Nichan Iftihar, 3e klasse, hem door Z. H. den bey van Tunis geschonken. Benoemd tot kommandeur der orde van den Necler- landschen leeuw Z. H. de soesoehoenan van Soerakarta, Pakoe Boewono Senopati Ingalogo Ngabdoer Rachraan Saidin Panotogomo de IX. consulaten. Op verzoek eervol ontslag verleend aan den heer F. T. Feraldi, als consul van den Pyraeeus. polder bestu it en. Op verzoek eervol ontslag verleend aan den heer J. Thienpondt, als dijkgraaf van den Clarapolder. Benoemd tot dijkgraaf van den Clarapolder de heer E. Thienpondt; tot gezworen bij den Nieuwenpolder annex Stavenisse, de heer M. Luyk, en tot beheerder der polders, ingedijkt door de Nederlandsche maatschappij tot indijking der op- en aanwassen in de Ooster-Schelde, de heer G. Capley. Kerknieuws. Zoo wij goed onderricht zijn, heeft de open brief van den algemeenen kerkeraad te Utrecht ook bij den alge- meenen kerkeraad te Nijmegen geen gunstig onthaal gevonden. Die brief is met eenparige stemmen stilzwij gend ter zijde gelegd, met aanteekening in de notulen, dat dit gedaan werd om de afkeuring van den Nijmeeg- achen kerkeraad over die daad van aanmatiging der Utrechtsche heeren uit te spreken. Arnhcour.) Onderwijs. De Staatscourant van gisteren bevat het verslag der commissie belast met het afnemen der examens van hen, die acten van bekwaamheid verlangden voor middelbaar onderwijs in de wis- en natuurkundige wetenschappen, landbouwkunde, zeevaartkunde, teekenen en boetseeren, welk verslag is aangeboden aan Z. E. den minister van binnenlandsche zaken; alsmede het aan denzelfden minister ingediend verslag van de commissie, belast met het afnemen der examens van hen, die acten van be kwaamheid verlangden %roor middelbaar onderwijs in de Nederlandsche taal- en letterkunde, de geschiedkundige wetenschappen, de staathuishoudkunde, de handels wetenschappen, de levende talen en hare letterkunde, het schoonschrijven en de gymnastiek. Marine en leger. Zr. Ms. korvet Pallas, welke eene oefeningsreis met adelborsten heeft gemaakt, is Woensdag avond te Vlis- singen binnengekomen. Zijne majesteit heeft bij besluit van 25 Augustus, met ingang van den eersten September aanstaande, benoemd tot scheepsklerken bij de Nederlandsche zee macht: M. M. J. van Meeuwen, J. H. C. Vermeer, F. H. M. Rant, G. H. Slot en J. H. de Sauvage. Zr. Ms. korvet de Heldin, onder bevel van den kapitein-luitenant ter zee P. W. Stort, laatst komende Yan Bergen, in Noorwegen, is in den morgen van den 30 Augustus ter reede van Texel geankerd. Met den 6 dezer worden de officieren van ge zondheid 2e klasse bij de zeemacht L. J. de Kanter en die der 3e klasse Cr. Karssen gedetacheerd bij het hos pitaal der marine te Willemsoord. De officieren van gezondheid 2e klasse F. J. van Leent en jkr. M. C. F. J. de Rotte, worden almede met gemeld tijdstip geplaatst op Zr. M. wachtschip te Amsterdam. Geniesigdc berichten. Dezer dagen werd ons toegezonden eene gedrukte „Lyste van 't Gestorven en Gebeterd Rundvee, binnen de Provintie Zeeland, in de Jaaren 1770 en 1771." Uit deze lijst welke eenigszins gescheurd en hier en daar onleesbaar is blijkt dat het totaal van het in deze provincie gestorven rundvee in 1770 bedroeg 11,644, tegen 1957 herstelde. In 1771 stierven er echter slechts 3,767 beesten, terwijl het totaal der herstelde op ge noemde lijst niet meer leesbaar is. Aan welke ziekte het rundvee stierf wordt op de lijst niet gemeld, doch het is ongetwijfeld de runderpest geweest, die in haar derde tijdvak in de achttiende eeuw, van 17681786, zulke vreeselijke verwoestingen in den veestapel hier te lande heeft aangericht. Op het strand te Westkapelle is in den morgen van 29 Augustus gevonden een lijk, ter lengte van ruim 1.65 el, en eenigermate in een staat van ontbinding verkee- rende. Naar gissing is het van een manspersoon van ongeveer 20jarigen leeftijd en, te oordeelen naar de gelapte en gestopte kleeding, van een armen zeeman. Die kleeding bestaat uit: een blauw wollen hemden ouderbroek, gebreide wollen borstrok, blauw gestreept boezeroen, een linnen en een zeildoeken broek, grijze wollen kousen en waterlaarzen, alles ongemerkt. Om het lijf was een riem met eene scheede zonder mes. Het lijk is op de burgerlijke begraafplaats ter aarde besteld. Den 25 Maart dezes jaars werd in eene sloot onder de gemeente IJzendijke het lijk gevonden van een pas geboren kind. Uit een door den heerC. A. P. van Muijen aldaar ingesteld geneeskundig onderzoek bleek, dat het reeds eenigen tijd zich in die sloot had bevonden, het rechterarmpje miste en zeerwaarschijniijk bij de geboorte geleefd heeft. De dader of daderes van dat feit bleef in- tnsschen onbekend, tot dat eindelijk dezer dagen de maréchaussée daarvan op het spoor is gekomen. Dinsdag arriveerden te Waterlandkerkje de officier van justitie, rechter commissaris en griffier der rechtbank te Middel burg om de zaak te onderzoeken. De vermoedelijke dade res, eene ongehuwde dienstmeid, die thans daar woont, doch tijdens het plegen van het feit te Sasput woonach tig was, werd gearresteerd en gehoord, doch schijnt alles to hebben ontkend, en is daarna weder op vrije voeten gesteld. Het bestuur der Atlantische telegraaf-raaatschappij heeft bekend gemaakt, dat de Great Eastern niet meer in dit jaar uitgezonden zal worden om den gebroken en in den Oceaan liggenden kabel te herstellen, maar dat onverwijld een aanvang zal gemaakt worden met het vervaardigen van een nieuwen kabel, en dat bet genoemde schip in Mei of Juni van het volgende jaar weder in zee zal steken om dien nieuwen kabel te leggen. Te Luxemburg zal weldra eene tentoonstelling van nijverheid worden geopend, welke van 15 September e. k. tot 15 November zal duren. Geene andere voorwerpen dan die in het groothertogdom zijn vervaaidigd, zullen worden toegelaten. De omstreken van Toulon zijn thans zeer onveilig. Eene rooverbende, waarvan men in weerwil der aange wende pogingen het spoor nog niet heeft kunnen ont dekken, houdt daar huis. Hare jongste daad was een aanval op een hoofdambtenaar der administratie van marine; hij wilde zich verdedigen, viel echter in eene sloot en brak een been. De daders zijn niet ontdekt. Te Mèze, in de nabijheid van Montpt Uier, waren 6000 menschen in een soort van circus bijeen gekomen, om een stierengevecht bij te wonen; het gebouw, niet bestand tegen den last, stortte in, waardoor ruim 500 menschen gekwetst werden. De stieren veroorzaakten ook veel slachtoffers, daar zij wild werden en alles wat onder hun bereik kwam, op de hoorns namen en in de lucht wierpen. In de vorige week hebben op den in aanbouw zijnden spoorweg van Boxtel naar Eindhoven, onder de gemeente Woensel, ergerlijke baldadigheden plaats gehad, welke de treurigste gevolgen hadden kunnen na zich slepen, en welke het zeer wenschelijk maken dat de daders bekend en naar behooren gestraft worden. Toen namelijk Woensdag, voor het vallen van den avond, de trein, bestaande uit een aantal zandwagens, te midden van welke zich de locomotief bevond en waarop zich een opzichter van de spoorwegwerken, de machinist, de sto ker en een 80tal arbeiders bevonden, in vollen ren kwam aanstoomen, ontwaarde men dat op de rails eeue groote metsteenen beladen plank lag. Geen tijd meer hebbende om te stoppen, vreesde men hei ergste; de eerste wagen, de op de rails liggende voorwerpen niet kunnende verbrijzelen, werd boven de rails gelicht, maar kwam gelukkig weder in deze terecht: Ware dit het geval niet geweest, dan waren er hoogstwaarschijnlijk ver scheidene menschenlevens te betreuren, terwijl nu alles gelukkig afliep. Daar tegen niemand eenig kwaad ver moeden bestond, dacht men dat kinderen, die van hunne roekelooze daad de gevolgen niet konden inzien, zich aan het feit zouden hebben schuldig gemaakt. Den vol genden dag echter vond men weder op een ander punt hout op de rails gelegd, zoodat men aan moedwil moest denken. Onmiddellijk zijn de maiéchaussées met het bewaken der lijn belast, ook heeft de justitie een ijverig onderzoek in het werk gesteld ora de daders op het spoor te komen en aanvankelijk zijn hare pogingen niet zonder gunstig gevolg geweest, daar zij, naar wij vernemen, de daders reeds op het spoor is. De gedenkdag van het ontzet en de bevrijding van Groningen in 1672 werdjl. Maandag aldaar feestelijk herdacht. Te Liverpool werd Dinsdag van Washington bericht ontvangen, betrekkelijk een vreeselijke orkaan die om streeks de helft van de maand Mei in de Stille Zuidzee heeft geheerscht en de grootste verwoestingen heeft aangericht. De eilanden, die het meest er door geteisterd werden, zijn die welke genaamd zijn Societeits-en Palmer- ston-eilanden. Een der eilanden behooiende tot de groep Palmerston (Rear genaamd), liggende ten noordoosten van het voornaamste eiland, is geheel weggespoeld, zoo dat er niets van overgebleven is dan eenige koraalrotsen. Deze koraalrotsen zijn zeer gevaarlijk voor de scheep vaart, aangezien zij slechts bij stil weder en dan nog wel met goeden uitkijk kunnen gezien worden; met een weinig holle zee zijn zij bijna niet te ontdekken. Ver scheidene schepen ziju er gebleven; de bijzonderheden hiervan ontbreken echter nog. Ook heeft Tahiti zwaar geleden. Een telegram uit Konstantinopel van eergisteren meldt dat de cholera aldaar verdwenen is. Uit Parijs verneemt men dat zich aldaar een aantal gevallen van cholerine hebben voorgedaan. Eenigen tijd geleden meldden wij dat het eerste vaartuig door het kanaal van Suez was gevaren. Thans beweert de Times dat men hierbij niet aan het groote kanaal moet denken, daar dit nog niet voltooid is, maar dat daarbij slechts sprake kan zijn van een smal kanaal, hetwelk voor de scheepvaart onbelangrijk mag genoemd worden. Zooals men verneemt zullen de aalmoezenier en twee zangers, die behoord hebben tot de kapel van wijlen H. M. de koningin-weduwe, te 's Hage verblijven, ten einde de dienst te verrichten voor de zich aldaar bevin dende Russische onderdanen. In de maand Mei 11. heeft eene algemeene vergade ring van het Groot-Oosten der vrijmetselaren, op voorstel van de loge l'Union royale, besloten tot oprichting vau een opvoedingsfonds voor kinderen van overleden on vermogende vrijmetselaren in Nederland en de koloniën. Dezer dagen zijn aan de broeders vrijmetselaren in ons land circulaires gericht, ten einde bijdragen tot dat doet te verkrijgen. Verkoopingen en aanbestedingen. Eergisteren zijn alhier ten verkoop aangeboden de vol gende perceelen: I. Een huis en erve, zijnde eene Brood- bakkerij, genaamd de Hoed van Aken, staande in de Gravenstraat, wijk I no. 246. Verkocht voor f 1500. II. Een huis en erve, staande in de Lange Singelstraat, wijk N no. 195. Opgebonden. III. Een huis en erve, staande in de Lange Giststraat, wijk F no. 191. Ver kocht voor f 695.75. Tlicrmometerstand. 30 Aug.'s av. 11 u. 55 gr. 31 'smorg.7 u.62gr.'sraidd. 1 u. 69 gr.'s av. llu.65gr. 1 Sept.'s morg.7 u. 64 's raidd. 1 u. 66 gr. Gemeenteraad van Xierikzee. Zitting van 28 Augustus. Onderzoek geloofsbrieven; goedkeuring raadsbesluitenrekening schutterijverzoek afkoop tiendrecht; benoeming mede-directrice brei- en naaischool; adres H. A. van IJsselstein; verslag rekenin gen; wijziging belastingstelsel; overlegging gemeente- begrooting; adses A. Piek; vervulling betrekking conrecttor en lector gymnasium. Voorzitter de heer Can. Afwezig de heer Landsknegt, met kennisgeving. Ter tafel komen de geloofsbrieven met bijlagen der herkozen raadsleden, de heeren J. W. D. van Dongen, S. G. Nauta van der Grijp, P. C. Landsknegt en H. Goe- mans en van het nieuw benoemd lid de heer R. Koole, welke tot onderzoek in handen worden gesteld der heeren Fokker, Moolenburgh en de Crane. De ver gadering wordt voor eenige oogenblikken geschorst. Heropend zijnde brengt de commissie bij monde van den heer Fokker verslag uit, waaruit blijkt dat die geloofs brieven en bijlagen in orde zijn bevonden, zoodat tot hunne toelating wordt geadviseerd. Dienovereenkomstig wordt besloten. Hiervan zal aan gedeputeerde staten en aan de toegelatenen, voor zooveel ze niet in de ver gadering tegenwoordig zij n, worden kenuis gegeven. Voor kennisgeving wordt aangenomen de mededeeling dat gedeputeerde staten het raadsbesluit tot afstand om niet van gemeentegrond aan J. de Haan, hebben goed gekeurd. In handen der heeren de Jonge, Moolenburgh en Zuurdeeg wordt tot onderzoek en rapport gesteld de rekening der dienstdoende schutterij over 1864. Komt in behandeling een verzoek van W. M. H. de Jonge tot afkoop van het tiendreeht op de landen van den polder pde Verbrande man," tegen den penning XX, bedragende 854.60. De voorzitter geeft namens burgemeester en wethouders te kennt-n, dat hun na onderzoek gebleken is, dat adres sant alleen het netto provenu, zonder veilingskosten en blokgeld, tot maatstaf zijner berekening heeft genomen. Dat, behalve dit verschil, zij ook den penning XXV in plaats van XX zouden willen bedingen, zoodat de afkoop som dan zou bedragen 1147.50. Hierover ontstaan eenige discussiën, waarnain omvraag wordt gebracht: 1. het adres zooals het daar ligt, hetwelk wordt van de hand gewezen; 2. het amendement van den heer Moolenburgh om met adressant in schikking te treden tot verhooging van zijn aanbod in die mate, dat kosten van veiling en blok geld daarbij in rekening gebracht worden, maar in geen geval tegen den penning XXV hetwelk wordt afge stemd. 3. het voorstel van burgemeester en wethouders, het welk wordt aangenomen. Tot mede-directrice over de brei- en naaischool wordt benoemd mevrouw de Crane, geb. van Vrijberghe. Wordt gelezen een adres van den heer H. A. van IJssehteijn tot uitdieping der nieuwe haven bij den zaagmolen „de Zwaluw" welke adressant het voornemen heeft af te breken, om aldaar eene groote bergplaats van steenkolen te stichten; dat die uitdieping noodzakelijk is om er zeeschepen van een diepgang van 14 a 15 voet te runnen doen lossen; dat hij bereid is voor zijne reke ning eene losplaats of erabarcadère te doen malccn, doch wenscht dat cle kosten van uitdieping en van het maken eener geschikte ligplaats voor schepen, benevens het stellen van meerpalen door de gemeente zouden worden gedragen. Adressant wijst voorts op het belang, dat de gemeente bij zijn handel, welke grootendeels in transito handel bestaat, heeft. De voorzitter deelt namens bur gemeester en wethouders mede, dat deze niets liever hadden gewild dan een gunstig voorstel bij dit adres te kunnen voegen, doch dat zij dit niet vermochten, daar het aan te groote bezwaren onderhevig was, als 1. gepaard gaande met groote kosten, 2. hinderend voor de andere schepen, 3. in het belang van een bepaald individu, en 4. dat voor schepen van 14 voet diepgang over eene breedte van 12 el al de slibben zouden moeten worden opgeruimd. Na discussiën wordt op voorstel van den heer Fokker besloten de stukken ter visie te leggen voor de leden, opdat ieder voor zich in staat zou zijn, zoodanigen deskundige te raadplegen, als hij zal goedvinden, ten einde in eene volgende vergadering met kennis van zaken in deze te kunnen spreken. De heer van der Vliet had zich daar tegen verklaard. De heer Moolenburgh brengt namens (le commissie ad hoe

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1865 | | pagina 2