MIDDELBÜRGSCHE
COURANT.
N- 149.
Zondas
1865.
17 September.
Editie van Zaturdag avond 4 uren.
Middelburg 16 September.
Te Sluis zijn bij herstemming ter verkiezing van een
lid voor den gemeenteraad uitgebracht op de heeren
K. F. Koksma 42 en J. L. Croin 30 stemmen, weshalve
de eerste tot lid van den gemeenteraad is verkozen.
De koning van Denemarken heeft den heer baron
P. F. de Bille-Brahe resident-minister bij de hoven van
's Hage en Brussel tot buitengewoon gezant en gevol
machtigd minister bij deze beide hoven benoemd.
De ballon van Nadar is behouden in den Haarlemmer
meerpolder neder gekomen.
Door de medische faculteit zijn bij gelegenheid van
het SOOjarig jubilaeum op 2 Augustus 11. te Weenen ge
vierd, de meest uitstekende geleerden van Europa tot
eereleden van het Wiener Doctoren Collegion benoemd.
Het is ons aangenaam te kunnen mededeelen, dat ouder
die geleerden ook behoort onze verdienstelijke landge
noot, de hoogleeraar F. C. Donders. (iV. R. cour.)
Veeziekte.
Door den commissaris des konings in Zeeland is de
volgende circulaire aan heeren burgemeesters der ge
meenten in die provincie toegezonden
„Ik heb de eer u kennis te geven, dat aan de ambte
naren van 's rijks ontvangsten, namens zijne excellentie
den minister van financiën, de uitdrukkelijke last is
gegeven om, bij bevinding van ziek vee, onverschillig
welke de ziekte zij, daarvan met den meest mogelijken
Spoed aan het hoofd van het plaatselijk bestuur kennis
te geven."
In de gisteren door den gemeenteraad te Rotterdam
gehouden zitting is, na eene langdurige beraadslaging,
op voorstel van den heer de Bruyn, met 24 tegen 8 stem
men besloten: om den invoer van versch geslacht vee
aldaar te verbieden.
De staten van Noord-Holland zullen waarschijnlijk
eene buitengewone vergadering houden, ten einde te
beslissen over maatregelen tegen de veepest. Als dag
der bijeenkomst noemt men een der laatste dagen van
de eerst- of de daaraanvolgende week.
Bij het ministerie van binnenlandsche zaken zijn vol
gens de Staatscourant van Donderdag, van 29 Septem
ber de volgende opgaven omtrent de ziekte onder het
vee ontvangen
's Hage 4 September. 3 groote vaarzen en 1 pink door
de bekende ziekte aangetast. Gouda 4 September.
Het in de vorige opgaaf vermelde rund gestorven.
Klaaswaal 4 September. 1 rund door de heerschende
ziekte aangetast,Maasland 48 September. 5 kal
veren gestorven en 1 afgemaakt. Mij nsheerenland
4 September. 1 koe aangegeven als lijdende aan de vee
ziekte. Nieuwen hoorn 4 September. 5 kalveren door
de ziekte besmet.Pijnacker 4 September. 2 tot vet
mesting bestemde kalveren als besmet aangegeven.
Zoetermeer 4 September. 1 koe aangegeven. Delfs-
haven 5 September. Van 29 Augustus tot 5 September
aangegeven 37 runderengeslacht en verkocht 9, ont
eigend 5, gestorven 2. Met inbegrip der vroeger opgege-
venen bleven op öSeptemb. nog in behandeling 31 stuks
Delft 5September. Aangetast7,gestorven 2.Naald
wijk 58 September. De in het vorig bericht opgegeven
koe als aangetast is gestorven. Overschie 5 Septem
ber. Aangegeven 47 runderen, gestorven 26, herstel
lende 15. Schiebroek 5 September. Gestorven 5,
ziek 1. Zuid-Beierland 6 September. 3 runderen
aangegeven, omtrent den aard der ziekte bestaat nog
geene zekerheid. Nieuwerkerk a/d IJssel 6 Sep
tember. Iu het geheel zijn aangetast 7 veestapels, geza
menlijk aangegeven 30 runderen, gestorven 18, herstel
lende 7, nog lijdende 5. Rotterdam 6 September.
Den 1 September op de veemarkt 1 kalf bevonden door
de ziekte aangetast, terstond afgemaakt en begraven.
Vlaardingen 6 September. Nog 6 koeien aangegeven.
In het geheel 9; gestorven 2, 4 gedood 3 nog in leven.
Berkel 7 September. Sedert vorig rapport zijn 2 run
deren afgemaakt en 4 kalveren gestorven,Kr al in gen
7 September. 5 runders gestorven, 2 in behandeling.
Ridderkerk 7 September. 1 koe afgemaakt. -- Gouds
waard 8 September. 1 rund gestorven, beide'overige her
stellende, geen nieuwe gevallen aangegeven.Monster
7 September. 1 rund gestorven, eene andere koe is
4 September onteigend, afgemaakt eu begraven, geene
nieuwe ziektegevallen deden zich voor.Vrijenban
7 September. Door een veehouder 12 runders aangege
ven, waarvan 6 gestorven, 4 andere veehouders gaven
7 runderen aan, waarvan 1 gestorven. Beierland
(Nieuw) 1 rund gestorven, 1 hersteld, geen nieuwe
gevallen opgegeven. Lekkerkerk 8September. Den
7en is de ziekte uitgebroken, in een stal van 11 mest-
kalveren; 1 was reeds gestorven; 8 min of meer aange
tast; 2 schenen nog gezond. Alle 10 zijn afgemaakt en
begraven. Zeg waart 8 September. 1 kalf hersteld
1 rund gestorven.
Benoemingen en besluiten.
marine. Op verzoek eervol uit de zeedienst ontslagen
de officier van gezondheid 2e klasse E. J. Muller.
leger. Op verzoek eervol ontslag verleend, met toe
kenning van den rang van kolonel en van pensioen, aan
den luitenant-kolonel der infanterie van het leger in
Nederlandsch Indië R. F. de Seyff, thans met verlof hier
te lande.
hoog ere burgerschool. Benoemd tot leeraar aan de
rijks hoogere burgerschool te Groningen, de heer H. J. PI.
Groeneraan, leeraar aan de rijks hoogere burgerschool te
Roermond; tot leeraar aan de rijks hoogere bu rgerschool
te Roermond, de heer J. E. Stark.
Marine en leger.
Uit hetgeen de minister van oorlog bij zijne jongste
inspectie te Vlissingen heeft te kennen gegeven, meent
men te moeten opmaken dat de bezetting van Yeere met
1 November e. k. zal ophouden. Van het aldaar in garni-
soen liggende bataillon van het 6e regement infanterie
zal, naar wij vernemen, een compagnie naar Middelburg
worden verplaatst, terwijl de overige in verschillende
garnisoensplaatsen der provincie zullen verdeeld worden.
Uit Kampen schrijft men 13 dezer: Gisteren werden
nog 11 jongelingen bij het instructie-bataillon ingedeeld,
waardoor de sterkte van dat corps reeds weder compleet
is. Daar medio October weder minstens 50 korporaals
naar de regementen vertrokken, is tegen dat tijdstip
weder gelegenheid tot plaatsing. Nog altijd zijn velen
bij hunne, opkomst niet van de noodige of niet behoor
lijke stukken voorzien, waardoor zij zich veel onaan
genaamheden berokkenen.
Aan 's rijks hospitaal te Utrecht is een nieuw
reglement ingevoerd voor het admissie-examen, waarin
onder anderen bepaald wordt, dat de cursus, in plaats
van vier, voortaan vijfjaren duren zal, terwijl de aspiran
ten tot hun 21 jaar op de school zullen kunnen komen.
Tevens is bepaald, dat zij,die voor de Oost-Indiën worden
opgeleid, voortaan ƒ600 toelage per jaar zullen genieten,
en dat de kweelcelingen voor het leger hier te lande zich
in het vervolg voor 15 jaar zullen moeten verbinden.
Naar aanleiding van Zr. Ms. besluit van 14 dezer
zal met den 16 October a. in dienst gesteld worden Zr. Ms.
korvet Van Speyk, en het bevel over dat schip gevoerd
worden door den kapitein-luitenant ter zee M. II. Jansen.
De gemelde hoofd-officier zal te zijner tijd ook belast
worden met het bevel over eene zamen te stellen scheeps-
divisie, bestaande uit de korvetten Prins Maurits der
Nederlanden, Van Speyk en Pallas, met bestemming tot
het doen van een kruistocht in den noorder Atlantischen
Oceaan.
Op de korvet van Speyk zullen met den genoemden
datum worden geplaatst: de luitenant ter zee le klasse
J. K. L. Gey van Pittius, als le officier; de luitenants
ter zee 2e klasse J. F. van Kervel, C. Schnylenburg,
E. Simon van der Aa, J.L. Inckel, de officier van gezond
heid 2e klasse M. T. Manden; de officier van gezondheid
3e klasse P. C. Buyze; de officier van administratie
2e klasse B. A. Stieler; de adjunct-administrateur
D. A. van der Laan, en de scheepsklerk J. C. Kluit.
Rechtszaken.
behandeling van het geding
tegen
J. N. VAN DER HALEN, A. PAULUSSEN EN H. L. WARNAU.
Zitting van Vrijdag, 15 September.
De procureur-generaal deelde mede dat de dagvaar
ding van nog tien getuigen, welke het hof Dinsdag
ambtshalve heeft bevolen, heeft plaats gehad, ten gevolge
waarvan deze zijn opgekomen en thans aanwezig zijn,
met uitzondering van mr. J. P. N. Ermerins. gemeente
secretaris te Zierikzee, door wettige redenen verhinderd.
Nadat het hof de zich in de zaal bevindende getuigen
M. Platschorre en P. G. de Looze bevolen had zich voor
eenigen tijd te verwijderen, werden de weder uit Zonne-
maire teruggekeerde heeren J.Hoogenboom en C. Hocke
Hoogenboom uitgenoodigd tot het overleggen der door
hen medegebrachte verdere stukken uit den boedel van
wijlen hun grootvader C. Hocke.
Onder de hierop gevolgde voorlezing van de overige
punten van het arrest van verwijzing en der acte van
beschuldiging, werden bedoelde stukken door het hof,
den procureur-generaal en de verdediging bezichtigd,
vervolgens in het geding gevoegd en door den voorzit
ter voorgelezen. Uit deze stukken, vijf in getal, zou
blijken dat door de heeren Hoogenboom, als erfgenamen
van Corns. Hocke Jz. betalingen zijn gedaan aan andere
personen dan de beschuldigden, en wel aan zekeren
Jansons, aan de erfgenamen van Kooreraans, en aan den
getuige Platschorre voorden boedel van eenen Noordende.
De beide getuigen Hoogenboom werden omtrent deze
stukken nader gehoord, waarna de eerste beschuldigde
te kennen gaf dat hij niet begreep waarom die stukken,
als civiele zaken betreffende, in het geding waren ge
bracht. Hierop antwoordde de voorzitter dat dit alles het
gevolg is van het incident, van de zijde der verdediging
opgeworpen.
In de zitting van Maandag werd, zooals wij hebben
medegedeeld, door den verdediger van den tweeden be
schuldigde melding gemaakt van een brief van mr. J.W.D.
van Dongen, waaruit blijkt dat mr. J. Berman aan zeke
ren F. Jausous eene schuldbekentenis heeft afgegeven,
groot ƒ1200, met eene daaronder geplaatste borgstelling
van C. Hocke, met deze opmerkelijke clausule, dat de
betaling eerst na den dood van Hocke zou plaats hebben.
Deze brief nu is doorgenoemden verdediger aan het hof
overgelegd en door den griffier voorgelezen. De beide
getuigen Hoogenboom werden naar aanleiding van den
inhoud nader gehoord, doch verklaarden dat zij zich hier
omtrent weinig konden herinneren. De getuige le Sage
ten Broek wist echter hieromtrent eenige inlichtingen
te geven, welke in hoofdzaak inhielden dat hij in een
gesprek, vóór een tweetal weken met den heer van Don
gen gehoudtn, van dien heer vernomen heeft hetgeen in
bedoelden brief schriftelijk is medegedeeld, en dat de
heer van Dongen zelfs, toen de getuige sprak over zijne
dagvaarding in deze zaak, gezegd zou hebben dat hem
dit ook wel had kunnen gebeuren, daar hij ook eene pre
tentie heeft moeten invorderen en wel de meer genoemde
van 1200.
Naar aanleiding van die getuigenis gaf de eerste
beschuldigde op, dat hij van een en ander zoo min wist
als van het uur van zijn dood en dat hij meende dat de
heer le Sage ten Broek vermoedelijk met betrekking
tot dit stuk in een moeilijker parquet zou zijn geplaatst
dan hij. Laatstgenoemde getuige betoonde zich over dit
antwoord zeer verontwaardigd en beweerde op warmen
toon, dat hij volgens zijn afgelegden eed en volgens zijn