liiuitcnlanö.
ders was als volgt: G. Kok jr., te "Voorburg; P. D. Graaf,
te Oostzaan; C. J. van der Nagel, te Rijswijk, en
G. H. Keij, te Leiden.
Op daartoe gedaan verzoek wordt aan den heer Schip
horst, hulponderwijzer op het instituut voor jongens, als
zoodanig ontslag verleend, ingaande den 14 Augustus
e. k., of zooveel vroeger als hij dit wcnschelijk mocht
oordeeleu.
Wordt gesteld in handen van burgemeester en wet
houders ecu adres van II. J. Vooren, om te worden be
noemd als hulponderwjzer op de le burgerschool, ten
einde, na gehoord te hebben de schoolcommissie en de a
schoolopziener, hieromtrent een voorstel te doen.
Namens de commissie ad boe brengt de heer de Jonge
verslag uit op de rekeningen der bank van leening, van
het rooinsch-katholiek armbestuur, van het evangelisch
luthersch armbestuur en van het pensioen- en weduw-
fonds van gemeente ambtenaren, strekkende de con-
clusiën tot goedkeuring. Dienovereenkomstig wordt
besloten.
Hierna sluit de voorzitter de vergadering.
Ai^emeen ovcrxïclit.
De cercle, Donderdag avond op de Tuileriën gehouden,
heeft menigeen teleur gesteld. Men was uaiuelijk in
gespannea verwachting omtrent hetgeen de keizer ant
woorden zou op de complimenten van den pauselijken
nuncius. Maar het antwoord is óf gebrekkig verstaan óf
al zeer onbeduidend geweest, daar betgeen ons daarom
trent wordt medegedeeld zich bepaalt tot de betuiging
dat de keizer reden had over zijn tocht door Algerië
voldaan te zijn, en dat hij zich daarvan de gunstigste
resultaten voorstelde. Wat nu de plannen omtrent de
in Algerië in te voeren verbeteringen zijn zullen, zal
men mogelijk binnen kort vernemen. De keizer toch
zou, naar men wil, zich druk bezig houden met het schiften
en aanvullen zjjner aanteekeningen, welke binnen kort
in welken vorm wordt nog niet gemeld inden Mouiteur
zullen verschijnen.'s Keizers artikelen zullen als het ware,
naar men vermoedt, de verklaring zijn van, of liever de
inleiding tot de later te nemen besluiten, maar tevens
zal er ook wel eenige bevrediging door gezocht worden
van eene sterk opgewekte auteurs-ijdelheid, welke in
elke mogelijke richting een uitweg zoekt. Tot de staalt
jes daarvan behooren ook de berichten die wij telkens
in de Fransche bladen aantreffen omtreut het succes
yan het Leveu van Caesar en de belangrijke som welke
daarvoor als honorarium is uitgekeerd. Met honorarium
zou naar sommiger meening wel 642,000 franken be
dragen; en toen hem het restant werd uitgekeerd over
een groot gedeelte was reeds ten behoeve van onder
scheidene personen beschikt zou de keizer, dien men
bij elke gelegenheid eeu aardigheid zeggen laat, hebben
uitgeroepen; „Voorwaar ikziedatmen in Frankrijk zeer
goed van zijn pen leven kan"een aardigheid die wel
alle diepzinnigheid mist, maar die daarentegen onbe
twistbaar juist is, althans indien men een naam van
gezag voert of op de min loffelijke eigenschappen der
natie te apeculeeren weet.
De bill waardoor de afzonderlijke eed, welke tot nu
door de katholieke leden moest worden afgelegd, wordt
afgeschaft, is door het Eugelscke lagerhuis' met 166
tegen 147 stemmen aangenomen. De torypartij had er
zich fel tegeu verklaard en getracht een transactie te
beproeven, door voor te stellen dat de bewoordingen van
deu eed meer in overeenstemming zouden gebracht
worden met den geest des tijds, door b. v. uitdrukkingen
als „afzwering van veidoetnlijke leeringen omtrent de
rechten van den souverein en stilzwijgend voorbehoud"
te doen vervallen. Deze motie werd krachtig verdedigd
door den heer Disraëli, die in een keurig afgeronde
redevoering de meeste égards zoowel jegens „zijne
roomsch katholieke ambtgenooten" als jegens de staats
kerk aan den dag legde, doch wiens pogingen niet konden
verhinderen dat de motie verworpen en de bill met eeue
meerderheid van 19 stemmen werd aangenomen.
De keizer van Oostenrijk heeft weder een stap tot
verzoening gedaan door af te kondigen dat met 1 Juli
het tnsschen-bestuur en de militaire rechtsmacht in
Hongarije zulleu worden opgeheven. Men vleit zich nog
altijd dat deze maatregel door onderscheidene andere
in denzelfden geest zal worden opgevolgd en dat de ver
zoening volkomen zijn zal.
De commissie van rapporteurs uit het Pruisische huis
der heeren heeft, na de verwerping der regeerings-
begrooting voor 1865, voorgesteld om de begrooting,
gelijk zij daarop door het huis vau afgevaardigden geheel
gewijzigd werd aangenomen, te verwerpen en, volgens
art. 99 der constitutie, de regeering te verzoeken, in het
belang des lands, zelf de lijst van uitgaven vast te stel
len en af te kondigen. Dit voorstel zal waarschijnlijk
worden aangenomen.
Het Fransch wetgevend lichaam heeft de beraadsla
ging over het budget v-au oorlog ten einde gebracht.
De gisting welke in Spanje sedert de laatste dagen
.andermaal toegenomen is heeft het ministerie genoopt om
weder gestrenge maatregelen tegen de drukpers te nemen.
Bij het wetsontwerp daartoe strekkende, waarin de voor
afgaande censuur der dagbladen en de in beslag nemin
gen weder worden ingevoerd, is eeue memorie van toe
lichting gevoegd, waarin wordt gezegd dat .Spanje „met
de tegenwoordige uitgebreide drukpersvrijheid te gronde
moet gaan en dat alzoo heilzame maatregelen daarom
trent noodzakelijk zijn."
BUIEYEN UIT BELGIË.
Brussel, 15 Juni.
Uwe en onze achtbare volksvertegenwoordigers maken
zich dezer dagen eene eervolle vermelding waardig.
In weerwil van de niet zelden drukkende warmte, van
't prachtig mooi weer dat onwillekeurig een geheim en
bijna onwederstaanbaar verlangen bij ons opwekt, om
den pelgrimsstaf ter hand te nemen en naar Italië, Zwit
serland of de lachende, groene Rijnoevers de schreden
te richten, is er toch in de vergaderingen der beide
parlementen, zoowei aan deze als aan gene zijde van den
Moerdijk, steeds eene voldoende meerderheid te vinden
om te kunnen komen tot afdoening van tal van wetsont
werpen van allerlei aard en gehalte. Die welke ten
uwent onder den hamer komen, zijn echter van vrij wat
meer gewicht dan die welke bij ons worden behandeld,
en het tweede ministerie Thorbecke raag m. i. terecht
met zekere fierheid naar het zittingjaar 186465 heen-
wijzen, wanneer ooit de oppositie het weer van werke
loosheid zou durven beschuldigen.
Sedert eenige weken zit hier de minister van openbare
werken, de heer Vanderstichelen, letterlijk op de pijn
bank. De vertegenwoordiging heeft de leening van zestig
millioen francs ten behoeve van zijn budget goedgekeurd;
hetgeld is onmiddellijk gevonden, dank zij hetongeschokt
crediet van onzen staat; nu komt het er maar op aan,
hoe die millioenen verdeeld en verbruikt zullen worden.
De minister heeft een daartoe strekkend onderwerp bij
de kamer ingediend, 'twelk zich uit het oogpunt der
billijkheid zeer aanbeveelt, te meer daar de gulden les
„het allernoodzakelijkste het eerste" streng daarbij door
hem is in acht genomen. Maar ook hij heeft sedert
dagen aan dagen moeten ervaren dat volksvertegen- i
woordigers, bij wie „prêcher pour sa paroisse" eene voor
waarde is van parlementair levensbehoud, zich om billijk
heid en gezond verstand al zeer weinig bekreuuen,daar
waar hunne kiezers beweeren dat men hun district of de
stad hunner vaderen stiefmoederlijk heeft behandeld.
Die verdeeling van de zestig millioen heeft wat tonden
losgemaakt, en een tal van afgevaardigden, die anders
maar zelden in de hoofdstad gezien worden, naar de
groene banken in 't Palais de la nation heengejaagd!
Geloof echter niet, dat de litteratuur onzer parlementaire
handelingen daardoor iets rijker geworden is aan wel
sprekende bladzijden. Pathos en groote woorden genoeg,
redevoeringen van ellen lengte, voorgelezen voor, maar
niet aangehoord door de half dommelende of babbelende
collega's vau deu „geachten spreker". Dat :s de gekeele
rijkdom die wij er mede gewonnen hebben. De minister
van openbare werken is echter wel verplicht een aan
dachtig oor te leenen aan de sissende stem van den heer
vau Hoorde, die bij de kerk en al haar heiligen zweert
dat de varkensfokkerijen te Bastogne geruïneerd zullen
worden, indien uien niet zeer spoedig de Lnxemburgsche
varkens per spoortrein naar de slachtbank kan leiden
hij moet den wel liberalen, maar daarom niet minder
vervelenden heer Bouvier, geduldig aanhooren, wanneer
deze in bewoordingen, die onwillekeurig aan een turk-
schetrom doen denken, hem in 't oor dondert dat de
piek, waar ergens achter in Henegouwen het stedeke
Virton ligt, de bekoorlijkste ter wereld is en uit dieu
hoofde slechts én op ecu spoorweg én op een kanaal, én
op een tunnel door zijne bergen wacht om Wiesbaden en
alle mogelijke badplaatsen ter wereld naar de kroon te
kunnen steken. Hij moet naar den schoolmeesterachtigen
heer Thonissen luisteren, die in den vorm van een kort
begrip van Limburgsche aardrijkskunde hem betoogt,
dat het misiceiide en misdeelde Limburg ook kier
vertellen de Limburgers dat Limburg miskend en mis
deeld wordt, en ook hier krijgen ze om bijzondere rede
nen soms gqin de cause het rijkste land ter wereld,
liet Oalifornië van België zou kunnen worden, gaf het
gouvernement maar wat meer geld voor het oude her
togdom ten beste. En zooals dit drietal zijn er wel vijftig,
leder heeft zijn woordje te zeggen, leder wil zijne kie
zers bewijzen dat hij zijn best doet, en de arme minister
moet al die dreigende bedelaars, 't zij met krachtige
woorden van zijn deur jagen, 't zij met wissels op de
eeuwigheid paaien. De heer Vanderstichelen is goed
ter tong en heeft ze allen zonder onderscheid, de
een echter wat humaner dan de andere, beantwoord,
't Meest curieuse geval gold de verplaatsing van het
station te Doornik. Om, volgens zeker Hollandsch blad,
„de stemmen van de beide afgevaardigden te neufcraJi-
seeron en aldus Doornik on vertegenwoordigd te laten,"
hebben de kiezers van de oude stad der Lalaing's een
volbloed liberaal en een ultra clericaal, de heeren Bara
en Dumortier naar de kamer gezonden. Deze beide staan
steeds als water en vuur tegenover elkaar. Nu keurde
ditmaal de eeu de verplaatsing van het station goed, en de
ander kantte er zich natuurlijk tegen aan. 't Gaf een strijd
die de kamer bij uitstek begon te amuseeren,toen de heer
Dumortier, de politiek met het statiou in verband bracht
en betoogde dat de minister dat alleen verplaatsen wou
om de liberale plattelands kiezers van het district een
makkelijk vervoermiddel naar de stembus te bezorgen,
dat aan de clericalen zou worden ontnomen. Summa
summarum zijn wij op die wijze tot de wetenschap geko
men dat de boeren ten oosten van Doornik liberaal, en
die ten westen van die stad, clericaal zijn. De minister
antwoordde eenvoudig dat hij er niet aan verbeteren
kon, dat de verplaatsing van het station noodzakelijk
was en hij van de clericale mandatarissen van den heer
Dumortier overigens te goede gedachten had, dan dat
hij niet gelooven zou dat zij zich voor hun beginsel wel
een kleinen omweg zouden willen getroosten. De geachte
afgevaardigde behoefde zich z. i. over zijne herkiezing
niet ongerust te maken, al werd ook het spoorwegstation
verplaatst.
Al deze en dergelijke histories zal de minister nu ook
eerstdaags in den senaat moeten aanhooren. Met de
kamer heeft hij gister afgerekend en de rekening sloot
voor hem met een flink saldo. Slechts enkele stemmen
hebben zich tegen de verdeeling, zooals hij die heeft
voorgesteld, blijven aankanten. Na de stemming heeft
de vergadering, in weerwil van de oppositie van den
heer Coomans, die de wet op de militie in behandeling
wilde nemen en van deu heer Dumortier, die thuis wat
wou gaan uitrusten, met 60 tegen 11 stemmen besloten
dat eerstdaags de diseassiën over de wet ter wering van
knoeierijen bij de verkiezingen zullen geopend worden
en dat wel onmiddellijk na de stemming over de wijzi
gingen in ons handelstractaat met Pruisen en de wet op
de jury's voor de admissie examens voorde hoogescholen.
De senaat heeft gisteren de wet regelende de ministe-
riëele vervolgbaarheid voor misdrijven buiten hunne be
trekking gepleegd,met 31 tegen 11 stemmen aangenomen.
Op dezen oogenblik houdt de pers en het publiek, dat
op de hoogte der politieke gebeurtenissen is, zich druk
bezig met het van regeeringswege ingediende voorstel
ter hernieuwing der bekende en zeer gelaakte vreemde
lingenwet van 1853. De oppositie daartegen is zeer
hevig. Van de bladen heeft alleen het officieus orgaan
van het kabinet, l'Echo du Parlement, den voorgestelden
maatregel durven verdedigen. LTndépendanee beige
draait, zoo als men zegt, er om heen, en wil een transactie
omtrent de toepassing van het beginsel. Ik geloof dat
ditmaal de Brusselsche afgevaardigde, de heer Couvreur,
van wien dat artikel afkomstig is, gesproken heeft uit
naam van de geavanceerde partij in de kamer. De demo
cratische partij heeft dezer dagen in het lokaal der
Louve eene meeting desaangaande gehouden, waarvan
het resultaat te voorzien was. Men zal een krachtig
adres bij de vertegenwoordigers indienen, en op de
verwerping van het regeeringsvoorstci aandringen. Mijn
opinie ten deze is breed verschillend van die der Indé-
penclance. In een land waar het liberalisme regeerings-
beginsel is, komt eene dergelijke wet als de voorgestelde
niet te pas. Eene liberale regeering moet niet aandrin
gen op 't bezit van een wapen, dat haar de gelegenheid
kan openen om eiken vreemdeling die haar niet bevalt
zonder vorm van proces over de grenzen te zetten. Wil
men echter de regeering zulk een wapen laten, dan
houde men zelf het gevest niet in de hand. En dit
wil de Indépendance. De wet, maar geen toepassing
zonder recht van beroep op, zonder recht van tusschen-
komst van de kamer. Ik keur dit af. Eene regee
ring moet van dergelijke handelingen zelf en alleen
de verantwoordelijkheid dragen. Anders schuift zij die
op de kamer. Ik ben niet ongeneigd om te gelooven dat
ons kabinet zich wel eens zou kunnen neêrleggen bij dit
door den heer Couvreur opgeworpen balletje. Waar zij
desniettemin van de hevige oppositie daartegen nota
moet nemen, daar zou veellicht de minister Tesch, met
die van zijuen rade zijn, wel tot eene transactie zijn te
bewegen.
Nog altijd wachten wij op rufdere tijdingen uit Mexico,
Alles wat wij te weten kunnen komen, rust op particuliere
brieven. De door de officieuse bladen beloofde lijsten
der slachtoffers van Tacamburo big ven achter. Ik geloof
dan ook dat men moeilijk het juiste cijfer der dooden
en gevangenen zal kunnen opgeven. Zoo even hoor ik
uit goede bron dat de Belgische vrijwilligers, altijd voor
zooverre zij niet gesneuveld of gevangen genomen zijn,
naar Mexico zullen worden teruggeroepen om in die
hoofdstad nu werkelijk eens dienst te gaan doen als
garde d'bonueur voor de keizerin. De Belgische prinses
schijnt bij haren gemaal op dat besluit te hebben aange
drongen, diep getroffen als zij is over de slachting door de
benden van Juarez onder hare landgenooten aangericht.
De Nederduitsche bond te Antwerpen heeft aan Juarez
een adres gericht, waarin die vereeniging hare sympathie
betuigt voor zijn volhardend streven om den grond
zijner geboorte tegen vreemde overhcersching te ver
dedigen. Dit adres heeft hier een zeer pijnlijken indruk
gemaakt en wordt, vooral uithoofde van het slecht geko
zen oogenblik waarop het verschenen is, algemeen afge
keurd, zelfs door hen, die in den aanvoerder der Mexi-
caanscheguerilla-bendeniets meerziendan een vrijbuiter,
waarover de heer de Brouckère hem in de volle kamer
heeft uitgemaakt.
Z. M. de koning maakt dagelijks rijtoertjes in de rich
ting der hoofdstad. De hertog van Brabant en zijne
gemalin zijn gisteren ochtend zeer onverwachts naar
Londen vertrokken met het doel daar eenigen tijd te
blijven. Er loopen verschillende geruchten omtrent de
oorzaak van dat uitstapje, dat met het oog op de wanke
lende gezondheid des konings, wiens leven als aan een
zijden draad hangt en die bij den minsten aanval der
dubbele kvyaal, waaraan Z. M. lijdt, in dadelijk gevaar
verkeert, minstens onvoorzichtig schijnt. Ongaarne maak
ik mij tot tolk van dergelijke praatjes, omdat het mijne
meening is dat ook het particuliere leven van een vorst,
zoowel als dat van elk ander individu, niet tot het domein
der pers behoort. In dit geval maak ik echter eene uit
zondering op mijnen gewonen regel, omdat de bestaande
verdeeldheid tusschen den Uouing en den troonopvolger,
die aanleiding schijnt te hebben gegeven tot dit zon
derlinge reisplan, eene consequentie is van het feit dat
ik eenig^a-tijxi-geleden ter uweppk»,^5^tepende te moe
ten brehgeti, t. wrliftt.morganApro'^u^i^Mes konings.
Z. M/sch'rjtft dë"t\<e£de stjflwty) asp. inge^.ijjgen weg te
wiH^ir,-dben;é'u,':y^^bei|b%onenr^iê:,eep^ jaren ge
leden,; Madame' Mé^ei) dfeppenhoy'e 'héuj^eschonken