Persoonlijk acht ik de ministers volkomen vreemd daar- 1
aan. In al de afdeelingen der kamer is echter over dit 1
punt gesproken en eene ronde verklaring gëeischt. Hoe
dit nu worde uitgemaakt, bij de begrooting wacht ik eene
vereeniging tegen den minister van finaaciën van de
stemmen der gewone opposanten, van Limburgers en
van enkele liberale leden, die wellicht de meerderheid,
althans eene imposante minderheid zullen uitmaken.
Dezer dagen telde men hier ter stede tot 35 tegenstem
mers, indien niet sommige leden zich op het beslissend
oogenblik bedenken.
Geheel tegen den zin van den minister is nog voordat
de kamer den 16en uiteen ging, een amendement aan
genomen op het wetje, betreffende de toepasselijk-verkla-
ring van sommige bepalingen op het 4/5 gedeelte der
personeele belasting, dat de gemeenten van den staat
zullen ontvangen. De regeering wilde 24 percent per
ceptiekosten daarvan heffen cu de meerderheid der
kamer heeft dit uit de voordracht gelicht, want, zeide
men, aan de gemeenten is 80 percent van het personeel
zuiver beloofd. Hu bet amendement aangenomen is,
beteelcent dit wetsontwerp niets meer en bevat alleen
dat de regeering geene uitkeering zal behoeven te doen
van geld, dat zij niet ontvangt, te weten wegens kwade
posten en dergelijken. De minister had het wetje moeten
terugnemen. Ik verwacht met zekerheid dat de eerste
kamer het geheel noodelooze wetje wel zal afstemmen.
De voorsteller van het amendement, de heer van Kerk
wijk, is blijkbaar ook van meening geweest, dat de voor
dracht nu wel geheel kon achterwege blijven, toen de
hoofdbepaling was vervallen, want bij de eindstemming
stemde bij tegen, met eenige anders steeds mïnisterieele
leden.
De heer Thorbecke is sedert eenige dagen ongesteld
en bezoekt het departement niet.
Volkomen juist acht ik het besluit van de kamer, om
de cultuurwet niet onverwijld na hare terugkomst te
gaan onderzoeken. De zaak is van overwegend belang
cn ook de pers in Indië mag daarover wel gehooid
worden. Het Indisch genootschap besprak in een onlangs
gehoudene vergadering bet cultuurstelsel. Den 3 No
vember zal het daarmede voortgaan, en ten slotte spe
ciaal de cultuurwet behandelen. De vergaderingen zijn,
als het ware, openbaar, want iedereen kan geïntroduceerd
worden, nu dit punt aan de orde is.
In verband met deze belangrijke aangelegenheid staat
de strijd over de plannen van de West-Java-koffie-
cultuur-maatschappij. Dezer dagen zal, naar ik verneem,
eeoe degelijke refutatie, van wege de ontwerpers, van
een artikel over die zaak in de Economist worden uitge
geven dit valt niet zwaar, daar het opstel van de Econo
mist vele en daaronder verschillende weinig steekhou
dende bezwaren tegen het plan bevatte. Ik vestig de
aandacht op deze zaak, want ik erken volkomen, dat het
motto van de schrijvers juist is: „Nederlanders, het is
uwe zaak die hier behaudeld wordt." De koffie geeft het
batig slot; maar de tegenwoordige toestand is onhoud
baar en zeker nog meer bij bet tot stand komen der
cultuurwet.
Onder de geruchten, waaraan ik niet veel hecht, behoort
dat de gelden voor de haven van Seheveningen en den
spoorweg op Utrecht-Almelo gevouden zijn. II fatil le
voir pour le croire. Bij de begrootings-disenssie hooren
wij er meer over. De concessie is in elk geval vervallen.
De raad heeft de gemeente-begrooting en het voorstel
om f 100,000 subsidie voor de verbetering van onze
communicatie met de Maas te geven, in de sectiën onder
zocht. Ik hoor dat vele bedenkingen tegen dit laatste
voorstel zijn geopperd, met het oog op onzen oogenblik-
kelijken financieelen toestand.
ëSaJeaa-gCïsea-aal.
TWEEDE KAMER.
Yoorloopige verslagen.
Staatsbegrooting voor I860. HoofdstnX V. (Binnenlaadsche zaken.)
Door eenige leden werd de klacht herhaald over de
gestadige klimming der uitgaven van het departement
van binneulandsche zaken, die ook ditmaal weder zeer
merkbaar is. Wel zou het, meenden zij, onbillijk zijn,
niet op de oorzaken te letten die tot deze vermeerdering
van uitgaven medewerken maar waar de schatkist met
zooveel nieuwe kosten moest worden bezwaard, behoorde
dan toch elke uitgaaf te worden vermeden, welker nut
tigheid of noodzakelijkheid twijfelachtig is. Als zoodanig
scheen men de post, die eene aanzienlijke verhooging
van de afdeeling: Nijverheid te weeg brengt (sub
sidie voor de nationale tentoonstelling te Amsterdam
in 1866) aan te merken. Sommige dezer leden voeg
den er bij, dat, huns inziens, het nieuwe geneeskundig
staatstoezicht op spaarzamer voet kon worden inge
richt, terwijl ook de wet op het middelbaar onderwijs
niet op zulk eene voor de schatkist bezwarende
wijze ten uitvoer behoefde te worden gelegd. Vooral ook
wezen zij op de afdeeling: Waterstaat en open
bare werken, en herinnerden dat, terwijl het totale
cijfer dier afdeeling op de begrootingvoor 1852 f2,650,000
bedroeg, daarvoor thans, ook wanneer men de kosten voor
den aanleg der staatsspoorwegen en voor den waterweg
van Botterdam naar zee ter zijde stelt, f 4,825,000 wordt
aangevraagd. Men herhaalde daarbij wat bij de alge-
meeue beschouwingen over de staatsbegrooting voor
1866 in haar geheel over de hooge geldsommen is gezegd,
die jaarlijks voor de groote rivierverbeteriug worden
aangevraagd. Op deze bedenkingen werd geantwoord,
dat de onmiskenbare verhooging van uitgaven voor bet
departement van binnenlandsche zaken zich alleszinslaat
rechtvaardigen. Een aanmerkelijk deel dier verhooging
is in zoover van den wil des ministers onafhankelijk, als
zij het gevolg is van met medewerking der staten-gene-
raal vastgestelde wetten. De kosten van het geneeskun-
digstaatstoezicht worden op de tegenwoordige begrooting
tot hetzelfde cijfer uitgetrokken, waarop zij bij de behan
deling der medische wetten werden geraamd. Indien de
uitvoering der wet op het middelbaar onderwijs betrek
kelijk kostbaar is, zagen eenige leden daarin te minder
reden tot klachte, omdat de regeering hier is afgeweken
van het wel eens te zeer gevolgd stelsel om alleen aan
instellingen, in het hart des lands gevestigd, veel geld
te besteden. Integendeel zal door de wijze, waarop zij de
wet uitvoert, ook in meer afgelegen provinciën krachtig
tot verspreiding van kennis en beschaving worden mede
gewerkt. Zelfs onder de uitgaven voor openbare werken
zijn er, behalve die voor de spoorwegen en den Rotter-
damsehen waterweg, eenige, die het gevolg zijn van
overleg met de staten-generaal. Men denke aan het
kanaal door Holland op zijn smalst en aan de uitgaven,
uit het Maastraktaat voortgesproten. Eindelijk moest
niet uit het oog worden verloren, dat de uitgaven voor
vele openbare werken later vergoed worden door indi
recte voordeelen, dientengevolge door de schatkist
genoten. Voor de opoffering tot droogmaking der plassen
I beoosten Rotterdam zal de staat later grootendeels wor-
l den schadeloos gesteld.
Er werd uitvoerig van gedachten gewisseld over dc
noodzakelijkheid om quarantaine-maatregelen te nemen,
en men wenschte, met liet oog op de daartoe betrekke
lijke motie van orde welke de kamer aangenomen heeft,
omtrent de tegenwoordige zienswijze der regeering te
worden ingelicht.
Een aantal leden verklaarden te volharden bij bun
onguustig oordeel over het instellen cener bonw-com-
missie, waarvoor de minister nu wederom gelden heeft
aangevraagd.
Vrij algemeen gevoelde uien zich verplicht, op nieuw
op de regeling van liet hooger onderwijs aan te dringen,
en vroeg men dus of de regeering iets zou kunnen raedo-
deelen omtrent het tijdstip waarop aan deze gewichtige
hervorming de hand zou kunnen worden geslagen. Moet
zij voor alsnog achterwege blijven, dan meende men in
eene der afdeelingen, dat er onderwijl tot eene betere
inrichting der gymnasiën moest overgegaan wordeu,
want sedert de invoering van het middelbaar onderwijs
zijn die inrichtingen uit haar verband gerukt.
Deze maal heeft meu geene algemeeue beschouwingen
over het lager onderwijs gevoerd. Alleen werden in eene
afdeeling weder de bekende bezwaren geopperd tegen
het verleenen van geheel kosteloos onderwijs op de
lagere school en drukte men het verlangen uit dat daar,
waar dit geschiedt, althans geen rijks-subsidie voor de
kosten van onderwijs zou verleend worden.
Even als in vorige jaren maakte eene herziening der
armenwet een punt van overweging uit. Verscheidene
leden waren doordrongen v$n de overtuiging, dat de
bepalingen omtrent het domicilie van onderstand en het
restitutiestelsel verandering behoeven, daar zij aan het
platteland een drukkenden en onbillijken last opleggen.
De som van ƒ45,Oi'O als subsidie voor de aanstaande
nationale tentoonstelling in het paleis voor volksvlijt te
Amsterdam kwam buitensporig hoog voor, in verhouding
tot hetgeen hier te lande doorgaans aan kunst en weten
schap wordt ten koste gelegd. Men vroeg of die som be
paaldelijk uitbetaald zou worden, ook al leverdo die
onderneming winst op, dan of men bier slechts had te
denken aan eeo crediet om een eventueel te kort te dek
ken. Sommige leden zouden gunstiger over dit subsidie
denken, indien deze gelden besteed werden tot het ge
makkelijk maken van het bezoek door ambachtslieden
uit het geheele rijk en tot het hun verstrekken van een
behoorlijk geleide op de tentoonstelling, zoodat vermeer
dering van kennis onder dezen stand de vrucht zou zijn
van de opoffering die de schatkist zich getroostte.
Algemeen meende men niet genoeg op verdere uitbrei
ding van het telegraafnet te kunnen aandringen, terwijl
men den weusch uitte dat het tarief per 20 woorden van
50 tot 25 cents zou verlaagd worden.
Eindelijk deed men de vraag welke plannen de regee
ring heeft, nu de proef met het uitschrijven eener prijs
vraag voor een paleis der staten-generaal mislukt is, en
of men spoedig het rapport der commissie tot onderzoek
naar den arbeid der kinderen in de fabrieken hier te
lande, te verwachten heeft..
Begrootiug van uitgaven voor den aanleg van
staatsspoorwegen, dienst 1866.
Men kwam er tegen op, dat elk jaar veel meer geld
voor de spoorwegen wordt aangevraagd dan er verwerkt
kan worden, waardoor op het einde van 1864 9 millioen
ongebruikt was gebleven, hetgeen op het einde van 1865
weder met 5^ millioen het geval zal zijn. Had men deze
sommen tot schulddelging besteed, eene aanzienlijke
rentebesparing zou daarvan het gevolg zijn geweest. Dit
renteverlies erkennende, konden echter andere leden de
regeering niet misprijzen, want de voorzichtigheid vor
dert steeds een belangrijk bedrag voorhanden te hebben,
omdat, wanneer eens bij spoedigen voortgaug der werk
zaamheden, al de toegestane sommen verbruikt waren,
het staken van den arbeid wegens geldgebrek zeer nadee-
lige gevolgen hebben en algemeene ontevredenheid
verwekken zou.
Bij voortduring klaagt men dat den spoed bij de ont
eigeningen veel te wenschen overlaat, omdat alles te
's Gravenhage moet goedgekeurd worden. Voorbeelden
werden uit- Zeeland en Groningen aangehaald, dat, om
bestaande bezwaren van eigenaren van te onteigenen
gronden op te lossen, aan dezen, in de vergadering der
commissie uit gedeputeerde staten, toezeggingen waren
gedaan, die de gemachtigden later bij het sluiten dei
koopcontracten niet daarin hebben mogen opnemen,
omdat zij het daarvoor vereischte verlof niet hadden
verworven.
In «al de afdeelingen der kamer wees men er met nadruk
op, dat de stations- en verdere gebouwen der staats
spoorwegen over het algemeen aanvankelijk op een te
bekrompen voet worden ingericht, niettegenstaande het
van de zijde der kamer niet aan waarschuwingen ont
broken heeft. Verder betoogde men dat de regeering
niet te karig moet zijn met het vestigen van halten; wel
zou te groote vermenigvuldiging der halten de snelheid
van het vervoer benadeelen, maar wanneer aan zooda
nige punten slechts éen of twee treinen daags stil hiel
den, zou dit nadeel grootendeels worden weggenomen.
Men vroeg wat er was van het gerucht, dat aan de
muren van de schutsluiskolk te Wemeldinge in het
Zuidbevelandsche kanaal eene verzetting had plaats
gehad. Zeker schijnt het, dat niet al de tot dat kanaal
behoorende werken zich goed hebbeu gehouden. De
uitwateringssluis bewesten Yerseke heeft, nadat die vol
tooid was, eene aanzienlijke som aan herstelling gekost.
In het muurwerk dier sluis moet eene groote scheur zijn
ontstaan.
Algemeen dringt men aan op de bespoediging
van den aanleg der sectiën GoesVlissingen. Er
komen daarin zoovele groote kunstwerken voor,
dal, indien men zich niet haast, deze lijn zeer
lang na de andere gereed zal komen. Men hoopte
dan ook dat het toegezegde wetsontwerp wegens
den overgang van het Sloe spoedig hij de kamer
zou inkomen.
In eene der afdeelingen achtte men dc uitgetrok
ken som van f 200,000 voor den dam door de
Ooster-Scliclde veel te gering. Alle deskundigen
zijn het toch eens, dat dit werk in éen seizoen
moet worden volvoerd. Wordt de Schelde niet als
op eens geheel afgesloten, dan loopt men zeer veel
gevaar, dat hij stormachtig weder liet afgemaakte
deel van den dam zal wegslaan.
Naar men beweert is de spoorweg tusschen de Ooster-
Schelde en Goes niet behoorlijk door slooten en raster
werk van de aangrenzende landerijen afgesloten, gelijk
elders geschiedt. Alleen bij de stations is daarin voorzien.
Nog werd gevraagd of de regeering voornemens was,
de spoorwegbaan van Goes naar de Ooster-Schekle, geheel
met rails te doeu beleggen, en dat vak in exploitatie te
breng en voordat de dam gereed is.
CiemecBtieraad van Middelburg.
Zitting van 25 October. Goedkeuring raadsbesluiten; adres
J.C. Adriaanseu; idem J. A. deWaal; idem wed. Andricsse c.a.;
idem L. Munter; brief commissie toezicht veeziekteeervol
ontslag buljjondcnvijzcrs; dankbetuiging P. JJ. K owing-
vaststclling suppletoir kohier hool'delijken omslag; eervol
ontslag plaatselijke geneeskundige commissie; uitbagge
ring kaai; opneming gemeentekas; missive commissie
bestuur geneeskundige schoolrekening vereeniging toon
kunde; rapport gemcentcbcgrooting; beslissing verzoek
schipper Vermeulen.
Voorzitter de heer Bijleveld van Serooskerke.
Afwezig de heeren Dam me, van Deinse en Galand;
later komen de heeren Rekker en van Diggelen.
Na goedkeuring der voorgelezen notulen van dc vorige
zitting worden voor kennisgeving aangenomena. de
mededeeling des voorzitters van de afwezigheid der bo
vengenoemde leden, en b. eene missieve van gedepu
teerde staten, houdende goedkeuring van het raadsbe
sluit tot het aangaan eener overeenkomst met het rijk
voor het geval een kanaal door Walcheren mocht worden
gegraven.
(De heer Rekker komt ter vergadering),
Van commissarissen over het beurtveer Delft'sHage
Leiden—Schiedam is een brief ingekomen, waarin wordt
kennis gegeven van het overlijden van mejulvrouw wed.
C. A. Adriaansen, die tot «aan haar overlijden met behulp
van haren zoon J. G. Adriaansen de betrekking van
beurtschipper in dat veer heeft waargenomen, zullende
laatstgenoemde tot de vervulling der nu ontstane vaca
ture het veer alsnu tijdelijk waarnemen.
Mede is ingekomen een adres van genoemden J. C.
Adriaansen, om definitief voor de betrekking van beurt
schipper in gemeld veer aangesteld te worden.
Burgemeester en wethouders stellen hieromtrent voor,
met de gemeentebesturen van Delft, 's Gravenhage en
Leiden (met wie indertijd reeds is gecorrespondeerd
over de instandhouding van dit veer, doch waartoe deze
niet genegen waren) op nieuw in briefwisseling te treden
over de opheffing van het veer, en tegelijkertijd ook het
veer op Schiedam te doen ophoudeu, en inmiddels de
beslissing op het ingekomen adres aan te houden. -- Dit
voorstel van burgemeester en wethouders is met alge
meene stemmen aangenomen.
Van den heer J. A. de Waal, directeur van het Midclel-
burgsch begrafen.sfouds enz. alhier, is ingekomen een
request, waarin hij daar hij van het begin der heffing
van den hoofdelijkeu omslag is aangeslagen tot een
bedrag van f21, welke som hij steeds ter goeder trouw
zegt te hebbeu bijgedragen tot stijving der gemeentekas,
doch dezer dagen de zekerheid heeft gekregen dat die
aauslag een derde te hoog is in evenredigheid met zijn
inkomen verzoekt: a. voortaan slechts voor hoogstens
f 18 te worden aangeslagen, en b. restitutie van het ge
durende al die jaren te veel betaalde ad f 9 'sjaars.
De voorzitter .adviseert en de raad besluit met alge-