MIDDELBURGSCHE COUR A NT. Dinsdag 19 September. N°' 150. 1865. Editie Tan Maandag aTond 4 uren. AFKON BHOIAIG. Burgemeester en wethouders van de gemeente Fort Bath en Bath, doen te weten, dat door den raad dier gemeente in zijne vergadering van heden is vastgesteld de volgende Verordening op den in- en doorvoer van rundvee, mestspeeien enz. Art. 1. Zoo lang ten deze niet op andere wijze zal zijn beschikt, zal van de waterzijde geen rnndvee in de ge meente mogen worden in- of doorgevoerd, zoo ook geene mestspeoiën. De overtreding dezer verordening, voor zoover daar tegen bij geene wet, algemeene maatregel van bestuur of provinciale verordening is voorzien, zal gestraft wor den met eene geldboete van vijf en twintig gulden. Deze verordening is aan de gedeputeerde staten in afschrift medegedeeld en ingevolge raadsbesluit van beden reeds afkondiging geschied. Fort Bath den 13 September 1865. Burgemeester en wethouders van Fort Bath en Bath, AVINDHORST, burgemeester. C. C. v. d. BRINK, secretaris. ©inncnlanö. Middelburg 18 September. In de troonrede waarmede de beide kamers der staten- genevaal beden door den koning op de gewone plechtige wijze geopend ziju wordt a. gezegd. dat de betrekkingen met andere mogendheden gunstig zijn te noemen. dat de toestand der ovcrzeesche bezittingen over het algemeen gunstig is. hoewel betreurd wordt dat Midden- Java door aardbevingen geteisterd wordt. Tot de aau te bieden wetsontwerpen zullen behooren een wet op dc drukpers in Indië en wetten betreffende onderscheidene onderwerpen tol regeling van landbouw- en nijverheids ondernemingen aldaar. De oogst is beter uitgevallen dan zich liet vermoeden. Met leedwezen vermeldt Z. M. dat de gevreesde vee ziekte zich in een der provinciën heeft vertoond. Aan vankelijk zijn tegen dc uitbreiding maatregelen genomen, en zoo noodig zullen daartegen nog andere genomen worden met medewerking der staten-generaal. Een wet op de rijkspolicie is ontworpen. De toestand der geldmiddelen is gunstig, zoodat de afschaffing der geraeente-accijnsen geene nieuwe belas tingen vordert. Ziedaar den verkorten inhoud welke de telegraaf ons overbrengt. In een volgend hommer deelen wij de troon rede in haar geheel mede. Voor de betrekking vau muziekonderwijzer en kapelmeester te Zierikzee zijn door burgemeester en wethouders aan den raad aanbevolen uit de acht sollici tanten het volgende drietal: de heeren A. Piek, te Mor in gen (Hanover), A. Kom, teMaastricht, enE. Grefe, te Deventer. De benoeming zal ineen volgende raads vergadering plaats hebben. Jongstleden Vrijdag is te Rotterdam de gewone jaariijksebe algemeene vergadering der ïïolhuidsclie- maatschappij van fraaie kunsten en wetenschappen ge- honden. Nadat den vorigen dag de bijeenkomst der «Igeraeene bestuurders bad plaats gehadopende dr. G. Pb. F. Groshans als algemeene voorzitter voor bet jaar A864/65 de vergadering met eene rede over „Daute Allighieri en zijn gewijd gedicht: de divina co- madia. Hierna bracht de algemeene secretaris mr. L. G. Greeve bei verslag uit van de lotgevallen en werkzaam heden der maatschappij over het afgeloopen jaar. Uit dit verslag bleeko.a. dat het aantal leden een belangrijke vooruitgang aanwijst; de afdeeling Rotterdam n. a. kon op een aanwinst van 40, die van Dordrecht op eene van 30 leden wijzen; verder dat de te Leiden gevestigde bibliotheek met vijf boekgeschenken verrijkt werd, terwijl een rechtmatige en hartelijke hulde ge bracht wercï aan de nagedachtenis van twee verdienste lijke leden die der maatschappij ontvallen waren, te weten dr. R. C. Bakhuyzen van den Brink te 's Graven- liage en dr. B. Molenvater te Rotterdam. Als eene proeve van proza werd door de vergadering uit het door de algemeene bestuurdcis voorgedragen drietal prijsstoffen gekozen, „Jacob Geel." Tot alge meene voorzitter voor het volgende jaar werd benoemd de heer A. J. de Buil, terwijl tot algemeenen secretaris door de aanstaande voorzittende'afdeeling werd aange wezen de heer A. W. Marten Westerman, beide te Am sterdam. De algemeene secretaris berichtje nog dat op de in 1863 uitgeschreven prijsvraag: „welke gevolgen heeft de omwenteling van 1813 op den staatkundigen en mnatschappeHjken toestand van Nederland gehad?" geen antwoord was ingekomen:, terwijl er besloten werd deze prijsvraag in te trekken.v" Door de permanente commissie, benoemd uit de alge meene vergadering vau 21 September 1860, om een geschrift aan te wijzen dat eene ond< rseheiding waardig gekeurd werd, is medegedeeld dat zij zoodanig geschrift een volgend jaar hoopt aan te wijzen. De beraadslaging op welke andere wijze dan door het uitschrijven van prijsvragen de maatschappij de be oefening en den bloei der fraaie kunsten en wetenschap pen kan trachten te bevorderen, had ditmaal ten gevolge dat de maatschappij besloot hare afdeelingen aan te bevelen om in de steden, waar zij gevestigd waren, ver- eenigingen tot het verdedigen van stellingen (debating clubs) op te richten, met dien verstande dat zij aan baar zelve de regeling der zaak overlaat maar die ver- eeniging opengesteld wenschte te zien voor de leden der andere afdeelingen. Men schrijft ons uit Utrecht: „De ongelukken, dezer dagen op de spoorwegen van Zutphen en Maastricht voorgevallen, hebben weer de aandacht gevestigd op den toestand van den Rijn- en Hollaudschen spoorweg. De klachten over de ellendige regeling der administratie netnen dagelijks toe. Goederen, hun ter bezorging toevertrouwd, verdrijven spoorloos of blijven zoo lang liggen, dat het daarin vervatte bedorven is. Een dergelijk voorval, dezer dagen alhier voorgeval len, is het onderwerp aller gesprekken. Een koffer, waarin voor/800 waarde, voor Zutphen bestemd, is, zonderling genoeg! niet terecht gekomen. De directie der spoor vergoedt f25! „Doch van nogmeergewiebt en van dreigender gevol gen zijn de geruchten nopens den toestand van den weg. Niet alleen ioopt de veiligheid der reizigers gevaar, door te ver gedreven zuinigheid, maar ook, naar deskundigen verzekeren, door den slechten staat, waarin de weg ver keert. Een ingenieur verhaalde mij dezer dagen dat op den weg van Amsterdam naar Utrecht het hout zoo verrot is, dat men steeds voor derailleeren heeft te vree zen. ITet. is zeer te wenschen, al ware het alleen tot geruststelling van het publiek, dat er op de een of andere wijze een onderzoek plaats hebbe. Spoorwegen zijn een natuurlijk monopolie: des ie meer heeft men te zor gen, dat het publick de zekerheid heeft èn van de veilig heid van het vervoermiddel èn van de snelheid van do bezorging der goederen. In elk geval kan het geen kwaad, en kan het der directie niet. anders dan aange naam zijn, dat eene enquête plaats hebbe, waardoor de rechtmatigheid of onrechtmatigheid van de publieke vrees kan blijken. Alleen zekerheid in deze kan ver trouwen schenken." Professor J. H. Scholten, de welbekende geleerde en door zijn: „Leer der hervormde kerk," zijn „Vrije wil" en andere naam gemaakt hebbende geschriften,zulk een verreikenden en beslissenden invloed heeft geoefend op de vaderlandsche kerk en theologie hier te lande, her dacht gisteren zijne vijf en twintigjarige vervulling van het hoogleeraarambt achtereenvolgens te Franeker en te Leiden. Zijne voormalige en tegenwoordige leerlingen, zijne talrijke vrienden, vereerders en geestverwanten, hadden zich beijverd om dezen dag voor hem tot een waren feest dag te maken. Zijne ond-leerlingen boden,bij monde van dr. T. W. van Bell, predikant te Amsterdam, hem twee zilveren kando- labres op ebbenhouten voetstuk aan, met het rand schrift: „aan J. II. Scholten zijne dankbare leer- lingen. 1840—65", benevens een pbotographisch album, j waarin hun aller portretten met de handteekeningen. Zijne tegenwoordige leerlingen, de studenten der tlieo- logische faculteit, vereerden hem eene keurig bewerkte l schrijftafel, evenzeer met toepasselijke inscriptie. Door een aantal „dankbare gemeenteleden" te Leiden werd hem een met zilver gemonteerd kristallen tafel-milieu, en door de leden van het „theologisch ge- J zeischap" (bestaande uit predikanten en professoren van Leiden) een net gebonden exemplaar van de werken vau i den kerkvader Ovigenes vereerd. j Nog verrassender was het geschenk door eenige ge- j racenteleden uit Arnhem, als bewijs van bijzondere lioog- I achting en sympathie, hem toegezonden, bestaande in eene geillustreerde prachtuitgave van Göthe's Faust, met voorin gehechte inscriptie: „aan den heer J. H. Scholten, den geloovigen denker en denkende gcloovige:" als mede de aanbieding van een prachtig photpgrafisch album, bevatteudc de namen en portretten van een groot aantal „vrienden en vereerders" in den lande, die, hoewel niet tot Scholten's leerlingen behoord uebbende, noch zelfs alle onder zijne onvoorwaardeüj e eestvcrwapten zich kunnende rangschikken, nogtar behoefte gevoeld had den hem (li? openlijk blijk van welverdiende hulde op dezen dag te doen toekomen. Uit Amsterdam schrijft men ons van 14 dezer: „Verhinderd door mijne zaken om vroeger te gaan, kwam ik tegen ongeveer half vijf uren aan het terrein waar le Géaut zou opgaan. liet was heerlijk weder, met een zacht windje uit het oosten. De lucht was geheel onbewolkt. De binnensingels waren zwart van menschen, de buitensingels echter gedeeltelijk door eenige dragon ders afgezet, ten einde de betalende toeschouwers ge makkelijk toegang te geven. Overigens waren de gaande rijen om de molens, de daken der huizen, ook van het Paleis van volksvlijt, zeer vol. Ik nam eene plaats en begaf mij op het terrein. Midden op een open grasveld zag ik het gevaarte, met touwen vastgehouden door een aantal militairen (waarschijnlijk twee honderd vijftig). Om dat grasveld was op cenigen afstand een cirkel (noem hel liever een veelhoek) getrokken, die dienen moest, voor de gereserveerde plaatsen ii vijf gulden. Hier bevond zich ook de tribune, gereed gemaakt, om de vorstelijke familie te ontvangen. Die tribune was versierd, cela va nam diremet de oranje en nationale kleuren, terwijl eenige easy chairs en fau teuils de meubelen uitmaakten. Overigens zat men op die zoogenaamde gereserveerde plaatsen op houten ban ken met leuningen. Achter die gereserveerden had men de eerste rang met banken zonder leuningen, terwijl dan zoo voortgaande de tweede en derde rang volgden, waar men stond. Hier en daar stond een buffet. De ballon vertoonde zich op dat oogenblik nog zeer onbehagelijk. Hij was gedeeltelijk gevuld, aau den oenen kant echter veel boller staande dan aan den anderen. Allengs echter zag men hem zwellen, terwijl de soldaten dan de lijnen van tijd tot tijd wat moesten vieren zoodat hij ook hooger werd. Tegen half zes uren kwam Z. K. H. prins Hendrik met echtgenoote en eenig gevolg, waaronder de burge meester. Dit. werd ons aangekondigd dooreen „Wien Neerlands bloed", zoo valsch als ik liet zelden heb gehoord. Dc muziek was afschuwelijk. Vau tijd tot tijd werd nu een luchtballonnetje opgelaten om ons wat bezig te hou den. Die mislukten echter,op een enkele na,jammerlijk. Het doel werd er intusschen door bereikt, want het kortte ons den tijd door den lachlust op te wekken. Ik heb slechts een enkele gezien uie goed ging. De ballon steeg.fiksöh en wierp eerst eene parachute neder, die, met het zeer kleine schuitje daaraan bevestigd, heel aardig in zachte, golvende bewegingen nederviel. Vervolgens ontvelde, hij een zeer lang lint, hetgeen ook nog al een aardig effect, maakte. Het word zes uur. Het luchtschip werd wat dichter bij den ballon gerold. Men hoopte dat het nu spoedig zou aanvangen. Het werd tijd, waut. de zou stond reeds laag aan den hemel. De banken dev eerste rang kraakten en vielen neder onder de voeten. De eerste rang stoof over het hekwerk naar de gereserveerde plaats, nu de tweede rang ook voor uit, en weldra was er slechts éen rang! Men bedroog zich echter, want het duurde nog zeer lang, alvorens meu begon om eerst het grooie netwerk aan cleu ring te bevestigen, na vooraf den ring met ballast voorzien te hebben, vervolgeus den ballon boven het luchtschip te plaatsen en dat aan den ring te bevestigen, waarna de ballast weder van den ring werd afgenomen en hoogst waarschijnlijk, maar ik kon dat niet goed zien, in het luchtschip werd geplaatst. Nu begaf Nadar, een fikseh, krachtig, blond man met een vlug en gunstig voorkomeu, zich naar de vorstelijke gasten om afscheid te nemen, eu na vele commando's, waarvan natuurlijk een leek niets begreep, was het: laches tout! en de ballon rees statig en dadelijk zeer hoog. Het was zeven uren geworden, De sterren stonden aan den hemel, doch het was ge lukkig niet heel donker. Toen de ballon gevuld op het veld stond was hij zoowel voor vorm als kleur bij niets beter te vergelijken dan bij eene kolossale maagden - peer met de steel naar onder gekeerd. In de lucht ver toonde hij zich meer rond, meteen lossen zak er onder. Hij bleef zeer lang in het gezicht, ja scheen geruimen tijd volsterkt niet te vorderen. Volgens de richting ging hij Noordzeewaarts. Gij ziet dat ik niet enthusiast ben. Het schoone spel is altijd opmerkelijk, maar ander half uur over den tijd en als de zon reeds geheel onder is gegaan

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1865 | | pagina 1