MIDDELBURGSCHE COURANT. N°' 97. Zondag 1865. 18 Juni. Editie van Zaturdag avond 4 uren. ftlidflelburg 17 Juni. Bij gelegenheid ,van den 47en jaardag van H. M. de koningin wappert beden alhier van alle openbare gebou wen en de woningen van zeer vele ingezetenen de natio nale vlag. Overigens wordt de dag op gewone wijze gevierd door het spelen van het klokkenspel enz. Het garnizoen hield heden middag op de Markt parade, terwijl tegelijkertijd inspectie over de stedelijke schut terij werd gehouden, na afloop waarvan door het muziek corps nog eenige muziekstukken voor de sociëteit de Vergenoeging werden uitgevoerd. Vóór den aanvang der inspectie is de heer mr. J. Er- merins, onlangs door Z. M. tot 2en luitenant benoemd, als zoodanig geïnstalleerd. HH. MM. de koning en koningin en Z. K. H. prins Alexander zijn eergisteren, per extra spoortein, naar het Loo vertrokken. Door de arrondissements rechtbank te Zierikzee is opgemaakt de voordracht voor de vaceerende betrekking van kantonrechter aldaar, waarop zijn geplaatstmr. J. de Clercq van Weel, griffier bij het kantongerecht te Zie rikzee, mr. J. A. van Hoek, substituut-griffier bij de arrondissements rechtbank te Goes, en mr. B. Ermerins, plaatsvervangend kantonrechter en procureur bij de arrondissements rechtbank te Zierikzee. Eergisteren werd te Leiden gehouden de 99e jaarverga dering der Maatschappij van Nederlandsche letterkunde, onder voorzitterschap van prof. M. de Vries. Uit de meêgedeelde verslagen tyeek, dat gedurende het afge- loopen jaar dertien leden der maatschappij door den dood zijn ontvallen. Tot nieuwe binnenlandsche leden heeft de vergade ring gekozen de heeren mr. J. W. Staats Evers, te Arn hem dr. Lubach, te Haarlemdr. D. Bierens de Haan, hoogleeraar te leiden, F. F. Karseboom, advocaat-gene raal bij den hoogen raad te 's Gravenhage, dr. I. W. G. van Oordt, te Haarlem, mr. J. Luzae, te Leiden,mr. G. M. van der Lindenlands-advocaat te 's Gravenhage, mr.B. D. H.Teilegen,hoogleeraar te Groningen, mr.W. P. Sautijn Kluit, te Amsterdam, dr. A. H. G. P. van den Es, conrector te Groningen, mr. P. F. Hubrecht, te Rotter dam, J. A. van Hamel, predikant te Leiden, P. A. Tiele, boekhandelaar te Haarlem, mr. A. E. I. Modderman, hoog leeraar te Amsterdam, dr. D. de Loos, directeur der hoogere burgerschool te Leiden en mr. P. van Bemmelen, lid van de arrondissements rechtbank te Alkmaar. Tot buitenlandsche leden de heerenEugène Hatin, te Parijs; prof. Max Miiller, te Oxford, en mr. J. G. Bar man Becker, te Koppenhage. Bovendien heeft zij be sloten het buitengewoon eerelidmaatschap der maat schappij aan te bieden aan hare leden de heeren mr. J. Pan en dr. Hoffmann von Fallersleben. Uit Utrecht schrijft men van 14 dezer: „In uw blad van gisteren komt een bericht voor aan gaande de viering der aanstaande Utrechtsche academie feesten, hetwelk niet geheel juist is. „Het is namelijk onwaar, dat de meerderheid der leden van het Utrechtsche studentencorps zeer tegen eene maskerade gestemd is; daarvan is althans nog niets gebleken. Veel minder kan die onderstelde gezind heid haren oorsprong hebben in de houding der Utrecht sche burgerij, welke sedert jaren nooit gedacht heeft aan het geven eener contra-partij aan de academieburgers. Deze houding oefent volstrekt geen invloed uit op de plannen der studenten omtrent de wijze, waarop het academische lustrum in het volgende jaar zal gevierd worden. „De zaak is eenvoudig deze. De maskerade-commissie had aan het oordeel van het corps een plan onderworpen voor een gecostumeerden optocht, in 1866 te houden. Om redenen, geheel in het plan zelf gelegen, werd dit met ruim 70 tegen ongeveer 25 stemmen verworpen; maar omtrent het wenschelijke van het houden eener maskerade in het algemeen werd geen uitspraak gedaan. Een der studenten opperde het denkbeeld om ditmaal zulk een gecosturaeerden optocht (gelijk er in de laatste jaren zoovelen in onze verschillende academiesteden te zien zijn geweest en waarbij men dus telkens min of meer in herhaling van het oude moet vervallen) te doen vervangen door eene andere wijze van feestviering, bij voorbeeld door het geven van een groot muziekfeest. Het denkbeeld werd slechts geopperd, nog geen bepaald voorstel gedaan. Waarschijnlijk zal eerst na afloop der zomervacantie een besluit omtrent de maskerade, of wat in hare plaats mocht treden, genomen worden." Landbouw enz. Hoewel eene bestendige weersgesteldheid in vele op zichten aangenaam is, is zij dikwijls voor den landbouw nadeelig; dit wordt ook thans weder in ruime mate ondervonden, daar bijna alle veldvruchten zeer naar regen verlangen. De tegenwoordige toestand van den te veld staanden oogst in Walcheren is dan ook niet gunstig te noemen. In bijzonderheden valt daaromtrent het vol gende te melden De tarwe, welke in 1864 onder gunstige omstandig heden werd gezaaid, had van den strengen vorst weinig te lijden, terwijl het voorjaais-weder voor deze vrucht niet ongunstig was. Tot dusver laat bet zich aanzien dat de langdurige droogte geen nadceligen invloed op de tarwe uitoefent, en mocht de aangebroken bloeitijd gunstig eindigen, dan bestaan er bevredigende verwach tingen omtrent de hoedanigheid en hoeveelheid van dit gewas. Het winterkoolzaad had bij de uitzaaiing met geene moeilijkheden te kampen. De winter scheen geen nadee- ligen invloed op dit gewas uit te oefenen, zoodat men zich in het voorjaar met een gunstigen oogst vleide. In den bloeitijd evenwel was het buitengewoon warm, en dit, benevens de menigte insecten, benadeelde de vrucht zetting. Over het algemeen zijn dus de verwachtingen omtrent het koolzaad niet hoog gespannen. De gerst deelt even als alle overige veldvruchten in eeno te drooge weersgesteldheid, die voor hare ontwik keling zeer ongunstig is. De erwten, paarden-, bruine en witte boonen zijn sedert zij in den grond zijn gebracht, bijna zonder regen opge groeid. De erwten staan over Jwt algemeen ongunstig, daar zij veel van allerlei insecten te lijden hebben. De paardenboonen beginnen te bloeien, en, mocht de tegenwoordige droogte voortduren, dan is daarvan ook niet veel to verwachten. Van de bruine en witte boonen, die nauwlijks boven den grond staan, zijn de uitkomsten nog zeer onzeker. De aardappelen staan gunstig te velde, doch of de tegenwoordige droogte wel voor de knolzetting voor- deelig is, valt te betwijfelen. De klaverlanden leveren tot dusver een gunstig ge was op. De weilanden verkeeren daarentegen in geen bevredigenden staat, en voornamelijk van de hooilanden wordt een ongunstige oogst te gemoet gezien. De uit gezaaide wortelgewassen zijn moeilijk te winnen. De vlasteelt heeft zich dit jaar in Walcheren weder uitgebreid, voornamelijk door de oprichting van twee vlasserijen. Het gewas zelf staat, zooals wij reeds vroeger gemeld hebben, over hetalgemeen zeer ongunstig, zijnde van de vruchtbaarste landen bijna geen oogst te ver wachten, terwijl op de schraalste landerijen het vlas daarentegen iets gunstiger staat. Jl. Maandag, Dinsdagen Woensdag werden te Hulst de algemeene vergadering en tentoonstelling gehouden der Maatschappij tot bevordering van landbouw en veeteelt in Zeeland. Maandag morgen te S uren werden de aangeboden werktuigen op een daartoe aangewezen veld beproefd. Des namiddags te zes uren had eene bijeenkomst van het hoofdbestuur in de Landbouw-societeit plaats. De algemeene vergadering op het raadhuis werd Dins dag morgen te tien uren door den voorzitter mr.C. J.Pické geopend. Er waren ougeveer zeventig personen aanwe zig, waaronder enkele uit België. Nadat de notulen der vorige algemeene vergadering waren gearresteerd, werd mededeeling gedaan vau inge komen stukken, waaronder eene kennisgeving dat de minister van binnenlandsche zaken en de commissaris des konings in deze provincie de vergadering niet kon den bijwonen. Door den voorzitter werd het gedrukt verslag over gelegd omtrent den toestand der Maatschappij en van den landbouw in Zeeland over 1864, hetwelk gevolgd werd door het verslag der commissie belast met het onderzoek der rekening over 1864, welke is goedge keurd. Uit deze rekening bleek dat de inkomsten hebben bedragen 3,450.09, de uitgaven 2,730.50^, zoodat het batig slot bedroeg/'719.58^. Blijkens de mededeeling van de namen der beoordee laars belast met de keuring der op de tentoonstelling aangebrachte voorwerpen, zijn benoemd tot keurmeesters: voor paarden, de heeren J. M. F. Kegelaar, te Axel, G. J. W. Berghuis, te Middelburg, en B. G. Friedericba, te Oud-Vosmeer; voor hoornvee, de heeren C. Mazure, te Zierikzee, M. de Vlieger, te Oost-Souburg, en B. G. van der Have te Onwerkerk; voor schapen en varkens, de heeren A. Bliek, te Nieuw- en St. Joosland, C. van der Have, te Ouwerkerk, en A. de Wilde, te Tholen; voor werktuigen, de heeren A. Geluk Jz., te Tholen, J. M. Kakebeeke, te Goes, en D. Schaap jr., te Hulst. In 1866 zal de algemeene vergadering, volgens gedane mededeeling, te Tholen worden gehouden. Als resultaat van de bespreking der voorgestelde onderwerpen kan worden gemeld 1. dat de algeheele stalvoedering zich uit een land bouw- en landhuishoudkundig oogpunt wel voor jong vee, doch niet voor melkvee aanbeveelt; 2. dat, volgens het oordeel der meerderheid, de ver bouw van suikerpenen ten behoeve der suikerfabrieken niet in het belang van den landbouw kan worden aan bevolen, omdat daardoor niet in den grond wordt gebracht wat er uit wordt genomen en hij dus wordt uitgeput 3. dat de ondervinding in Zeeland heeft geleerd, dat het droogleggen aan gronden uit een geldelijk oogpunt voor den landbouwer in alle opzichten voordeelig te achten is; 4. dat er nog weinig bekend is van de uitkomst der bromus schraderi als voederplant in deze provincieaan al de afdeelingen zal echter zaad worden gezonden om proeven te nemen of het aankweeken dezer plant voor den veestapel van gewicht kan worden geacht. Vervolgens werd de algemeene vergadering gesloten. Dinsdag middag te twee uren werden de bekroonde werktuigen in tegenwoordigheid van het hoofdbestuur en de leden nogmaals beproefd, terwijl ook aan belang stellenden, tegen betaling van 25 cent, toegang werd vergund. De tentoonstelling van vee, werktuigen en andere landhuishondeliike voorwerpen, welke Woensdag ge houden werd, had vele bezoekers gelokt en werd door prachtig weêr begunstigd. In 't geheel waren aange bracht: 46 paarden, 72 runderen, 18 schapen, 4 varkens en 195 werktuigen. Aan prijzen en medailles was voor een bedrag vanƒ1080 uitgeloofd. Blijkens het proces-verbaal van bekrooning zijn toe gekend. Voor paarden: voor dekhengsten, geboren vóór of in Juni 1862, de prijs van f 50 en de zilveren medaille beide aan Kerkhove Lippens, te Moerbeke; voor merriepaarden, geboren tusschen 1 Juni 1S58 en 1 Juni 1862, de prijs van f 30 aan B. Plasschaert, te Koewacht, en de zilveren medaille aan B. Buijs, te St. Jansteen; voor merriepaar den, geboren in 1863, de prijs van f 20 aan P. Verhaegen, te Grauw en de zilveren medaille aan D. van Putte, te Koewacht; voor spannen ploegpaarden, geboren tusschen 1 Juni 1858 en 1 Juni 1861, de prijs van f 30 aan P. Heijman, te Hontenisse; de zilveren medaille is niet toegekend. Voor runderen: voor springstieren, geboren vóór of in Juni 1858, van inlandsch ras en door den inzender zeiven aangefokt, de prijs van f 50 aan W. Seydlitz, te Hulst, zijnde de overige onderscheidingen voor stieren niet toegekend; voor melkkoeien, geboren tusschen 1 Juni 1857 en 1 Juni 1862, van inlandsch ras, de prijs van ƒ25 en de zilveren medaille, beide aan dr. E. Vogel vanger, te Hulst, aan wien nog zijn toegewezen de prijs van 15 voor vaarzen, geboren tusschen 1 Juni 1862 en 1 Juni 1863, van inlandsch ras, en de prijs van f 10 be nevens de zilveren medaille voor vaar/en, geboren na 1 Juni 1863, van inlandsch ras; de overige inzendingen onder deze rubriek bleven onbekroond. Voor schapen: voor ooien van gekruist ras, 3 stuks, geboren na 1 Juni 1863 (geschoren), de prijs van 15 aan J. M. van Gassen, te Grauw, en de zilveren medaille aan G. F. Willemsens, te Hontenisse: voor drie stuks wol vliezen, voor beste wol, de prijs van f 15 aan J. F. E. van Alsteiu, te Grauw; de overige prijzen werden niet toe gewezen. Voor varkens: voor beeren van inlandsch ras, de prijs van 10 aan J. M. van Gassen, te Grauw, voor zeu gen van inlandsch ras, de prijs van 10 aan P. A. de Maat, te Hontenisse; en voor zeugen van vreemd ras, de bronzen medaille aan J. F. E. van Alstein, te Grauw. Voor werktuigen en gereedschappen: vooreen ros- of tredmolen een prijs van f 25 aan J. Peignat Co., te Amsterdamvoor een wanmolen, een zilveren vergulde medaille, uitgeloofd door mr. C. J. Pické, aan dr. E. Vogelvanger te Hulst; voor een graanzuiveringswerk tuig, een prijs van 15 aan J. Peignat Co.. te Amster dam; voor een boonen- en graanbreker, een prijs van ƒ15 aan denzelfdenvoor een stroo- of hakselsnijder, een prijs van f 10 aan Nardten en Luckerhof, te Zierikzee,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1865 | | pagina 1