U R A i\ T
Dinsdag
26 September.
Nü- 154.
1863.
Editie van Maandag av0ft,d 4 uren.
Hij deze courant behoort een liijvoegsel,
bevallende:
Verslag: d$r zittingen van de eerste en tweede kamer
der staten-gencraal van 22 en 23 dezer.
De gedeputeerde Staten van Zeeland, maken bekend,
dat. bij koninklijk besluit van den 21 September jl.,
no. 52, de zilveren eerepenning voor de kostelooze koe
pokinenting van minvermogenden, voor zooveel dit
gewest betreft, is toegekend aan de heeren C. van de
Watering, te Brouwershaven; K. H. Snoep, teWolphaarts-
diik; dr. W. J. Janssen, te Krniningen; C. A. van de
Watering, te Haamstede; L.C.P.Boogaert, te Driewegen.
Middelburg, den 22 September 1865.
De gedeputeerde staten voornoemd,
R. W. VAN LIJNDEN, voorzitter.
S. VAN DER SWALME, griffier.
ötmtrnlanö.
Middelburg 25 September.
De miuister van financiën heeft Zaturdag de staatsbe-
grooting voor 1866 bij de tweede kamer ingediend. De
uitgaven zijn daarbij geraamd op f 110,241,094 en de
inkomsten op f 110,249,838. Voor amortisatie is 14^ mil-
lioen bestemd, en voorde spoorwegen is 13i millioen uit
getrokken. Over de diensten van 1863 en'64 is f 12,825,000
beschikbaar, en het overschot op de dienst voor 1865,
waarover echter niet beschikt wordt, zal vermoedelijk
ƒ5,250,795 bedragen.
De begrooting is f 171,541 hooger dan die van het
vorig jaar.
Als bijdrage nit de Indische baten is een som vau
25 millioen aangewezen.
Bij de kamer van koophandel en fabrieken alhier is
ontvangen en ligt voor belanghebbenden ter inzage het
verslag omtrent den handel en de scheepvaart van
Groot-Brittannie, over de maand Juli en de eerste zeven
maanden van het loopende jaar.
Dezer dagen werd te Xoudekerke een reddingsboot
met toebehooren aangevoerd, die bestemd is om van
wege de Zuid-Hollandsche maatschappij tot redding van
schipbreukelingen te Rotterdam gevestigd, daar gestati
oneerd te blijven. De proeven tot heden met dit vaartuig
aan het strand genomen, moeten, naar men ons^mede-
deelt, goed gelukt zijn.
Vrijdag heeft het openbaar ministerie bij de arron-
dissements-rechtbank te Goes conclusie genomen iu zake
de bekende bij die rechtbank aanhangige procedure ter
onteigening van gronden ten behoeve van den spoorweg,
tegen de heeren Kakebeeke, Glerum, en Bijleveld.
Het openbaar ministerie achtte de rapporten, door
deskundigen in deze zaak uitgebracht, voldoende, en
concludeerde voorts hoofdzakelijk, dat het der rechtbank
moge behagen om dienovereenkomstig de aan bovenge
noemde eigenaren te verleenen schadeloosstelling, te
bepalen.
Door de arrondis3ements-rechtbank te Zierikzee is
voor de betrekking van procureur bij die rechtbank de
volgende voordracht opgemaakt: mr. J. van der Lek de
Clercq en mr. J. M. Isebrec Moens, beiden advocaten aldaar.
Den 21 September is door Z. M. op de gebruikelijke
wijze in een bijzonder gehoor ontvangen Don José Luis
Albareda y Sedze, ter overhandiging zijner geloofsbrieven
als buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister van
H. M. de koningin van Spanje bij het Nederlandsche hof.
Veeziekte,
De minister van binnenlandsche zaken heeft goedge
vonden 1. aan de commissie van veeartsen, benoemd
bij dispositie van den 25 Augustus jl. toe te voegen
den heer P. F. Rijnenberg, te 's Gravenbage2. te bepa
len dat de heer Rijnenberg tevens deel zal nemen aan
de sub 3 vau genoemde dispositie aangewezen sub
commissie.
Uit'Noord-Holland schrijft men ons:
„Den 26 dezer ipaand zullen do staten onzer provincie
hebbentebeslissenov.er eeuedooi gedeputeerde staten in-
gediénde konccpt-verordeniflg tut weering van veeziekte.
Zij is van ongeveer den volenden inhoud: De aanvoer
van verse lie huiden, versch vleesch, ongesraolten vet,
stalmest of'verschcn afval van rundvee wordt verboden.
De aanvoer van runderen, schapen, varkens en geiten
wordt alleen toegestaan op die plaatsen, welke daartoe
door gedeputeerde staten zullen worden aangewezen. Er
zullen keurmeesters worden aangesteld, ten einde het
vee, dat wordt aangevoerd, te onderzoeken. Besmet of
van besmetting verdacht vee wordt afgewezen. Het toe-
toegelaten vee kan, op bevel van gedeputeerde staten,
tijdelijk onder toezicht van keurmeesters gesteld en in
afzondering gehouden worden. De verordening treedt in
werking op het door gedeputeerde staten te bepalen
tijdstip. Dit collegie is tevens bevoegd de verordening,
hetzij geheel, hetzij gedeeltelijk, te schorsen.
„Het nut, de noodzakelijkheid eener dusdanige ver
ordening zal, waar het gevaar zóo dreigt, voorzeker door
weinigen betwist worden. Iets anders ware bet, wanneer
de zekerheid bestond, hoe alle gemeenten der provincie
in tijds gepaste maatregelen zouden nemen, ten einde
de ramp af te weren. Waar men die zekerheid daaren
tegen mist, waar éene enkele gemeente, hetzij door nala-
ligheid, hetzij door onwil, de pogingen der overigen zou
kunnen verlammen, wordt het optreden van het provin
ciaal bestuur gebiedend vereischt.
„Zijn de grenzen der provinciale wetgeving echter
wel zóo ruim gesteld, dat men bepalingen zou kunnen
maken als die welke thans worden voorgesteld'? Kan
men ze, hoe helder hare noodzakelijkheid gebleken moge
zijn, tot verordening verheffen,' zonder in strijd te gera
ken met de provinciale wet en de grondwet? Van
dubbelzinnigheid toch kan met het 139e artikel der
eerstgenoemde wet moeilijk beschuldigen, daar het aldus
luidt: „Zij (de staten) zorgen, dat de doorvoedende
uitvoer naar en invoer uit andere provinciën geene be
lemmering ondergaan." Daarbij komt hetgeen men leest
in de aanteekening van Boissevain op dat artikel. „Blij
kens het verslag der tweede kamer oordeelden eenige
leden hier eenige ruimte noodig voor maatregelen van
policic, bijv. om den invoer van vee te keeren ingeval van
besmettelijke ziekte. De regeering gaf daarop te kennen
„Eene bepaling betreffende maatregelen tot belemmering
van iu-, uit- of doorvoer, bij het ontstaan van besmette
lijke veeziekten, schijnt met art. 131 der grondwet niet
te rijmen." (Het 3e lid van dit artikel der grondwet
luidt woordelij i; eveneens als art. 139 der provinciale wet.)
„Aangezien nu bij de concept-verordening de aanvoer
(en daarmede ook de invoer) van sommige voorwerpen
gedeeltelijk wordt verboden, en gedeeltelijk belemmerd,
is de zaak evenmin dubbelzinnig als onduidelijk te
noemen. Intusschen is bet een opmerkelijk feit dat juist
de nauwkeurige afbakening van de macht der onder
scheidene overheden in den staat, welke door onze
grondwet tot stand gebracht en in gewone tijden een
van de hoeksteenen onzer politieke vrijheid is, thans tot
zoo groot ongerief aanleiding geeft. Waar het alzoo
eene keuze geldt tusschen invoering eener niet alleen
wenschelijke, maar ook noodzakelijke verordening, die
echter van strijd met de grondwet vergezeld gaat, aan
de éene zijde, en het gevaar van, wegens ontstentenis
van doeltreffende maatregelen, een der voornaamste
best.anddeelen van Noord-Holland's kapitaal aan vernie
ling te zien blootgesteld, aan de andere zijde, is het niet
te verwonderen, dat de aandacht op den uitslag der
keuze gevestigd is."
De staten der provincie Friesland hebben in de vorige
week eene buitengewone verga,dering gehouden, in
welke bepaald is, dat, zoolang de veepest in het rijk of in
een naburig rijk heerscbende is de in- of doorvoer van
runderen, schapen, varkens, bokken en geiten, zoomede
van ongesmolten vet, onbereide huiden, versch geslacht
vleesch, beenderen, klauwen, horens en verderen afval
van runderen, en voorts van rundermest, koehaar, scha
penvellen, onbereide wol en koedekken, hooi en stroo,
in die provincie is verboden, op eene boete van f 10 tot
f 75, met of zonder gevangenis van 1 tot 7 dagen.
Volgens bericht der Pruisische regeering is de
invoer van vee in Pruisen verboden op de geheele uit
gestrektheidder Nederlandsch-Prui8ische grenzen. Gelijk
verbod is door de Hannoversehe regeering voor het
koningrijk Hannover uitgevaardigd.
ifenoemiia&en en besluiten.
l<egbr. Benoemd bij bet wapen der infanterie, bij het
le regement tot kapitein van de 3e klasse (naar ouder
dom van rang) de le luitenant A. W. Greve, van het
regement grenadiers en jagers; bij bet instructie batail-
lon: tot le luitenant (naar ouderdom van rang) de
2e luitenant J. F. Meyer van gemeld bataillon; tot
majoor en magazijnmeester bij den staf van het wapen
der artillerie van de le klasse te Naaiden, de kapitein
der le klasse W. H. G. Ernst de Seiwertvan het
2e regement vesting-artillerie; bij het regement veld
artillerie tot le luitenant, (naar ouderdom van rang)
de 2e luitenant W. P. Stakman van het corps; bij bet
le regement vesting-artillerie tot kapitein van de
3e klasse (naar ouderdom van rang) de le luitenant
H. W. A. Oltkainp, van het corps; aan den majoor maga
zijnmeester der artillerie N. H. van Slingelandt tot een
bedrag van 1065 'sjaars.
Pensioen verleend ten bedrage van /"1050 'sjaars, aan
den kapitein J. L. J. ïomson van het le regement in
fanterie; aan den voormaligen 2e luitenant J. J. Engeringh
thans als majoor eervol ontslagen nit de Luxeinburgsehe
dienst ten bedrage van f 127 met vergunning dit pen
sioen gelijktijdig te genieten met het hem door de
regeering van het groot hertogdom Luxemburg toege
legd pensioen.
mak]ne. Op verzoek eervol uit de zeedienst ontslageu
de luitenant ter zee 2e klasse H. W. Steffelaar.
adkl. Bepaald dat op de eerstvolgende officieele adel-
lijst, in het staatsblad op te nemen, alsnog melding zal
worden gemaakt, van wijlen Walraven Robbert Jacob
Derk baron van Heeckeren.in leven grietman op Ameland
en aldaar overleden in 1837, benevens zijne wettige man-
nelijkeen vrouwelijkeafstammelingen, als competeerende
hun den titel van baron en baronnes.
kolonirn. Op verzoek eervol ontslag uit 'slands dienst
verleend met toekenning van pensioen aan den met ver
lof hier te lande aanwezigen Oost-lndischen ambtenaar
S. E. Dnmans laatstelijk administrateur der tinmijnen
iu bet district Blinjoe op Banka.
Uit 's lands dienst ontslagen de heer J. W. Schiffelaar
kapitein kommandant der vaste bezetting ter kuste van
Guinea, tevens directeur van bet Africaansche werfdepot
aldaar.
KONINKLIJKE MILITAIRS AK ADEM IE. Benoemd tOt
leeraar der le klasse in de taal- en letterkunde aan de
Koninklijke militaire akademie jhr. B. L. Teding van
Berkhout.
JSariïne ei» leger.
Met den 1 October a. worden de adelborsten der
le klasse A. J. Krabbe en H. W. Bowles geplaatst op
Zr. Ms. transportschip de Heldin.
Otechtszaken.
behandeling van het geding
tegen
J. N. VAN DER HALEN, A. PAULUSSEN EN H. L. WARNAU.
Zitting van Zaturdag, 23 dezer.
De beschuldigden werden alsnu gehoord omtrent de
punten twaalf tot en met vijftien, waaromtrent Vrijdag
de getuigen en de deskundigen hunne verklaringen
reeds aflegden.
De brieven, waarin de beer J. Hoogeuboom tot beta
ling der schuldvordering wordt aangemaand, werden
door den dei den beschuldigde, Warnau, erkend als door
hem te zijn toegezonden, onder opgave evenwel dat de
inhoud is gevolgd naar hem door den tweeden beschul
digde verstrekte voorschriften, welke opgave hij trachtte
te steunen door tot den voorzitter te zeggen: „Vraag
het Paulussen maar, laat hem maar eens spreken." Toch
vond zijne opgave weinig ingang. De voorzitter leidde
er zelfs uit af dat de beschuldigde bij de inning van een
stuk, waarop de verklaring voorkwam dat het 't laatste
was, moet hebben geweten dat er te Zierikzee nog meer
zulke stukken waren. De procureur-generaal noemde het
ook jammer dat de derde beschuldigde al de hiertoe be
trekkelijke correspondentie heeft verscheurd, waarop
de beschuldigde antwoordde: „Had ik het maar gewe-