uit die geneesheeren, welke bij
de jongste epidemie de meeste blijken gegeven hebben
van doorzicht en moed.
Men meldt dat in Londen nog vrij wat verrassender
goochelstukken worden uitgevoerd, dan die waarop de
broeders Davenport het publiek vergastten. De Indische
goochelaars hebben in een kolonel van het Engelsche
leger een navolger gevonden, die met hen gelijk staat,
zoo hij hen reeds niet verre overtreft. Kolonel Stodare
laat op een tafel, geheel ongedekt, een steen brengen,
voorstellende den kop van een sphinx, van zulk eene
zwaarte, dat een man die nog al over krachten beschikt,
moeite heeft hem op te tillen. Waaneer de steen op de
tafel gebracht is, verwijdert zich de kolonel, en richt
tot den steenen kop geheimzinnige woorden, ontleent
aan een vergeten dialect van het Sanskriet. Alsdan
bewegen zich de oogen, en opent zich de mond, en zet
zich het gelaat, in een glimlach, drukt vervolgens droef
geestigheid en fierheid uit, die de toeschouwers verschrikt.
Men zou zeggen, zoo gaat de berichtgever voort, dat die
kop bezield was, want men hoort uit den mond van den
steenklomp een gearticuleerd geluid komen en vreemde
woorden voortbrengen, die alsdan vertaald worden.
Wanneer dit kunststuk ten einde is, zet men op de
tafel een mand, waarin een Indiaansch meisje lachend
plaats neemt, gekleed in wit cacherair en met een witten
tulband op het hoofd. De kolonel sluit dezen mand
stevig, neemt vervolgens eene Turksche sabel, en roept
het kind toe dat hij deze in haar lichaam zal steken.