1. de 15 opcenten op de grondbelasting der gebouwde eigendommen1298.68 2. de 10 opcenten op de grondbelasting der ongebouwde eigendommen304.28 3. de 5— 25 opceuten op de rijkspersoneele belasting3,937.64 4. de hoofdelijke omslag gemiddeld geheven tot een bedrag van21,000.— 5. de belasting op het gedistilleerd en de likeuren en den wijn13,432. 6. de belasting op de honden397. Te zamen 40,369.60 dat de gemeente voortaan niet meer zal hebben te betalen de jaarwedde der ambtenaren belast met de surveil lance voor de plaatselijke belas tingen 270 en terug van betaalden accijns bij uit voer 2000 2270.— Zoodat er te dekken blijft .ƒ38,099.60 Dat naar haar oordeel in die behoefte, volgens de door de nieuwe wet gestelde regels zal kunnen en behooren voorzien te worden, door de volgende nieuw in te voeren belastingen. 1. te beschikken: over4/5gedeelten van de opbrengst der rijks personeele belasting begroot op 15,821.08 2. 40 opcenten op de hoofdsom der grond belasting van de gebouwde eigendommen begroot op3480.62 3. 10 opcenten op de hoofdsom der grond belasting van de ongebouwde eigendommen, begroot op304,25 4. 30 opcenten van de hoofdsom der rijks personeele belasting 4,944.08 5. Hoofdelijken omslag13,500. 6. Belasting op de honden als vroeger 397. Alzoo te zamen 38,447.03 Dat echter bij het opmaken der volgende begrooting blijken zal meer benoodigd te zijn, zooals voor: intressen en aflossingen der registration van ƒ14,000, en ƒ30,000 voor kosten van het middelbaar onderwijs en dergelijke, waarom de commissie voor het financiewezen heeft ge meend den hoofdelijken omslag tot een maximum van ƒ20,000 te moeten voorstellen. Deze beginselen door de vergadering gedeeld wordende, zijn de daartoe betrekkelijke besluiten en verordeningen na geringe discussie vastgesteld. Daarna wordt eene gesloten zitting gehouden en na den afloop in de heropende openbare vergadering medegedeeld: dat de aanbeveling van een directeur en leeraars voor dc hoogere burgerschool wordt aan gehouden tot de volgende vergadering, te houden op Dinsdag den 8 Augustus a. De zitting is daarna ge sloten. öuitenlcmö. Algemeen overzicht. De scbaarscbte van politiek nieuws neemt steeds toe en de mededeelingen uit de Europeesche hoofdsteden aan de groote buitenlandsche dagbladen worden steeds kleiner en kleiner. De Parijsche berichtgever van l'Inde- pendance Beige begon gisteren zijn gewonen brief over het nieuws uit de Fransche hoofdstad met het bericht dat de Russen Taschkend hadden ingenomen. Zoo ver is het dus al gekomen dat men te Parijs het belangrijkste nieuws in-Turkestan moet zoeken, terwijl dit dan boveu- dien nog slechts de inneming van een stad door de Russen betreft, bij welk glansrijk wapenfeit „vijf en twin tig" manschappen sneuvelden. Men weet dat Rusland in die streken sedert lang zijn gebied zoekt uit te breiden en dat. daarbij nu en dan gevechten plaats hebben. De bemachtiging van Taschkend ontleent dus hare belang rijkheid aan de onbelangrijkheid der berichten uit andere oorden der wereld. Gelukkig blijft intusschen Duitschland in de quaestie der Elbe-hertogdoramen stoffe opleveren voor beschou wingen, voorspellingen en geruchten. Sommige der laatste beginnen echter een karakter van periodiciteit aan te nemen. Zoo beweert men thans dat de regeering te Weenen geneigd zou zijn om verschillende concessiën aan Pruisen te doen en zelfs de candidatuur van den hertog van Oldenburg te erkennen, indien de regcering te Berlijn van hare inlijvingsplannen wilde afzien en voorts de Silezische grenzen in het belang van Oostenrijk „rectificeeren". Men zal zich herinneren dat dit gerucht eenige maanden geleden reeds verspreid werd. Volgens de Kreuzzeitung zal thans weder wel eene conferentie plaats hebben tusschen den koning van Pruisen en den keizer van Oostenrijk. Volgens een zestal Duitsche dag bladen is voorts de vijandschap tusschen Weenen en Berlijn in de laatste dagen zeer toegenomen; volgens een zestal andere is er van vijandschap geen sprake meer. Zeer juist geeft dit alles een denkbeeld van de verwar ring, waartoe de quaestie der hertogdommen langzamer hand aanleiding heeft gegeven. Volgens de berekening van een Engelsch dagblad is de verhouding der verschillende partijen in het parlement aldus: leden der behoudende Derby-partij 285, onafhan kelijke behoudslieden 5, Whigs en aanhangers van Palmerston 229, radicalen en aanhangers van Gladstone 105, lcrsche catholieke ledeu 34. Andere dagbladen beweren echter dat deze berekening onjuist is en men de opening der debatten zal moeten afwachten om de positie der partijen op deze politieke kampplaats te kunnen aangeven. Uit Parijs wordt gemeld dat men aan het departement van binnenlandsche zaken ijverig bezig is om een uit voerig verslag der gemeenteraadsverkiezingen voor den keizer te bewerken. Uit Mexico is dezer dagen te Luik een brief ontvan gen van een der leden der Belgisch-Mexicaansche afdee- ling. Hierin wordt, zegt het Journal de Liëge, medege deeld dat die afdeeling ten gevolge der laatste gevechten en door ziekten zoo weinig manschappen meer telt, dat, indien geene versterking uit België wordt toegezonden, het Belgisch legioen geen afzonderlijk corps meer zal kunnen uitmaken, maar bij de Oostenrijksche afdeeling of bij het Fransche leger moet worden ingedeeld. De Times bericht omtrent Mexico dat Juarez zijne legerafdeelingen in het noorden des lands heeft samen getrokken en dat zijne generaals Cortinas, Mendez, Leon en anderen met ongeveer vier duizend man gedurende de twee laatste maanden de communicatie tusschen Matamoras en Monterey, alsmede tusschen Tampico en San Luis Potosi, onmogelijk maken. Ook de weg van Vera Cruz naar Mexico is in den laatsten tijd weder zeer onveilig en de werkzaamheden aan den spoorweg tusschen Vera Cruz en Chiquihuite zijn geheel gestaakt. Men ziet dat deze lezing des berichtgevers van den Times geheel anders is dan die van het officieel orgaan der Fransche regeering. Uit Zuid-Amerka worden weder eenige mededeelingen aangebracht omtrent den oorlog tusschen Brazilië en Paraguay. Daaruit blijkt dat een zeegevecht was geleverd tusschen de beide strijdende partijen, waarbij de vloot van Paraguay, bestaande uit vier oorlogsstoombooten en zes drijvende batterijen geheel en al werd vernield. Te land had echter de president Lopez de stad Boya ingenomen en verbrand. De keizer van Brazilië maakte zich tijdens het afzenden van deze berichten gereed zich ia persoon naar het oorlogstooneel te begeven. Duitschland. De Wiener Presse zegt omtrent de troonrede, waar mede de zitting van den Oostenrijkschen Reichsrath dezer dageu werd gesloten, het volgende „Dat kort document kenschetst op zeer juiste wijze de onzekerheid van den tegenwoordigen toestand en de overgangsperiode waarin wij ons thans bevinden. Men kan zeggen dat deze troonrede alleen is uitgesproken omdat het de gewoonte is om de zittingen der kamers in een constitutioneelen staat met dergelijke toespraken te sluiten, zoo moeielijk toch is het om daarin eenige toelichting te vinden omtrent Oostenrijk's toekomstige staatkunde. „Terwijl in de troonrede gezegd wordt dat Z. M. de keizer te zamen met den koning van Pruisen de Slees- wij k-Holsteinsche quaestie zal trachten op te lossen op eene wijze, welke met de belangen van geheel Duitsch- i land en met de positie van Oostenrijk in den bond over- eenkomt, dan kan men daarbij opmerken dat men zulks reeds zoo lang beoogt en dat de pogingen daartoe aan 1 te wenden ijdei zullen zijn, omdat Pruisen geene oplos- sing wil, welke met de belangen van geheel Duitschland j en met de positie van Oostenrijk in den bond overeen- j komt. Overigens maakt de phrase, welke wij hier bedoelen, met eene algemeene opmerking omtrent de handhaving I van den Europceschen vrede alles uit, wat over de buitenlandsche politiek wordt gezegd. „Intusschen is het aangenaam te vernemen dat Oosten- I rijk zijne Duitsche staatkunde zal volgen in het Duitsch i vraagstuk van den dag. „Wat de binnenlandsche politiek aangaat, hernieuwt men in de troonrede de sedert lang afgelegde verklaring I dat de bijeeuroeping der landdagen in de Hongaarsche gewesten zal plaats hebben, en uit men den wensch dat men eene behoorlijke wijze zal vinden om over de alge- j meene aangelegenheden algemeene beraadslagingen te voeren. Men zegt ons hierin niets nieuws daar toch ook die wensch reeds sedert lang werd uitgesproken, zelfs i door de Hongaarsche staatslieden. Men verwachtte dan ook te vernemen hoe de regeering die algemeene beraad- slaging zal doen plaats hebben, waaromtrent echter j geene enkele inlichting wordt gegeven. „Het nieuw bestuurstelsel blijft alzoo door eene diepe duisternis omgeven en in het programma van het nieuw j ministerie behoort daaromtrent nadere uiteenzetting te worden gedaan. De pessimisten zullen overigens een j slecht voorteeken zien in de omstandigheid dat in de geheele troonrede geene enkele maal sprake is van de constitutie." De officieuse regeeringsorganen beweren intusschen dat de troonrede de gemoederen weder tot kalmte heeft I gebracht en de vereisebte inlichting bevat omtrent den politieken toestand van het oogenblik. Eene toeliehtiug I van deze bewering geeft echter noch het Fremdenblatt, noch de Wiener Abendpost. De opvolger van den Oostenrijkschen minister von Schmerling, de heer Belcredi, is geboren in 1823. Hij vervulde in Silezië, Moravië en Bohemen gedurende zijn geheele leven administratieve betrekkingen en werd ver leden jaar tot gouverneur van deze laatste provincie benoemd. Als lid van den Reichsrath deed hij zich kennen.. als een getrouw aanhanger van het laatste ministerie,.'~"DeV! graaf Belcredi is overigens zonder populair te zijn dool'- i de bevolking geacht. „j Verschillende mededeelingen maken melding van onderhandelingen welke worden gevoerd tusschen Frank-1 rijk en Oostenrijk over ccneerkenning van het koninkrijk Italië. Het officieus regeerings-orgaan te Weenen, de Gener. Corr., spreekt dit bericht tegen. Omtrent de houding der Pruisische regeering in de Elbe-hertogdommen zegt de Ostdeutsche Post, het volgende „Pruisen is thans in de hertogdommen handelend op getreden en het is genoeg Pruisisch onderdaan te wezen om te worden gearresteerd en zonder eenigen vorm van proces door de militaire commissie in eene vesting te worden opgesloten. De Sleeswijk-Holsteiners kunnen zich een denkbeeld maken van het schitterend lot, het welk hun wacht als zij ook Pruisen zullen zijn geworden. Mochten zij dan direct of indirect Pruisische onderdanen worden, dat zal voor hen vrij onverschillig wezen. Recht en rechtbanken schijnen voor de Pruisische bevelhebbers niet te bestaan en zij bekommeren zich volstrekt niet om de wetsbepalingen, welke de persoonlijke vrijheid waarborgen. Het is genoeg dat men hun mishaagt om zonder een rechterlijk bevel te worden gearresteerd en naar een vesting gebracht zonder aan den rechter te worden overgeleverd. Het is zelfs vrij onverschillig of het een Pruisische vesting is of eene waarop ook andere mogendheden recht hebben. Ziedaar hoe Pruisen thans de legale toestand begrijpt." In de Elbe-hertogdommen blijft de partij, welke geene bajonetten en kanonnen ter harer beschikking heeft, protesteeren. Het hoofd der policiete Altona heeft thans geprotesteerd tegen de handelwijze ten opzichte van den lieer May, onder verklaring dat hij zijae betrek king zou nederleggen, indien hem daarvoor geene vol doening werd gegeven. De heer Voglcr zal thans een voudig door een ander worden vervangen. Eergisteren heeft te Berlijn eene vergadering van ongeveer duizend werklieden plaats gehad. Daarin zijn de volgende besluiten genomen. „De vrijheid van vereeniging en vergadering is de onmisbare eerste voorwaarde tot eene redeljke uitoefe ning van de politieke rechten; zonder die vrijheid is het voor de werklieden onmogelijk om op wettige wijze naar verbetering hunner positie te trachteD. „De constitutioneele staat rust op de vrijheid van vereeniging en vergadering, daar toch de wetgeving wordt gedebatteerd in vergaderingen alwaar de meer derheid beslist. Onnoodige hinderpalen aan die vrijheid in den weg gelegd, leiden tot geheime vereenigingen welke een kwaad zijn. „De vergadering meent dat het de plicht is van den werkman om het recht van vereeniging te verdedigen en daarvan zonder eenige vrees gebruik te maken. Zij noodigt de regeering uit om voortaan aan de autoriteiten te verbieden dat zij zich maatregelen veroorloven, ge lijk bij gelegenheid van het feest der afgevaardigden te Keulen is geschied." Op voorstel van een lid der vergadering werd overi gens ook dit votum uitgebracht: „De vergadering betreurt de telkens voorvallende uitbanningen wegens politieke redenen en vertrouwt dat de wetgevende macht zal zorgen dat deze verban- ningswetten spoedig buiten werking zullen worden gesteld." De transatlantische telegraafkabel. De plaats al waar de kabel aan het land is bevestigd, is op Valentia in Ierland en wel aan den oever van een der diepe baaien, welke in vrij groot aantal aan die rots achtige en onherbergzame kust te vinden zijn. De baai welke wij bedoelen is ongeveer anderhalve uiijl lang, en eene halve mijl breed en levert een zeer schilderachtig gezicht op. De ingang daarvan wordt bijna geheel geslo ten door een half gespleten rots, Butlers-Island genaamd. Hierachter is het water der Foilhommerum-baai kalm en rustig, daar deze bijna van alle zijden door rotsen van drie honderd voet hoogte omgeven wordt. Aan de oevers bevinden zich nog eenige sporen van aarden wallen, welke de overblijfselen uitmaken van een fort onder Cromwell gebouwd. Aan de noordzijde ver heft zich de Bray-Head, een dier Iersche bergen welke zich in zee uitstrekken en deze kust zoo gevaarlijk voor den zeeman, zoo schoon voor den reiziger maken. De top van de Bray-Head is voortdurend in nevelen gehuld en aan den voet daarvan woelen de schuimende golven, even als langs de rij der rotsen, welke dit ge deelte der kust als een keten omgeeft en de uiterste punt uitmaken, hetwelk voortdurend deu Atlantischen oceaan trotseeren moet.. De ontscheping van het uiteinde des kabels is Zatur- dag 22 Juli des morgens te 8 uren aangevangen. De Caroline was daarbij behulpzaam en de plechtigheid werd o. a. door sir Robert Peel, lid van het parlement bijgewoond. Die ontscheping had op de volgende wijze plaats. Van de achtersteven der Caroline, op 700 vademen van de kust geankerd, had men eene rij sloepen aangebracht tot aan den wal. Deze sloepen waren met de beste matrozen bemand, welke men in de nabuggleg^^iavens had kun nen vinden en stonden ond^'.Ö£yelzeker aantal cablemendie zich geraakkef?fk op culters^y(jigs van het eene punt naar het andere ^Qhden tferpjaafefeu. De eerste vademen vaff^n kafipl ^rucft natuurlijk met zeer weinig moeite \i^de Cagolinq^nt,scheept en eenige booten ver gebracktf^pasirop volgde echter een lang en hoogst moeilijk werk?-Q\n; najaelijk de telkens z.wnfrMer wordende massa van boót irut l5oot te brengen. •Mén'"Ivprdei-de daarbij telkens slechts éen voet, hoewel 'tossclfen de drie en vier honderd man daaraan hunne krach-féta wijdden. Twee uren lang was meu dan ook bezig om het uiteinde tot aan de laatste boot nabij den

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1865 | | pagina 3