MIDDELBURGSCHE
COURANT.
Zaturdag
1 Juli.
N°- 104.
1865.
Editie van Vrijdag avond 4 uren.
AANBEiTËDl]\! Cr.
Op Vrijdag den 7 Juli 1865, des voormiddags te 10
nren, zal, ouder nadere goedkeuring, door den commis
saris des konings in de provincie Zeeland, of, bij zijne
afwezigheid, door een der leden van de gedeputeerde
staten, en in bijzijn van den hoofdingenieur van den
waterstaat, in het 11de district, aan het lokaal van het
provinciaal bestuur te Middelburg, worden aanbesteed
Het doen van eenige vernieuwingen aan
's rijks zeeweringen te Vlissingen en Veere,
en zulks in 2 perceelen van aanbesteding.
Deze aanbesteding zal geschieden bij enkele inschrij
ving, voor ieder perceel afzonderlijk.
Het bestek ligt ter lezing aan het lokaal van het minis
terie van binnenlandsche zaken, aan dat van het provin
ciaal bestuur van Zeeland, te Middelburg, en is voorts
op franco aanvrage, tegen betaling der kosten, te bekomen
bij den boekhandelaar M. Nijhoff, Raamstraat no. 49, te
's Gravenhage, en door zijne tusschenkomst in de voor
naamste gemeenten des rijks.
Zullende den 7en en 4en dag vóór de besteding de
noodige aanwijzing in loco worden gedaan, en voorts
nadere inlichtingen te bekomen zijn aan het bureau van
den hoofdingenieur van den waterstaat te Middelburg,
en bij den ingenieur van Dorth aldaar.
's Gravenhage, den 8 Juni 1865.
Van wege den minister,
De secretaris-generaal,
J. SCHRODER.
De Burgemeester en Wethouders van Vlissingen,
Maken bekend, dat tegen den 15 Augustus aanstaande
open valt de betrekking van Hulponderwijzer aan de
openbare school voor on- en minvermogenden in die
gemeente, op eene jaarwedde van ƒ325; en dat zij die
naar deze betrekking wenschen te dingen, zich ten
spoedigste bij hen behooren aan te meiden, hetzij in
persoon of met vrachtvrije brieven, onder overlegging
der noodige bescheiden.
Vlissingen, den 28 Juni 1865.
De burgemeestes en wethouders voornoemd.
J. W. CALLENFELS.
De secretaris,
P. FORBES WELS.
©innmlanö.
middelburg SO Juni.
♦De tweede kamer is tegen 4 Juli, des middags te
2 uren opgeroepen tot hervatting van hare werkzaam
heden.
Eene buitengewoon groote volksmassa was gisteren
namiddag te half zes uren bij de aankomst der stoom
boot alhier tegenwoordig, om getuige te zijn van de
terugkomst der oude strijders van 1813'15, die aan liet
feest te Leiden hebben deelgenomen. Bij de aanlegplaats
waren het kader en het muziekcorps der schutterij
(na bekomen toestemming van den kommandant, op uit-
noodiging van de sociëteit van onderofficieren en
korporaals, onder de zinspreuk „Door de wapens
vrienden"), alsmede de afdeeling van het Metalen kruis,
2e sectie, vereenigd, terwijl voorts even als Maandag
morgen bij het vertrek der ouden plaats had eene
eerewacht aanwezig was uit de bevolking van het Oude
mannen- en vrouwen- en armweeshuis, met oranjesjerpen
getooid en voorzien van vlaggen, benevens een stand
aard, waarop de woorden „Hulde aan de oude strijders"
te kennen gaven, welke beteekenis men aan die aanwe
zigheid te hechten had.
Nauwlijks was de stoomboot uit de haven in de kade
gevaren, of van het daar liggende barkschip Zeepaard
werd de vlag geheschen en op de gewone wijze gesalu
eerd, hetgeen eveneens door de boot beantwoord werd.
Onmiddellijk daarop liet de muziek der schutterij zich
boeven en terwijl de nationale smlksliederen werden
gespeeld, legde de boot op de gewone plaats aan. Nadat j
de krijgers aan wal waren gestapt werden zij in
optocht geleid naar bovengenoemd gesticht in deze J
volgorde', de tamboers, het muziekcorps der schut-1
terij, een peloton van het kader, een gedeelte van de j
afdeeling van het Metalen kruis met hare banier, de
oude strijders zeiven met de hen begeleidende meevge- j
noemde eerewacht, hot overige gedeelte van de afdeeling
van het Metalen kruis en eindelijk nog een peloton van
het kader der schutterij. Door duizenden raenschen ver-
gezfcld cn bij liet voortwandelen door misschien even j
zoo velen uit de verschillende woningen gadegeslagen,
trok de stoet langs de Dwarskade en de Noordzijde van
den Dam door den Korten- en Langendelft, over de
Markt, door de Lange en Korte Noordstraat naar het
evengemelde gesticht op de-Horengracht. De bevolking
van het gesticht stond aan den ingang geschaard en
begroette met een luid boera! de terugkeerenden, die
voorts door den voorzitter en secretaris van het bestuur
der godshuizen werden ontvangen en door eerstgenoem-
den toegesproken, terwijl genoemde heeren zich verder
gedurende eenigen tijd, onder het gebruiken van een
glas wijn, met hen onderhielden.
Waren de feestelingen alzoo teruggekeerd tot het
punt, waarvan zij Maandag morgen te vijf uren waren
uitgegaan, toch zou er nog eene manifestatie ter hunner
eer plaats hebben, en wel door de zorg van de directie
der sociëteit „de Vergenoeging" op de Markt. Van deze
sociëteit wapperden gedurende den geheelen dag reeds
de Nationale, de Middelburgsche en de Oranjevlag, waar
onder in drie eikenkransen de woorden „1815 Water
loo 1865" te lezen waren. Aan den gevel was eene
eenvoudige gasilluminatie aangebracht, even als de
vorige week, doch thans vermeerderd met een groote
„W". Een en ander werd des avonds ontstoken, hoezeer
de wind het effect tegenwerkte.
Daar een tachtigtal leden dor societeitzich bij in
schrijving verbonden hadden tot deelname aan een
collation, hetwelk zij den ouden krijgers wilden aan
bieden, die daartoe eene invitatiekaart hadden ont
vangen, was de voor hunne ontvangst bestemde boven
zaal op eenvoudige doch nette wijze versierd met
draperiën en vlaggen. Aan het eene einde der zaal
bevond zich het borstbeeld van wijlen Z. M. koning
Willem II, waarboven een eikenkrans gehangen en
waaromheen eene schoone verzameling bloemen en
oranjerieplanten geplaatst waren. Ter weerszijden van
dit borstbeeld merkte men twee standaards op. Aan de
eene zijde las men: „1815" en „Hulde aan de oude
strijders," aan den anderen kant: „Waterloo" en I
„Quabrebras." Aan het andere einde der zaal waren I
standaards met afbeeldingen van Zeeuwsche wapens I
aangebracht, terwijl beide einden als werden saamge- j
snoerd door een band van de nationale kleuren aan den
eenen, van de Middelburgsche kleureu aan den anderen
wand.
Te half negen uren vereenigden, behalve zij die aan
het feest te Leiden hadden deel genomen, ook de meeste
overige in deze gemeente overgebleven oude strijders
zich in het societeits-gebouw, waar zij door de directie
werden ontvangen. Een uur later wachtte hen in de
bovenzaal een eenvoudig doch keurig gearrangeerd col
lation. Aan tafel werd den strijders de eereplaats ter
weerszijden van en tegenover de directie aangewezen.
Een opgewekte geest en hartelijke toon kenmerkten
deze bijeenkomst die tot een paar nren na middernacht
voortduurde en in de beste orde afliep.
Tusschen tien en elf uren bad zich weder eene groote
menigte wandelaars naar de Markt, begeven, om tegen
woordig te zijn bij eene serenade met fakkellicht welke
door het muziekcorps der schutterij, op verzoek van de
directie der sociëteit aan de oude strijders gebracht werd.
bereiken is. Men moet zich waarlijk verwonderen dat
het cijfer van verschil nog niet grooter is geworden.
„Betrekkelijk het verschil vau het bod der commissie
en den eisch van den heer Bijleyeld is my niets ter oore
gekomen."
De onlangs door ingelanden van den Zuiddiepepolder,
gemeente IJzendijke, gedane benoeming van den heer
J. F. Carpreau tot ontvanger-griffier van dien polder, is
door gedeputeerde staten vanditgewestnietig verklaard.
Het schijnt dat door zeven ingelanden stem is uitge
bracht en dat maar zes hunner daartoe de bevoegdheid
hadden, ontleend aan het vereischte getal bunders grond
in dien polder.
Ingelanden zijn alsnu ter herstemming opgeroepen
tegen 11 Juli e. k.
In de Staatscourant van Woensdag is opgenomen het
verslag van de werkzaamheden van het Koninklijk
Nederlandsch meteorologisch instituut gedurende het
jaar 1864/65, door den hoofddirecteur Buys Ballot opge
maakt en ingediend aan den minister van binnenlandsche
zaken.
Maandag avond heeft de uitgestelde feestviering in
het park te Amsterdam ter herinnering aan den slag
van Waterloo plaats gehad. Zij bestond uit een concert,
gevolgd door een vuurwerk, met op het feest toepasse
lijke decoratien.
Men schrijft ons uit 's Gravenhage van 27 dezer:
„Heden morgen was de stad reeds vroegtijdig feeste
lijk getooid. De straten, van het stadhuis tot het station
gebouw, waren met vlaggen overdekt. Op den station-
weg en de Wagenbrug wapperden wimpels van de
nationale en oranjekleuren. De oude krijgers van 1813—15
zijn te 8^ uren op het stadhuis bijeengekomen. Vervol
gens is hun uitgeleide gedaan naar het station. Voorop
ging de muziek en een batailion van de stedelijke schut
terij, daarna het vaandel van de 2de afdeeling van het
Metalen kruis en vele ridders van de le afdeeling; daarna
kwamen vier aan vier de oude krijgers, de ridders van
de militaire Willemsorde voorop. Ruim honderd waren
bij den stoet, hoezeer verscheidene hunner reeds vroeger
naar Leiden waren vertrokken. Het was een treffend
schouwspel die oude lieden te midden van de onafzien
bare volksmenigte te zien, die zich op hunnen weg ver
zameld hadden. Heden avond laat worden zij ook weder
afgewacht en dan zal de Nationale zangschool, uit werk
lieden bestaande, zich bij den stoet aansluiten."
Uit Zuid-Beveland schrijft men ons
„Het onteigeningsproces tegen de heeren mr. Bijle-
veld, Kakebeeke en Glernra, die, zooals ik u vroeger
mededeelde, het nopens de koopsom hunner voor den
spoorweg vereischte gronden niet eens konden worden,
is verleden Vrijdag voor de rechtbank te Goes begonnen.
Met P. Kole, die vroeger ook tot die onwilligen behoorde,
is men dezer dagen overeengekomen.
„Men meldt mij, dat de eisch van den heer Kakebeeke
met hot bod der commissie ruim ƒ38,000 die van i
Glerum ƒ25 verschilt', 'tgeen beide eveu belachelijk is. i.
Ik verneem o. a. dat de heer Kakebeeke, om zijn eisch j
zoo hoog op te drijven, zijn toevlucht heeft genomen tot j
allercurieiise berekeningen. Zoo beweert hij indien
ik wel ben ingelicht dat door den aanleg van den j
spoorweg natuurlijk huizen zullen gebouwd worden J
in de nabijheid van zijn hem overblijvend land, dat
voorts een aantal musschen zich tusschen de pannen
dier daken nesten zullen bouwen en schade toe-
brengen aau zijn land, voor welke toekomstige schade
hein vergoeding moet worden verleend. Nog spitsvin- I
diger is eene tweede wijze van scliadeberekening. Als 1
de spoorweg zal zijn aangelegd, zullen de arbeiders, op I
zijn nabijgelegen land werkzaam, natuurlijk bij het
voorbijrijden der treinen opzien en eenige oogenblikkeu
hun werk staken. Dit zal ook al in de toekomst
schade opleveren, welke moet vergoed worden. Men kan I
begrijpen dat langs dergelijken weg van berekening een
resul taat van p. m. veertig duizend gulden gemakkelijk t e
Uit Leiden schrijft men ons van 27 Juni:
„Gisteren namiddag te zes uren, na aankomst van de
Rotterdarasche en Arasterdamsche treinen, verkondigden
herhaalde saluutschoten de behouden aankomst van de
eerste bezending ridders en oud-strijders, herwaarts
saamgevloeid, tot viering van den öOsten verjaardag
van de instelling der Militaire Willemsorde?
Waterlooik neem de vrijheid dit veel betwiste
punt te laten rusten. Als ik eenvoudig met mijne, gedu
rende de laatste acht dagen, gevoelig aangedane gehoor-
en gezichtszenuwen te rade ga, dan is de gedenkdag van
Waterloo, en deze weer verpersoonlijkt in „Oranje," het
object der feestelijke volksstemming bij uitnemendheid.
Wel hoorde ik gewagen van „keezen" van de Willems
orde nooit. Die geheele riddersgeschiedenis sit venia
verbo werd dan ook vrij algemeen beschouwd als een
teug water gegoten in den anders misschien te koppigen
wijn, want de Oranje-opgewondenheid was grooter dan
ooit. Ik voor mij heb niets tegen het dragen van die
kleur op zich zelf, mits het geen gedwongen fraaiheid
zij en, hoewel tamelijk onschuldig over 't geheel, open
baarde de ultra-royalistische gezindheid van de Leidsche
„straatjeugd" vooral {plus royaliste que le roi) zich nu
en dan wel eens in baldadigheden, tegen de voorbijgan
gers die een behoorlijker en strenger toezicht van de
policie binnen Leiden's wallen allernoodzakelijkst, doen
achten. De vraag rijst, waartoe anders die fraai uitge-
doschte beambten eigenlijk dienen? Maar keeren wij tot
onze brave veteranen terug,die ik inmiddels gelegenheid
heb gegund om een weinig uit te blazen en zich in orde
te scharen. Ik kom er rond voor uit, dat van al de fees
lelijkheden en optochten die ik in de laatste maanden
heb bijgewoond, deze verreweg de meestsympathetische
gevoelens in mij opwekte, 't Was wezenlijk een aandoen
lijk en treffend gezicht, dien brceden stoet van voormalige
verdedigers uit alle hoeken van 't vaderland, de meesten
nog zoo helder uitdeoogen ziende, voorafgegaan door de
feest commissie, de muziek der schutterij en een detache
ment artillerie te paardwaarachter de ridders zich had
den aangesloten, langs de overal fraai versierde buizen