y
s
en handwerksnij verheid in Nederland, te 'a Gravenhage;
A. P. Ledeboer, te Tilburg; J. Wittering, te Parijs; pro
fessor E. H. von Baumhauer, lid van het hoofdbestuur
der Nederlandsche Maatschappij ter bevordering van
nijverheid te Haarlem; mr. J. A. van Eyk, directeur der
Yereeniging voor volksvlijt, te Amsterdam; A. H. Eige-
man, vice-president van de Vereoniging van en voor
Nederlandsche industrieelen, te Leiden; A. J.Blijdenstein
te Enschedé; J. Groll, oud-ingenieur dergouvernements-
telegraphen in Nederlandsch lndië,t.e Haarlem;D.L.Wolf-
son, directeur der grofsmederij, te Leiden.
belastingen enz. Benoemd tot ontvanger der directe
belastingen en accijnsen te Beilen c. a. de heer G. J.
Soetekou, thans ontvanger der in- en uitgaande rechten
te Denekamp.
Xecrologie.
De schilderkunst heeft in de laatste maanden onder
scheidene harer verdienstelijke beoefenaren op jeugdigen
leeftijd zien wegsterven. Thans betreurt zij het overlij
den van Maurits Leon, die nog onlangs op de tentoon
stelling te Amsterdam met goud werd bekroond. Hij
bereikte slechts den leeftijd van 27 jaren.
E&erknieuws.
Te St. Maarten en Valkoog, classis Alkmaar, is tot
predikant beroepen de heer II. Th. du Saar, kandidaat
bij het provinciaal kerkbestuur van Zeeland, hulppredi
ker te Amsterdam.
Rechtszaken.
Het provinciaal gerechtshof in Zeeland heeft heden de
uitspraak in de zaak van J. N. van der Halen, A. Paulus-
sen en H. L. Warnau welke voorloopig was bepaald
op heden uitgesteld tot heden over acht dagen, 14
October.
Catharina van Baaien, oud 25 jaren, dienstmeid, thans
verblijf houdende te Sluis, is eergisteren door de arron-
dissements-rechtbank alhier bij verstek schuldig ver
klaard aan diefstal in dienstbaarheid en veroordeeld,
onder aanneming van verzachtende omstandigheden, tot
eene gevangenisstraf yoor den tijd van zes weken en in
de kosten.
De veroordeelde (die in het jaar 1861 wegens diefstal
van vruchten te velde reeds eenmaal gevangenisstraf is
opgelegd) had in de maand Augustus 11., toen zij tegen
kost en loon van f 4.25 's maands diende bij H. Calon, te
Sint Kruis, een stuk gekookte ham en eene hoeveelheid
zeep ontvreemd ten nadeele haars meesters, die de
waarde daarvan schatte op zestig cent. Hare mededienst
bode Adriana Contant had het gebeurdo opgemerkt,
daarvan dadelijk mededeeling gedaan aan den knecht
P. do Klerk en vervolgens, zonder iets aan de daderes
te laten blijken, aan haar meester.
In de zitting van den hoogen raad van gisteren
heeft de advokaat-generaal Gregory geconcludeerd tot
verwerping van het beroep in cassatie van vrouwe baron
nesse van Dcdem, weduwe Pruimers, tegen een arrest
van het hof in Overijsel, waarbij zij, wegens voortdurend
onzedelijk gedrag, is ontzet uit de voogdij over haar
kiud en veroordeeld het aan den voogd over te geven, i
De advokaat-generaal erkende, dat de zaak voor ver
schillende beschouwingen vatbaar was, en dat gewichtige
gronden zoowel voor als tegen kunnen worden aange- j
voerd. Hij beriep zich hoofdzakelijk op een vroeger
arrest van den hoogen raad, waarin eeu gevoelen in
strijd met dat der cischeresse was omhelsd. Ilij betoogde
dat bij de voogdij de persoon van den minderjarige op
den voorgrond staat, en geld en goed in de tweede plaats j
kwam; dat de voogdij moet zorgen voor opleiding, ge
zondheid en toekomstig bestaan in de maatschappij, zich
daarbij beroepende op de leer van Fransche rechtsdoc- j
toren, en dat bij ontzetting van vader of moeder uit de j
voogdij, de plichten der voogdij aan den nieuwen voogd
worden overgedragen.
De uitspraak is bepaald op 3 November.
tfiemengde berichten.
Gisteren voormiddag is op eene hofstede onder de
gemeente Biggekerke brand ontstaan, waarvan de oor- j
zaak volgens onzen berichtgever aan onvoorzichtigheid
moet worden toegeschreven. Alleen is eene zoogenaamde
bakkeet verbrand, daar het der brandweer dier gemeente
spoedig gelukken mocht de woningen schuur te beveili- j
gen zoodat dan ook de uit Meliskerko en Zoutelande toe- i
gesnelde spuiten geen werkzaamheden te verrichten
hadden. Het perceel is tegen brandschade verzekerd.
De heer Mirès heeft zich dezer dagen naar Biarritz
begeven met het doel om van den keizer te erlangen, dat j
deze een einde aan de gerechtelijke vervolgingen zou
maken, waaraan die financier nog altijd bloot staat. I
Napoleon III heeft echter geantwoord, dat dit alleen van j
de magistratuur afhing, in wier handen de tegen den
heer Mirès hangende zaken zich bevinden.
De Ilollandsche kerk (Austinfriars) te Londen,
die, zooals onlangs werd medegedeeld, geheel vernieuwd
is, werd Zaturdag jl. ingewijd door dr. Gehle, kapelaan I
van de Nederlandsche legatie.
Prinses Alexandrine, dochter van prins Albert en
prinses Marianne der Nederlanden, zal op 2 December
eerstkomende in het huwelijk treden met hertog Willem
van Mecklenburg Schwerin.
In Frankrijk nemen de vervalsching van etens-
waren en de verkoop met valsch gewicht door de win
keliers sterk toe. Een der departementsraden heeft
dientengevolge voorgesteld om voortaan door het
middel van publiciteit tegen die misdrijven te 1
waken. Er zou namelijk een groot bord worden aange
hecht aan den winkel van den schuldige, waar het een,
twee of drie maanden zou blijven hangen, naar gelang
van het gepleegde feit of voor 't geval van herhaalde
veroordeeling. Bij eene veroordeeling voor de derde
maal zou het bord ten eeuwigen dage blijven hangen en
den veroordeelde volgen, waar hij zich ook zou vestigen
of in welke betrekking hij geplaatst mocht worden.
Bovendien zou de wet dan iedere bevoegdheid tot het
vorderen van schadevergoeding ontzeggen aan dengeno,
die in den gesignaleerden winkel mocht hebben gekocht.
De N. Noord-Br. deelt mede dat de heer Takken,
bekend door zijn proces tegen het klooster St. Agatha,
zich tot het hoofd zijner orde heeft gewend, schuld-heeft
erkend en zich bereid heeft verklaard algeheel en schit
terend herstel van eer aan zijne orde te schenken.
Twee belangrijke cominercieele plannen zijn te
Londen ontworpen en zullen zonder twijfel worden ver
wezenlijkt. Het eene bestaat in het aanleggen van eene
telegraaflijn tusschen Europa en China, via Rusland,
zoodat de handel en de staat in 10 a 12 dagen nieuws uit
China zullen kunnen hebben. Er bestaat reeds eene lijn,
maar deze is uitsluitend het eigendom van het Russische
gouvernement en wordt slechts gebruikt voor politieke
doeleinden, terwijl de, nieuw aan te leggen lijn voor elkeen
zal openstaan, liet Russische gouvernement heeft zijne
toestemming voor den aanleg gegeven. Het andere plan
beoogt eene geregelde stoomvaartdienst met de zuide
lijke staten van Amerika te openen. Twee booten
zullen vooreerst tusschen Engeland en Baltimore dienst
doen, terwijl van daar weder kustvaarders zullen ver
trekken. Reeds is het eerste stoomschip onder zeil.
De stedelijke autoriteiten van Palraa op het eiland
Majorca zijn door de Spaansche regeering gemachtigd
tot het sluiten eener lecning om daaruit de behoeftige
nagelaten betrekkingen van de slachtoffers der cholera
te ondersteunen.
Men zal zich herinneren dat in Oostenrijk onlangs
eene commissie is benoemd om toezicht uit te oefenen
op het financiewezen en maatregelen tot verbetering
daarvan te beramen. Sedert het patent van 20 September
zijn er moeilijkheden gerezen ten opzichte van den aard
der werkzaamheden en bevoegdheid van die commissie.
Zij heeft het althans noodig geacht om zich tot de regee
ring te wenden ten einde daaromtrent eenige inlichtin
gen te erlangen.
Uit Perlsberg, waarheen de hoofdredacteur der Holst.
Schlesw. Zeitung, May, eenigen tijd geleden, was overge
bracht, wordt thans gemeld dat hij is vrijgesproken, op
grond dat niet bewezen is dat hij kennis heeft gedragen
van den inhoud van het geïncrimineerd artikel. De lieer
May heeft intusschen een aantal maanden in preventieve
hechtenis doorgebracht.
De vergadering van aandeelhouders in de maat
schappij tot doorgraviug der landengte van Suez heeft
gisteren te Parijs plaats gehad. De heer de Lesseps heeft
daarin medegedeeld, dat de maatschappij nog een actief
heeft van 160 millioen; het kleine scheepvaartkanaal
zal reeds in 1866 eene winstgevende beweging van trans
port aantoonen De maatschappij is nuttig voor den
handel. Het groote scheepvaartkanaal zal in 1868 vol
tooid zijn. De vergadering heeft daarop met eenparige
stemmen het rapport goedgekeurd.
In het Fransche blad le Petit Journal van 12 Sept.,
komt een brief voor van Nadar, gedagteekend uit Am
sterdam den 8 derzelfde maand, dus zes dagen vóór de
opstijging. Hij geeft daarin een beknopt verslag van de
indrukken, die het verblijf in Nederland op hem had te
weeg gebracht, en welke hierop ncderkomen dat Amster
dam een zeer dure stad is, waar een gulden niet veel
meer waarde heeft dan in ziju vaderland een frank, en
dat de Nederlanders zoo bedaard zijn dat koetsiers, die
twist met elkander krijgen, hun stemmen niet hooger
verheffen dan de causeurs in de Parijsche salons. Met de
kennis wordt het echter, naar men hem verzekerd heeft,
anders. In twee September-weken verteeren, zegt hij,de
Hollanders al het geraas {tout le bruit) dat zij in een ge
heeljaar hebben opgespaard. Voorts deelt hij een gesprek
mede dat hij met de grenskommiezeu gehouden heeft,
die hem echter niet dezelfde moeilijkheden berokkenden
als hij eenigen tijdgeleden te Frankfort had ondervonden.
Ten einde vrijdom van inkomende rechten voor zijn lucht
ballon te erlangen, maakte Nadar aldaar de opmerking
dat hij in het geval was van een reizend muziekant, dien
men toch ook niet liet betalen voor de viool, welke hij
onder den arm droeg. Dit argument maakte indruk,maar
ecu der kommiezen, na zich een oogenblik bedacht te
hebben, betoogde dat de vergelijking tusschen de viool
en den luchtbal niet opging. Den luchtbal, merkte hij op,
kon men wel op ndministratieye wijze inklaren, maar boe
zou de uitklaring geconstateerd moeten worden? Daar
bleef het te Frankfort bij, maar in Nederland, waar hij bij
de lieden meer bon sens heeft waargenomen dan iu
Duitschland, kwam hij er beter af.
Niet van belang ontbloot, in betrekking tot de spoe
dige nederdaling, die het publiek zoo slecht aanstond,
zijn de volgende regelen, welke aan het slot van den brief
voorkomen
„En nu, waar zal ik neerkomen?
„Zoo de wind, die sedert twee dagen waait, tot Maan
dag blijft aanhouden, zal ik niet lang in de lucht blijven,
want ik bedank om mij te wagen boven de Noordzee of
den Atlantischen Oceaan.
„Ik zal mij aan deze zijde van de zee laten zakken, al
moest het ook nog eens gebeuren dat een Brusselsch
blad, waarschijnlijk door heldeu geredigeerd, ray blood
aard noemde. Ik heb liever dat men mij voor een blood
aard dan voor een onnoozelen bal3 houdt.
„Maar de wind er buiten gelaten, is er nog een quaes-
tie, waarop de lieden geen acht geven, die zuur kijken
als men niet ver genoeg naar hun zin gaat, namelijk de
quaestie van de kosten der terugreis voor de personen en
het materieel. Ten aanzien van deze quaestie behoud ik
mij alleen het oordeel voor, wie zich daarover moge
belgen. Ik weet bij ondervinding dat het maar tijdverlies
is om te beproeven de geheele wereld tevreden te stellen.
De vitters vergoeden mij mijn kosten niet. Laat ons dus
ten beste handelen en bedaard onzen gang gaan."
Meteorologische waarnemingen,
gedaan op 's rijks werf te Vlissingen, des middags 2 uur
September 1865.
Wind.
5
s
d
Datum.
.5? j
s
Kracht.
O
ta
ff
s*!
i g
co
'5
Aanmerkingen.
24 NO.t 0.
G
774.3
2cT.ö
0 65
11.10
0.0
heiig helder.
25 0. t. Z.
7
773.3
21.8
0.54
10 26
0.0
heiig helder.
26,0. ZO.
V
770 4
22 0
0.59
11.20
00
heiig helder.
27:ZO.t..Z.
765 8
21 4
0.56
10.48
0.0
heiig helder.
281N West.
2
766.8
21.2
0 63
11.46
0.0
heiig helder.
29'0. NO.
3
767-7
19.4
0.70
11.72
0.0
lichthew.heiig held.
20 0. ZO.
i
764.8
21.0
0.60
10.80
0.0
mist heiig helder.
1
De grootste wind
kracht is geweest op
N.Sto o.;
of
NO. i DJ
708,0
81.6
0.68
18,76
0,15
10 Sept. des avonds
te 8 uren.W. t. Z. ge
middelde druk 10 p.
op do vierkante ei,
iwaarste druk 30 p.
op de vierkante el.
De onderste regel bevat de opgaaf der gemiddelde meteorologische
waarnemingen gedurende de maand September, des middags te 2 uren.
ëtatcn-gcneraal.
tweede kamer.
Zitting van Vrijdag 6 October.Beraadslaging over het
wetsontwerp, houdende buitengewoue maatregelen tot
weering van besmettelijke veeziekten en hare gevolgen;
ingekomen wetsontwerpen.
Art. 1. (bevoegdheid der regeeriug om in-en doorvoer
van vee van buiten 's lands, het vervoer van vee binnen
's lands, en het honden van veemarkten te verbieden
en verbod en andere bepalingen vast te stellen op den
verkoop en de behandeling van levend en dood vee,
vleesch, huiden, haar, wol, mest en verderen afval enz.
onverminderd de verordeningen van provinciale en ge
meentebesturen, voor zoover zij met 's konings voor
schriften niet in strijd zijn) komt in beraadslaging.
De heer Viruly heeft als amendement voorgesteld, eene
nieuwe alinea bij het art. te voegen, luidende:
„Om het verbod van in- en doorvoer, of de door ons
vast te stellen verbods- en andere bepaliugen langer dan
drie maanden te doen werken, behoeven zij bekrachti
ging bij de wet."
Het doel dezer wijziging is, om de belemmerende be
palingen, die voor handel, landbouw en stoomvaart uit
deze wet kunnen ontstaan, slechts een bepaalden tijd
van kracht te doen zijn, en langer werkende, de bekrach
tiging der wet te behoeven.
De heer Wybenga heeft insgelijks een amendement
voorgesteld, strek kende om de regeering ook de macht
te verleenen, den uitvoer van vee naar het buitenland
te kunnen verbieden."
Verschillende sprekers bestreden beide amendementen,
het eerste voornamelijk op grond, dat de wet slechts een
tijdelijk karakter behoorde te dragen; het tweede op
grond dat het in strijd is met het internationaal belang.
De heer de Braiuv verlangde, dat de bepaling der wet
van 1842 (verplichting van den veehouder, om dadelijk
aangifte te doen van ziek vee) gehandhaafd moge blijven.
De minister van binnenlaudsche zaken verklaarde
zich niet tegen het hoofddoel van het amendement van
den heer Viruly om aan de wet een tijdelijk karakter
te geven, want dit heeft zij, maar wel daarop dat het in
grijpt in de uitvoerende macht, en tot onoverkomelijke
bezwaren aanleiding zou kunnen geven. Tegen een
amendement, dat de bepaling zou inhouden dat de wet
slechts tot 1 Januari 1867 zou werken, zou de minister
zich niet verzetten.
Zoo de kamer aan de regeering de macht mocht verlee
nen om ook uitvoer te verbieden, zou daarvan oinzich
tig gebruik gemaakt worden, maar het kwam den minis
ter niet waarschijnlijk voor, hetgeen de heer Wybenga als
doel van het amendement had aangegeven, dat personen
met den uitvoer belast, de besmetting zoiulen kuunen
medebrengen.
Wat de handhaving der wet van 1842 aanging, ver
klaarde de minister dat art. 1 de voortdurende geldig
heid van art. 5 dier wet (verplichting tot aangifte van
ziek vee) bevatte, door de algemeenheid der bewoordin
gen waarin het artikel was vervat. De minister stelde
echter voor ook aan de regeering de bevoegdheid van
visitatie van het vee te geven.
De heer Viruly verklaarde, dat hij het amendement
zou intrekken, zoo de minister de wet wijzigde, zoodanig
dat zij een t ij d e 1 ij k k a r a k t e r erlangde, ei: de verzeke
ring gaf dat hij eene wet zou indienen in den geest van die
van* 1851. De minister antwoordde dat bijaldien een
amendement werd voorgesteld om de wet slechts tot den
1 Januari 1867 van kracht te doen zijn, hij er niet tegen
zou zijn, en dat hij overigens den tijd hoopte te vinden
om eene wet in den geest van die van 1851 te kunnen
aanbieden.
De minister vond overigens geen bezwaar om do ver-
