Zaturdag werden door den heer F. Lambach, -
gezagv. der stoomboot Admiraal Verheul, en zijne echt
genoot bij hunne betrekkingen gebracht de drie jeug
dige schipbreukelingen van het verongelukte schip
William Nelson: Jan van den Berge, oud 22 jaar,
Marinus Pelle, 12 jaar en Jan Pelle, 8 jaar. Gemelde
gezagv. had hen van den Hollandschen consul te Havre
overgenomen en met genoemde stoomboot te Rotterdam
aangebracht, en heeft omtrent hen de liefderijkste zorg
betoond. Hij heeft er zich met zijne echtgenoot een
genoegen van gemaakt om voor eigen rekening die
kinderen te Dreischor te brengen. De kinderen Pelle
hebben bij die schipbreuk hunne ouders en twee broers
verloren.
Te Londen is thans onder patronaat van den mar
kies Towsend en onder bestuur van twaalf aanzienlijke
dames als regentessen het asyl voor uitgehongerde hon
den geopend met het noodig aantal oppassers enz. Het
is een der schitterendste blijken hoever de ziekelijkheid
gaan kan van een gevoel, hetwelk niet eens meer philan
thropic kan genoemd worden.
Dezer dagen is, onder voorzitterschap van lord
Derbey, in South Kensington-museum eene meeting ge- 1
houden, ter voorloopige regeling van eene in het jaar
1866 te honden National Portrait exhibitionwaar de por- 1
tretten van beroemde landgenooten, in chronologische
orde, van het midden der 15e eeuw tot op onzen tijd,
zullen worden tentoongesteld.
De Fransche Moniteur du soir geeft een overzicht
van de gedurende de eerste helft dezes jaars verleende
vergunningen tot het dragen van vreemde orden. Het
gezamenlijk aantal beloopt 177, waaronder 3 voor de
Nederlandsche orden.
Men verneemt dat met het leggen van den trans- 1
atlantischen kabel morgen een begin zal worden gemaakt.
De Great Eastern zou ten dien einde Zatnrdag uit de
Nore naar Valentia vertrekken. Ongeveer 500 personen
zijn met de verschillende, daaraan verbonden werkzaam- 1
heden, belast.
Men heeft te Pompeji den tempel van Juno ontdekt,
waarin zich 300 geraamten bevonden van vrouwen en 1
kinderen. Een der geraamten is waarschijnlijk dat der j
priesteres, althans te oordeelen naar de kostbare klei-
nooden, waarmede zij bedekt wasaan den arm hing een
gouden wierookvat, bevestigd door een keurig bewerk- i
ten ring van hetzelfde metaal. Dit vat heeft den vorm
van die welke bij de ceremoniën der katholieke kerk
gebruikt worden; het is buitengemeen fraai bewerkt en
met keurige edelgesteenten versierd. Het beeld der 1
godin is een der fraaiste voorwerpen, welke men in de
door lava bedolven steden heeft gevonden; de oogen
zijn van email; om den hals, armen en enkels heeft zij
kleiuodiën en armbanden met edelgesteenten, van beval-
ligen vorm en buitengemeen fraai bewerkt; de pauw, i
welke naast de godin staat, is bijna geheel met edelge-
steenten overdekt. De drievoet, welke voor het altaar 1
stond, is geheel van goud en even keurig bewerkt als
het wierookvat der opperpriesteres. In den tempel be
vinden zich nog bronzen, ijzeren, zilveren en gouden
lampen, alle kunstig met wijnranken, bladen, bloemen en
vruchten versierd. Rondom het altaar is het mozaïk
plaveisel buitengemeen fraai en goed bewaard, het pla-
veisel van het overige van den tempel wordt gevormd
door driehoeken van wit agaat en purpurino. Alleen de
plaats, waar de offerhanden werden verricht, is met mar
mer geplaveid. Al de werktuigen, waarvan men zich bij
die gelegenheid bediende, bevonden zich op de bronzen
tafel, en de gewijde vaten zijn gevuld met eene rood
achtige zelfstandigheid, welke men gelooft dat bloed is.
De advocaat B. te Parijs heeft een hazewindhond.
Dezer dagen wandelde hij, door dezen gevolgd, op de
boulevard Beaumarchais. Het dier bleef op eens achter
en kwam niet toen zijn meester het floot. Deze keerde
terug en vond den hond, vastgehouden door een persoon,
die hem den bek digt hield, zoodat hij niet kon blaffen.
De heer B., een man van groote spierkracht, greep
den dief eu liet hem de keus om den hond te kussen of
aan de policie overgeleverd te worden. De dief koo8 het
eerste en onder het gejuich van de menigte, die zich om
hem verzameld had, werd de kus gegeven. Intusschen
had ook de policie zich met de zaak bemoeid, nam den
hondendief in arrest en bracht hem naar het policie-
bureau. Daar eischte de advocaat de invrijheidstelling
van zijn „cliënt" zooals hij hem noemde op grond
van eene oude Bourgondische wet, die niet was afge
schaft en waarin (tit. X, cap. IX, art. 8) de bepaling
voorkomt dat elk die een hond steelt, van het ras om
schreven in dat artikel, een boete zal betalen van 5
gouden sols, of den hond van achteren een kus zal geven.
De „cliënt" nu had aan het voorschrift voldaan en was
dus vrij. De commissaris van policie was echter van een
ander gevoelen en zond den dief naar de prefectuur.
Zondag nacht, zoo meldt men uit Maagdenburg, j
heeft er tusschen Halberstadt en Dortmund een spoor- i
wegongeluk plaats gehad ten gevolge der botsing van
twee treinen. Zes wagons werden daarbij geheel ver- j
brijzeld. Dertien personen verloren het leven, terwijl J
het getal der gekwetsten zeer groot is.
Men haalt het volgende aan als een nieuw bewijs
hoe armzalig het gesteld is met de taal- en aardrijks
kundige kennis van sommige Frauschen. Te Breslau
stierf de toonkunstenaar Bierey aan asthma; de Liogra- j
phie universelle des musiciens, van zijn dood melding
makende, zegt o. a. „II mourut a Asthma prés de Breslau."
Als een bewijs der buitengewoon groote drukte
welke jl. Zondag te Scheveningen heeft geheerscht, wordt
medegedeeld dat door de tramway-onderneming 2660 en
door de omnibusdienst 1264 personen zijn vervoerd.
De oppasser van de vierhandige dieren, ourang-
outangs enz. van den Antwerpschen dierentuin, begaf
zich Donderdag jl., als naar gewoonte, in de kooi dezer
dieren, om de apen zich naar hunne respectieve verblijf
plaatsen te doen begeven. Gewapend met een groote
zweep, wist hij die zoodanig te gebruiken, dat bijna allen
gedwongen werden hunne veriblijven op te zoeken. Een
der grootste apen, waarschijnlijk nog weinig doordrongen
van het overwicht van den mensch op het apengeslacht,
meende aan de roepstem des wachters geen gehoor te
moeten geven en bleef bedaard zitten. De wachter was
het echter niet met hem eens en deed hem de kracht der
zweep nogmaals gevoelen. Nu kon de aap zijne woede
niet meer bedwingen. Hij wierp zich op den oppasser,
krabte hem in het gezicht en beet hem een stuk uit de
ooren. Het spreekt van zelf dat de oppasser met dit
onthaal weinig gediend was. De zweepslagen werden
verdubbeld, doch de ongelukkige oppasser moest daarvoor
duur boeten. De andere apen, het gevecht ziende, beslo
ten hunne makkers te helpen en wierpen zich met
kracht op den oppasser. In een oogenblik zag de onge
lukkige zich door een legio duivels en duiveltjes omringd,
die hem zoodanig de kracht hunner nagels en tanden
deden gevoelen, dat de oppasser als overwonnen ter aarde
stortte. Op zijn geroep kwamen zijne kameraden toe
schieten. De apen begonnen nu voor de overmacht te
wijken en klommen zoo spoedig mogelijk naar de hoogte.
De oppasser had echter niet minder dan 23 wonden
bekomen die, hoewel niet gevaarlijk, hem toch zeker
zullen noodzaken eenige dagen het bed te houden.
Burgerlijke «tand.
Middelburg. Eerste huwelijksafkondiging den 16
dezer: P. M. de Baat Doelman, jra. 24 j. met C. M. de
Broskert, jd. 23 j. J. P. Swennen,jm. 33 j. met G. Voer
man, jd. 36 j.
(Van 8 tot 15 Juli.)
vlissingenGehuwd: B. Kooien, jm. 27 j. met N. E.
Kleyne, jd. 19 j. K. Pourmerel, jm. 39j. met G. A. Groen,
jd. 28 jaren.
BevallenJ. M. C. Vermeulen, geb. Sluijts, z. A. P. M.
van Opbergen, geb. Harrase, z. M. Ruinpff, geb. van
Verre, d. (doodgeb.) A. J. Renier, geb. Smit, z.
Overleden A. Brugge, z. 4 maanden.
Goes. Gehuwd: J. Besuijen, weduwn. 65 j. met
J. A. Groenhof, wed. 56 j.
Bevallen: M. Visser, geb. Reraijn, d. (levenl.)
Overleden: M. Visser, d. 2 j. W. J. van de Weert,
z. 6 j. J. Nonnekes, z. 4 m. S. Liefbroer, jd. 47 j.
C. Schmidt, d. bijna 2 m. J. Rejock, d. 3 m. L. P. Schrij
ver, d. 7 weken.
Zierikzee. Gehuwd: M. Franke, jm. 30 j. met N. van
de Velde, jd. 22 j.
Bevallen: G. de Graaf, geb. de Winter, z. A. Berre-
voets, geb. van der Jagt, z. J. Schikker, geb. van Neu-
ren, d. M. Verton, geb. Duson, z. J. J. Put, geb. Verloo, d.
E. E. Schouten, geb. Wagemakers, d. K. Pistorius, geb.
Kuipers, z.
Overleden: M. A. van Velthoven, d. ruim 11 maanden.
J. A. Kruijsse, vrouw van A. Ivruijsse, 52 j. M. op den
Brouw, z. circa 5 m. C. Jonker, jd. 85 j. M. J. Hille-
brand, z. 16 m. ,J. J. Wansink, z. 10 in. J. A. Padmos,
z. 7 maanden.
Thcrmonie terstand.
17 Juli 's av. 11 u. 66 gr.
18 'smorg.7u.66gr.'smidd. 1 u.70gr.'sav. 11 u.64gr.
19 's morg.7 u. 66 's midd.. 1 u. 74 gr.
Statcn-gencraal.
tweede kamer.
Zitting van Maandag, 17 Juli. Beraadslaging over liet
wetsontwerp tot onteigening van perceelen voor den
spoorweg WillemsdorpDordrecht.
Bij de aangevangen beraadslaging over bovengemeld
wetsontwerp, kwam al dadelijk de groote vraag: de rich
ting van den spoorweg ter sprake. Do regeering stelt voor
die te nemen door den Zwijndrechtschen waard, terwijl
enkele leden daarentegen die door den Alblasserwaard
verkieslijker achten. De regeering is echter van oordeel
dat bezwaren, zoo wel van financieelen als van techni-
schen aard, zich tegen laatstgenoemde richting verzetten.
De heer Begram betoogde uitvoerig dat de richting
door den Alblasserwaard meer in het algemeen belang
is, dan de andere. Hij toonde aan, dat de financieele
opgaven der regeering, met betrekking tot de kosten voor
beide richtingen vereischt, hoogst onvolledig waren,
en trachtte voorts te bewijzen, dat ook aan de richting
door den Zwijndrechtschen waard bezwaren van tech-
nischeu aard verbonden waren, en dat de aan te leggen
werken, voornamelijk de bruggen, belemmerend voor de
scheepvaart zouden zijn.
Het spoorwegbelang zelf bracht z. i. ook mede de rich
ting door den Alblasserwaard te nemen. Overigens waren
de mededeelingen der regeering, wat aangaat de kosten
door den Alblasserwaard, overdreven voorgesteld. Hij
twijfelde of de tijd gekomen was om thans eene keuze
te doen tusschen de beide richtingen, in afwachting van
nadere gedetailleerde opgaven der regeering omtrent de
kosten van beide richtingen.
De heer Blussé was primitief voorstander van de rich
ting door den Alblasserwaard. Het scheepvaart- en spoor
wegbelang, het financieel en waterstaatsbelang bracht
mede die richting te kiezen, maar dcRijnvaartcoramissie
eischt hooge vaste bruggen, terwijl hij altijd be weeg
bare en lage bruggen verlangde. De vordering nu der
Rijnvaartcoramissie, verandert den stand der zaak geheel
en maakt dat de richting door den Zwijndrechtsen waard
de voorkeur verdient. Hij verklaarde zich voorts tegen
ieder uitstel, daar de tijd gekomen was om te beslissen,
aan welke richting de minste bezwaren verbonden waren.
Ook de heer de Raadt verdedigde de door de regee
ring aangenomen richting, terwijl de heer Viruly de
richting door den Alblasserwaard het meest in het alge
meen belang achtte, maar tegelijk beweerde, dat daaraan
na den eisch van de Rijnvaartcomraissie, geen gevolg
kon worden gegeven. Hij drong voorts aan op den brug
bij den Moerdijk, zonder welken deze weg geen nut heeft.
De heer van Bosse besprak het bouwen van een brug bij
IJsselmonde.
De minister van binnenlandsche zaken ontvouwde
daarna de redenen, die de regeering genoopt hadden de
richting door den Zwijndrechtschen waard te kiezen.
Die keuze heeft plaats gehad na rijp beraad, en Dadat
belanghebbenden en voorstanders van beide richtingen
waren gehoord. Bezwaren zoowel van geldelijken als van
technischen aard, gevoegd bij den eisch der Rijnvaart
commissie om hooge vaste bruggen te hebben, verzetten
zich hoofdzakelijk tegen de richting door den Alblasser
waard. De regeering had door overlegging van alle
daartoe betrekkelijke stukken, genoegzaam licht over
alle bijzonderheden dezer zaak, ook over de kosten ver
spreid. Door deze wet wordt echter niet beslist, dat er
zal zijn eene overbrugging bij IJsselmonde of een viaduct
door Rotterdam.
Het wetsontwerp werd hierop aangenomen met 44
tegen 4 stemmen, van de heeren Begram, W. van Goltstein,
van Lidth de Jeude en Simons, na verwerping met 42
tegen 6 stemmen, van een araendement van den heer
Begram, waarvan de strekking was de kwestie der rich
ting ongeprejudicieerd te laten.
Daarna is nog aangenomen het wetsontwerp tot goed
keuring van sommige artikelen van het door de centrale
commissie voor de Rijnvaart wegens de spoorwegbrug
te Bommel opgemaakt protocol.
Eindelijk zijn eenige conclusiën op regeerings-verslagen
goedgekeurd.
Bij die gelegenheid constateerde de heer Rochussen
dat de regeering nog niet had ingezonden de cultuurwet,
de Oost-Indische drukperswet, de Indische begrooting
van 1864, de suikerregeling en de maatregelen omtrent
het omhakken van koffieboomen.
De minister van koloniën was niet tegenwoordig, door
ongesteldheid daarin verhinderd.
De zitting is daarmede geëindigd.
öuitrnlanD.
Algemeen overxichl.
Wij namen uit de Parijsche dagbladen in ons vorig nom-
mer het bericht over dat keizer Napoleon Zaturdag naar
Plombières was vertrokken en dat keizerin Eugénie zich
naar Fontainebleau had begeven. Dit was echter onjuist;
eene ongesteldheid van den keizerlijken prins heeft hun
vertrek uit de hoofdstad verhinderd. Intusschen levert
Parijs dezer dagen niets belangrijks aan politieke gebeur
tenissen op en Abd-el-Kader blijft voor de Parijsche
dagbladpers het thema, waarop zoo veel mogelijk gevari
eerd wordt. De levensgeschiedenis van den ex-emir, met
de noodige legenden vermengd en schier zelve reeds
legende geworden, wordt thans bij de groote schaarste
van politiek nieuws door verschillende dagbladen opge
slagen om hunne kolommen te vullen.
Voorts houdt men zich bezig, ofschoon dit onderwerp
schier uitgeput is, met den heer Walewski, president
van het wetgevend lichaam in spe. In de cavés ver
haalt men te dien opzichte en van daar vindt men die
absurditeit in sommige dagbladen opgenomen dat de
regeering met den oppositie-kandidaat in het departe
ment des Landes, Victor Lefranc, eene schikking zou
hebben getroffen, waarbij de contracteerende partijen
zouden zijn overeengekomen: I. dat de heer Lefranc
zich tegenover den zoon der gravin Walewski geen kan
didaat zou stellen en 2. dat de regeering dien heer in dat
geval, als hij in eenig ander departement zich kandidaat
stelde,niet zou bestrijden.—Hetgeen aan waardigheid der
keizerlij ke regeering nog mocht gebleven zijn, zou, indien
