j niet aan, zeggen zij, of binnen 12 a 20 jaren zal het I reusachtige restauratie-werk geheel voltooid zijn. naar hij opgaf niet bemoeide, liet de getuige zich minder gunstig uit. Na bovengenoemde mishandeling was de vrouw des beklaagden, bebloed en met loshangende haren, gevlucht in de nabijgelegen woning van den sergeant G. Ewers. De beklaagde was haar daar gevolgd, doch de hulp van den rijksveldwachter P. Verdouw werd ingeroepen om den man, die woedend was en vóór die woning had post gevat, van daar te verwijderen. Toen hieraan door den rijksveldwachter gevolg was gegeven, werd deze dooi den beklaagde herhaaldelijk beleedigd en gedreigd, o. a. met deze woorden: „Zeg jij, als je me nog eens aanraakt, al draagt ge een pluim op je hoed en wapens aan je lijf, dan zal ik je op den grond onder mijne voeten verbrijzelen en fijn stampen." De beklaagde is daarop in hechtenis genomen en de vrouw naar het gasthuis gebracht, waar zij slechts enkele dagen heeft moeten vertoeven. De beklaagde bekende het hem ten laste gelegde feit. Hij verzocht echter eene genadige straf, op grond dat, zooals hij opgaf en ook door getuigen bevestigd is, zijne vrouw het huishouden zoozeer verwaarloost. Hij deelde o. a. mede dat hij zijne vrouw uit het bed heeft getrokken, omdat zij dit niet weder opmaakt en hij zich 'savonds niet in een onopgemaakt bed wil begeven; dat zij voor eten noch drinken behoorlijk zorg draagt en meerendeels dronken is. Opde vraagdes voorzitters,of de vrouwtijdens het voorgevallene ook dronken was, antwoordde de be klaagde: „Dronken? Zij was toen reeds zes dagen achter een dronken geweest zonder ophouden!" Voorts gaf hij op, dat h;j soms, als zijne vrouw hem het leven zoo uiterst onaangenaam maakt, ook wel eens te veel drinkt en, ais hij dan dronken is, in zijne opgewondenheid niet weet wat hij doet. Het openbaar ministerie wees op den treurigen toe stand die bij verdeeldheid in een gezin ontstaat, hetgeen nog erger wordt wanneer die door feitelijkheden gevolgd wordt. Nu wordt deze beklaagde, zeide spreker, nog slechts wegens mishandeling vervolgd, maar wie weet wat er zou hebben plaats gehad, zoo men nog niet tijdig tusschenbeide ware getreden. Na het gehoorde was hij evenwel geneigd ten gunste des beklaagden en ten nadeele van diens vrouw te spreken, omdat de laatste door verwaarloozing van haar huishouden reden tot ver bittering geeft. Hij requireerdezijue schuldigverklaring aan 1. het moedwillig toebrengen van slagen, stooten en kwetsuren, waardoor geene ziekte of beletsel om te wer ken is te weeg gebracht; eD 2. beleediging met woorden en bedreiging jegens een agent der gewapende macht in de uitoefening zijner functie, en veroordeeling tot ge vangenisstraf van twee maanden, twee geldboeten, ieder van ƒ8 en in de kosten. Genoemde eisch is, blijkens het uitgesproken vonnis, door de rechtbank toegewezen. Weder stond Donderdag voor de rechtbank alhier eene dienstbode terecht, beklaagd van diefstal ten nadeele van haren meester. Het was Cornelia de Kaat, thans te Nieuw- en Siut-Jooslund woonachtig, die op of omstreeks den 17 Juli jI., toen zy als dienstbode, tegen genot van loon eu kost, inwoonde bij J. L. de'froyete Arnemuiden, eene hoeveelheid boter, ten bedrage van drie ons en ter waarde van 86 cent, uit eene tobbe in den kelder ont vreemdde en, gewikkeld in een ouden doek, ter waarde van 5 cent, dieu zij evenzeer had weggenomen, in haar kist verborg, ten einde, zooals zij opgaf, die aan hare zuster te geven. De rechtbank heeft de bekentenis der beklaagde en de geringe waarde van het ontvreemde als verzachtende omstandigheden aangenomen, de beklaagde schuldig verklaard aan het haar ten last gelegde feit en haar veroordeeld tot gevangenisstraf van eene maand en in de kosten. Gemengde berichten, Gisteren morgen is te Westkapelle gevonden een uit zee aangespoeld lijk, hetwelk herkend is te zijn dat van den zeeloods J. F. Fritz, die bij het vergaan vaneen schip voorZoutelandein de verleden week moet zijn verdronken. - Te Biervliet weigerden onlangs de twee varkens eener weduwe, elk bij de 100 Nederlandsche ponden zwaar, voeder en drinken, gewoon voorteeken der ziekte. Op raad van een nollandochen reiziger gaf zij aan de dieren eenige stukken haring, om hen aldus te doen drin ken. Zij bleven door dit middel behouden. Dinsdag avond, bij de aankomst van den laatsten trein te Utrecht, botste de goederentrein dermate tegen den personentrein, dat daardoor een wagen geheel werd verbrijzeld en 3 spoorweg-beambten min of meer ernstige kwetsuren bekwamen. De opstijging van den luchtballon van Nadar te Amsterdam is thans bepaald op Maandag 11 September. Te New-York bestaat eene plaatselijke verordening waarbij aan hen, die gedurende de hondsdagen onge muilbande honden van de straat opnemen, eene beloo ning wordt toegekend van „vijftig stuivers" voor eiken hond. Sedert den 17 Juni jl. zijn niet minder dan 3787 honden door straatjongens aangebracht en doodgeslagen, terwijl er 119 door de eigenaars dier trouwe dieren tegen betaling van geld zijn teruggevorderd. De stad heeft aan belooningen in dat tijdvak uitbetaald eene som van 1893 dollars en ontvangen voor teruggevorderde honden een bedrag van 238 dollars. Vrienden van de zaak der opbouwing van de Keul- sche domkerk maken het publiek in de dagbladen opmerk zaam op de rassche schreden, waarmede het optrekken van den noordelijken toren voortgaat. Zij twijfelen er Op den spoorweg nabij Bridgeport, in Amerika, heeft op 16 Augustus eene geweldige botsing tusschen twee 1 treinen plaats gegrepen, ten gevolge waarvan zes vrou- I wen, een man en twee knapen oogenblikkelijk gedood en I vijftien personen gekwetst werden. Uit New-York wordt gemeld dat de secretaris der bank de Phenix eene som van 300,000 doll., aan dit établis sement toebehoorende, verduisterd heeft. Hij is ^gear- resteerd, te gelijk met eenige medeplichtigen, waaronder zich ook de boekhouder der bank bevond. Deze laatste heeft des nachts in de gevangenis een einde aan zijn leven gemaakt. Tevens is eene chanteuse, miss Jenkins genaamd, in arrest genomen, nadat gebleken was dat zij met den secretaris iu intieme betrekking stond en van hem onlangs 1000 dollars ten geschenke had ontvangen. In Pennsylvanië heerscht eene epidemische ziekte onder de paarden. Het eerste verschijnsel is dat de hals begint te zwellen, later zwelt de geheele kop en alle ledematen, waarop de dood volgt. De nestor van het Oostenrijksche leger,de generaal Civalart, is op lOOjarigen leeftijd overleden. LI. Zaturdagzijn te Marseille de nieuwe Japansche gezanten aangekomen, ten getale van zes en vergezeld van vier officieren. Aan het hoofd van het nu geavri- veerde gezantschap staat de heer Shibata-Huigano-Kami, een groot-dignitaris van het rijk. Als vermoedelijke oorzaak van den brand in de fabriek der firma Cloos Leembruggen te Leiden, hoort men noemen het droogen van wol in de nabijheid van vuurplaatsen, waar des avonds laat was gestookt. Zoo veel is zeker, dat over half 4 nog niets van den brand te ontdekken was, terwijl omstreeks 4 uren de vlammen reeds uit het dak sloegen. De aanwezigheid van grooten voorraad licht brandbare stoften, en de omstandigheid dat in dergelijke fabrieken (wollen en sajetten gareus) meest alles van vette bestanddeelen is doortrokken, heeft gewis veel tot de snelle verspreiding toegebracht. Den gan- schen dag hebben de puinhoopen nog gesmeuld en was de aanwezigheid van minstens éene brandspuit noodza kelijk. Alles was tegen brandschade verzekerd. Maandag II. trok de bezetting van Maastricht des morgens naar Berg, uur van daar, tot het uitvoeren van groote manoeuvres; ongelukkigerwijze nam dien dag de hitte zoo toe dat zij de hoogte van 26 a 27 graden bereikte. Bij het houden van rust bevonden zich de troepen nabij het water, waar vele jonge lieden in weer wil der waarschuwingen van de officieren van gezond heid, hunnen onuitstaanbaren dorst gingen lesschen, met het gevolg dat op den terugmarsch meer dan 100 militairen ineenzakten en in de greppen langs den groo ten weg nedervielen. Velen hunner moesten in het hos pitaal worden opgenomenmen verzekert dat een der jonge lieden overleden is, en een ander zich in een zeer gevaarlijken toestand bevindt. Woensdag avond is door de policie te Zwolle aan gehouden zekere W., die in stilte, naar men ver moedde, zieke varkens opkocht. Op zijn voertuig wa ren drie varkens, die dadelijk op last der justitie genees kundig onderzocht zijn en waarvan een, dat ten gevolge der heerschende ziekte bijua dood was, terstond werd afgemaakt. Tegen W. is reeds proces-ver baal opge maakt en de zaak zal, naar men verneemt, ten streng ste onderzocht worden. De ziekte neemt nog dagelijks in uitgebreidheid toe. Het Journal de Roubaix deelt het volgende mede In een Belgisch dorp nabij de grenzen woont een goed landbouwer, die zich sedert den dood zijner vrouw ongelukkig aan den drank overgaf en dezer dagen in staat van dronkenschap te huis kwam. Den volgenden morgen wilde men hem wekken, doch hij gaf geene tee kenen van leven; de geneesheer wendde alle hulpmid delen der kunst aan, doch het scheen dat de man dood was. Twee dagen werd er nog bij gewaakt, doch er kwam geene verandering en men besloot tot de begrafenis over te gaan. Vele dorpelingen vergezelden het stoffelijk overschot naar de laatste rustplaats, en men had het diepste medelijden met het lot der kinderen, vooral van de oudste dochter, een meisje van 18 jaren, dat sedert haar tiende jaar door een toeval van het vermogen der spraak beroofd was. Bij het nederlaten der kist in de groeve vernam men echter eenig gedruisch in de kist. Eerst neemt men verschrikt de vlucht, doch onder toe zicht van den geneesheer wordt het deksel geopend ea de gewaande doode blijkt uit zijne bedwelming te zijn ontwaakt. Nauwelijks ziet de stomme dochter den schijn- doode weder in leven, of de hevigheid der aandoening hergeeft haar de spraak. Een der rijks veeartsen in de provincie Groningen heeft de bijzondere aandacht van belanghebbenden gevestigd op de overbrenging der smetstof van ziek vee door de wol der schapen. Hij raadt dus het houden van schapen-veilingen voorshands af en waarschuwt de eigenaars van schapen dezen niet met hunne runderen op dezelfde plaats te doen wijden. Verkoopingen cn aanbesledlngcn. Eergisteren zijn alhier aanbesteed de volgende ge meentewerken 1. Het afbreken van het huis „de Hazewind," in den Laugendelft, wijk H no. 6, en het daarvoor in plaats bouwen van de noodige lokalen voor eene school voor gewoon en meer uitgebreid lager onderwijs voor jongens, met bijbehoorende onderwijzerswoning. Er waren vier inschrijvingsbilletten ingekomen, t. w.: van de heeren W. van Uije J.Jz., voor f 13,300; J. A. van Puffelen, voor f 13,425; J. Snel, voor f 13,900 en J. M. van Ditmars, voor f 13,500. Het werk is gegund aan den heer van Uije. 2.Het verven van eenige gemeentegebouwen en bruggen. Aangenomen door den heer J. Sloover, voor /*689. De drie overige ingekomen billetten waren van de heeren B. C. Heeröldt, voor /T0L8, J. de Broekert, voor f 880, en A. N. Dikkenberg, voor f695. 3. Het eenmaal teeren van alle beschoeiingen, wrijf- gordingen en palen, meerpalen en ringen, hekken en leuningen, staande langs de kaden, alsmede de gebinten en leuningen der buiten- en binnenbruggen met hare landhoofden en rasterwerken, benevens de dok- en kleine sassen. Hiervan is aannemer de heer J. M. v. Ditmars, voor/" 179. Voorts was ingeschreven door den heer Krijger, voor f 234; Filis, voor f 278, en Pelle, voor f 242. Thcrmometerstaml 1 Sept. 's av. 11 u. 63 gr. 2 's rnorg.7 u. 64 's midd. 1 u. 71 gr. VERSLAG VAN GEDEPUTEERDE STATEN BETREKKELIJK DEK TOESTAND DER PROVINCIE ZEELAND OVER 1864. {Vervolg.) Scholen voor volwassenen, waartoe herhalingscholen, Zondagscholen enz. behooren, zijn met eene, die in het 5e schooldistrict, verminderd. Overigens wordt omtrent deze scholen niets gemeld. Voor zooveel gedeputeerde staten is kenbaar geworden bestonden: 18 bewaarscholen, waarvan 3 openbare met 468 kinderen en 15 bijzondere met 1331 kinderen; 22 kleinekinder- of maitressen-scholen met 556 kinderen. Onder de bijzondere 'bewaarscholen zijn begrepen: twee in 1864 geopende, namelijk, eene opgericht te Zon- neraaire, door ingezetenen van deze gemeente en de daaraan grenzende gemeente Bommenede, eene te Eede opgericht door de roomsch-katholieke gemeente aldaar. Er waren4 onderwijzeressen en 11 helpsters bij de openbare bewaarscholen en 17 onderwijzeressen eu 30 helpsters bij de bijzondere; 22 onderwijzeressen en 2 helpsters bij de kleinekinder- of maitressen-scholen. Te Goes werd een hulp-onderwijzer uit de gemeentekas bezoldigd, voor de opleiding der hulp onderwijzeressen en kweekelingen op de openbare bewaarschool aldaar. Ook bij de bewaarscholen te Zierikzee was weder gelegenheid tot opleiding van onderwijzeressen. Zangscholen schijnen er maar 6 te zijn met 300 leer lingen. Te Aardenburg is een nieuwe gymnastiekschool opge richt. De vier overige reeds vroeger bestaan hebbende scholen, zijnde te Middelburg, Vlissingcn, Zierikzee en Goes, hadden te zamen 269 leerlingen. De school tot aankweekiug van heelmeesters en vroed vrouwen te Middelburg, welke door de provincie gesub sidieerd wordt, telde op 1 Januari 1864 24 leerlingen en wel voor de heel-en verloskunde 11, voor het apothekers vak 13. Te Middelburg was eene rijks hoogere burgerschool met vijfjarigen cursus tot stand gekomen. Te Goes be-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1865 | | pagina 2