MIDDELBURGSCHE
COURANT.
N°- 180.
Zaturdag
11 November.
1865.
Bij deze courant behoort een bijvoegsel,
bevattende
Verslag van het verhandelde in de zitting der provin
ciale staten van Zeeland van Donderdag 9 dezer.
Editie van Vrijdag avond 8 uren.
Middelburg ÏO November.
Het wetsontwerp voor de onteigening van perceelen
ten behoeve van den spoorweg van Goes langs Middel
burg naar Viissingen en van een kanaal van Viissingen
naar Middelburg met daarbij behoorende werken is thans
bij de tweede kamer ingediend.
Dit ontwerp, reeds sedert lang met zooveel verlangen
te gemoet gezien, bevat slechts éen artikel, en wel van
den volgenden inhoud.
Wij verklaren, dat het algemeen nut de onteigening
vordert, ten name van den staat,
A. van de eigendommen noodig
1. tot den aanleg van den spoorweg van Goes langs
Middelburg naar Viissingen, door de gemeenten 'sHeer
Arendskerke, Arnerauiden, Middelburg, Koudekerke,
Oost- en West-Souburg en Viissingen; van Goes in
rechte richting door de 's Heer Arendskerke- en Anke-
vere-polders, de Kraaijertpolders, den Jacobpolder, het
Sloe overgaande op een punt ongeveer duizend ellen
ten noorden der aldaar bestaande veerdammen, door den
Suzannapolder, met eene bocht door de Nieuwerkerke- en
Clasina-polders, noordelijk langs Arnemuidenverder
recht door naar Middelburg, met eene bocht langs de
znidoostzijde van de kom dier gemeente, en van daar in
rechte richting tnsschen Oost- en West-Souburg door-
loopende, om zich oostelijk langs Landzigt tot Viissin
gen uit te strekken
2. tot den aanleg van een kanaal van Viissingen, naar
Middelburg door de gemeenten Viissingen, Oost- en
West-Souburg, Koudekerke en Middelburg, aanvan
gende te Viissingenmet eene buiten-en binnenhaven
oostelijk van die plaats, en van daar westwaarts ombui
gende door een gedeelte der verdedigingswerken van
de vesting, westelijk langs Landzigt, oostelijk langs het
midden-reduit, en vervolgens evenwijdig aan en langs
den spoorweg tot Middelburg, om met afsnijding van de
bocht der nieuwe haven in die gemeente zich met dat
vaarwater, ter hoogte van Arnestein, te vereenigen
3. tot de verbetering van de nieuwe haven van Mid
delburg: de vervanging van den toegang tot de haven
van Arnemuiden door middel van een kanaal, loopende
van de nieuwe haven van Middelburg, het bed der Oude
Arne gedeeltelijk volgende, naar de haven van Arne
muiden
en de voorziening in de uitwatering der polders van
het doorsneden gedeelte van Walcheren door verbete
ring van bestaande of aanleg van nieuwe watergangen
een en ander in de gemeente Vrouwepolder, Arnemui
den, Middelburg, Nieuw- en Sint Joosland, Koudekerke,
Oost- en West-Souburg, Viissingen en Sint Laurens;
B. van de eigendommen in de gemeenten 's Heer
Arendskerke en Wolfaartsdijk, voor zoover die, buiten
de lijn van den spoorweg, ten behoeve van de spoorweg
en kanaal werken noodig zijn.
Lasten en bevelen enz.
In de memorie van toelichting komt het volgende
voor:
„Bij den spoorweg van Goes naar Middelburg en Viis
singen is de overgang van het Sloe met eene brug of
met een dam hoofdvraag.
„De regeering stelt een dam voor. In het belang van
den spoorweg kon de keuze niet moeilijk zijn wegens de
groote voorzorgen, die bij zulke belangrijke bruggen,
vooral zoo daarin nog beweegbare deelen voor de scheep
vaart noodig zijn, voor de veiligheid van het verkeer
gevorderd wordt. Doch er zijn nog andere redenen waar
om de eischen van handel en scheepvaart met die van
een veilig spoorwegverkeer samenstemmen,om zoodanige
beslissing te rechtvaardigen of liever te vorderen.
„De Zeeuwsche weg, als kortste weg tusschen Engeland
en Noord-Duitschland, en verbonden met een der beste
zeegaten, gaat de schoonste, toekomst te gemoet en moet
daartoe te Viissingen in rechtstreeksche verbinding wor
den gebracht met eene veilige en altijd te genaken lig
plaats voor stoombooten enfehepen. Bij de aanzienlijke
uitbreiding van het verkeer, die'dlen ten gevolge te Viis
singen te verwachten is, zal de behoefte aan eene goede
watergemeenschap tusschen deze havenplaats en het
binnenland, die reeds nu bestaat en waaraan het Sloe
niet voldoet, zich nog in veel grooter mate doen gevoelen
en een kanaal van ruime afmetingen door Walcheren
dringend worden gevorderd, vooral wanneer bij de reeds
zoo moeilijke vaart in het Sloe nog het bezwaar voor de
schepen wierd gevoegd om door eene brug te moeten
varen, die vele malen op gezette tijden moet gesloten
zijn. Daaarbij komt het gevaar, dat door verplaatsing
van de vaargeul in het Sloe, de opening in de brug met
beweegbaar gedeelte door de schepen niet zou te berei
ken zijn en hierdoor eene stremming der scheepvaart
zou kunnen ontstaan, die billijke klachten en de noodza
kelijkheid tot het toch maken van het kanaal door Wal
cheren zou kunnen doen geboren worden. De kosten
voor de brug waren dus nutteloos verspild: eene kans
die niet raadzaam is te wagen.
„In verband met de afdamming is een kanaal ontworpen
van Viissingen naar Middelburg, zich vereenigende met
de nieuwe haven van Middelburg, die tot gelijk profil
als het kanaal uitgediept zal worden. Een kanaal door
de oude Arne, op kleiner schaal in te richten, zal Arne
muiden met de nieuwe haven van Middelburg verbinden
en ter vervanging strekken van den toegang tot de
haven van Arnemuiden, die door aanslibbing nagenoeg
onbruikbaar wordt. Het kanaal van Viissingen naar
Middelburg blijft volgens het ontwerp buiten de lijn van
den spoorweg, zoodat overbrugging voor den spoorweg
vermeden wordt. Bij Viissingen, waar buiten-en binnen
havens aan den mond van liet kanaal oostelijk van de
stad, welk punt voor de scheepvaart het meest geschikt
wordt geacht, zijn ontworpen, zal het kanaal door een
kapitale zeesluis met opening voor de groote en de kleine
vaart worden afgesloten, even als de nieuwe haven van
Middelburg aan den noordelijken mond. Bij Middelburg
zal eene bocht van de nieuwe haven worden afgesneden.
De diepte van het kanaal is gelijk genomen aan die van
het kanaal door Zuid-Beveland.
„In zoover door de ontworpen kanaalwerken de uitwa
tering der polders gestoord zal worden, is voorziening
daaromtrent noodig. Voor het gedeelte van Walcheren
dat ten westen en noordwesten van het kanaal zal liggen
zijn twee uitwateringssluizen ontworpen, eene bij Viis
singen, de andere in den noordwestelijken vleugelmuur
van de te bouwen schutsluis aau den mond vau de
nieuwe haven van Middelburg. Voor het gedeelte ten
zuidoosten van het kanaal eene nieuwe uitwaterings
sluis in den zuidoostelijken vleugelmuur vau de schut
sluis aan den mond van de afgesloten nieuwe haven van
Middelburg. In verband met de nieuwe punten van uit
watering zullen de bestaande watergangen verruimd of
nieuwe gemaakt worden.
„Het verschil tusschen de kosten van overbrugging en
die van afdamming met aanleg van kanaal is op f2,487,400
geraamd. Hoe aanzienlijk dat cijfer zij, kan, naar den
uitslag van het onderzoek, gelijk gezegd werd, geen
twijfel zijn omtrent de kens die moet worden gedaan,
evenmin als omtrent de vraag, of aanleg van rijkswege
moet plaats hebben. Spoorweg, dam en kanaal staan in
zoo nauw verband, de uitvoering van het eene grijpt zoo
zeer in het andere, dat al de werken gezamenlijk uit
éene hand moeten worden uitgevoerd, daargelaten dat
het hier werken geldt, welke voor particuliere ouderne
ming te weinig financieele voordeelen beloven. Aan
eene aanvrage om concessie voor de afdamming en de
kanaalwerken, welke in der tijd werd gedaan, kon daarom
geen gevolg worden gegeven. Om dezelfde reden zullen
de kosten dezer werken ten laste van de begrooting voor
de staatsspoorwegen behooren te komen.
„Uit aanmerking van het belang, 't welk Middelburg
bij het tot stand komen van het kanaal heeft, is door die
gemeente, ingeval tot den aanleg besloten wordt, eene
bijdrage aan de schatkist toegezegd van f 20,000 gedu
rende 25 jaren, met kosteloozen afstand van de gemeente
gronden welke voor het kanaal en den spoorweg noodig
zijn, en voorziening op eigen kosten in de wijziging van
het riolenstelsel der stad, welke een gevolg van den
aanleg der werken zal zijn."
Het punt van overgang van het Sloe is nagenoeg het
zelfde als door de commissie van 1845 [welsprekend
cijfertot onderzoek van de concessie des heeren Dron-
kers c. s. was aanbevolen. De dam zal een breedte hebben
van 10 ellen met berrüen van gelijke afmeting ter weers
zijden.
Ten opzichte van de sub B genoemde eigendommen
wordt gezegd dat dit zijn schorgronden welke ter beko
ming van de noodige specie voor den spoorweg en de
kanaaldijken, inzonderheid voor den Sloedam beschik
baar moet zijn.
„Bij de ter visie ligging der stukken zijn enkele be
denkingen kenbaar gemaakt, welke geacht kunnen
worden het ontwerp in het algemeen te betreffen.
„De gemeente Arnemuiden verlangt een open kanaal
van die plaats naar de Zandvliet of Zandkreek, in plaats
van het ontworpen kanaal door de Oude Arne.
„Ongetwijfeld ware een open kanaal meer in het be
lang der visscherij, maar de ondervinding leert, dat
zoodanige waterweg door aanslibbing weldra onbruik
baar zou worden. De richting toch zou ongeveer gelijk
moeten zijn aan die van de nieuwe haven van Middelburg,
welke, ondanks groote kosten, niet op de diepte is te
houden. Een open kanaal zou voorts veel kostbaarder
zijn; het zou de dubbele lengte hebben van het thans
voorgestelde, en binnen hooge dijken moeten wor
den ingesloten, waardoor aanzienlijke onteigeningen
zouden worden gevorderd. Het ontworpen kanaal vordert
geene onteigening en weinig graafwerk. Wierd alzoo tot
een open kanaal besloten, dan zou het bedrag der kosten
stijgen en niettemin later afsluiting, evenzeer als met de
nieuwe haven van Middelburg het geval is geweest,
onvermijdelijk worden bevonden. Het zekerste en minst
kostbare middel ter voorziening in het verlies der Arne-
muidsche haven is dan ook een kanaal, als thans door
of langs de Oude Arne is ontworpen. Overigens spreekt
het van zelf, dat de Arnemuidsche haven niet zal worden
afgesloten alvorens eene nieuwe waterweg in de plaats
is gesteld.
„De centrale directie van Walcheren heeft onder andere
bedenking tegen de hoogte der kanaaldijken, welke op
1 el boven hoog water is voorgesteld, en baars inziens
hooger moet worden bepaald. Hiertoe was, meende men,
geen volstrekte noodzakelijkheid. Als voorbeeld kan
worden gewezen op het kanaal door Voorne, waar de
dijken op sommige punten slechts 0,45 el boven hoog
water liggen, en waar de sluizen slechts éen paar
vloeddeuren hebben. Bij eene ligging van sluizen, zooals
die bij Viissingen wordt voorgesteld, zal, met inachtne
ming van de noodige voorzorgraaatregelen, wel geen
vrees behoeven te zijn voor onheilen door aandrijving,
ijskruiïng enz. waarop de centrale directie wijst. IJs
wordt te Viissingen zeldzaam gezien, en in het Veergat
ook betrekkelijk weiuig, zoo noodig kunnen tot beveili
ging der hooge vloeddeuren tijdelijke ijsbrekers worden
aangebracht. De verdere opmerking van het bezwaar
schrift der directie betreffen bijzonderheden, welke nader
zullen zijn te overwegen."
Iu het algemeen wordt ten aanzien van de bezwa
ren, in de bij het wetsontwerp gevoegde stukken ver
vat, nog opgemerkt, dat de visie afzonderlijk voor de
beide deelen der lijn tot Middelburg en tot Viissingen
heeft plaats gehad, en dat onderscheidene bezwaren,
inzonderheid van polderbesturen, bij de eerste visie
kenbaar gemaakt, door de tweede zijn opgelost.
Behalve op stations bij Middelburg en Viissingen is
op eene halte bij !s Heer Arendskerke gerekend.