öuitrnlanD.
Het schijnt thans in de mode te zijn echtgenooten
te zoeken voor de Spaansche infante, oudste dochter van
koningin Isabella. Men verzekert, dat de infante verloofd
is met den koning van Beieren. De onderhandelingen
daarover tusscken de hoven van Madrid en Mnnchen
zouden in vollen gang zijn.
Uit Memel wordt bericht, dat in de voorstad
Schmelz aldaar een hevige brand is uitgebroken, die bij
de afzending der berichten reeds een zestigtal gebouwen
en een groot hontmagazijn in de asch had gelegd. Ook
moeten verscheiden menschen daarbij omgekomen zijn.
Het gemeente bestuur van Parijs wordt door een
vrij zonderling proces bedreigd. Zoo als men namelijk
weet, doet zij op dit oogenblik de noodige werken aan
leggen, ten einde de stad van drinkbaar water te voorzien.
De waterdragers zullen dientengevolge belet worden
langer hun beroep uit te oefenen. Eenige hunner bewee-
ren dat dit met eene onteigening gelijk staat, en zij bij
gevolg recht op eene schadeloosstelling hebben.
In de omstreken van Londen heeft zich eene ziekte
onder het gevogelte geopenbaard.
Op den 2 September was bet te New-York zóo
warm. dat de Times, beschrijvende hetgeen de New-
Yorkers dien dag hadden te verduren, hen vergelijkt bij
de lichamen van de inwoners van Poinpeji, die in de
gloeiende lava werden begraven. „De hitte was niet te
verduren zegt het blad het was een soort van
„totalisatie", eene opeenhooping van alle mogelijke
zomerhitte, eene samenwerking van vulcanische elemen
ten, met een vuurregen van Sodora, een vuurgloed van
Babylonie en de plaats, aanschouwd door den ziener van
den Apocalypsis, alles vermengd in een smeltkroes
en in het centrum van den bodem van dien smeltkroes
lag New-York." Dit mag inderdaad gelden als een proefje
van Amerikaansche puff!
Het lijk vau Jozef Bonaparte, prins van Musignano,
dezer dagen overleden, behoorende tot de bloedver
wanten van den keizer der Franscben, is den 7 dezer te
Rome met ongemeene plechtigheid ter aarde besteld.
Naar hetgeen daaromtrent door een ooggetuige aan het
Parijsche Journal des débats ia geschreven, heeft de
bevolking van Rome bij die plechtigheid eene groote
mate van belangstelling betoond. Bij gelegenheid der
begrafenis van dezen prins is een gebruik bekend ge
worden, dat van oudsher te Rome bij de ter aarde bestel
ling van hooge personen bestaat. Nadat de overledene
in zijne laatste rustplaats i3 nedergelegd, verschijnt zijn
hofmeester in het costuura der 15e eeuw en vraagt, met
eene hedendaagsche buiging: „Heeft uwe hoogheid nog
iets te bevelen?" Daar de doode niet antwoordt, roept
de hofmeester den koetsiers toe: „Gij kunt naar huis
gaan, want zijne hoogheid heeft geene bevelen gegeven."
In de stad Boulogne is dezer dagen op plechtige
wijze een standbeeld onthuld voor den beroemden Engel-
schen geneesheer Eduard Jenner, deu uitvinder der
koepokinenting.
De reusachtige ballon Research van den heer Cox-
wel, waarmede hij zoovele gevaren bij de wateren en
rotsen van Schotland heeft doorgestaan en eerlang na de
vereischte reparatie ondergaan te hebben, wederom
nachtelijke waarnemingen wil beproeven, zal binnen
weinige dagen in het glazen paleis te Londen ten toon
worden gesteld.
In eene onlangs gehouden zitting van den gemeen
teraad te Londen kwam het toenemend getal der in de
straten dier stad plaats hebbende ongelukken ter sprake.
Het klinkt ongeloofelijk en toch is het officieel bewezen,
dat verleden jaar in de City viermaal meer personen
door rijtuigen en paarden het leven hebben verloren
dan in het geheele land door spoorweg-ongelukken.
Gemiddeld worden wekelijks in het gedrang der City
vijf menschen en dikwijls meer, door de rijtuigen verplet
terd zij, die er met gebroken ledematen afkomen, niet
medegerekend.
Men meldt uit OJdeberkoop: Als een bewijs
dat de huizen enz. hier nog al in waarde stijgen, kan
dienen, dat het logement, de Zwaan, dat voor eenige
jaren gekocht is voor eene som van /"2400, thans bij de
voorloopige toewijzing is beschreven met eene som van
f 9500.
De Shipping Gazette te Londen verhaalt dat eenige
Engelschen, onlangs in Zweden op reis zijnde, het ko
ninklijk zomerpaleis te Stockholm bezochten. Bij hunne
komst op het daartoe behoorend terrein, zagen zij een
man op een bank zitten en vroegen hem of er gelegenheid
was de appartementen te bezichtigen. De man gaf hen
in goed Engelsch ten antwoord dat hij in het paleis te
huis behoorde en zou trachten aan hun verlangen te
voldoen. Zij begonnen daarop allerlei anecdoten betref
fende den koning uit te kramen en vroegen of dat alles
waarheid was. De ander gaf hierop kort ten antwoord,
dat er allerlei waarheid en leugen over Z. M. werd ge
praat, maar dat het voor iemand die zoo goed als hij met
de koninklijke huishouding bekend was, ook niet paste
zich daarover uit te laten. Zij vroegen hem daarop excuus
voor hunne onbescheidenheid en dit werd hun ook in
hartelijke woorden toegezegd. Nadat zij nu alles hadden
bezichtigd, namen zij afscheid van hun geleider, be
dankten hem voor zijne vriendelijkheid en betuigden
hun leedwezen dat er nu nog maar éene zaak aan ont
brak, namelijk dat zij den koning niet hadden gezien.
Op dit gezegde maakte de ander bekend dat hij zelf de
koning was, verliet hen met hoffelijke buiging en liet
hen geheel verbluft staan.
Sta ten-generaal.
TWEBDE KAMER.
Zitting van Donderdag, 21 September. Benoeming
mr. van Iteenen tot voorzitter der kameraanvaarding
betrekking voorzitter; ingekomen wetsontwerpen;
koninklijke machtiging aanbieding staatsbegrooting
voor 1866; regeerings verslagen; vernieuwing afdee-
lingen benoeming voorzitters en ondervoorzitters; be
noeming commissie ontwerp adres antwoord troonrede
aanvraag crediet ƒ100,000 kosten afweering vee
ziekte.
Tijdelijke voorzitter de heer Jespers.
In deze zitting is ingekomen een koninklijk besluit,
waarbij de heer mr. G. C. J. van Reenen wordt benoemd
tot voorzitter der kamer voor het zittingjaar 1865/66.
De nieuw benoemde voorzitter aanvaardde zijne betrek
king met eene rede, waarbij hij er op wees dat de
verantwoordelijkheid van den volksvertegenwoordiger
aan God en zijn geweten, aan de natie een krachtiger
waarborg schenkt voor de goede behartiging harer
belangen dan een meer dadelijke invloed der kiesgerech
tigden ooit zou kunnen zijn. Mocht de taak zwaar zijn,
de geestkrachten zouden daaraan evenredig wezen. Het
doel der pogingen blijve steeds: getrouw de plichten te
vervullen en zich de schoone roeping meer en meer
waardig te betoon en. De kamer had gewild dat hij
wederom hare werkzaamheden zou leiden en Z. M. aan
die wenschen voldoende had hem op nieuw een hoog
geschat bewijs van vertrouwen gegeven. Hij wist dat hij
door het aannemen der betrekking zijne verantwoorde
lijkheid verzwaarde, maar hij wenschte die te dragen
steunende op God, en de welwillende medewerking der
leden en van den griffier die hem nimmer had ontbroken.
Ingekomen zijn de navolgende wetsontwerpen;
tot regeling van het beheer en de verantwoording van
het vernieuwingsfonds der staatsspoorwegen
tot goedkeuring van artikelen eener overeenkomst
tusschen Nederlaud en andere mogendheden met Marocco
gesloten omtrent het beheer en het onderhoud der vuur
baak op Kaap Spartel;
tot vasstelling van het nadeelig slot met betrekking
tot de gestichten Ommerschans en Veenhuizen;
tot vaststelling der begrooting van den arbeid der
gevangenen voor 1866;
tot verhooging van hoofdstuk Y der staatsbegrooting
voor 1865.
Een gewijzigd wetsontwerp tot vaststelling van het
nieuwe wetboek van strafvordering.
De Nederiandsche comptabiliteitswet en de regeling
van het beheer der rekenkamer;
tot regeling van de heffing der grondbelasting in
Limburg;
tot afkoopbaarstelling der tienden van het kroon
domein;
tot toepassing van sommige bepalingen omtrent de
niet ten behoeve van 'srijks kas geheven opcenten op
'srijks personeele belasting, op het deel van de opbrengst
der belasting, waarover de gemeentebesturen beschikken
en tot verhooging van hoofdstuk V der begrooting
voor 1865.
Voorts een koninklijk besluit, houdende machtiging
van den minister van finantiën om de staatsbegrooting
voor 1866 aan te bieden en de navolgende regeerings-
verslagen, die in handen van commissiën gesteld zijn:
het verslag der rekenkamer over 1864; de begrooting
van Nederlandsch-Indië voor 1864; het postverdrag tus
schen Nederland en Hannover gesloten; de overeenkomst
met Baden tot verbetering van het lot der gewonden bij
legers te velde in oorlogstijd; de overeenkomst met
Beijeren tot toelating van consulaire agenten in Indië
en het rapport der commissie tot herziening der kust
verdediging.
De afdeelingen zijn daarna hernieuwd.
Tot voorzitters zijn gekozen de heeren: Dullert
Poortman, van der Linden, van Bosse en Heemskerk Bz;
tot ondervoorzitters de heeren Rochussen, Godefroi,
van Muiken, Jespers en van Heukelom;
en tot leden der commissie tot het ontwerpen van een
adres van antwoord op de troonrede de heeren: van
Zuylen, Kappeijne van de Copello, van Muiken, van
Voorthuyzen en van Limburg Brouwer.
Het wetsontwerp tot verhooging van hoofdstuk V der
staatsbegrooting voor 1865 (in deze zitting ingekomen)
behelst eene aanvraag van f 100.000 voor kosten tot
afwering van het gevaar, waarmede de ontstane ziekte
onder het rundvee den veestapel bedreigt.
De voorzitter stelde voor dit wetsontwerp zoowel om
het spoedvereischende der zaak als om de tegenwoor-
woordigheid der eerste kamer, die in staat zou zijn het
ontwerp morgen af te doen, de wet nog heden te onder
zoeken.
Hierover ontstond discussie. De heer van Nispen gaf
in overweging dit den volgenden dag te doen. ten einde
nog meer licht over de eigenlijke bedoeling der regeering,
met betrekking tot de voorgestelde onteigening, te
verkrijgen.
Het voorstel van den voorzitter werd echter aangeno
men met 39 tegen 14 stemmen, en de zitting geschorst
tot des namiddags 3£ ure;
Het eindverslag toen echter niet gereed zijnde, werd
de vergadering tot den volgenden dag, ten 11 ure,
verdaagd.
Thcrmoniet erstand
22Sept.'s av. 11 u. 61 gr.
23 'smorg.7 u. 60 'smidd.l u. 66 gr.
Algemeen overzicht.
Het reeds sedert eenige dagen verwachte manifest,
waarbij de keizer van Oostenrijk de staatkunde door het
nieuwe ministerie te volgen, nader ontvouwen zou, is
thans verschenen. De keizer erkent daarin dat zijn stre
ven om het geheele rijk in een constitutioneelen staat,
die door éen rijksraad vertegenwoordigd zou worden, te
hervormen, onder het ministerie von Schmerling schip
breuk heeft geleden. Om nu aan zijn keizerlijk woord
getrouw te blijven en de gevaren, die aan een abnoruialen
toestand verbonden zijn te voorkomen, heeft de keizer
besloten een anderen weg in te slaan. In plaats van aan
al de partijen in het keizerrijk een gekunstelde eenheid
en geoctrooieerde besluiten, die hunne rechten misken
nen en het natuurlijk streven tot ontwikkeling in den
weg staan, op te dringen, is de keizer bereid den weg
van gemeenschappelijk overleg te betreden en aan de
partijen hunne medewerking te vragen tot het invoeren
van wijzigingen, die geschikt zijn om de eenheid van
het keizerrijk op natuurlijke grondslagen te vestigen.
Het October-diploma en de bij het Februari-patent uit
gevaardigde grondwet wegens de rijks vertegenwoor
diging, zullen daarom zoowel aan de Hongaarsche als
aan de Croatische landdagen ter goedkeuring onderwor
pen worden. Daar het echter niet mogelijk is dezelfde
bepalingen in een deel des rijks te doen in behandeling
nemen, terwijl zij in andere deelen reeds als verbindende
wet worden beschouwd, vindt de keizer zich gedrongen
de wet op de rijks vertegenwoordiging te schorsen. In dien
tusschentijd behoudt de regeering zich het recht voor
die maatregelen te nemen, welke in het financieel en
huishoudelijk belang van den staat worden voorge
schreven.
Zij diehoe vaak ook teleurgesteldvan de beloften
der Oostenrijksche regeering steeds de beste verwach
tingen koesterenhebben het recht zich nu bij voor
baat te verheugen over het aanbreken van een nieuw
tijdperk voor de Oostenrijksche monarchie, waarin vrij
heid, overeenstemming en verbroedering elkander de
hand zullen reiken. Men houde ons ten goede dat wij
in de opgewondenheid, die sommigen daarover reeds aan
den dag leggen, nog niet deelen kunnen. Oostenrijk is
gewoon schijnbaar toe te geven, wanneer bet een of ander
belang dit vordert; het weet uitmuntend met beloften te
spelen en het geduld der bevolking te rekken. Boven
dien zal de toekomst moeten leeren of de tijdelijke schor
sing der vertegenwoordiging niet dreigende gevaren
met zich brengt.
Hoe oprecht en vrijzinnig men eigenlijk in Oostenrijk
te werk gaat, hoe men nog steeds zorg draagt dat de pers
niet mededeelt wat de regeering niet verlangt, hoe deze
tracht de zaken naar haar zin te plooien en te schikken,
leeren wij weêr uit een paar voorbeelden. De Wienei Presse
deelt n. 1. mede dat al de dagbladen in Croatië officieus
zijn uitgenoodigd geen enkel artikel op te nemen het
welk eenigzins vijandig jegens Hongarije gezind is.
Vooral mag geen enkel stuk worden geplaatst waardoor
de hof kanselier van Hongarijezich eenigermate gekrenkt
zou kunnen achten.
Het tweede voorbeeld betreft de handelwijze ten aan
zien van professor Henri Schmidt als hoofdredacteur
van de Hermanstadter Zeitung. Hij verbaalt haar in dat
blad zelf aldus: „Den 25 Augustus werd mij voorgesteld
de redactie vrijwillig te laten varen en een belangrijke
maandelijksche uitkeering als schadevergoeding aan te
nemen. Ik weigerde, en daarop werd mij van regeerings-
wege de mededeeling gedaan, dat ik het decreet tot
bijeenroeping van den Transylvanisehen landdag aan
geeue beoordeeling mocht onderwerpen en dat, zoo ik in
strijd met deze waarschuwing handelde, ik mijn betrek
king van hoogleeraar op het spel zette. Ik heb dus voor
het geweld moeten zwichten.
Inmiddels zijn de besluiten betrekkelijk de bijeeuroe-
ping van den Hongaarschen landdag uiigüvmtlèjigd.
Volgens een Wecner dagblad hcefó u'e Oostefrnjkseke
regeering aan zijne diplomatieke agputerï. hi in t tui^teu-
land een memorie gezonden, waai-bij /.ij-, als-