Latere berichten melden, dat hun aauhang tot 40
koppen geklommen en dat de eerstgenoemde geene be
lasting meer op de doorgevoerde goederen heft, maar
die aanhoudt, zoodat de geheele handel te Singkel zou
gestremd zijn, eu de arbeid aan 's lands werken weldra
uit gebrek aan materialen zou gestaakt moeten worden.
Nadat deze berichten door een ander onderzoek waren
bevestigd en verschillende pogingen, om de genoemde
personen van hunne onrechtmatige handelingen terug
te brengen, geen gewenschten uitslag hadden opgeleverd,
werd Z. M. stoomsohip Prinses Amelia, op den 10 Juli 11.,
naar Singkel gezonden. De door hem opgerichte verster
kingen werden met geweld, doch zonder eenig verlies
van onze zijde, vermeesterd en vernield. De gemeenschap
tusschen Singkel en de binnenlanden is hierdoor weder
geopend. Overigens werd er voorloopig eene afwach
tende houding aangenomen, en zijn er ook maatregelen
genomen om radja Gobang, zoo mogelijk, in handen te
krijgeu.
Rechtszaken.
Maandag zal voor het provinciaal gerechtshof in Zee
land de behandeling worden aangevangen der zaak van
het openbaar ministerie tegen J. N. van der Halen,
A. Paulussen en H. L. Warnau. Men verneemt dat
behalve de zeventien getuigen en drie deskundigen,
welke door het openbaar ministerie, gelijk wij reeds
vroeger mededeelden, zijn gedagvaard, nog meerdere
zullen worden bijgebracht. Ook van de zijde der verdedi
ging zijn, naar wij vernemen, eenige getuigen ge
dagvaard.
Willeboord Daane, oud 26 jaren, landbouwer te West-
kapelle, reed den 22 Juli met eenige andere personen op
een wagen naar Ylissingen en over Koudekerke terug.
Ter laatstgenoemde plaats werd stil gehouden voor de
herberg van A. Albregts. Twee personen bleven bij den
wagen, terwijl de overigen, en daaronder ook Daane,zich
naar de gelagkamer begaven. Om daar te komen moest
men door den winkel gaan, waarin onder meerdere arti
kelen ook sikkels voorhanden waren, onder anderen zes
stuks aan elkander gebonden, die op een tonnetje lagen.
Bij het verlaten der herberg nam Daane dat zestal sik
kels weg, verborg ze. onder zijn buis, zoodat ze slechts
te nauwernood zichtbaar waren, en begaf zich weder
naar den wagen, waar hij tegen de achtergebleven per
sonen zeide dat hij te Vlissingen zaken gedaan en sikkels
gekocht had. Nog vóór de wagen vertrokken was, werden
de sikkels echter door Albregts vermist; hij deed dan
ook terstond navraag, waarop Daane doodsbleek
werd, terwijl hij de achter zijne voeten liggende sikkels
achteruit schopte. Het gezelschap op den wagen verklaarde
eenparig dat men geen dief op den wagen wilde hebben
en zette Daane er af, die zich dit liet welgevallen zonder
zich te verontschuldigen. Later schijnt hij te Westkapelle,
toen er over de sikkels gesproken werd, gezegd te heb
ben: ik heb ze gestolen.
In het te dier zake tegen Daane opgemaakt proces
verbaal komt onder andereu bij wijze vaninlichtiag deze
uitdrukking voor: „de beklaagde is een zeer brutaal
en gemeen sujet, die verschillende vonnissen ten zijnen
laste heeft." Voor de rechtbank alhier terecht staande
bleef hij den diefstal halstarrig ontkennen, niettegen
staande den aandrang des voorzitters om de waarheid te
spreken. Hij zeide van de sikkels niets anders te weten
dan dat hij ze op den wagen had achteruit geschopt. Die
ontkentenis verhinderde echter het openbaar ministerie
niet om het feit, niet alleen overtuigend, maar ook wet
tig bewezen te achten en de schuldigverklaring des
beklaagden te requireren en zijne veroordeeling tot een
jaar eenzame opsluitiag, alsmede in de kosten.
De rechtbank heeft hem eergisteren schuldig verklaard
aan: diefstal door iemand die in eene herberg was
opgenomen; zij heeft echter het niet aanwezig zijn van
schade en de geringe waarde van het ontvreemde,
zijnde ƒ2.10, als verzachtende omstandigheden aan
genomen, en hem veroordeeld tot gevangenisstraf van
zes maanden, in eenzame opsluiting te ondergaan,
alsmede in de kosten van het proces.
Gisteren heeft de rechtbank weder twee veroordee-
lende vonnissen uitgesproken ter zake van het koopen
van militaire kleedingstukken van een militair beneden
den rang van officier, zonder schriftelijke vergunning
van den bevelvoerenden officier, doch zonder oogmerk
om desertie te bevorderen.
Het eerste vonnis gold Johanna Snikkers, vrouw van
de Bult; het tweede Adriaan Dekker, boerenarbeider,
beide wonende te Vlissingen. Beide zijn veroordeeld tot
eene geldboete van 10, of subsidiair bij wanbetaling
tot twee dagen gevangenisstraf, alsmede in de kosten.
<*eniengde berichten.
De luchtballon le Géant, thans in het Paleis voor
Volksvlijt ten toon gesteld, is, zegt het Handelsblad,
30 voet hooger dan de Munttoren te Amsterdam, steekt
boven den benedensten omgang van Utrecht's Domtoren
uit, bezit meer dan de halve grootte van den Bavo's toren
te Haarlem, overtreft Leeuwarden's Oldehoof met 6 voet,
heeft op 15 el na dezelfde hoogte als de Groote of Lau-
renstoren te Rotterdam, is half zoo hoog als de Lieve
Vronwetoren te Breda, de Eusebiustoren te Arnhem, de
Ursulatoren te Delft en de Lange Jan (de Abdijtoren) te
Middelburg, is weinig lager daa de LievensMinstertoren
te Zierikzee en stelt eindelijk de torens van geheel
Drenthe in de schaduw. Naar wij vernemen heeft de
directie der Hollandsclie gas fabriek zich verbonden om
op den dag der opstijging niemand op het terrein der
fabriek toe te laten. De opstijging zal Maandag middag
te vijf uren plaats hebben.
Uit Konstantiuopel wordt per telegraaf van Woens
dag gemeld, dat op den vorigen dag aldaar een ont
zettende brand was uitgebarsten. Reeds waren twee
duizend vijf honderd huizen, moskeën en andere open
bare gebouwen vernield. Bij het afzenden van dit telegram
woedde de brand nog steeds voort.
De minister van binnenlandsche zaken in Frank
rijk heeft den invoer en doorvoer van vee uit Engeland,
Holland en België verboden en een streng onderzoek
bevolen ten opzichte van vee uit andere landen inge
voerd.
De Belgische regeeting heeft twee veeaTtsen, de
heeren Campens en Michels, in commissie naar ons land
gezonden, ten einde den aard der hier heerschende ziekte
onder het rundvee te onderzoeken. Die heeren hebben
reeds een voorloopig rapport bij hun gouvernement
ingediend.
Uithoofde van de ziekte onder het rundvee, heeft
de gemeenteraad van Rotterdam besloten, de veemarkt
aldaar tijdelijk op te heffen.
Uit Napels wordt het volgende gemeld: De bijge-
loovigheid in dit land omtrent de cholera is ongeloofelijk.
Te Palermo heeft het hoofd van het bestuur, de heer
Gualterio, zich genoodzaakt gezien om eene circulaire
aan de verschillende geestelijken te richten met het ver
zoek om de bevolking te overtuigen dat de cholera niet
het gevolg is van de vergiftiging der lucht, der huizen
of der regenputten door eenige politieke samenzweering,
gelijk men beweert. Dat dergelijke circulaire noodig was,
bewijst hoe treurig het op Sicilië nog met de ontwikke
ling van het volk is gesteld. Hier te Napels hebben
eenige geestelijken beweerd dat de cholera eene straf
des hemels is. Onder de weinig ontwikkelde volksklasse
hoort men verzekeren dat de cholera het werk is van de
regeering om op deze wijze de betaling van successie
rechten te erlangen, daar de schatkist is uitgeput. Dezer
dageD zijn te Castellamare twee personen uit Napels,
die beelden verkochten, door de bevolking beschouwd
als door de regeering afgezonden om ook daar de cholera
te doen uitbreken. Het gevolg is geweest dat zij door de
woedende menigte werden aangevallen en op deerlijkste
wijze mishandeld, zoodat zij in den treurigsten toestand
verkeeren. Te San Severo hebben verscheidene genees-
heeren bij de eerste gevallen van cholera de stad verlaten.
Zij zijn thans door doctoren uit Napels vervangen. Om de
zindelijkheid, het groote wapen tegen dergelijke ziekten,
te bevorderen, zijn niet minder dan drie duizend varkens,
die allen in dezelfde kamer met hunne verschillende
eigenaars verblijf hielden, buiten de stad op eene afge
sloten plaats gebracht. De schrik heeft overigens de
bevolking zoo bevangen dat o. a. de bakkers geen brood
meer bakken en dit van elders moet worden aangevoerd.
De syndicus van San Severo doet intusschen al het
mogelijke tot leniging vau de rampen zijner bevolking
en heeft geen oogenblik in de vervulling van zijn plicht
gefaald. Op dit oogenblik, 2 September, zijn er 1700
zieken te San Severo, doch de sterfte vermindert. Echter
breidt zich de ziekte uit tot de omliggende steden
Foggia, Bavi, Molfetta, Brindisi en Mandura. In deze
laatste stad van tien duizend inwoners komen dagelijks
meer dan tachtig gevallen voor. Op twee na, zijn ook
daar alle geneesheeren de stad ontvlucht en hebben
de meeste stedelijke autoriteiten de stad verlaten.
De roover Moufia is te Monteforte, in het Napelsche
gedood geworden door een jong meisje, en wei in het
huis harer ouders, met wie hij aau tafel zat. Men heeft
aan de heldin de som van 4250 francs doen toekomen
als zijnde de prijs op het hoofd des bandiets gesteld.
Op een namiddag in de maand Juni jl. kwam het
eenigen kinderen van 610 jaren, te Mill woonachtig, in
de gedachten om aan eene sloot vuurtje te stoken; daartoe
werden gehaald twee doosjes met lucifers. Een van hen,
een kind van 7 jaren, nam een lucifer en na die ontbrand te
hebben, wierp hij ze, waarschijnlijk uit aardigheid, tegen
den wand van eene nabijstaande schuur, die daarop
onmiddellijk in brand geraakte en in eenige minuten
geheel was afgebrand; tengevolge daarvan is ook de
daarbij staande woning en inboedel een prooi der vlam
men geworden, terwijl de mao des huizes, die in de
schuur lag te slapen en door het geknetter wakker werd,
noch slechts even den tijd had zich te redden. De recht
bank te 's Hertogenbosch heeft den 6 dezer dien jonge
ling, als hebbende gehandeld zonder oordeel des onder
scheids, vrijgesproken, doch bevolen, dat hij tot zijn
volle 14e jaar in een verbetergesticht zal worden in
hechtenis gehouden en opgevoed.
De Fransche Moniteur vermeldt het overlijden van
Prins Joseph Bonaparte, den kleinzoon van Lucien en
den zoon van den prins van Canino, den gewezen vice-
president der constitueerende Romeinsche vergadering
in 1849. De overledene was in Februari 1824 te Phila
delphia geboren. Hij was een tegenstander der staat
kundige beginselen zijns vaders, en was in 1850 bijna
het slachtoffer geworden van een moordaanslag. Zijn
jongere broeder is de abt Napoleon, die thans geheim
kamerheer van den paus is.
Een dagblad van St. Petersburg behelst berichten
uit San Francisco van 22 Juli, waaruit blijkt dat er reeds
een begin is gemaakt met de werken tot het maken
eener telegrafische verbinding tusschen Amerika en
Europa over Rusland. Daartoe is gelijk men weet, door
het Russische gouvernement onlangs concessie aan eene
Noord-Amerikaansche maatschappij gegeven; deze maat
schappij heeft de werken op het Russische grondgebied
en in de Britsche kolonie Columbia aangevangen, als
mede de opnemingen voor de onderzeesche linie.
Eenigen tijd geleden had te Bonn het volgende
plaats. Een Pruisisch garde-officier, graaf zu Eulenbnrg,
neef van den minister van koophandel te Berlijn, in op
gewonden toestand verkeerende, ontmoette op straat den
kok van prins Alfred, zoon van koningin Victoria. De
graaf en de met hem in gezelschap zijnde jongelieden
kregen woordenwisseling met dezen man, waarvan het
gevolg was dat zu Eulenburg den sabel trok en den kok
eenige sabelslagen toebracht, aan de gevolgen waarvan
hij weldra overleed. Deze persoon, in dienst van een
Engelschen prins, was Franschman en uit den Elzas ge
boortig. Na het gebeurde kreeg de moordenaar slechts
kamerarrest, hetwelk zelfs nog alleen geschiedde om aan
de algemeene verontwaardiging vau het publiek voldoe
ning te geven. Thans heeft hij echter van de Pruisische
regeering reeds weder vorgunning erlangd om aan de
manoeuvres van zijn regement deel te nemen. In den
Elzas is door dit geval eene algemeene beweging
ontstaan. Er wordt eene petitie aan den senaat getee-
kend, waarbij verzocht wordt dat het Fransche gou
vernement van de Pruisische regeering de wettige vol
doening eische, die zij aan Frankrijk en aan de familie
van den verslagene verschuldigd is. Tot het circuleeren
dezer petitie heeft de prefect van den Beneden-Rijn ver
gunning gegeven, en zij zal in een groot aantal exem
plaren in alle gemeenten van het departement verspreid
worden.
Bij den directeur der North British Railway ver
voegde zich dezer dagen eene deputatie, ten einde hem
te bewegen terug te komen op het besluit oru Zondags-
treinen te laten loopeu. De heer Hodgson deed hen alleen
opmerken, dat zich wel spoedig van zelf zou openbaren
of er behoefte aan was al of niet. De eerste trein liep
11. Zondag en de Scotsman zegt dat er een groot aantal
personen van gebruik maakte. Alleen hadden zich een
paar ijvcraars onder de menigte geposteerd, die de rei
zigers uitmaakten voor „zonen des duivels, die voor een
stuiver per mijl naar de hel voeren."
Te Weenen heeft zich prof. Stubenrauch van het
leven beroofd. Hij was niet alleen hoogleeraar, maar ook
hoofdredacteur van een dagblad, lid van den gemeente
raad, wethouder, lid van een aantal philanthropische
vereenigingen enz. en genoot aller achtingen vertrouwen.
Als penningmeester van de spaarkas had hij zich in een
tijdsverloop van vele jaren ƒ20,000 toegeëigend, die hij
evenwel niet voor zich zeiven gebruikt had, maar, door
ze te besteden voor liefdadige doeleinden, aan hunne
ware bestemming had onttrokken. Toen er rekening en
verantwoording van hem gevraagd was en het geld werd
gemist, was de ontbrekende som spoedig door zijne
vrienden bijeengebracht, maar Stubenrauch wilde de
schande niet overleven; den volgenden morgen vond
men hem dood in zijn slaapkamer naast het lijk zijner
vrouw, die zijn lot had willen deelen. Beiden waren
gestorven aan het gebruik van cyankaliura. Hunne
trekken getuigden van een zachten dood.
ThcrmoiiietcrsiaiMS
8 Sept.'s av. 11 u. 68 gr.
9 's rnorg.7 u. 6S 'smidd. 1 u. 75 gr.