Wanneer de heer Levie den koop der beesten bewijzen kan, zon hij het verzoek willen toestaan. De heer Ruijsch vraagt in de eerste plaats, of de waarheidsliefde van den heer Levie zoo boven allen twijfel verheven is en of diens opgaven waarachtig juist zijn bevonden. Vervolgens wijst hij ook op het geschrevene in de Mid- delburgsche courant omtrent de besmetting door de klee deren van bezoekers der stallen, zoodat de landlieden in Zuid-Beveland besloten hebben iedereen den toegang te weigeren. Eiudelijk merkt hij op dat zucht naar winst iederen koopman bezielt, zoodat het ook den heer Levie niet kwalijk te nemen is dat hij eene gunstige uitzonde ring zoekt te verkrijgen, doch spreker volhardt in zijn advies tot afwijzing van het verzoek. -- De voorzitter verklaart dat ook hij gezind is tot handhaving van ge maakte bepalingen; hij meent evenwel dat, als men ziet dat men wat te streng is geweest, er geen reden is om, bij mogelijkheid tot eenige verzachting, die na te laten. In antwoord op eene vraag van (den heer Hector zegt de voorzitter dat omtrent eene verandering der verordening als algemeene maatregel de verschillende gemeente besturen welvoegelij kheidshalve weder zouden moeten gehoord worden. Thans beschouwt hij eene afwijking der verordening, die eene strafverordening is, ook als bezwarend; hij verklaart zich bereid met de commissie te Middelburg over een en ander te spreken. Hierna is door de vergadering bepaald dat er voor het oogenblik geene termen zijn tot inwilliging van het ver zoek van den heer Levie. De heer Hector brengt, mede namens de heeren Wels en de Krnijff, rapport uit op de begrooting van inkom sten en uitgaven der gemeente over 1S66, [in haar geheel opgenomen in het nomrner dezer courant van 2 Septem ber]. Na nauwkeurig post voor post te hebben nagegaan in vergelijking met de begrooting voor dit jaar en met het oog op de memorie van toelichting en bijlagen, advi seert de commissie de begrooting zooals zij is ingediend vast te stellen, behoudens een paar uitzonderingen de uitgaven betreffende. Ten aanzien der inkomsten heeft zij geene opmerkingen en drukt zij alleen de hoop uit dat de stappen der gemeente, naar aanleiding der wet van 7 Juli j 1., om bij het genot van 4/5 der rijksbelasting op het personeel de tot dusverre geheven belasting op voor werpen van verbruik te behouden, met gunstigen uitslag mogen bekroond worden. De bedenkingen tegen enkele posten van uitgaaf wor den bij de behandeling der begrooting in aanmerking genomen, zoodat wij eene afzonderlijke vermelding hier achterwege laten. De artikelsgewijze behandeling vangt aan met de ui t- gaven. Hoofdstuk I. Bij het art.: jaarwedden ambtenaren en bedienden bij de gemeente-secretarie 2,400, stelt de heer van der I-lijden voor en wordt met algemeene stem men besloten om de jaarwedde van den griffier met 100 te verhoogen en alzoo te brengen op 1000, aangezien zijne werkzaamheden evenzeer vermeerderd zijn als die van den secretaris, wien vóór twee jaren eene verhooging van 200 is verleend. Het art.: jaarwedde van sluis- en brugwachters onder gaat, op voorstel van den heer Winkelman, eene wijzi ging van redactie door weglating der woorden „en brug." In verband met de in deze zitting vooraf genomen be sluiten wordt het art.: jaarwedden van de ambtenaren belast met het toezicht op de invordering der plaatselijke belastingen 7,295, gebracht op 7,456. Bij het artikel: jaarwedde van den bode bij het brand- wezen merkt de heer van der Os op dat, volgens het nieuw reglement, de uitgetrokken som van f 50 met 25 moet worden verminderd, en daarentegen het volgend artikel: toelage aan de brand- en onder-brandspuitmees- ters met 10 moet verhoogd worden en alzoo gebracht op 60. Tot beide wijzigingen is besloten. Hoofdstuk II. De commissie stelt voor, het artikel: onderhoud en aankoop van meubelen 140, te verhoogen tot f 250 voor den aankoop van een gaskroon tot behoor lijke verlichting der raadzaal bij het honden van avond zittingen van den raad enz. De beer Mestdagh merkt op dat avondzittingen hoogst zeldzaam gehouden worden en dat hij buitengewone uitgaven niet wenschelijk acht. Hij stemde dan ook tegen het voorstel der commissie, waarmede de overige leden zich echter allen vereenigden. Bij het artikel: kosten voor boek-, druk-en bindwer ken 1100, herinnert de heer Winkelman dat vroeger is gesproken over het doen drukken van het jaarverslag, de gemeenterekening en de gemeente-hegrooting met hare bijlagen. Burgemeester en wethouders geven thans in overweging om daartoe over te gaan en tot dat einde de post van 1100 met 300, als vermoedelijk bedrag dier drukkosten, te verhoogen. De heeren Ruysch en van Uije Pieterse achten het drukken dier stukken wenschelijk. De heer Hector heeft bezwaar tegen eene uitgaaf van .300, welke ge makkelijk kan vermeden worden, daar de leden genoeg zaam tijd hebben tot inzage der geschreven stukken. In gelijken zin verklaart zich ook de heer Wels. De heer Verkuyl Quakkelaar daarentegen is het eens met den heer Winkelman; wordt de begrooting gedrukt (hetgeen reeds geschiedt), daD behooren ook de bijlagen z. i. ge drukt te worden, hetgeen hij nader aantoont, doch niet ten genoege van den heer Hector, die volhardt in zijoe opinie dat het drukken niet noodïg is. De heer Ruysch beantwoordt den heer Hector waarbij hij doet uitkomen dat de raad ten allen tijde op de hoogte moet wezen van alle stukken, ook ter vergelijking, en dat dit alleen moge lijk is wanneer stukken van eenigen omvang, als de hier bedoelde, gedrukt zijn. Wat het ter lezing leggen op de griffie betreft, bij de wet voorgeschreven, hieromtrent heeft de wetgever, volgens spreker's zienswijze, het algemeen maar niet de leden van den raad op het oog gehad. De heer de Kruijff betoogt het wenschelijke om alles, maar vooral de bijlagen der begrootiug, te laten drukken. De heer van Uije Pieterse verklaart dat hij de uitzondering door den heer Winkelman (die bezwa ren ziet in het drukken der bijlageu, doch er niet tegen zal stemmen) gewild, niet zou goedkeuren. De memorie van toelichting behoort toch ook tot de bijlagen en is z. i. van het hoogste belang. Volkomen openbaarheid van al de handelingen van den raad acht hij allerwen- schelijkst. De opinie van den heer Hector is, zooals hij alsnu mededeelt, dat alleen het jaarverslag behoort ge drukt te worden, want dat, als de bijlagen der begrooting worden gedrukt, men even goed de bijlagen van de reke ning en verantwoording van burgemeester en wethou ders, van de administratie van het armbestuur enz. kon laten drukken. De heer van der Hijden is het eens met den heer van Uije Pieterse. De voorzitter moent dat het drukken der bijlagen nog al omslachtig zal wezen. De heer van Uije Pieterse merkt nog op dat het doel van het drukken niet alleen moet wezen om de leden van den raad te gerieven, maar om open baarheid voor de ingezetenen te verschaffen, door de gedrukte bijlagen goedkoop verkrijgbaar te stel len. Zij moeten (dit is een antwoord op eene vraag van den heer Hector) gedrukt worden vóór zij in dis cussie worden gebracht, opdat de ingezetenen er kennis van kunnen nemen en hunne bezwaren of opmerkingen aan de leden van den raad ter voorlichting kunnen me- dedeelen: dat is, volgens spreker, het ware door de gemeentewet bedoelde licht. Hierna is het voorstel, om 300 voor het drukken der genoemde stukken uit te trekken, aangenomen met 11 stemmen tegen 2, van de heeren Wels en Hector. Bij bovengenoemde discussie is door den heer van der Os ook gewezen op de telkens hooger opgevoerde post van dit artikel. Dit jaar is de verhooging, volgens gegeven inlichting, het gevolg van werkzaamheden ten behoeve der gasfabriek. Luide klachten werden tevens algemeen geuit over de uiterst slordige wijs waarop het drukwerk wordt afgeleverd. Hoofdstuk III. Bij het art.: gewoon onderhoud, onderdeel: wegen, voetpaden, straten, pleinen, markten enz. 2,290, stelt de heer Winkelman voor, namens de commissie van fabricage, om het straatwerk ten deele onder eigen beheer te doen uitvoeren, hetgeen ongeveer 30 voordeel zal opleveren, maar waardoor bovendien het belang van den opperman, die door den straatmaker niet hoog bezoldigd wordt, aan het belang der gemeente verbonden kan worden. Dit voorstel wordt uitvoerig toegelicht zoo door den heer Winkelman ais door den heer de Kruijff. Het wordt echter niet minder uitvoerig bestreden door de heeren van Uije Pieterse en Pot, die vasthouden aan het aangenomen principe van aanbeste ding, terwijl naar aanleiding daarvan de heeren van der Os en van der Hijden zich ook niet meer met het voor stel der commissie van fabricage, hoezeer zij daar voor geweest zijn, kunnen vereenigen. In omvraag ge bracht, is het voorstel echter met 8 tegen 5 stemmen aangenomen.Tegenstemdende heeren van Uije Pieterse, Pot, van der Hijden, van der Os en Verkuyl Quakkelaar. Ten gevolge van dit besluit is genoemde post tot 1,450 verminderd. Ten aanzien van den post voor daggelden voor de gezamenlijke werklieden voor de gemeentewerken, welke moet zijn 6,025 (en niet 5,310.40 zooals abusievelijk geschreven was), merkt de commissie op dat daarvan 683.80 moet worden afge trokken als te veel berekend voor baggerliedenhet verschil moet echter bij het art.haven- en kanaalwerken worden bijgeteld, zoodat er geen verschil in het totaal dier beide onderdeelen ontstaat. Hoofdstuk IV. Onveranderd goedgekeurd. Hoofdstuk V. Bij het artikel: aflossing van dertig aandeelen in de geldleening ten behoeve der gasfabriek over 1866, te vervallen 1 Mei 1867 15000, deed de heer Verkuyl Quakkelaar eenige bezwaren kennen tegen die ruime onverplichte aflossing. Vooreerst worden de tegen woordige burgers daardoor genoodzaakt al de lasten, uit de gasfabriek voortvloeiende, te dragen, doch ten ande ren is het doel der oprichting van de gasfabriek zijns inziens ook niet geweest geld te winnen, maar de ge meente en ingezetenen zelve van gas te voorzien, daar anderen dit niet deden. Hij dient daarom een schriftelijk voorstel in, strekkende om den post met 3000 te ver minderen en daarentegen den prijs der gas te brengen op 12 cent per cubieke el. Bij de toelichting van dit voorstel wijst de voorsteller er op dat, als men het niet aanneemt, men als het ware een fabrikant wordt met het geld der gemeente. Het voorstel wordt behoorlijk ondersteund en vervol gens in behandeling gebracht. De voorzitter zegt dat het denkbeeld bestaat, om de bestaande schuld zoo spoe dig mogelijk af te lossen, om daarna in staat te worden gesteld tot het afschaffen van belastingen. De heer Ruysch verklaart zich voor het voorstel van den heer Verkuyl Quakkelaar en herinnert dat verlichting der gemeente met gas het doel van de oprichting der fabriek is geweest, maar men heeft niet willen treden op het ge bied der particuliere industrie. Het gas wordt echter onverminderd in prijs gehouden, terwijl zich daarenboven de zonderlinge omstandigheid opdoet, dat men klaagt en men toch 15000 voor aflossing in kas schijnt te hebben. De voorzitter merkt op dat het geld eigenlijk niet zoo zeer de opbrengst van de gas is. Volgens den heer Laernoes is dit laatste zooveel te erger, want dan wor den de burgers bepaald met de kosten der gasfabriek belast en wel zij, die geen gas maar slechts olie branden kunnen. De heer Winkelman geeft een overzicht van den gang der zaken betreffende de exploitatie der gas fabriek en komt daarbij tot dezelfde slotsom als de voorzitter, namelijk dat thans het doel is zooveel mogelijk schuld af te lossen. Hij brengt bovendien nog onder de aandacht dat niet de geheele som van ƒ4.478 maar slechts een bedrag van ƒ1328 als zui vere winst te besohouwen is en dat zoodanig bedrag geen reden zijn kan om nu reeds den prijs van het gas te verminderen, te meer daar in evenredigheid met andere groote steden, een prijs van 15 cent per cub. el voor Vlissingen niet te hoog kan worden genoemd. De heer van Uije Pieterse is tegen eene prijsvermindering der gas, omdat deze in strijd zou wezen met de verorde ning der commissie voor de gasfabriek, aan wie is op gedragen jaarlijks al of niet een voorstel omtrent die prijsvermindering te doen, welk voorstel nog niet is kunnen gedaan worden. Er is echter ook sprake geweest van vrijstelling der ingezetenen van de betaling van meterhuur. Dat zou zijns inzien billijk wezen en wel de overweging dor commissie verdienen. Een en ander behoort echter aan haar te worden overgelaten, daar er nog zeer dubieuse jaren te verwachten zijn. De heer Hector merkt op dat door aflossing van ƒ15000 aan in trest ƒ750 gewonnen wordt, hetgeen indirect toch ook in het belang is der ingezetenen, die zeker toch ook in de eerste plaats aflossing van schuld verlangen zullen. De voorzitter is het hiermede eens. De heer Verkuijl Quakkelaar zegt dat, als men dit denkbeeld van den heer Hector aannam, men den prijs der gas wel op 50 cent zou kunnen stellen, ten einde de schuld in eens af te doen. Werd de prijs der gas verminderd, dan zou misschien het verbruik zoo danig toenemen dat de inkomsten dezelfde waren. De voorzitter deelt de redenen mede waarom hij dit laatste niet denkbaar acht. De heeren van Uije Pie terse en Hector bestrijden nogmaals het voorstel, het welk door den heer Pot daarentegen krachtig wordt ondersteund; onder anderen merkt deze spreker op dat, als het waar is dat er nog dubieuse jaren in 't verschiet zijn, men te minder recht heeft om ƒ15000 voor aflossing te bestemmen. Het tweede gedeelte van het voorstel (de heer van der Hijden wilde het splitsen) kan niet in omvraag gebracht worden, als zijnde in strijd met de genoemde verordening. Het eerste gedeelte om de post vaD aflos sing met ƒ3000 te verminderen, is bij omvraag met 8 tegen 5 stemmen verworpen. Vóór stemden de heeren Pot, van der Hijden, Ruysch, Laernoes en Verkuyl Quakkelaar. Hoofdstuk VI. Onveranderd goedgekeurd. Hoofdstuk VII. Het cijfer van art. 2, 124.89, moest, volgens mededeeling van den secretaris, zijn ƒ516.70. Overigens onveranderd goedgekeurd. Hoofdstuk VIII. Bij het art.subsidie aan het alge meen armbestuur 6356.63£, stelt de voorzitter voor de afschaffing eener oude gewoonte, om namelijk bij huw- lijksvoltrekkingen op het raadhuis met een busje rond te gaan voor de armen, daar die collecten bitter weinig opbrengen, slechts ongeveer 50 'sjaars. Overeenkomstig dit voorstel is besloten, zoodat dientengevolge de sub sidie aan het algemeen armbestuur met 50 is moeten verhoogd worden en alzoo gebracht op 6406.63^. Bij hetzelfde art. is door den heer Pot voorgesteld en met algemeene stemmen besloten, om zich bij adres tot den koning te wenden en aan te dringen op eene her ziening der armenwet, waaraan vooral voor Vlissingen behoefte bestaat. De redactie van het adres is aan bur gemeester en wethouders overgelaten. Vervolgens zijn de inkomsten artikelsgewijze be handeld. Hoofdstuk I. Onveranderd goedgekeurd. Hoofdstuk II. Het art.: opbrengst tienden en grond renten 1532, ten gevolge van een schrijffout gebracht op 1542. Hoofdstuk III. Het art.: j der hoofdsom en rij ks- opcenten der personeele belasting 19656 is, volgens later ingekomen aanschrijving, overgebracht naar hoofdst. IV art. 8, doch als bedrag der uitkeering van het rijk aldaar gesteld ƒ20,668.07. Overigens zijn de inkomsten onveranderd gebleven, zoodat deze zijn vastgesteld op 160,066.69^. Het totaal der uitgaven en het cijfer van hoofdstuk IX, onvoorziene uitgaven, kan eerst later worden vastgesteld na berekening der gemaakte wijzigingen. De begrooting is evenwel in haar geheel goedgekeurd. Door den heer de Kruyff werd nog de vraag gedaan of voortaan de centen op de begrooting niet konden worden weggelaten en ronde sommen genomen. Deze vraag werd, vooral met het oog op intrestberekeningen, ontkennend beantwoord. Na eene korte zitting met gesloten deuren, waarin de notulen der vorige geheime zitting moesten worden ge resumeerd, maakt de heer Ruijsch den voorzitter indach tig op het wenschelijke eener spoedige voorziening ten aanzien van bewaarplaatsen van petroleum. De voor zitter geeft hieromtrent de verlangde toezegging en sluit vervolgens de vergadering. SNELPERSDRUKKER» VAN DE GEBROEDERS ABRAHAMS.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1865 | | pagina 6