MÏDDELBURGSCHE COURANT. Donderdag 31 Augustus. N°' 139. 1865. Editie van Woensdag avond 4 uren. I jaarwedden van secrctaiis en ontvanger). Maai boe en j I over welk getal ambtenaren die sommen verdeeld zijn middelburg 30 Augustus. middelburg's financiën. Met meer dan gewone belangstelling wordt ditmaal de indiening der gemeentebegrooting voor 1866, welke vol gens art. 203 der gemeentewet vóór 1 September moet plaats hebben, door de ingezetenen van Middelburg te gemoet gezien. De inrichting toch dezer begrooting zal van die van het loopende jaar aanmerkelijk afwijken. Zij zal in over eenstemming moeten zijn met het dezer dagen door den gemeenteraad genomen besluit ten opzichte van het be lastingstelsel. Niet alleen echter de meeste posten van ontvangst zullen geheel gewijzigd worden, maar ook voor de uitgaven en dit is van niet minder belang zullen, naar wij vertrouwen, geheel andere sommen dan vroeger worden uitgetrokken. Dit kan niet wel anders; vele uitgaven moeten noodwendig aanmerkelijk lager geraamd worden. Want nu de toestand onzer gemeente-financiën eens goed onderzocht is, nu dat onderzoek zoo ontmoe digend is uitgevallen, dat burgemeester en wethouders eenstemmig verklaren tot het besluit te zijn gekomen dat, niettegenstaande de uitkeering door het rijk van f 50,000, deze gemeente, zonder belasting op het brood, niet in hare behoeften voorzien kan, nu mag men waar lijk wel verwachten dat de uitgaven met de meeste zuinig heid worden ontworpen. Als men ieder, ook de behoeftige, en de behoeftige wel het meest, tot bestrijding der uitgaven laat bijdragen, dan zal het wel een eerste plicht zijn te zorgen dat die uit gaven zich tot de ouvermijdelijkste bepalen. Het wordt dan b.v. een vraag, die wel eenigszins overweging ver dient, of het wel zoo geheel en al te verdedigen is, een werkman, die met een huisgezin van f 6 per week leven moet, te laten bijdragen tot het bezoldigen van een stads- pikeuren stadsmuziekmeester; tot uitkeering van wacht geld aan een in 1856 ontslagen ambtenaar, die reeds lang weder in dienst had kunnen worden gesteldtot het onderhouden van een legio ambtenaren op de gemeente secretarie en de kantoren waar het geldelijk beheer plaats heeft. Slechts deze weinige voorbeelden geven wij hierop. In een breedvoerige opsomming van hetgeen meer in het bijzonder de aandacht verdient, willen wij op dit oogen- blik nog niet tredenwant wij hebben nog niet alle hoop verloren, dat, waar men spreekt van de onmogelijkheid om in zijne behoeften te voorzien, men eerst ernstig onderzoe ken zal, wat men onder behoeften verstaan moet, en dat onderzoek kan niet anders dan tot een gewensckt resul taat leiden. Wij hebben echter nog een verwachting omtrent de aanstaandegeraeentebegrooting. Tot nu was altijd slechts alleen de begrooting voor het publiek verkrijgbaar de inlichtingen die aan den raad moeten verschaft wor den zijn steeds voor het publiek geheim gehouden. Zoo vernam men bv. uit de begrooting voor 1865, dat voor jaarwedden van ambtenaren en bedienden bij de ge meente-secretarie 6,250, voor ambtenaren belast met het toezicht op de invordering der plaatselijke belastin gen 10,5-15 was uitgetrokken (beide behoudens de Art. 20 der gemeentewet luidt: l)e begrooting der plaatselijke inkomsten en uitgaven wordt, met de noodigeinlichting eu bescheiden, jaarlijks, vier maanden voor den aanvang van het jaar, waarvoor zij moet dienen, door burgemeester en wethouders aan deu raad aangeboden. "Zij wordt, zoodra zij is aangeboden, op de secretarieder gemeente voor een ieder ter lezing nedergelegd, cn hetzij in druk, hetzij in afschrift, tegen betaling der kosten, algemeen verkrijgbaar gesteld. «Van de nederlegging en verkrijgbaarstelling, tusschcn welke en de behandeling der bcgrooting in den raad tenminste veertien dagen moeten verloopen, geschiedt openbare kennisgeving." Nu schijnt ons dagelijksch bestuur steeds van oordeel te zijn geweest, dat bet woord zij waarmede de tweede alinea aanvangt, op de begrooting zonder de noodige inlichting enz., betrekking heeft. De opvatting is naar de letter mogelijk te verdedigen, maar van vrijgevigheid getuigt zij niet. mocht het publiek niet weten. Een belangrijke som van 26,883.72 wordt slechts aangeduid met de woorden „jaarwedden voor leeraars, onderwijzers enz." Ook wat onder deze post zoo al begrepen is, wordt voor het pu bliek verborgen gebonden. Dit nu is onze verwach ting of zou deze eene illusie zijn dat burgemeester en wethouders thans, nu daarvoor meer dan ooit reden is, het stelsel vau geheimhouding verlaten zullen. Wij raden hen dit ten sterkste aan, ook in hun eigen be lang. Geheimhouding toch wekt achterdocht, openbaar heid geeft vertrouwen, en deze laatste is voor eene wederkeerig goede verstandhouding tusschen bestuur ders en bestuurden ten allen tijde wenschelijk. Gedeputeerde staten van Zeeland hebben eene circu laire toegezonden aan burgemeester en wethouders der gemeenten in deze provincie, onder dagteekening van 25 Augustus jl. opgenomen in het Provinciaal blad no. 75. In deze circulaire wordt mededeeling gedaan van een schrijven van den minister van binnenlandsche zaken van 9 Augustus 11., houdende kennisgeving dat, ten ge volge van een beding van het tractaat met Frankrijk, bekrachtigd bij de wet van 7 Augustus jl. (Staatsblad no. 104), de plaatselijke belasting op wijn niet langer dan tot ultimo December 1865 behouden kan blijven en, krachtens art. 2 dier wet, de gemeenten welke thans eene belasting op wijn heffen,eene uitkeering uit 's rijks kas over de vier eerste maanden van het jaar 1866 zullen ontvangen, zoodat in de gemeentebegrooting van 18GG geen post voor de opbrengst der belasting op wijn, maar de door het rijk te verstrekken uitkeering zal moeten worden uitgetrokken. Over het 4/5 der opbrengst, van de personeele belasting volgens art. 1 der wet van 7 Juli jl. (Staatsblad no. 79), kan slechts met ingang van 1 Mei 1866 worden beschikt. voor de slachtbank verkocht, zoodat toen slechts weinige zieken waren te vinden. Er kondeu echter vijf lijkopne- mingen worden verricht van geslachte, doch nog geene van aaiUde ziekte gestorven dieren. Omtrent de voornaamste ziekteverschijnselen bij het levend dier, de te nemen voorzorgen en geneeskundige behandeling worden voorts in bedoeld stuk verschillende wenken gegeven. De gemeenteraad van Naaldwijk heeft zich tot den minister van binnenlandsche zaken gewend, met het verzoek om medewerking ter verkrijging van den, naar 's rauds oordeel, meest afdoenden maatregel ter voorko ming van verspreiding der zoo gevreesde runderpest, namelijk: het tijdelijk schorsen of verhinderen van alle veemarkten in het rijk. De regeering heeft bij de tweede kamer ingezonden het wetsontwerp houdende de comptabiliteitswetten, onlangs door den minister van financiën toegezegd. I De gemeenteraad van 's Heer-Arendskerke, gevolg gevende aan de voorschriften der gemeentewet, zoo als die onlangs ten aanzien der gemeentebelasting is gewij zigd, heeft besloten te beschikken over 4/5 van de opbrengst der rijks personeele belasting, voorts te heffen 40 opcenten op de grondbelasting van de gebouwde en j 10 opcenten van de ongebouwde eigendommen, 20 opcen- I ten van de hoofdsom op het personeel en eindelijk om j den hoofdelijken omslag van 1500 tot 1000 terug te I brengen. Dezelfde gemeenteraad heeft ook besloten om I den Zandweg, van den postweg langs het Nieuwedorp naar de haven van den Zuid-Kraaiertpolder, in 1866 te begrinden. i De gemeenteraad van Heinkenszand heeft besloten j even als die van 's Heer-Arendskerke, wat de vier eerste j inkomsten betreft en den hoofdelijken omslag van ƒ1700 op 1000 teruggebracht. Voorts besloot die gemeenteraad j om ook in 1866 den zandweg, van het dorp af tut aan de grens van 's Heereuboek, te begrinden. Goessche court.) De minister van binnenlandsche zaken, gezien de dispositie van den 25 dezer, waarbij eene commissie wordt ingesteld tot het nagaan der in den omtrek van Delft, cn Schiedam uitgebroken veeziekte en der maat regelen, te nemen om verspreiding dier ziekte tegen te gaan, heeft goedgevonden aan de sub. 3 genoemde leden eener subcommissie, daaruit toe te voegen den heer J. 13. .Snellen. In afwachting van hetgeen de bij beschikking van den minister van 25 Augustus ingestelde commissie van vecartseuijknndigen, betreffende de in den omtrek van Delft waargenomen veeziekte, nader zal aan het licht brengen, wordt in de Staatscourant van gisteren een en ander medegedeeld uit daaromtrent ontvangen opgaven en uit het rapport van den heer G. J. Hengeveld, leeraar aan 's rijks veeartsenijschool, wieu bij beschikking van 18 Augustus een onderzoek naar den aard dier ziekte werd opgedragen. De ziekte heeft zich vertoond in de gemeenten Kethel, Delfshaven, Moordrecht, Vlaardingen, Overschie, Kralin- geu, Nienwerkerk aan den IJsel, Spijkenisse, Schiedam, Heerjansdam, Maasland, Sommelsdijk, Zevenhuizen. Te Kcthel, waar de ziekte zich het eerst vertoonde onder uit Engeland teruggevoerde ossen, heeft zij de grootste uitbreiding genomen. Behalve te Ivethel, van waar het getal aangetasten niet is opgegeven, waren den 25'Augustus een zestigtal runderen door de ziekte aangetast. In den aanvang, eer het bestaan der ziekte bekend werd, hadden de eigenaars verdachte dieren voornamelijk Zaturdag had te 'sllage eene aigemeene vergade ring van de hoofdcommissie tot oprichting van een nationaal monument voor 1813 enz. in het paleis van Z. K. H. prins Frederik plaats. De groote kosten, die de naald en vooral het op te richten monument in het Willemspark, meer dan geraamd was, vorderen, hebben de vraag doen behandelen, of men nu maar niet van het plan tot oprichting van een am bachtsschool te Amsterdam zou afzien. De vergadering besliste echter, dat men een besluit daaromtrent onbe- baald uitstelde, voornamelijk omdat men wilde afwach ten welke bijdragen wellicht nog komen zullen. Aan bet einde van de vergadering bood de beer P. Regout, als vice-president, Z. K. H. een allerprach tigst album aan, bevattende de photografisehe portret ten van de leden der hoofdcommissie, hetwelk Z. K. H. in dank aannam. Te 6 uren had het banket in bet hotel de Oude Doelen plaats, dat de hoofdcommissie den prins-voorzitter aan bood. Dit feestmaal duurde tot 101 uur. De toast op Z. K. H. werd uitgebracht door den heer baron Rengers en op de meest heusche wijze door den prins-voorzitter beantwoord. De hoofdcommissie had den heer baron Collot d'Escury, waarnemend burgemeester van de resi dentie, aan den disch genoodigd. Een tal toasten werden ingesteld. Zaturdag heeft te 's Hage insgelijks de vergadering plaats gehad van een 100tal oud-strijders, die met het eereteeken van 1813—15 zijn versierd. Zij hebben besloten eene vereeniging op te richten, onder den naam van „het Zilveren Kruis", en eene commissie benoemd om een reglement te ontwerpen. Benoemingen en bestuiten. leger. Overgeplaatst in rang en ancienneteit bij het personeel der militaire administratie van het leger in Oost-Indië, de 2e luitenant-kwartiermeester J. van der Linden, van het 2e regement dragonders. Op non-activiteit gesteld, in afwachting dat nader omtrent hem zal worden beschikt, de officier van gezond heid 3e klasse P. J. J. Schmidt, van het 8e regement infanterie. Op verzoek eervol ontslag uit de militaire dieast verleend aan den officier van gezondheid le klasse F. Rienderhoff, leeraar bij 's rijks kweekschool voor militaire geneeskundigen te Utrecht. In actieve dienst geplaatst de officier van gezondheid le klasse H. C. Hallegraeff, van het personeel der genees kundige dienst van de landmacht, die bij besluit van den 11 November 1864 op non-activiteit isgestcld, in afwach ting van nadere beschikking. iierkuieuus. De heer J.P. G. Westhoff, predikant bij hetevangelisch- luthersche gemeente te 's Hage, heeft het beroep tot predikant bij de hersteld-evangel.-luthersche gemeente te Amsterdam aangenomen. Onderwijs. De gemeenteraad van Zierikzee heeft eergisteren besloten om den heer Kok, hoofdonderwijzer op het instituut voor jongens aldaar, voorloopig te belasten met de thans onvervulde betrekking van conrector en lector aan het gymnasium, tegen eene jaarwedde van f 400 's jaars, en zulks tot de zaak van het onderwijs zal zijn geregeld. Koloniën. Particuliere berichten met de landmail uit Oost-lndië aangebracht (de tijdingen van Batavia loopeu tot 14 Juli) deelen den gelukkigen uitslag mede van een tocht op de rivier van Singkel, welke door de marine,ondersteund door een dertigtal militairen ondernomen was. De tocht

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1865 | | pagina 1