MIDDELBURGSCHE
N° 106.
Dinsdag
1865.
COURANT.
4 Juli.
Editie van Maandag avond 4 uren.
Middelburg 3 •lult.
De eerste kamer heeft Zaturdag het wetsontwerp tot
wijziging der gemeentewet voor zooveel de plaatselijke
belastingen betreft met 20 tegen 13 stemmen aan
genomen.
Men zie voor de daarover gevoerde beraadslaging de
verslagen in dit nommer.
Bij beschikking van 27 Juni jl. is aan J. de Bruyn, te j
Amsterdam, en R. A. de Munck, te Middelburg, tot weder-
opzegging vergunning verleend voor eene stoomboot-
dienst tot vervoer van reizigers, goederen en veetusschen
Amsterdam en Middelburg.
Aan de hoogeschool te Groningen is tot doctor in de
geneeskunde gepromoveerd de heer C. J. Ermerins,
geboren te Middelburg, na verdediging van een acade
misch proefschrift over de Ilenlesche kanaaltjes in de
nierenen aan de hoogeschool te Leiden, evenzeer tot
doctor in de medicijnen, de heer B. J. Winkelman, gebo
ren te Vlissingen, na verdediging van een academisch
proefschrift ovtr een 09teo sarcoma Telangrectodes.
Z. M. de koning der Nederlanden is Woensdag namid
dag te Karlsruhe aangekomen en heeft kort daarop zijne
reis naar Lucern voortgezet.
II. M. de koningin der Nederlanden gebruikte Donder
dag te Londen het diner bij den graaf en gravin van
Clarendon, terwijl een uitgelezen gezelschap was uitge-
noodigd om de eer te deelen van met de vorstin aan te
zitten. In den loop van den morgen bezocht H. M. het
South Kensington Museum en bracht een bezoek aan de
gravin Cowley. Later op den dag bracht IT. M. een bezoek
aan den prins en de prinses van Wallis op Marlborough
House, benevens aan de gravin van West Moreland.
De staten der onderscheidene provinciën zullen Dins-1
dag den 11 Juli moeten vervullen de vacatures welke in
de eerste kamer der staten-generaal ontstaan door de j
gewone aftreding van het volgend 1/3 van hare leden
Noord-Brabant: jhr. L. J. B. van Sasse van IJsselt, j
mr. J. B. Hengst;
Gelderland: W. A. baron Sehiramelpenninck van der j
Oije;
Zuid-Holland: D. Blanlcenheim, 0. B. 't Hooft van
Benthuizen, J. van Vollenhoven;
Noord-Holland: Dr. H. van Beeck Vollenhoven, mr. j
H. J. Smit
Zeeland: (Dit jaar geen aftredende leden).
UtrechtJ. baron Taets van Araerongen totNatewisch;
Friesland: jhr. F. A. M. A. van Andringa de Kempe-
naer;
Overijssel: Mr. J. A. G. baron de Vos van Steenwijk;
Groningen: (Geen aftredende leden dit jaar).
Drenthe: Mr. W. J. Touckens;
LimburgL. F. H. Beerenbroek.
Kerknieuws.
De heer A. Keers, predikant te Zaamslag, classis
Yzendijke, heeft eene beroeping ontvangen naar de
gemeente Bunschoten.
Onderwijs.
In de zitting van den gemeenteraad van Dordrecht,
Zaturdag gehouden, is tot leeraar in de staathuishoud
kunde en handelswetenschappen aan de hoogere burger
school benoemd mr. Sickenga te Leiden, dezelfde die
dezer dagen tot een dergelijke betrekking aau de hoogere
burgerschool te Nijmegen is benoemd.
De voordracht van burgemeester en wethouders ter
benoeming van twee leeraren, die tc zaaien de drie
nieuwe talen zouden cloceeren, is zonder gevolg ge
bleven, daar met groote meerderheid van stemmen door
den raad werd bepaald dat er voor elke der drie talen
een afzonderlijke leeraar zal worden benoemd.
De Staatscourant van heden bevat de door den minis
tervan binnenlandsche zaken goedgekeurde programma's
der lessen welke gedurende het jaar 1865/1866 aan de
polytechnische school zullen gegeven worden, alsmede
van het voorbereidend onderwijs aan die inrichting over
hetzelfde tijdvak.
Marine en leger.
Ingevolge art. 11 van het reglement voor het konink
lijk instituut voor de marine te Willemsoord, en over
eenkomstig het door de commissie voor het afnemen van
het examen ingediend proces-verbaal van rangschikking,
zijn door den minister van marine met den 1 September
aanstaande benoemd tot adelborsten 3de; klasse bij voor
meld insituut de navolgende jongelingen, in alphabeti-
sche orde gesteldF. Böhtlingk, W. II. van Braam, T.
Dalhuizen, M. van Everdingen, L. J. K. A. Jeekel,
A. E. J. W. Juta, II. J. Klcynhens, J. A. Kloek, L. C.
Koster, L. A. H. Lamie, J. Lastdrager, J. J. van de Moer,
jhr. van Pabst van BingerdenA. T. RooseboomJ. C.
Hora Siccama, W. L. baron van Verschuer.
(Stautscour.)
Landbouw enz.
Uit Oostburg schrijft men ons:
„Op Donderdag 29 Juni werd alhier de aangekondigde
tentoonstelling van landbouw, van wege de 9e afdeeling
der Zeeuwsche maatschappij gehouden. Zij was de eerste
die door het bestuur dezer afdeeling werd ondernomen,
en moet als eene boven alle verwachting wel geslaagde
proef worden beschouwd.
„Er waren namelijk door 43 inzenders aangebracht 52
stuks hoornbeesten, 29 paarden, 20 schapen, 9 varkens
en 20 werktuigen of andere voorwerpen den landbouw
betreffende.
„Wenneer men in aanmerking neemt dat de afdeeling
109 leden telt, en tevens nagaat den rijkdom, vooral in
vee, van deze streek, behoorde het getal inzendingen
grooter geweest te zijn, doch 'tgeen het getal te wenschen
overliet, werd vergoed door de qualiteit, inzonderheid
van de merriepaarden en koeien. De keurmeesters
van deze rubrieken hadden dan ook geen gemakkelijke
taak, en moesten niettegenstaande er een ruim aan
tal prijzen en premiëo beschikbaar werden gesteld,
vele dieren onbekroond laten, schoon zij eene onder
scheiding waardig waren.
„De navolgende prijzen en preraiën werden toegekend:
voor een blauwe hengst, aan H. Dossche te IJzendijke,
le prijs, zijnde de tweede en derde prijs voor de rubriek
hengsten niet toegekend.
„Voor paarden van 3 jaar of daarboven, Abraham
Risseeuw te Retranchement, le prijs, voor een blauwe
3jarige merrie; wed. van Waldegem te Hcille 2e prijs
voor 1 driejarige grijze dito; dezelfde 3e prijs voor 1 dito.
„Voor paarden beneden de 3jaar: aan L. F. Mabezone
te Oostburg, voor 1 grijze tweejarige merrie le prijs;
C. L. Moeraert te Oostburg, voor 1 zwarte dito 2e prijs.
Abraham Lacomé te Groede, voor 1 vosje dito 3e prijs;
„Voor stieren van gekruist Engelsch ras: aan F. B. de
Breucker te Schoondijke, voor een tweejarige zwart
bonte stier le prijs; j. B. Mabezone te Oostburg, voor
l rood bonte dito 2e prijs. Voor stieren van gekruist
Hollandsch ras: aan J. II. van Cruyningen te Schoondijke
voor een tweejarige zwart bonte stier le prijs; K. J. van
den Hemel te Schoondijke voor 1 dito 2e prijs. Stieren
van Zeeuwsch ras waren niet ingezonden.
„Voor melkkoeien van Zeeuwsch ras: aan F.L.Benteijn
te Oostburg voor 1 zevenjarige grijze melkkoe le prijs;
L. F. Mabezone te Oostburg, voor 1 dito zwart bonte
2e prijs; S. van der Hoofd te Aardenburg, voor 1 dito
vaalbonte 3e prijs.
„Voor melkkoeien van gekruist Engelsch ras: aan
J. L. Stern te Sluis, voor 1 zevenjarige roodbonte le prijs;
S. Lako te Heille, voor i grijze dito 2e prijs; J. L. Stern
te Sluis, voor 1 roodbonte negenjarige dito 3e prijs. Voor
melkkoeien van gekruist Hollandsch ras aan j. B. Ma-
besone te Oostburg, voor 1 grijze achtjarige le prijs;
aan denzelven voor t roodbonte achtjarige dito 2e prijs.
„Voor vaarzen en kalveren van Zeeuwsch ras: aan
A. Beheidt te Aardenburg, voor 1 tweejarige roodbonte
vaars le prijs; wed. van Maldegera te Heille voor 1 dito
le prijs. Voor vaarzen en kalveren van gekruist Engelsch
ras: aan F. L. Beuteijn te Oostburg voor 1 roodbonte
tweejarige vaars le prijs; S. Lako te Heille, voor 1 zwart
bonte tweejarige dito 2e prijs; P. Kot vis te Oostburg,
voor l roodbonte tweejarige dito 3e prijs.
„Voor vaarzen en kalveren van gekruist Hollandsch
ras; aan F. L. Benteijn te Oostbnrg voor 1 grijze vaars
oud 6 maanden le prijs; K. J. van den Hemel te Schoon
dijke, voor 1 zwartbonte dito 2e prijs.
„Voor schapen: aan J. de Breucker te Schoondijke
voor 1 rara, oud 16 maanden, van inlandsch ras le prijs;
J. Pb. Lacomé te Groede voor 2 eenjarige dito 2e prijs;
J. C. 0. Benteijn te IJzendijke, voor twee dito 3e prijs.
Dezelfde voor 3 ooien van inlandsch ras te prijs;
J. Pb. Lacomé te Groede, voor 3 dito 2e prijs; K. J. van
den Hemel te Schoondijke voor 3 dito 3e prijs.
„Voor varkens: aan F. L. Beuteijn voor l beer van
Engelsch ras le prijs; denzelfden voor 1 zeug van En
gelsch ras le prijs; aan J. B. de Zutter te Waterland
kerkje voor 7 biggen van gekruist ras le prijs.
„Bij gebrek aan inzendingen konden de overige prij
zen, voor varkens en schapen uitgeloofd, niet worden
toegekend.
„Van de ingezonden werktuigen werden bekroond:
S. van der hoofd te Aardenburg voor 1 ondergrondsploeg,
dezelfde voor 1 zaaiwerktnig; F. L. Benteijn te Oost-
burg, voor 1 wortelsnijder; P. J. Fierens te Oostburg,
voor 1 karn; J. de Vlieger te Zuidzande, voor 1 ijzeren
egge; J. B. Frederiks te Caprijk; voor 1 karnwerktuig,
terwijl aan laatstgeraelden voor hetzelfde artikel nog als
premie werd toegewezen een vergulde zilveren medaille.
„Bovendien zijn premien toegekend aan A. de llullu
te Zuidzande, 1 vergulde zilveren medaille voor 1 karn
werktuig; P. Jansen te IJzendijke 1 vergulde bronzen
medaille voor een vreemdsoortige kip; S. Lako te Heille,
1 vergulde zilveren medaille voor een öjarige bruine
j merrie; A. Beun l zilveren medaille voor een lOjarige
j bruine dito; Ch. Wijffels te Biervliet-, 1 bronzen medaille
voor een lljarige vossenmerrie.
„Het feest werd door heerlijk weder begunstigd en
I had eene ontzettende massa belangstellenden en nieuws-
j gierigen naar Oostburg gelokt, 'tgeen een buitenge-
I wonen luister aan den anders zoo stillen eersten kermis-
j dag bijzette."
j Verkoopingen en aanbestedingen.
Eergisteren had te Goes de openbare aanbesteding
plaats der hoogere burgerschool. Er waren vijf inschrij-
viugen, als van: B. den Boer te Goes, voor f 44989;
G. Dekker te Sliedrecht, voor ƒ43000; J. C. van Ilattum
te Sliedrecht, voor ƒ42800; W. de Beste te Goes, voor
ƒ42100, en W. J. van de Weert te Goes, voor/42000
De toezegging door den raad moet nog afgewacht worden.
Thcrmonielersfand
1 Juli 's av. 11 u. 56 gr.
2 'smorg.7u. 57gr.'smidd. lu. 65gr.'sav. llu.58gr.
3 'smorg.7 u.64 'smidd-l n. 74 gr.
Stafen-gencraal.
EERSTE KAMER.
Zitting van Vrijdag 30 Juni. Beraadslaging over het
wetsontwerp tot wijziging der gemeentewet, voor zoo
veel de plaatselijke belastingen betreft.
Onderscheidene spiekers namen aan het debat deel,
en wel de heerenSmit, Sehiramelpenninck van der
Oije, ViruJy, van Rhemen, Hein, Michiels van Kessenicb,
Hengst, van Beeck Vollenhoven, van Andringa de Kem-
penaer en van Nispen tot Pannerden.
De heer Smit ontwikkelde in eene zeer uitvoerige
rede vier punten: 1. De wet is onnoodig of minstens
ontijdig. 2. Zij is niet in overeenstemming raet delet
ter en den geest der grondwet. 3. Zij is in strijd met
het financieel belang der gemeenten. 4. Zij is in strijd
met het financieel belang vau het rijk.
Bij de toelichting van het eerste punt betoogde hij, dat
1de gemeentewet goed werkt; en dat dadelijk na 1848,
toen 's rijks belastingstelstel nog ongeschonden was, de
tegenwoordige maatiegel mogelijk was geweest, thans
niet. De gemeentewet beoogde eenvoudig matiging bij
gemeentelijke accijnsheffiug, zij wilde misbruiken daarbij
tegengaan, maar bedoelde niet algeheele opheffing. In
zeer weinige gemeenten werden nog maar verbruiks
belastingen geheven, behalve op gedistilleerd en wijD,
men klaagde niet over druk der accijnsen, wel over
hooge opvoering der hoofdelijke omslagen, en daarom
waren gematigde ge ra een te-accijnsen niet schadelijk.
Sommige directe belastingen zouden niet overal inge
voerd kunnen worden. De toliiniën zouden niet verdwij
nen, want liet rijk behoudt ze overal. De zaak was niet
rijp voor eetie eindbeslissing. De gemeenten zouden in
groote moeilijkheden komen, waartegen de regeering
geen voldoend hulpmiddel aanbood, want zelfs na den
bij de wet bepaalden tijd, zouden vele gemeenten zich
toch niet kunnen helpen.
Bij het tweede punt toonde hij aan, dat de autonomie
der gemeenten in het heffen van belastingen werd verkort
en dat er een privilegie in zake van belasting, in strijd
met de grondwet, gegeven werd, want vele gemeenten
zouden te veel, anderen te weinig ontvangen. De rijks-
I wetgever kon geene plaatselijke belastingen in bijzon-
derheden regelen, want de plaatselijke besturen waren
vrij, die naar mate van de behoefte uit te schrijven,
j Bij het derde punt, toonde hj aan, dat orde en regel
maat in de financiën, de bloei en de welvaart, die overal
I heerschten, gevaar liep door het nieuwe steisef. Het ge
mengde stelsel was alleszins aanbevelenswaardig. Daar
door droegen de mingegoeden nog iets bij. Het gebied
der directe belastingen zou worden uitgeput, maar men
zou geene voldoende heffing hebben, en de bloei dor
j geraeentefinanciën geheel afhankelijk worden van die
I van het rijk. De wet, de gemeenten tot spaarzaamheid
moetende aansporen, zou omgekeerd werken, want vele
gemeenten zouden door het geschenk vau het rijk tot
I nuttelooze uitgaven gebracht worden.