Yereenigde Staten.
De Courrier des Etats-Unis bevat het verslag der
door den heer Doster uitgesproken pleitrede als verde
diger van Payne, die den moordaanslag deed op den heer
Seward. Er bestaat in Payne zoo pleitte de heer
Doster een mensch en een monster. De mensch is de
zoon van George C. Powell, predikant, thans wonende
naar men meent te Live Oak station, geboren in Ala
bama in 1845. Het monster is de zoon der slavernij en
van den burgeroorlog. Bij den aanvang van den krijg,
vier jaren geleden, was de jeugdige Lewis Payne Powell,
belast met het bestuur van zijns vaders plantage, waarop
zich een aantal slaven bevonden. Weldra ging hij daarop
over in krijgsdienst bij het 2e regement infanterie van
Florida en werd naar Richmond gezonden. Op zijn leef
tijd was aan den oorlog het denkbeeld verbonden van de
verdediging der maatschappelijke toestanden, der faraille-
traditiën, der oude gewoonten en der slavernij, welke hij
aan den ouderlijken haard en in de meetings zijner zuide
lijke medeburgers steeds had gehandhaafd gezien. "Ver
vuld van zijne bevooroordeelde gezindheid zag hij slechts
in de overwinning van diegenen, welke tegenover hem
stonden, de vernietiging van een maatschappelijk stelsel
waarop geheel zijne opvoeding gebaseerd was, het verlies
van de goederen welke zijne ouderlijke erfenis zouden uit
maken, de schending der door hem goedgekenrdewetten,
de bezetting van zijn land. Het wetboek waaraan hij
door opvoeding en omgeving gehecht was, predikte het
recht der superioriteit van het eene ras over het
andere, hetwelk aan een mensch het recht van leven
en dood geeft over een ander mensch en het persoon
lijk gezag in de plaats stelt van het wettelijk gezag.
Payne is in de tweede plaats ter school geweest bij
den oorlog en zijne afschuwelijkheden. Hij woonde onder
Hill de veldslagen van Chancellorsville en Antietam bij
en later den veldslag van Gettysburg, alwaar bij gekwetst
krijgsgevangen werd gemaakt. Het dienen van dezen
zestienjarigen jongeling in het leger, alwaar men steeds
vervloekingen uitbraakte tegen den president der gefe-
dereerden, alwaar hij al de verschrikkelijke oorlogsram
pen van nabij kon waarnemen, alwaar bij dood, verderf
en hongersnood rondom zich zag waren, moest een zeer
demoraliseerenden invloed uitoefenen.
Onder dezen invloed kwam bij hem de gedachte op
dat hij alleen zou kunnen volbrengen, hetgeen zoovele
anderen in massa trachten te doen. Hij meende dat eene
persoonlijke handeling edeler was omdat zij meer moed
vereischt. Hij mikte op het hoofd van den vijand in plaats
van op het lichaam gelijk anderen. Voor ons was de
president de redder des vaderlands en de heer Seward
de groote vredestichter en de beschermer tegen een
oorlog met het buitenland, maar voor dat kind
even als voor vyf millioen zijner medeburgers, was de
een een tyran, en een schenner der wetten terwijl de
ander zijn raadgever was.
De bitterheid van Payne's gemoed werd later nog ver
meerderd terwijl hij zich, na het hospitaal van Prattstreet
te Baltimore te hebben verlaten na vele wederwaardig
heden, weder in die stad nederzette. Hij was aldaar zon
der geld en zonder middelen van bestaan. Handenarbeid
was hem vreemd. Zijne opvoeding voor zijne latere
handelingen was intusschen voltooid. De slavernij had
hem geleerd een doodslag niet te tellenhet leger had
hem geleerd dien te begaan en gerechtvaardigd te ach
ten; de guerella-krijg had hem geleerd dien gaarne te
plegen; de noodzakelijkheid heeft hem het besluit doen
nemen den moordaanslag ten uitvoer te brengeu.
In het begin des oorlogs wij moeten dit eerst nog
vermelden was de jeugdige Powell eens in den
schouwburg te Richmond geweest. Het was voor de
eerste maal zijns levens en met geheel zijne ziel was zijn
blik op het toneel gevestigd. Een acteur vooral trok hem
aan en betooverde hem door zijn taal en gepassioueerd
spel, dit was J. Wilkes Booth. Powell liet zich na het
einde der voorstelling aan hem voorstellen en hoewel
van zeer verschillend karakter waren deze twee personen
volkomen geschikt om op elkander een onwederstaan-
baren invloed uit te oefenen. De soldaat was forsch ge
vormd, ruw, rondborstig, ongeletterd; de acteur had een
delicaat gestel, was beleefd, bevallig, schitterend en had
eenige talenten. Gedurende eenigen tijd hadden beide
een hoogst vricndscbappelijken omgang met elkander
om zich voorts van elkaar voor eenige jaren te scheiden.
In Maart 11. bevond Payne Powell zich dan te Balti
more in een allertreurigsten toestand en doolde op
zekeren avond de straten rond. Plotselijk hoort hij daar
bij het hotel Barnum eene bekende stem; hij ziet op en
herkent den acteur van Richmond. „Booth is Payne's
eerste uitroep geef mij wat eten, ik sterf van honger
In elke andere omstandigheid zou Booth hein dadelijk
brood hebben gegeven, maar thans bedacht hij zich; hij
kwam van Canada en zocht agenten om hem behulpzaam
te zijn. Hij ontleende nu uit den honger van Payne een
wapen om hem tot zijne plannen te doen toetreden. „Ik
zal u zooveel geld geven al gij wilt hernam dus
Booth maar zweer mij dat gij mij getrouw zult zijn eu
behulpzaam, het betreft eene handelsoperatie. Powell,
door honger genoopt, deed den ongelnkkigen eed, welke
hem aan Booth als Faust aan Mephistophelesbond,enat.
Den volgenden dag gaf Booth hem tevens geld om klee
deren te koopen en onderhield hem een week lang.
Langzamerhand maakte hij Payne nu bekend met zijne
plannen, en bracht hem door zijne toespraken in zeer
opgewonden toestand. Die plannen waren echter volgens
Booth's woorden aan Powell slechts de oplichting van den
president Lincoln en zijne uitlevering aan de autoritei
ten van het zuiden. Eindelijk op 14 April des avonds
ten 8 uur deelde Booth aan zijn slachtoffer mede, na
eerst weder door zijne vaderlandsliefde te prikkelen een
delirium in hem te hebben opgewekt, wat hij van hem
verlangde en gaf hem de wapenen om den heer Sewart
te dooden.
De verdediger van Payne trachtte nu de stelling te
bewijzen dat Payne op het oogenblik van het plegen des
misdrijfs geen vrijen wil had bezeten, maar onder den
hem domineerenden invloed van Booth was geweest,
waarbij de mensch een geheel en al van een ander afhan
kelijk wezen wordt en passief gehoorzaamt. Overigens
herinnerde de heer Doster aan het groot verlies hetwelk
bestaat tusschen een moordenaar, die zich voor geld
verhuurt, en den fanatieken moordenaar die het als zijn
plicht beschouwt om zijn eigen leven ten offerte brengen
aan het heil van zijn vaderland en dit ie bevrijden van
een vijand. Payne verlangt slechts te sterven om zijn
misdrijf uit te wisschen maar ook om de palm van het
martelaarsschap te erlangen. Wordt echter zijn leven
gespaard dan zal eene sombere toekomst in vergetelheid
hem wachten. Nog eene andere reden is er om hem niet
de doodstraf op te leggen. Hij heeft voortreffelijke eigen
schappen, eene groote rondborstigheid, een moed, welke
hem den dood zonder vrees in het aangezicht doet zien
en slechts éene vrees, die namelijk van door het volk als
een gehuurden moordenaar te worden beschouwd.
Nederland.
Rusland.
Polen.
Oostenrijk.
Italië.
Spanje.
Portugal.
Griekenl.
Turkije.
Vereen.Stat.
Illinois.
Mexico.
Grenada.
Venezuela.
Prijzen van effecten.
Amsterdam 12 Juli.
Certific. Werkelijke schuld. 2\
dito dito dito 3
dito dito dito 4
Aand. Handelmaatschappij 4|
Certificaten bij Rothschild 2J-
Obligatiën 1798/1816 5
Certific. Hope co4
Oblig. dito 1855, 6e serie 5
dito dito Leening 1860 44
Certificaten 6
Aand. spoorweg
Schatkistobligatiën4
Obligatiën metalliek5
dito 1847/1852 24
dito rente Amsterdam5
dito nationale5
Bankactiën 3
Leening 18615
Obligatiën (binnenlandsche) 3
dito3 thans 2$
Amortisable schuld
Obligatiën 1853 3
dito 1856—1862 3
dito (blauwe) .5
dito (binnenl.) 6
dito (1882) 6
dito7
dito3
dito afgestempeld4|
dito2
pet. 634
73$
97$
70
85$
88
46
191
69
60A
30J
79J
65
6ii
MA
47A
48
75A
79 i
118
16J
Gehuwd
Domburg,
den 11 Juli 1865.
TH. F. MARTIN,
Geneesheer te Hulst,
en
M. R. C. VAN DAM.
irrtijDintjm.
Woensdag is ter reede van Veere gekomen de Neder-
landsche kof Drie gezustersgezag v. T. T. Dijkstra, van
Riga, met hout, hennep en lijnzaad, naar Middelburg
bestemd.
ijcmöclsb£ncl)tcn.
Graanmarkten enz.
Amsterdam 12 Juli. Raapolie op zes weken f 43^.
Lijnolie op zes weken 36$.
Oostburg 12 Juli. Er was heden weinig graan ter
markt en daarbij flauwe vraag, zoodat de prijzen 20 a 30
cent lager zijn aan te nemen. Van nieuw koolzaad waren
6 a 7 monsters ter markt, de qualiteit loopt zeer uiteen,
er was echter ook mooi goed onder; van verkoopen werd
niet gehoord. Men betaalde voor jarige en tweejarige
tarwe ƒ7.50 a ƒ8.25. Puike nieuwe, gemeenere en blauwe
dito 7 a 7.90. Nieuwe Zeen wsche rogge 5.60 a 5.80.
Nieuwe wintergerst ƒ4.50 a 4.80. Dito zomergerst ƒ4.50
a ƒ4.70. Haver ƒ3.50 ƒ4. Paardenboonen 6 a ƒ6.25.
Middelburg 13 Juli. De aanvoer van tarwe uit onze
naburige eilanden blijft bij voortduring klein, uit Wal-
1 cheren echter was er nog al tarwe ter veil, doch daar
j koopers algemeen laag gestemd waren, en de meeste
houders op vorigen weelcprijs hielden, zoo ging er in den
handel weder weinig om. Rogge was bij uitslijting alleen
te plaatsen. Gerst bijna zonder handel. Paardenboonen
weinig aangeboden. Erwten niet gevraagd. Men kocht
nieuwe jarige Walchersche tarwe 8,25 a 7.75. Puike
'jarige Walchersche dito wordt op 9 gehouden. Dito
J nieuwe, begin beurs ƒ8.50, later ƒ8.40, 8.30, 8.25
a 8. Nieuwe Zeenwsche rogge 6.25 afgedaan. Zeeuw-
sche wintergerst 4.80 a 4.50 naar deugd. Dito zomer-
5 gerst 4,25 a 4. "Walchersche witte- noch bruineboonen
i waren er ter veil. Dito paardenboonen 6.25. Dito groene
erwten werden op do kook ƒ7.50 en voor de mesting aan
j ƒ7 verlaten.
j Raapolie f 43. Patentolio f 45. Lijnolie 39 per vat
op 6 weken, op kontant f 1 lager. Harde lijn-koeken
104 stuks f 11.
gemiddel.de marktprijzen.
Middelprijzen van bakbare tarwe f 8.40 en rogge
ƒ6.Aardappelen (nieuwe) ƒ2.50 A ƒ2.80 per Ned. mud.
Versche boter 1.15 a 1.25 per Ned. pond.
Bevallen van een welgeschapen Zoon M. C. MOMMAAS,
Echtgenoote van
Middelburg, H. M. BOSMAN,
den 12 Juli 1865.
kennisgeving.
Bevallen van een Zoon J. J. M. DOORENBOSBOEIJE,
Kleverskerke14 Juli 1865.
Heden overleed mijn innig geliefd Kind ANNET
MARGOT, in den jeugdigen leeftijd van bijna 15 jaren.
Middelburg, j p SIMONS,
den 13 Juli 1865.
Vrienden en Begunstigers gelieven deze ook als bijzon
dere kennisgeving aan te nemen.
De ondergeteekendegevoelig voor het vertrouwen
I gedurende 23 jaren, zoo in zijne betrekking van Burge-
j meester als laatst in die van Wethouder der gemeente
j Ritthem genoten, betuigt hiervoor zijnen dank, terwijl
hij bij de ophanden zijnde stemming voor Raadsleden
niet meer in aanmerking wenscht te komen.
Ritthem 13 Juli 1865. L. RIEMENS.
In eene vergadering, gehouden in de Bovenzaal der
Sociëteit de Vergenoeging op Donderdag den 13den
Juli 1865, belegd door Vijf en bijgewoond door VIJFTIG
KIESBEVOEGDE LEDEN DIER SOCIËTEIT, zijn
tot Candidaten voor den Gemeenteraad bij
de verkiezing'op Dinsdag den 18 dezer gesteld, de Heeren
Mr. M. F. LANTSHEER,
Mr. N. J. C. SNOUCK HURGRONJE,
J. H. SNIJDERS,
C. J. VAN UIJE
H. J. VAN DEINSE,
JOHs. LUTEYN.
Bij de verkiezing voor zes Leden van den Gemeente
raad op den 18 Juli, te Vllssingengeloof ik niet
beter mijne stem te kunnen uitbrengenin belang onzer
gemeente, als: op het wit briefje de aftredende Leden
TH. VAN UIJE PIETERSE
J. B. DE GROOFF,
W. VAN DER OS,
W. DE KRUYFF,
P. G. MESTDAGH;
op het groen briefje:
de Heer. JOHA^EÜKUYL QUAKKELAAR.
kenakiezer.