fc)imöclsbcric!)tcn.
JlDüfrtmtim.
gehouden rede op mijjnaakt. Door u tijdens mijne afwe
zigheid bij de ke.iaérin en mijn zoon te laten als vice-
president van den geheimen raad, heb ik u een bewijs
willen geven van vriendschap en vertrouwen, hopende
dat uwe tegenwoordigheid, uw gedrag en uwe taal het
bewijs zouden leveren van de eensgezindheid welke in
onze familie heerscht.
Het politieke programma, dat gij onder bescherming
stelt van den keizer, kan slechts den vijanden van mijn
gouvernement dienstbaar wezen. Bij de appreciatiën,
die ik niet zou kunnen aannemen, voegt gij gevoelens
van haat en wrevel, die niet meer tot onzen tijd behooren.
Oin de denkbeelden van den eersten keizerin dentegen-
woordigen tijd te kunnen toepassen, moet men ten op
zichte van de verantwoordelijkheid van het gezag, harde
beproevingen doorstaan hebben. Bovendien kunnen wij
Pygmaen als wij zijn inderdaad zulk eene groote
historische figuur, als Napoleon I was, naar de juiste
waarde schatten? Evenmin als men het kolosale stand
beeld, waarvoor men staat, in eens kan omvatten, even
zoo min kan men die historische figuur ten volle begrijpen.
Wij zien nimmer dan die zijde, welke ons treft. Van daar
het onvoldoende van de reproductie en hetuiteenloopende
der meeningeu.
Iedereen is het duidelijk dat de keizer, om te beletten
dat er anarchie onder de gemoederen zou heerschen
die geduchte vijand van de ware vrijheid eersteen
regeeringsstelsel bij de familie heeft ingevoerd en daarna
eene strenge tucht, waardoor alles zou worden onder
worpen aan éen wil, aan éen daad. Voor het vervolg zal
ik van deze gedragslijn niet kunnen afwijken.
Overigens, mijnheer en waarde neef, bidde ik God dat
hij u in Zijne heilige hoede blijve nemen.
NAPOLEON.
La Presse bevat den volgenden brief:
Sire,
Ten gevolge van uwer majesteit's brief van 23 Mei en
zijne openbaarmaking in denMoniteur van heden morgen,
neem ik mijn ontslag als vice-president van den couseil
privé en als president der commissie voor de tentoon
stelling van 1857.
Ontvang sire de betuiging van de diepe en eerbiedige
genegenheid, waarmede ik ben
van uwe majesteit
Palais-Royal 27 Mei 1865. De u zeer toegenegen neef
NAPOLEON (JEROME.)
BRIEVEN UIT BELGIË.
Brussel26 Mei.
Do kamer heeft heden het door den heer de Bronckère
c. s. ingediend wetsontwerp tot regeling van de ver
volgbaarheid der ministers wegens misdrijven, die niet
in de uitoefening hunner functiën gepleegd zijn, aange
nomen met 63 tegen 25 stemmen en 7 onthoudingen.
De heer de Laet en zijn secondant, de heer Nortliomb,
hebben zich van stemming onthouden. Op voorstel van
den Antwerpschcn afgevaardigde, de heer Jacobs, is met
duidelijke woorden in de wet verklaard dat zij een terug
werkende kracht heeft, ten gevolge van welke bepaling,
onmiddellijk nadat op de wet de goedkeuring des konings
zal zijn verkregen, de kamer verlof zal geven tot de
vervolging van den minister van oorlog, baron Chazal,
en de bovengenoemde twee volksvertegenwoordigers.
Het bekende duel in de manége zal dus niet ongestraft
blijven en langs dien weg aan de publiekeopinie voldoe
ning worden gegeven. Wat de wet in haar geheel betreft,
zij blijft slechts een jaar van kracht. Voor een speciaal
geval in de wereld gekomen, wil men ze ook zoo spoedig
mogelijk er weêr uit helpen. De vraag is nu echter, zal
binnen het jaar het arsenaal onzer wetten vermeerderd
zijn met die zoo hoog noodige op de minïsterieele ver
antwoordelijkheid? Men heeft tijd genoeg gehad om er
over te denken. Het congres van 1830 verklaarde haar
toch reeds urgent. Ilot ministerieel orgaanl'Echo du
parlement, raadplegende, kom ik echter tot de conclusie
dat de regeering veel bezwaar ziet in de indiening van
een daartoe strekkend ontwerp. In een leading-artikel,
voorkomende in het nommer van eergisteren, worden al
de bezwaren opgesomd die sedert 1830 zijn gerezen,
telken male wanneer ten deze de handen aan het werk
zouden worden geslagen. Tevens doet men niet ondui
delijk uitkomen dat waar de natie vijf en dertig jaar op
een dergelijk ontwerp gewacht heeft, uien minstens
„vergroot" wanneer men van „hooge noodzakelijkheid"
spreekt. Er is iets van aan, maar ik vind het desniette
min onhandig om op die wijze de natie voor te bereiden
op eene teleurstelling die men haar heeft toegedacht.
Beter ware het gezwegen, en als zoo menige geëischte
en toegezegde wet, ook deze maar ongemerkt ad calendas
gruecas verdaagd.
Na de aanneming van genoemd ontwerp heeft de kamer
eenige andere, strekkende om uitvoering te kunnen
geven aan onderscheidene plannen van publieke werken,
in behandeling genomen.
Het zittingjaar spoedt ten einde. Reeds dunnen de
rijen der in de zittingen tegenwoordig zijnde afgevaar
digden aanmerkelijk. Zooveler huis noodigt hen om te
komen rusten van hunnen arbeid, die nauwkeurig be
schouwd, eigenlijk geen arbeid hecten mocht. Buiten die
op de bedelarij, is er toch dit jaar geene enkele wet van
eenig belang in discussie gekomen. De partijen heb
ben geschermutseld, maar een eigenlijke slag is er niet
geleverd. Buiten de afgedane begrootingeuheeft de
quaestie der Mexikaanscbe expeditie met de gevolgen
van dien, waartoe men ook het ontwerp op de ministerieële
vervolgbaarheid rekenen kan, alles gedomineerd en al
den beschikbaren tijd in beslag genomen. De debatten
daarover moesten natuurlijk improductief zijn. De kogel
was door de kerk en men mocht nu al twisten over de
vraag, hoe en waarom die er door gegaan was, aan het
feit was niets te veranderen, en men had verstandiger
gedaan, na de eerste vermaning, die aan het kabinet
over de werving was toegediend, de zaak te laten rusten,
om andere ontwerpen besprekende, te komen tot meer
practisehe resultaten.
Aan het ministerie ligt de schuld' slechts ten deele.
De wetten op de kerkfabrieken en die ter voorkoming
van fraudes bij de verkiezingen zijn ingediend. Die
regelende de policie op de kerkhoven is bij het minis
terie van justitie in bearbeiding. Had men kunnen
vermoeden dat zij nog dit jaar in behandeling zou
worden genomen, de heer Tesch had stellig zich gehaast
zijn ontwerp bij de kamer in te dienen, daar hij deze
quaestie nog eerst schijnt te willen regelen voor hij
aftreedt en de portefeuille overgeeft aan zijn aanstaanden
schoonzoon, den jeugdigen en talentvollen Doornïk-
schen afgevaardigde mr. Bara.
De leden derkamerdie vooral zij die in het volgende
jaar aan de beurt van aftreding zijnzeer goed gevoelen
dat de kiezers nota hebben genomen van de onvrucht
baarheid hunner lang gerekte, niet zelden zeer scherpe
en persoonlijke debatten, hebben er een huismiddeltje
op gevonden om de gegronde verwijten die zij daarom
trent nu reeds in de dagbladen der geavanceerde en
democratische partijen lezen moeten, te ontzenuwen. In
de laatste dagen toch leest men in die organen, welke
'tzij onder de leiding van sommige afgevaardigden staan,
't zij door deze geheel geredigeerd worden, ellenlange
vertoogen, die de strekking hebben om te bewijzen d;'t
onze uitverkorenen een halsmisdaad zouden hebben ge
pleegd, hadden zij een der dusgenaamde „kardinale" wet
ten aan de orde gesteld. Dit pretext is gebaseerd op den
toestand des konings. De koning kan niet lang meer leven,
zoo heet het,en aan den vooravond van zijnen vermoede-
lijken dood heeft de volksvertegenwoordiging het recht
niet discussiënteprovoceeren,dieeene ministeriële crisis
ten gevolge zouden kunnen hebben. Het argument is niet
onaardig gevonden, maar het houdt geen steek. De
jongste ziekte van Z. M. dateert toch slechts van de
laatste twee maanden. Nu blijft den kiezer toch nog
altijd het recht om te vragen: of de kamer met de gave
der voorwetenschap is bedeeld en gedurende een half
jaar die ontwerpen heeft laten rusten, omdat zij vooruit
zag dat Z. M. door eene krankheid zou worden aangetast,
die de dood ton gevolge zou kunnen hebben. Men moest
eerlijker zijn en als men toch zich verdedigen wou, de
waarheid zeggen en rondweg er voor uit komen dat de-
meerderheid in het door de clericalen en geavanceerden
met voordacht haar gespreide net gevallen is, en nu
eerst inziet hoe blind zij geweest is. Alle debatten over
die rampzalige Mexicaansche quaestie zijn toch door de
leiders dier beide uiterste partijen uitgelokt. Had de
meerderheid eenvoudig geweigerd te antwoorden of na
een kort debat met eene orde van den dag aan de
discussies een einde gemaakt, er was vrij wat tijd
gewonnen. Men beeft echter repliek en dupliek ge
pleit, zoolang men nog adem had om 't vol te kunnen
houden, en dat juist wilden zij, die bijna eiken dag eene
nieuwe interpellatie van het kabinet op touw zetten, met
het doel om de behandeling der wetten van politiek aan
belang te verdagen. Zij zijn daarin volkomen geslaagd.
De gevreesde ontwerpen zijn voorloopig buiten stemming
gebleven en bij de verkiezingen van 1S6G, zul men het
kabiuet kunnen bestrijden met het wapen dat de zeer
onvruchtbare zitting van 1864—65 zijnen vijanden aan
de hand geeft. Het ministerie had dan ook in zijn eigen
belang op de behandeling der ingediende ontwerpen moe
ten aandringen. Valt het nu door eene toevallige, niet
voorziene omstandigheid, vóór het zich de eer heeft kun
nen toeëigenen van de quaestiën der wereldlijke belangen
van de kerk, van de eerlijkheid der verkiezingen en het
rechtdergemeenten op de kerkhoven geregeld te hebben,
dan heeft het dat zich zelf te wijten, en worden dooreen
opvolgend kabinet zijne ontwerpen in de archieven der
verschillende departementen begraven, dan zal het zich
kunnen troosten met bot oude verwijt „Til l'as voulu,
George Dandin!
Gij vraagt mij naar den toestand des konings? Ik ver
wijs u naar het huismiddeltje onzer afgevaardigden, hier
boven u medegedeeld. Z. M. heet hersteld, maar, waar de
oorzaak van zijn lijden nooit meer kan worden wegge
nomen, blijft het gevaar altijd dreigend. De geringste
aanval kan den dood onmiddellijk ten gevolge hebben.
Er zijn particuliere berichten uit Mexico ontvangen.
Men deelt mij daar zoo even niets minder mede dan dat
een groote drie honderd onzer vrijwilligers door de
benden van Juarez omsingeld en in de pan gehakt zijn.
Men schrijft het gebeurde toe aan een misslag van den
maarschalk Bazaine. Bevestigt het gerucht zich, dan zal
de rouw hier te lande algemeen zijn. In alle standen
der bevolking toch zijn de troepen voor Maximiliaan
gewonnen. De boerenjongens die men van achter don
ploeg heeft gehaald en in een opgewonden bui heeft
laten „teekenen," 'tburgevmans kind dat een ongeluk
kige liefde of de zucht om fortuin te maken naar Onde-
naerde dreef, staan toch in de gelederen naast les fils
prodiques dor meest aanzienlijke geslachten, die de rol
van vrijbuiter zich moesten laten welgevallen, toen die
van den held der salons van den demi-monde, of van de
speelzaal van Baden-Baden of van de wedrennen der
Fransche hoofdstad was uitgespeeld.
De gemeenteraad van Brussel schijnt te wijken voor
de publieke opinie en naar alle waarschijnlijkheid zal in
zijne eerstvolgende vergadering het collegie besluiten
tot de handhaving van het Vlaamsch opschrift op het
aan de nagedachtenis van Egmont en Hoorne gewijd
gedenkteeken.
De advokaat van de Plassche heeft eene toelichting
aangaande de door hem ontworpene Waterloo-mani-
festatie publiek gemaakt. Daaruit moet blijken dat die
in geenen deele tegen Frankrijk gericht is. Ik vind
echter zijne argumenten om dit te bewijzen, zeer zwak
't Beste is zijn beroep op de jaarlijks wederkeereude
viering onzer Septeraber-feesten, die wel verre van de
Hollanders te hinderen, deze bij duizenden naar Brussel
trekken om deel te nemen aan de festiviteiten. „Wat
alle jaren tegenover Holland gebeurt, zou dat niet eens
in de vijftig jaren tegenover Frankrijk mogen geschie
den?" vraagt de heer van de Plassche. Zeer juist, maar
wij zijn geen Napoleon en de September-feesten zijn
bovendien geen demonstratie meer. Als men de plech
tige optocht van een zestigtal „oude krijgers" naar
la Place des Martyrs er af neemt, dan kan men iemand,
die de oorsprong dier feesten niet kende, zeer goed wijs
maken, dat ze gevierd werden ter herinnering aan de
eene of andere gebeurtenis, dateerende van vóór Christus
geboorte.
Ik heb gisteren avond in het Theatre du Pare de
voorstelling van „Le supplice d'une femme", van de heeren
Emile de Girardiu en Alexander Dumas, de zoon, bijge
woond. Eerlijk gezegd, het stuk is mij niet meegevallen
in weerwil van 't uitstekende spel van madame Farqueil.
Het tooneelspel moge rijk zijn aan scabreuse en gemas
keerde toestanden, de dialoog moge kort, kernachtig en
uit dien hoofde behageiijk wezen, toch heeft die boetende
Magdalena, die viel zonder lief te hebben en alleen omdat
zij geen armoê wou lijden, mijne sympathie niet en
degoütïeerde ik ietwat bij eene voorstelling die op de
keper beschouwd, niets anders is dan de apothéose van
een echtgenoot, die volgens zijn eigen gulle bekentenis
„assez bete" was om zich volle zeven jaar achter elkaar
bij den neus te laten nemen. Zulke lieden mogen bekla
genswaardig zijn, maar zoo'n vrouw en zoo'n man óp een
voetstuk te plaatsen, om van haar een heilige en van
hem een held te maken, dat is mij wat te sterk. Ik ben
nog niet genoeg verfranscht, om zonder protest aan te
teekenen mij neer te leggen bij iets, wat een mijner
vrienden, dezer dagen zeer geestig qualificeerde met do
woorden „Ce supplice dyune femme iPest rien autre que
Papothéose du cocuayc
M e ek ra pp r i jze n
Rotterdam 29 Mei. Tot ruim vorigen weekprijs be
stond veel handel.
f»raaninarkten enz.
Rotterdam 29 Mei. Gerst en erwten waren heden 10
cent hooger.
Axel 27 Mei. Tarwe 6.80 a ƒ7.30; Rogge5.05
a j 5.25; Wintergerst 4.45 a 4.65Zomer dito J 3.50
a ƒ3.75; Haver J 3.15 a ƒ3.55; Paardunboouen 5.35
a/5.60; Duivenboonen 6.35 a 6.55; Groene erwten
/6.30 a ƒ6.55; Gele dito ƒ6.05 a/6.35; Boekweit 5.80
a f 5.95.
Prijzen van efTcelen.
Amsterdam 27 Mei.
Nederland. Certific. Werkelijke schuld 2* pet. 62iV
dito dito dito 3 73
dito dito dito 4 96*
Aand. Handelmaatschappij 4*
België. Certificaten bij Rothschild 2*
Rusland. Obligatiën 1798/1816 5 97*
Certific. Hope co4 63*
Oblig. dito 1855,6e serie 5 847
dito dito Leening 1860 4* r S6'i
Certificaten 6 44*
Aand. spoorweg192
Polen. Schatkistobligatiën.-4
Oostenrijk. Obligatiën metalliek5 61*
dito 1847/1852 2* 311
dito rente Amsterdam5 79*
dito nationale5 65*
Bankactiën 3
Italië. Leening 18615
Spanje. Obligatiën (binnenlandsche) 3 41iV
dito3 thans 2* 40
Amortisable schuld
Portugal. Obligatiën 1853 3 4711»
dito 1856—18G2-3 47*
Griekenl. dito (blauwe) 5 48
Turkije. dito (binnenl.) 6 48
Vereen.Stat.dito (1882) 6 71*
Illinois. dito7 78 7
Mexico. dito3 23*
Grenada, dito afgestempeld4*
Venezuela, dito2
Den 25sten Mei overleed te Geèrtruidenberg onze
geliefde Vader en Behuwd vader J. VAN BRAAMBEEK,
in den ouderdom van 75 jaar.
Middelburg, P. D. KONING,
den 29 Mei 1865. D. M. KONING,
van Braambeek'.