kunnen leiden, daar het nieuwe stelsel in prins Kuza als het wave verpersoonlijkt is, wiens verwijdering nood wendig een omkeer in de gematigde staatsinstellingen zou te weeg brengen. Dit gevoelen vindt echter van onderscheidene zijden bestrijders, en men beweert dat de bedoelde brief, die een zeer onjuiste voorstelling der zaak geeft, niet te Bucharest maar in de nabijheid van het bureau van den heerPaulin Liraayrac geschreven is. Hoe dit zij, omtrent het karakter van het gebeurde zelf is nog weinig bekend-, het eenige wat men met zekerheid mag aannemen is, dat waar een zoozeer door rustige onverschilligheid zich kenmerkende stam als de Moldau-Walachijsche, een omwenteling beproeft, welke een zoo beduidend aanzien had, het plan talrijke en uitgestrekte vertakkingen door het geheele lijk moet gehad bebbeu. Het Spaansche dagblad el Tierapo ziet een wijziging van het ministerie tegemoet en bespreekt in verband daarmede het weder optreden van Espartero. Een ander dagblad van Madrid, el Gobierno, gaat verder en ver wacht dat de hertog der overwinuing weldra geroepen zal worden een nieuw kabinet samen te stellen, waarin vermoedelijk Prim, Gomez de la Serna, Aguirre, Figuerola, Madoz en Allcnde Salazar zullen zitting hebben. Is die verwachting iets meer dan een wensch, eene op goede gronden verklaarbare waarschijnlijkheid, dan is er zeker reden om op eene verbetering van sommige binnenlandsche aangelegenheden te vertrou wen. Onder de opgenoemden toch komen mannen voor, die zich eene gunstige bekendheid hebben verworven, en alleen van de zuiver progressistische partij kan men verwachten dat zij eenigermate in de behoeften van het land zal kunnen voorzien. De republiek Chili maakt zich de rust, hetwelk dit land tegenwoordig geniet, ten nutte om maatregelen te nemen die getuigen dat de verlichting er meer begint door te dringen. Het congres houdt zich bezig met eene herziening der constitutie, en zal o. a. daarin deze be langrijke wijziging brengen, dat hetroomschcatholicisrae niet meer de eenige wettig erkende eeredienst wezen zal. Deze uiting van meerdere godsdienstige verdraagzaam heid vindt bij de priesters heftigen tegenstand. Men is echter zoo goed als zeker dat de kreten „Weg met de ketters! Leve de heilige godsdienst!" de aanneming van het ontwerp niet beletten zullen. In de Vereenigde staten schijnen de verkiezingen in eenige staten aanvankelijk ten voordeele van de Unie uit te vallen. In Kentucky zullen van de negen afge vaardigden vijf tot de partij der Unionisten behooren. In Tennessee zal het resultaat in denzelfden geest zijn. Van de acht vertegenwoordigers zijn er vier gekozen van de republikeinsche partij en wordt de verkiezing van een vijfde boven eiken twijfel geacht. Van de tegen partij zijn slechts twee kandidaten verkozen en omtrent een is men nog in het onzekere. Een nieuwe opgaaf omtrent de vermindering van het leger der Unie wordt in den Herald opgenomen, die verzekert haar uit officieele bronnen te hebben geput. Volgens dezen zouden den lsten Mei 11. nog 1,050,000 man, die door de schatkist betaald werden, bij het bondsleger in dienst zijn geweest. Sedert zijn 700,000 man ontslagen, zoodat er nu nog 350,000 manschappen overblijven. Men is dus nog zeer ver verwijderd van het minimum van 100,000, onlangs door den New-York Times opgegeven. BME VEN UIT BELGIË. Brussel, 24 Augustus. Pascal schreef eens aan een zijner vrienden: „Hou 't mij ten goede dat deze brief zoo lang is, de tijd ontbreekt mij om een korteren te schrijven." Zonder de quaestie van tijd te willen opperen, begin ik met u, mijne waarde redacteur! verschooning te vragen voor de luttele ruimte die ik voor dezen epistel noodig heb. Mijn excuus heeft een geldig motief. Er is geen nieuws. Letterlijk niets nieuws. Diogenes, die nog al eene excentrieke manier van zoeken had, zou 't zelfs op dezen oogenblik bier niet vinden. Wilt ge een bewijs? Neem dan delndépendance Beige en onze officieuse l'Echo dn Parlement. Bij gebrek aan wat beters hebben de heeren Beradi en Béde dezer dagen weer eene discussie geopend over de verdiensten en onverdienstelijkheden van het actueel kabinet, over 't belang dat België heeft bij zijn aftreden en aanblijven. Waar gij mijne opinie kent over de heeren die tegen woordig aan 't bewind zijn, zult gij mij wel willen ver- schoonen van de taak om u mede te deelen wie m. i. van de beide redactiën gelijk heeft. Evenmin gevoel ik lust oin uwe lezers een omstandig verhaal op te disschen van wat er al van weerszijden gesproken en geschreven wordt over de toespraak die mevrouw Gatti de Gamond gehouden heeft ter gele genheid van bet openbaar examen en do prijsuitdeeling, die dezer dagen in de onder hare leiding staande meis jesschool hier ter stede hebben plaats gehad. Waar gij die rede naast die van den heer Funch in uw geacht blad hebt overgenomen, hebt gij reeds bewijs gegeven dat ge volkomen met dezegevierdc vrouw sympathiseert. Ook ik ben van dat gevoelen. Mevrouw Gatti is eene kloeke, degelijke, juist zooveel als noodig is geëmanci peerde vrouw, die den moed heeft gehad om 'teens open lijk aan iedereen die 't hooren wilde te zeggen dat de Belgische dame9, die tot op 't vorige jaar over 't algemeen door geestelijken en klopjes werden opgevoed, onbruik baar waren voor de maatschappij die zij intreden en waarin zij leven moesten. Met dit gezegde heeft zij eene onbetwistbare waarheid uitgesproken. Maar, helaas! zoowel hier als elders niet altijd vindt de waarheid herberg. En 't allerminst bij de heeren clericalen en hunne organen. Op dezen oogenblik is geen verf te zwart om er mevrouw Gatti en wie van baren rade zijn mee af te schilderen. Laster en logen worden niet gespaard. Wanneer er vuiler slijk was te vindeu dan dat't welk dehoogere en lagere geestelijkheid uit de clericale achterbuurt opraapt, men zou er naar zoeken om het deze „vrijdenkers" naar 't gelaat te werpen. Toch gaat het die geestdrijvers als den hond die naar de maan blafte, 't Helpt hen geen zier. De ontwikkelde menigte weet beter. Zij gevoelt dat het geslacht der toekomst moet gevormd worden in zulke scholen, waar moraal onderwezen wordt, afge scheiden van elk godsdienstig dogma. Het dogma, welk dan ook, behoort i n de kerk. Het heeft met de wetenschap niets te maken, omdat het geloof stelt boven weten. Vooral het catholicisme wil toch van weten en kennen niets booren, Meer dan een maal heeft men uit zijnen naam de kracht daarvan eensdeels ontkend, anderdeels getracht die te verlammen. Het Belgisch catholicisme ziet nu in de school van mevrouw Gatti een oogst wassen, die het zelf sedert jaren heeft voorbereid, omdat het op menigen anderen akker slecht zaad strooide. Nu leest het doornen en distelen, waar het gehoopt had rijpe garven te zamelen. De oorzaak ligt in het door zijne priesters uitgestrooide zaad. Er ging een pestwalm op boven de plek waar langs de geestelijkheid was heengegaan, en de menigte is die akkers ontweken. Zij heeft zich een eigen plek gezocht, waar hare jeugd wordt gekweekt, waar zij wast en zich ontwikkelt, vrij van slaafsche banden en forraulieren- dwang. Het vrijzinnig België hoopt dat mevrouw Gatti's school de moeder zal zijn van menige andere, en het gelooft langs dien weg de mogelijkheid voor te bereiden van wat reeds bij u eene werkelijkheid is, een lager onderwijs, zonder kerkdijken invloed en boven geestelijk gezag- De priester, van welke leer en van welke richting buiten de school: dit is ook bij ons het wachtwoord. Dat doel te bereiken zal onze schoonste zegepraal zijn. Mogen wij er eenmaal, mogen wij er spoedig toe naderenWat Neder land betreft, wij hopen vurig dat bet vol zal houden en dat het noch aan Groen ter eenre, noch aan mon seigneur Paradis ter andere zijde ooit eenige consessie moge doen, welke grieven de veteraan uit de school van Stahl of de Limburgsche volgeling van Loyola ook tegen de staatsschool mogen aanvoeren. Had Thorbecke nooit iets anders binnen uwe grenzen goeds gewrocht dan dat hij met de zijnen de staatsschool heeft voor bereid en bevestigd, hij zou daarom alleen een monument verdienen binnen elke stad, die aan hare toekomst, hare vrijheid en hare ontwikkeling hecht. Schooner victorie op het domper-systeem kon nooit worden bebaald. Het volk dat zijn bodem ontwoekerde aan de zee, heeft door de wet op het lager onderwijs zijne kinderen ontwoekerd aan de kerk, die, onverschillig of ze Rome of Genëve schrijft in hare banier, altijd en overal dezelfde is; bet groote graf der wetenschap, de moordenaresse der ken nis en der vrijheid Maar genoeg over dit onderwerpIk ga over tot iets anders, en waar ik daar zoo even bet woord „zee" ter neer scbreeft, dacht ik onwillekeurig aan Ostende. Gij herin nert u wat ik iD mijn vorigen u meldde omtrent de flinke wijze waarop de kapitein Chazal den Antwerpschen baron de Pret, een der bouderde barons van el en toonbank die daar rondloopen terecht stelde. Ik voegde bij die mededeeling de opmerking dat Antwerpen tegen woordig voor België een leelijk broeinest was. Hoor nu even, wat een Antwerpsch blad omtrent het, op het gebeurde in de kurzaal te Osteude gevolgde duel schrijft: „Het orchest gaf een potpourri. Daaronder kwam de Brabangonne voor. De muziek was slechter dan ooit. Baron de Pret begon met zich daarover te beklagen en eindigde met te fluiten. Daarop kwam een kavallerie- officier binnen, die kortweg aan den baron vroeg„Zijt gij 'tdie gefloten hebt?—Dat deed ik, mijnheer! Klets, en daar viel de slag. De ander bleef niet in gebreke dien terug te geven. Daarop werden kaartjes gewisseld en de plaats van het duel bepaald, 't welk den volgenden dag plaats greep. De burger kwetste den officier aan de hand. „Wij willen hopen dat die les den opgewonden kapitein wat gekalmeerd zal hebben. Misschien ook niet. Onze officieren zijn in den regel vrij lastig tegenover burgers. Trouwens, zoo'n geschiedenis bevordert altijd het avan- cement. Er zijn zoo lieden die te grooter verdiensten schijnen te krijgen, naar mate zij vaker de wetten schenden." Wat zegt 'ge van die mededeeling? Men moet Ant werpenaar wezen om op die wijze de verdediging op zich te durven nemen van een ellendeling, die zich niet ontzag op eene publieke plaats het geheele volk in zijne nationale hymne te beleedigen. Ik blijf er bij: Antwerpen is een leelijk broeinest! 'A gooemoHollaud! Koning Leopold was nog niet te Ostende, toen boven gemeld feit in die badplaats voorviel. De hertog van Brabant schijnt door het gebeurde zeer ontsticht te zijn en dat te betreuren, hoewel hij zich gansch niet ontziet om openlijk baron Chazal in 't gelijk te stellen. Onze ministers zijn op reis. Sommigen bevinden zich in 't buitenland. Anderen brengen hunne vacantie door in de stad hunner vaderen. Zoo bevindt de minister van binnenlandsche zaken, de heer Alphonse VandenPeere- boom zich te Yperen. Hij is daar geboren en ontving zijn mandaat als afgevaardigde uit die oude Vlaarasche stad. Hij is daar zeer gezien en zeer bemind. Dat neemt niet weg dat er te Yperen een weekblaadje uitkomt, geti teld rOpinion, dat zeer geavanceerde en uit dien hoofde zeer anti-ministerieele beginselen predikt. Dit vleit aller minst het achtbaar gemeentebestuur der grijze veste, die, waar het zelfs de geeselriemen der Opinion niet ont- loopen kan, gemeend heeft van de eerste de beste gelegenheid gebruik te moeten maken om èn zich zelf èn zijn geliefden minister van binnenlandsche zaken, eene schitterende wraak te verschaffen. Die gelegenheid is dezer dagen gevondon. De heer Yandepeerenboom was te Yperen en 'twas er kermis. Niet omdat de heer Vandepeerenboom er was, maar de heer Yandepeerenboom, die een levenslustig man is, was er omdat het er kermis was. Er zou een vuurwerk wor den afgestoken, op kosten van 't gemeentebestuur. Bij mooi weer marcheerde die aardigheid uitstekend. Alles was mooi, elk nommer, maar 't mooiste was voor 't laatste, voor 't bouquet bewaard. In vlammen ging het op. Wie? Wat? Niets minder dan een polichinel die't sprekend evenbeeld was van den advocaat Caperon, den redacteur- eigenaar van de Opinion. Het gemeentebestuur lachte, de heer Vandepeeren boom lachte, de menigte lachte, alles lachte, tot de vuur werkmaker incluis, die waarachtig pret van zijn werk had. Yoor hoe lang echter? Tot den volgenden morgen. Tot het gewone wekelijk- sche nommer van de Opinion verscheen. Men las daarin toch het volgende: „De feesten zijn in de beste orde afgeloopen. Het vuur werk was uitmuntend. Het bouquet allerprachtigst. Omtrent den persoon dien het voorstellen moest, ver keert men in het onzekere. De meesten willen dat daar mede den heer Vandepeerenboom, onzen minister van binnenlandsche zaken, bedoeld werd. Waar wij er echter niet zeker van zijn, onthouden wij ons daaromtrent van elke verzekering." De zet was goed en waar Caperon de lachers op zijn zij kreeg, won hij natuurlijk 'tspel. Men zegt niet, of, nadat hij de courant gelezen heeft, de heer Vandepeerenboom ook humeur getoond heeft tegen den gedienstigen burgemeester van Yperen. Met dit verhaal kom ik en pleine province. 'tis eene uitnemende gelegenheid om u te vertellen dat clericalen en liberalen tegenwoordig in de Vlaan deren leven als kat en hond. Verbeeldt u dat in de kleine badplaats Blankenberghe men tegenwoordigeen clericaal en een liberaal hotel heeft. Men zegt er niet bij, of 't bij de clericalen goedkooper is dan bij de liberalen. Alleen weet ik dat een Groningsch heer, die bij toeval in 't clericaal hotel verzeild was geraakt, verzocht is zich vaD daar te verwijderen, uit hoofde bij nog al krachtig oppositie had aangeteekend tegen een Vrijdagscben maaltijd, die eenvoudig uit viscli bestond, terwijl hem kalmweg vleesch werd geweigerd. Te Tongeren vindt men aan de muren affiches, waarop men, ook al ter gelegenheid der kermis, werd genoodigd tot clericale en liberale bals! 't Sterkste is echter-'wat aan de bureaux van de Vedette de Limbjmrgpêen tq:IIasselt verschijnend blad, plaats grijpt. De liberale >rc<tóoteiir wegert gladweg, bet abonnement aan bett/^.^qïgeren'feene professie, van liberale begïns^Jèn;te..,onjerteèkenen.!-"

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1865 | | pagina 3