MÏDDELBURGSCHE
COURANT.
Zondag
1865.
25 Juni.
N° 101.
Editie van Zaturdag avond 4 uren.
Middelburg 24 Juni.
De zomervergadering der provinciale staten van Zee
land zal den 4 Juli a. worden geopend. De lijst der te
behandelen zaken is door gedeputeerde staten vastgesteld
en rondgedeeld.
Daarop komen o. a. voor een tweetal koninklijke be
sluiten tot goedkeuring van door de provinciale staten
in de jongste najaarsvergadering genomen besluiten
eene missieve van den minister van binnenlandsche
zaken betrekkelijk het adres van de staten over de rege
ling van de zaken der calamiteuse polders, en mededee-
ling van den commissaris des konings dienaangaande;
verschillende mededeelingen van gedeputeerde staten
betreffende de bedenkingen van den minister van bin
nenlandsche zaken tegen het vastgestelde reglement van
policie voor de polders in Zeeland (waaromtrent gedepu
teerde staten een voorstel tot wijziging doen), de vrij
verklaring van eenige calamiteuse polders, de haven van
Breskens en verleende rentelooze voorschotten tot ver
betering van wegen.
Voorts komen op die lijst voor zes voorstellen van
gedeputeerde staten, t. w.: een betreffende het adres van
de dijks-directie van den polder Dreisehor aangaande
de afdamming van het Verste sas in het dijkwater; een
tot verkoop van eenige gronden, behoorende bij de wegen
van Breskens naar Groede en van Schoondijke naar
IJzendijke; een tot het verleenen eener bijdrage uit de
provinciale fondsen aan de gemeente Cortgene tot ver
betering der havengeul aldaar; een tot bestrijding der
wederhelft van het aan de Spoorbootmaatschappij van
Middelburg toegelegde subsidie van f 4000 uit den post
voor onvoorziene uitgaven van de enkel provinciale en
huishoudelijke begrooting voor 1864; een tot gedeelte
lijke ontheffing der pachtsom over 1865 en 1866 van het
overzetveer van het Sloe; en een tot wijziging van de
begrooting der enkel provinciale en huishoudelijke
inkomsten en uitgaven voor de dienst 1865.
Verder zullen als gowoonlijk de begrootingen worden
behandeld, terwijl nog zijn ingekomen een adres van de
Spoorbootmaatschappij van Middelburg, om een ver
nieuwd subsidie uit de provinciale fondsen, en een adres
van kerkmeesters der Nederlandsche israëlietische ge
meente te Vlissingen, om een subsidie van 1600 uit de
provinciale fondsen, ter tegemoetkoming in de kosten
van aankoop en inrichting van een gebouw tot kerk en
tot kosters- en godsdienstonderwijzers-woning.
In deze zitting zullen tevens worden onderzocht de
geloofsbrieven van nieuw- of herbenoemde leden, terwijl
overigens de benoeming moet plaats hebben van leden
van gedeputeerde staten, ten gevolge der gewone aftre
ding van de heeren mr. J. C. R. van der Bilt, G. J. Spren-
ger en J. P. I. Buteux, en ter vervulling der opengevallen
plaats, daar de heer mr. G. A. Fokker heeft opgehouden
lid der staten te zijn, alsmede van een buitengewoon lid
in het collegie van gedeputeerde staten.
Uit Vlissingen schrijft men ons
rIn het begin dezer week werd alhier van Engeland
aangebracht een reddingboot, benevens een voertuig,
expresselijk ingericht om de boot over de stranden enz.
te vervoeren en bestemd om van wege de Zuid-Holland-
sche maatschappij van drenkelingen gestationeerd te
■worden te Zoutelande, onder directie van den heer J. B.
de Groof alhier.
„De sloep is van middelmatige grootte, van voren en
achteren voorzien vau luchtdichte kamers die tot zoo
hoog zijn aangebracht dat daardoor het zwaartepunt
der boot zoo laag valt, dat, hoe men haar ook onderst
boven keert, zij weder onmiddellijk haar gewonen stand
herneemt, zoodat zij nimmer kan omslaan.
„Daar die zelfde oorzaak belet dat de boot ooit onder
water kan komen, zijn daarin gaten aangebracht die het
water, dat door de branding er in slaat, op hetzelfde
oogenblik er weder doen uitloopen.
„Verder zijn eene menigte benoodigdkcden daarbij
gevoegd welke de ervaring geleerd heeft dat bij het
redden van drenkelingen onmisbaar zijn. Voor zoover
het mogelijk is over de reddingboot een oppervlakkig
oordeel uit te spreken schijnt zij aan de bestemming
te zullen kunnen beantwoorden.
„Naar ik verneem zal Jfe sloep naar Middelburg
worden vervoerd ten einde door den commissaris des
konings te kunnen bezichtigd worden."
Aan het voorloopig verslag der tweede kamer betrek
kelijk het wetsontwerp tot bekrachtiging van een artikel
der concessie voor den aanleg en de exploitatie eener
haven te Scheveningen met spoorwegverbinding, ont-
leenen wij de volgende opmerking:
Eenige leden vonden den aanleg der bedoelde haven
wel van belang voor Scheveningen en 's Gravenbage,
maar niet voor het rijk in het algemeen, zoodat een sub
sidie van ƒ750,000 uit de schatkist hun niet gerecht
vaardigd voorkwam. De bijvoeging der spoorweglijnen
maakte de zaak nog minder aannemelijk, daar deze eene
concurrentie voor de staatsspoorwegen zouden scheppen
en de nadeelen, aan de overbrugging der rivieren ver
bonden, zouden vergrooten. Er zou toch volgens deze
concessie te Deventer eene brug over den IJsel moeten
gebouwd worden, waardoor in 't wezen der zaak wordt
teruggekomen op eene vroegere beslissing der wetgeving,
volgens welke Zutphen het overgangspunt van den IJsel
voor onze spoorwegen moet zijn.
De overige leden daarentegen beschouwden de zaak
als niet enkel van plaatselijk, maar van rijksbelang. Door
het stichten eener vlnchthaven, waar de stoombooten ook
bij ijsbezetting zouden kunnen binnenloopen, zou de
geregelde verbinding met Engeland verzekerd zijn; en
door eene onmiddellijke verbinding van Scheveningen
met het spoorwegnet, zou de uitvoer van verscben visch
naar de voornaamste markten van het buitenland eene
ongekende vlucht nemen.
Men wenschte echter nadere ophelderingen van de
regeering nopens hare afwijzing van het verzoek om
concessie van de heeren Revius c. s., die de geheele
onderneming zonder eenig subsidie wilden uitvoeren.
Zoo er bezwaren aan hun plan verbonden waren, hebben
die ook bij het ontwerp der heeren Swaan en van Hey-
ningen bestaan, maar z'jn zij uit den weg geruimd en
wat betreft dat de financieele berekeningen van de eerst-
genoemden onjuist zouden zijn, ook de laatstgenoemden
hebben daarin gefaald, want zij zijn reeds dadelijk onver-
mogend geweest om het waarborgkapitaal te storten.
Men verzocht dus overlegging der rapporten van de
deskundigen.
Marine en leger.
De minister van marine geeft ter kennis van de daarbij
belanghebbenden gebracht dat op een nader te bepalen
tijdstip, aan het lokaal van het departement van marine
te 'a Gravenhage, een vergelijkend examen zal plaats
hebben van jongelingen, die tot scheepsklerk bij de
Nederlandsche zeemacht wenschen benoemd te worden.
Het getal der opene plaatsen bepaalt zich tot vijf.
De vereischten worden in de Staatscourant van giste
ren medegedeeld.
Gemengde berichten.
Men deelt ons nader mede dat van de twintig hier
wonende oude strijders van 18131815 en ridders der
Militaire Willemsorde negen aan de feestviering te
Leiden zullen deelnemen. Hun vertrek is bepaald op
a. Maandag, en niet op morgen, zoo als wij gisteren
mededeelden. Te vijf uren des morgens zullen zij zich
vereenigen in het Oude mannen en vrouwen- en arm
weeshuis, vanwaar zij in optocht, met de banier der
confrérie van Sint Sebastiaan aan liet hoofd, zullen wor
den geleid naar de stoomboot van hier op Rotterdam,
welke te zes uren afvaart.
Gisteren is te Vlissingen het lijk van een mans
persoon aangespoeld hetwelk in vergevorderden staat
van ontbinding verkeerde. Sommigen vermoeden dat
dit het lijk zou zijn van den gezagv. Green die in het
voorjaar met zijn schoener de „Saltmorsh" op de reede
aldaar gezonken is.
Op 18 Juni is te Wiesbaden onthuld het gedenk-
teeken voor de bij Quatre-Bras en Waterloo gesneuvelde
Nassausche strijders. Het bestaat uit eene op het Louise-
plein zich verheffende statige obelisk, op welker voetstuk
de namen der krijgers in gulden letters prijken. Van de
800 nog levende veteranen woonden 650 de plechtigheid
bij, en onder hen bevond zich ook Heinrich von Gagern,
die in zijne prille jeugd op de meest eervolle wijze bij
den geweldigen slag zich onderscheiden heeft.
Uit Algerië wordt gemeld dat in den nacht van
13 Juni de afdamming van Tabia, die vier millioen vierk.
ellen water bevatte, is doorgebroken. De breuk is 80
ellen groot en het water is geheel doorgestroomd. Er
zijn slechts drie huizen medegcsleept. De prefect van
Oran, benevens een hoofdingenieur, zijn op de plaats des
ongevals aangekomen.
In Italië is een inschrijving geopend om aan Gari
baldi een gouden medaille aan te bieden met het op
schrift „Aan Joseph Garibaldi, het volk dat hem nimmer
vergeten zal." Te Turijn zijn reeds twintig duizend
deelnemers ingeschrevenhet maximum eener inschrij
ving is 20 centimes.
Omtrent het nieuwe koninklijke spoorrijtuig, waar
van Z. M. de koning Donderdag 11. voor het eerst heeft
gebruik gemaakt, deelt men het volgende medeHet is
verdeeld in drie afdeelingen. Het middelste daarvan,
zijnde het grootste, vormt een prachtig salon, met breede
fauteuils en eene sierlijke borne in het raidden, alles
bekleed met wit moiré satijn, afgezet met geele en gou
den franjes en andere versierselen, terwijl de portieren
en wanden met dezelfde stof en kleuren zijn bewerkt.
Inzonderheid levert bij dit alles de plafondsgewijze
ingerichte bovenzijde een fraai gezicht op, door de
bijzonder keurige schakeering en fijne nuances in de
tinten der onderscheidene figuren. Aan elke zijde van
het middel-gedeelte is eene afzonderlijke afdeeling aan
gebracht, door breede portieres met gordijnen daarvan
afgescheiden en geheel in het wit, in denzelfden trant
als dat gedeelte, met enkele wijzigingen opgewerkt en
gemeubeleerd. Ook van buiten laat de beschildering van
het rijtuig niets te wenschen over.
Baden-Baden wordt dit jaar slechts weinig bezocht.
Men brengt dit in verband met de maatregelen door de
onderneming van het Kurhaus genomen om den stroom
van den demi-monde te keeren. Het schijnt evenwel dat
het wegblijven van dezen ook andere bezoekers weer
houdt en men hier ook geen zwaluwen krijgt, wanneer
er geen muggen zijn. Op deze wijze wordt de tijd voor
bereid, dat de speelzaal zal worden gesloten, wat, naar
uien zegt, in 1867 zal plaats hebben. Dat men intusschen
niet behoeft te vreezen dat Baden-Baden dan door de
vreemdelingen verlaten zal worden, meent men te mogen
afleiden uit het voortdurend bouwen van nieuwe villa's
en woonhuizen, inzonderheid voorEngelschen en Russen.
Te Amsterdam heeft zich, onder voorziterschap
van den heer Joan Muller, eene vereeniging gevestigd,
met het doel om gelden te verzamelen tot stichting van
een fonds ten behoeve van den heer Matthew Fontaine
Maury, aan wiens genie men een nieuw vak der weten
schap verschuldigd is, namelijk de kennis van de gesteld
heid der zee en de ontdekking der wetten, welke de
winden en strooraen van den Oceaan beheerschen, en
die daarmede zulke belangrijke diensten aan de scheep
vaart beeft bewezen. In Engeland hebben zich, onder
de leiding van den hertog van Sutherland, invloedrijke
en kundige mannen vereenigcl, om met de stichting van
een dergelijk fonds den verdienstelijken Maury de
zorgen voor de toekomst te ontnemen.
Men meldt uit Petersburg, dat met groote
bevreemding aldaar werd waargenomen, dat bij de ver
bazende pracht ter gelegenheid van de ter aarde bestel
ling van wijlen den grootvorst-troonopvolger aan den
dag gelegd, de hoofdkerk uiet met rouwlakeu enz. was
behangen. De oorzaak hiervan was als volgt. Kort voor
de plechtigheid beval de keizer dat hem zouden worden
voorgelegd de plannen met de raming van onkosten en
nu bleek dat de kosten waren begroot, op 400.000 zilv.
I roeb., hetgeen zonder schromelijke bedriegerij niet het