De aanwezigheid van een talrijk publiek gaf blijk óf
van nieuwsgierigheid óf van belangstelling, óf wel van
beide. Ora aan die neigingen, ook bij hen die de terecht
zitting niet bij woonden, eenige bevrediging te verschaffen,
zullen wij aanstippen wat in dit proces meer in het
bijzonder de aandacht treft. Van een geleidelijk en
uitvoerig verslag kan hier om de enorme uitgebreidheid
der zaak geen sprake zijn.
Ten bewijze voor die enorme uitgebreidheid zij het
genoeg hier mede te deelen dat een afschrift der acte
van beschuldiging niet minder dan honderd-en-vier
folio bladzijden inneemt,- men denke nu nog aan het
arrest van verwijzing en den bundel verslagen der
beëedigde deskundigen.
Bij de opsomming der daadzaken en omstandigheden
welke uit de instructie van dit geding voortvloeien,
verklaart de procureur-generaal in den aanvang der acte
van beschuldiging in hoofdzaak het volgende.
De eerste beschuldigde die ten vorigen jare wegens
het maken en des bewust gebruik maken van onder
scheidene valsche schuldbekentenissen ten laste van
wijlen J. Kooyman en C. Hocke Jz. voor dit hof is terecht
gesteld, doch bij arrest van 11 October bij gebrek aan
wettig bewijs werd vrijgesproken, terwijl de van valsch-
heid verdachte stukken bij genoemd arrest werden
beschouwd valsch te zijn heeft kunnen goedvinden
om sinds 1856 de erven van Cornelis Hocke Jz. en diens
zoon Johannes Hocke Cz., waarvan eerstgenoemde is
overleden 20 October 1840 en laatstgenoemde 28 Juli
van dat jaar, lastig te vallen om betaling van schuldbe
kentenissen, alle, zoo het heet, door genoemden Cornelis
Hocke Jz. onderteekend en door den tweeden bij borg
stelling of goedsprake mede ouderteekend, voor geld
sommen van hoogst aanzienlijk bedrag en onder
allerlei vormen, doch die alle werden voorgesteld
als opgemaakt en geteekend, en meerendeels zijn
overgedragen, twintig jaren na dagteekening eerst be
taalbaar. Het bestaan dier schuldbekentenissen moest
geheim gehouden worden tot slechts zeer korten tijd voor
den vervaldag, meestal met bedreiging van vernietiging
of inkorting der opeischbaar gestelde geldsommen of
van den verschuldigden intrest, of ook met eene bepaalde
geldboete; terwijl op het tijdstip der opeischbaarheid
geen der in die stukken voorkomende personen, als oor
spronkelijke belanghebbenden, in leven waren en zij, die
tot het innen dier schuldvorderingen zich hebben laten
gebruiken, uitsluitend personen zijn, die of door den
eeneu of anderen der beschuldigden daartoe zijn verzocht
zonder bij den inhoud dier schuldbekentenissen immer
eenig belang te hebben gehad.
Daarenboven zijn volgeus hem de schuldbekentenissen
allen ten laste van denzelfden persoon, enkel aangegaan
ten behoeve van lieden, die óf zeer weinig geldelijk
vermogen bezaten, óf meerendeels armoedig konden
genoemd worden, en moeten, zelfs met betrekking tot
lien die nog eenig geldelijk vermogen hadden, de opge
geven oorzaken der schuld als uiterst verdacht voorkomen.
Alsnu volgt in de acte van beschuldiging eene opsom
ming van de stukken, welke achtereenvolgens ter beta
ling zijn aangeboden en geïnd.
Er is besloten dat ieder punt afzonderlijk behandeld
en daarom ook afzonderlijk zal worden voorgelezen.
Een volledige mededeeling van de acht- en twintig
punten laten wij hier, in overeenstemming met het boven
gezegde, achterwege. Alle schuldbekentenissen ofaccep-
tatiën zijn tot verschillend bedrag (ƒ400, 2000,/1700,
1300, ƒ600, ƒ5,386, ƒ2,600 enz.), ten behoeve van ver
schillende personen en betaald door verschillende erfge
namen van C. Hocke Jz. en J. Hocke Cz., en meeren
deels onder verschillende dagteekening.
Het getuigenverhoor is aangevangen over het eerste
punt, betreffende eene schuldbekentenis van f 400, dd. 8
Augustus 1837, met den intrest, ten gezamenlijke bedrage
van 780, op 15 Mei 1856 door J. Hoogenboom, als erf
genaam van C. Hocke Jz., betaald aan C. M. Ie Sage ten
Broek, ten verzoeke volgens de acte van beschuldi
ging en ten bate van den eersten beschuldigde.
Gemengde berichten,
Eene lading vee, per het stoomschip de Maas, van
Botterdam te Londen aangevoerd en bestaande uit 280
stuks, is onder quarantaine geplaatst. Het schijnt dat de
veearts, belast met de surveillance, eene koe ontdekte,
die aan de ziekte leed en dan ook onmiddellijk werd
afgemaakt; men koesterde dus vrees voor de geheele
lading. Het vee werd alzoo in een ruimen en frisschen
stal geplaatst, om aldaar eenige dagen te blijven, ten
einde zich te vergewissen of meerdere beesten besmet
zijn. Tot nu toe is daarvan echter niets ontdekt. Dc
1600 schapen en 300 varkens zijn aan wal gebracht en
op de gewone wijze te koop gesteld.
Omtrent de veeziekte lezen wij nog in de Haarlemsche
courant: „Een telegram uit Belfast meldt, dat de hier
te lande heerschende veeziekte zich nu ook in het
Iersche graafschap Donegal vertoond heeft. Men voegt
er bij dat de besmetting overgebracht scheen te zijn
door schapen, die uit Schotland waren aangevoerd.
Intusschen komt men meer en meer terug van het
vroeger vrij algemeen aangenomen denkbeeld, dat de
veeziekte door uit den vreemde aangevoerde runderen
herwaarts is overgebracht. "Wel is het voor zeker te
houden dat de koeien, bij welke de ziekte het eerst is
waargenomen, uit Holland op de Londensche veemarkt
waren aangebracht, doch later heeft de ziekte zich geopen
baard, onder kudden die volstrekt in geene aanraking
met buitenlandsch vee geweest waren, en zelfs ook in
stallen en weiden, waar alle omstandigheden moesten
medewerken om de runderen gezond te doen blijven.
Uit dien hoofde houden thans de meeste deskundigen
het er voor, dat de ziekte aan bijzondere atmospheriscbe
invloeden is toe te schrijven. Tot dus ver is hier geen
specifiek middel bekend, waardoor de ziekte met zeker
heid overwonnen kan worden. Opmerkelijk is het dat de
ziekte zich tot de koeien bepaalt; men heeft ten minste
nog niet vernomen, dat zij ook onder de ossen verwoes
tingen aanricht."
Men verneemt, dat door twee Belgische ingenieurs
concessie is aangevraagd tot het leggen van een spoorweg
van Antwerpen over Turnhout naar Eindhoven, meteen
zijtak van Herenhals langs Oostmalle, Hoogstraten,
Zundert, Rijsbergen en Princenbage naar Breda, en dat
door eene andere vreemde maatschappij aanvrage om
concessie is of zal worden gedaan tot aanleg van een
spoorweg van Antwerpen langs Brasschaet, Zundert
Breda, Oosterhout, Baard wij kschen Overlaat, Crèvecoeur,
Bommel en Tiel, naar Arnhem, om aldaar aan te sluiten
aan den Rijnspoorweg.
-- In een koffiehuis te Saint-Chamond waren 30 lief
hebbers vereenigd; de muziek was het onderwerp van
hun gesprek. Een hunner beweerde dat elk artist
der opera vóór zijn optreden een versch en rauw ei
moest gebruiken. „Indien dat waar is", zeide een van
het gezelschap die domino speelde, „dan moet ik wel de
voortreffelijkste zanger der gansche wereld zijn, want ik
geloof niet dat er iemand is die meer versche eieren kan
binnenslikken dan ik, en nog wel met den dop er bij."
Deze woorden verwekten algemeene verbazing en opge
wondenheid, kortom men zette hem achttien eieren voor,
die hij met den dop achtereen binnenslikte, waarna hij
een glas bier ledigde en zich weder rustig aan het
domino-tafeltje begaf.
Zaturdag morgen omstreeks tien uren woedde te
Gouda een vreesselijk ouweder, ten gevolge waarvan
eene vrouw, die in haar voordeur op de Karnemelksloot
stond, een pakje onder den arm werd weggeslagen,
waarna de bliksem zich een weg baande in het huis,
aldaar een spiegel stuk sloeg, in de keuken eenige schade
toebracht, het achterste gedeelte van het dak vernielde
en buiten's huis een boom door midden scheurde. De
vrouw, wier arm en been gezwollen zijn, bevindt zich,
niettegenstaande den grooten schrik, in redelijken wel
stand. Terzelfder tijd werd de haan van den toren der
St. Janslcerk door den bliksem getroffen.
De verantwoordelijke uitgever van het te Berlijn
verschijnende dagblad de Social Democrat, maakte Vrij
dag bekend, dat van des namiddags 1 tot 4 uren eene
militaire wacht in het bureau der courant werd geplaatst.
De bevelvoerende wachtmeester gaf op eene tot hem
gerichte vraag omtrent de aanleiding tot het nemen van
dien maatregel ten antwoord, dat de regeering de namen
verlangde te kennen van de geabonneerden op het blad.
Uit Biarritz wordt gemeld, dat een koepel, welken
keizerin Eugenie aan het strand heeft doen bouwen, om
er zich tot hare baden voor te bereiden, geheel is ledig
geplunderd. De daders is men nog niet op het spoor.
La Patrie verzekert dat ter herinnering aan het
bezoek der Fransche gepantserde vloot van Portsmouth,
aldaar een monnment zal worden opgericht.
Abd-el-Kader is gisteren middag ten twee ure te
Marseille naar Syrië scheep gegaan.
De verwonde in het hotel Bellevue te Arnhem
waarvan wij in ons vorig nommer spraken verkeert
steeds in hoogst gevaarlijken toestand en er bestaat
geen vooruitzicht op herstel. De dader, die dadelijk in
hechtenis was genomen, is bij bevelschrift der rechtbank
weder ontslagen, daar ieder bewijs van opzet of moedwil
ontbreekt en alleen aan onvoorzichtigheid te denken valt.
Bij den onlangs gehouden wedstrijd van het conser
vatoire te Parijs, waarop aan de kleine Rachel van Lier
de eerste prijs is toegekend, waren verscheidenepersonen
van rang aanwezig, welke iets naders omtrent dit veel
belovend Hollandsch kind wenschten te vernemen. Daar
men vernam, dat hare onvermogende ouders zich voor
dit meisje alle opofferingen getroost hadden, heeft de
Nederlandsche ambassadeur, de heer Lighten veld, zich
het lot van het kind aangetrokken en eene intcekening
geopend voor vijf jaren, opdat het meisje hare studiën
onafgebroken zou kunnen voortzetten. Hij zelf is met
eene jaarlijksche bijdrage van 200 fr. voorgegaan. Velen
hebben dit loffelijk voorbeeld gevolgd. De welgestelde
in Parijs wonende Nederlanders hebben zich ook niet
teruggetrokken. De moeder bevindt zich thans te
Amsterdam, met bet doel om de ontbrekende gelden
als vrijwillige bijdragen, ter voltooiing van de opvoeding
der veelbelovende Rachel te verkrijgen.
Bij de executie van King, die wegens moord op
den luitenant Clutterbuck te Trellamore veroordeeld
was, heeft zich het geval voorgedaan dat ter besparing
der kosten aan den beul, de uitvoering van het vonuis
werd opgedragen aan eene gevangene, die zich van zijne
taak zoo gebrekkig kweet, dat de veroordeelde onder
eene langzame marteling is bezweken. Het was eeniger-
mate hetzelfde geval als vroeger op Guernsey plaats had.
Aldaar had men ook ter besparing van kosten de uitvoe
ring aan een ander opgedragen, met het gevolg dat de
sheriff op het laatst te hulp moest komen en aan de
beenen van den veroordeelde ging hangen, om een eind
aan diens leven te maken.
In Leipzig zal binnen kort een congres van dames
worden gehouden. Men heeft al in een voorloopige ver
gadering de hoofdpunten, die betrekking hebben op de
praktische „Lösung der Frauenfrage" besproken, en
Frau Luise Otto-Peters en Friiulein Augustc Schmidt te
Leipzig hebben een oproepingsbrief aan Duitschland's
vrouwen uitgevaardigd, om ze tot deelneming aan de
conferentie en tot overweging van de punten ter beschrij
ving op te wekken. Onder deze laatste nemen een voor
name plaats in: Tentoonstellingen van voorwerpen van
nijverheid en kunst, die door vrouwen vervaardigd zijn:
het oprichten van fondsen ter ondersteuning en pensio
neering; het openstellen van de academische gehoor
zalen voor vrouwen van talent; het bouwen van oecono-
mie-, handels- en ambachtsscholen voor vrouwen, en zoo
verder. Meer dan 50 vrouwen uit de voornaamste steden
van Duitschland hebben alreeds van haur voornemen,
om op den Frauentag te verschijnen, bericht gezonden.
Meteorologische waarnemingen,
gedaan op 's rijks werf te Ylissingen, des middags 2 uur.
September 1865.
1 Wind.
1 1 -3 1 u"
3 1 1
j K
O
Thermometer
lf
6?
3*
C-)
O
a
S)
(2
Aanmerkingen.
3 W. Nw.
1
768.1
20.4
0.84
14.68
0.0
hew. betr.mist held.
4.1,0. ZO.
7
766.9
24.2
0.71
15.30
0.0
heiig helder.
5 W. Nw.
3
767.0
21.9
0.80
14.66
00
heiig lichtbewolkt.
6 W. Nw.
1.5
767.2
20.7
0.76
13.43
00
betr.mist heiig held.
7 0. ZO.
5
764.6
26.8
0.66
16.30
0.0
heiig helder.
8 Z. ZO.
4
762.3
25.4
0.67
15.60
0.0
heiig helder.
9 W. Nw.
6
765.4
21.2
O.SO
14.78
0.0
bew. heiig lichtbcw.
Vhcrmonieterstaiid.
OSept.'B av. 11 u. 64 gr.
10 'smorg.7u.64gr.'smidd.lu. 74 gr. 'sav. Hu. 66 gr.
11 'smorg.7 u.66 'smidd. 1 u. 72 gr.
VERSLAG VAN GEDEPUTEERDE STATEN
BETREKKELIJK DEX TOESTAND DER
PROVINCIE ZEELAND OVER 1864.
{Vervolg.)
Rijkmiddelen. Dc directe belastingen brachten in deze
provincie in 1864ƒ 1729.16 meer op dan het vorige jaar.
Van de in- en uitgaande rechten en scheepsvaartrechten
was de opbrengst 35,484.meer. Daarbij moet echter
in aanmerking worden genomen dat in 1864 geen scheeps
vaartrechten, waarvan het bedrag in 1863 38,837.64
was, meer zijn geheven. De verhooging op de overige
onderdeelen is dus 3,353.64. Van de accijnsen op
suiker, wijn, gedistilleerd, geslacht, zout, zeep, bieren
en azijnen wijzen, in vergelijking met 1863, een verhoo
ging aan van 114,253.114die op de steenkolen en
turf daarentegen een vermindering van ƒ74,301.02.
[Deze vermindering is het gevolg der afschaffing van de
belasting op de brandstoffen, welke met 1 Maart is in
werking getreden.] De belasting op de gouden en zilveren
werken leverde ƒ375,585.— minder, de indirecte belastin
gen 186,665.25 meer op. Ook domeinen en posterijen
toonen een verhoogde opbrengst aande eersten van
107,947.62^ de tweede van 5,228.19$.
Wat onder hoofdstuk waterstaat betrekkelijk de veren,
overvaarten, waterstanden, ijsbezetting, kanalen, vaarten
enz. voorkomt, meenen wij met stilzwijgen te mogen
voorbijgaan.
In den loop van 1864 werd door gedeputeerde staten