MIDDELBURGSCHE v COURANT. N°' 82. Dinsdag 1865. 23 Mei. s- c- Editie van Maandag avond 4 uren. middelburg 22 Mei. In de zitting der eerste kamer van Vrijdag is mede- deeling gedaan van door de afdeelingcn gedane benoe mingen van voorzitters en ondervoorzitters, alsmede leden van commission enz. Voorts heeft de commissie van redactie voor het ontwerp-adres van rouwbeklag aan Z. M. den koning haar ontwerp, gewijzigd naar de in de afdeelingen ge maakte opmerkingen, ter tafel gebracht. In de zitting van Zaturdag is het adres van rouwbe klag vastgesteld en besloten dit en corps den koning aan te bieden. Het adres luidt aldus Sire! „De eerste kamer der staten generaal nam eerst heden kennis van de koninklijke boodschap, waarbij het over lijden van hare majesteit de koningin-weduwe, uwe hoogstgeëerbiedigde moeder, aan haar werd medegedeeld. „De gevoelens van innige droefheid, die de voorzitter na deze aandoenlijke gebeurtenis terstond aan uwe majesteit heeft uitgedrukt, zijn ook geheel de hare. „Diep betreurt zij met het Nederlandsche volk het verlies eener, om hare edele hoedanigheden en deugden, zoo te recht hoog gewaardeerde vorstin, en zij neemt hartelijk deel aan uwer majesteits leed, gelijk aan dat van geheel liet koninklijk huis. „Moge uwe majesteit in deze zware beproeving troost en steun vinden in onwrikbaar vertrouwen op Gods goedheid en in kalme onderwerping aan Zijn alwijs bestuur. „De beminde vorstin, wier gemis zich zoo smartelijk doet gevoelen, zal onvergetelijk blijven in het dankbaar aandenken des volks." De wetsontwerpen: tot bekrachtiging van verkoop van rijksgronden aan de gemeente Helle voetsluis; tot bekrachtiging eener met L. C. de Geep gesloten dading; tot aanvulling der begrooting van het fonds voortsprui tende uit de koopprijzen van domeinen, voor 1864; tot vaststelling van uitgaven wegens verstrekkingen door het departement van-marine, dienst 1865, waaromtrent de verslagen door de com missiën van rapporteurs Zatur- deg zijn uitgebracht zullen Dinsdag namiddag te half drie uren worden behandeld. Uit Ylissingen schrijft men ons heden: „Het stoomfregat der Noordelijke staten van Amerika de „Niagara" is gisteren alhier ter reede gekomen, en zal waarschijnlijk voorloopig te dezer plaatse gestatio neerd blijven. Uit dien hoofde beeft het fregat heden morgen te 8 uren het gewone sal ut gelost voor de ves ting en daarna voor den schout-bij-nacht, welke weder keer ig van de batterijen beantwoord zijn geworden. Ook zullen de gewone beleefdheidsvisites met de autoriteiten alhier gewisseld worden. „Zr. Ms. korvet Pallas is reeds sedert Donderdag van een loods voorzien geworden,- en kan dus elk oogenblik verwacht worden. „De onder-officieren van het corps mariniers hebben mede, 11. Zaturdag middag, gehoor verzocht bij den kolonel C. A. T. Vogel, en afscheid nemende, hem hunne hoogachting en toegenegenheid betuigd." bijeenkomen om het tractaatmet Frankrijk tebehandelen. Eu aangezien ook de memorie van antwoord op de wet op de schutterijen, naar wij vernemen, gereed ligt, zal die voordracht in den nazomer wellicht ook kunnen worden afgedaau, evenzeer als de wet over het toezicht op stoomtoestellen, waarover het verslag reeds uitge bracht is. Misschien zullen bij spoedige verschijning van de verslagen op de wetsontwerpen omtrent de oprich ting van trafieken en fabrieken en het verleenen van concessiën ook deze voordrachten dan afgedaan kunnen worden." De gemeenteraad van Botterdam heeft een onbepaald crediet verleend voor reis- en verblijfkosten van de oude krijgslieden van 181315 uit die gemeente, die de feest viering te Leiden verlangen bij te wonen. Bemocmiiigen en besluiten. kidderorden. Vergunning verleend aan den rit meester W. C. baron Snouckaert van Schauburg, van den grooten staf, adjudant van Z. M. den koning, tot het aannemen en dragen van de versierselen van komman- deur met de Ster der huis-orde van de Waakzaamheid of van den Witten Valk, hem door Z. K. tl. den groot hertog van Saksen-Weimar-Eisenach geschonken. belastingen enz. Benoemd tot inspecteurs der regis tratie en domeinen: van de 2e klasse, de heer J. L. Becking, thans inspecteur van de 3e klasse; en van de 3e klasse, de heer rar. A. van Hettinga Tromp, thans ontvanger der registratie en domeinen te Vianen. Benoemd tot ontvanger der directe belastingen en accijnsen te Gapellc e. a. de heer L. P.J.Baerveldt, thans in dezelfde betrekking te Driel; en te Heinkenszandc.a. de heer H. do Graaf, tl}ans in dezelfde betrekking te St. Anna-parochie. Onderwijs. De Wekker deelt den volgenden staat mede van den uitslag van het voorjaars-examen 1865 in de verschil lende provinciën. VAKKEN. GEVIIAAGDE ACTEN ALS: H. M. de koningin heeft Vrijdag met haar gevolg het paleis het Huis ten Bosch betrokken. Men schrijft ons uit 's Gravenhage: „Het is bekend dat, zoo de wetsontwerpen betreffende de afschaffing van de gemeente-accijnsen en op het Indisch tarief aangenomen worden, een handels-tractaat met Frankrijk gereed ligt om onderteekend te worden. „De handel zal ongetwijfeld op spoedige ratificatie van dit verdrag aandringen wanneer het eemnaal gesloten is. „Indien dus de thans bij de tweede kamer in behaude- ling zijnde wetten door de staten-generaal worden goed gekeurd, zal de tweede kauier in Juli wedermoeten lager onderwijs. /Fransch 2 1 Engelsch 5 1 2 jHoogduitsch a Wiskunde f I Teekenen 1 Landbouwk. g I Gymnastiek 3 Handwerken TOTALEN. S >o to O E-< 158 71 87 40 23 17 3 3 46 37 9 433 211 222 144 80 64 130 44 86 L12 66 46 37 14 23 60 37 23 50 28 •22 47 33 14 121 56 65 58 37 21 1 1 56 47 9 112 94 18 i Hoofdonderwijzers Hoofdonderwijzeress. Huisonderwijzers. Ilnisouderwijzeressen Hulponderwijzers II ul ponder wij zeressen Ouderwijzers Onderwijzeressen. Onderwijzers Onderwijzeressen Onderwijzers Onderwijzeressen. Onderwijzers Onderwijzers Onderwijzers Onderwijzers Onderwijzeressen fierltnfieuws. De te 's Gravenhage vergaderde Synodale commissie heeft, blijkens bericht van den vice-president A. Slote- maker Cz. in de Kerkelijke courant, met levendige be langstelling bericht ontvangen van het moderaraen der gecommitteerden tot de bijbelvertaling (N. T.) dat de commissie van eindredactie haren veelomvattenden ar beid in den loop des jaars ten einde zal kunnen brengen, en het werk der taairevisie slechts wacht op de sluiting van het contract omtrent de uitgave, waarna alleenlijk eene laatste revisie noodig blijft, bepaaldelijk om, in overeenstemming met de grondslagen en regelen voor de vertaling des N. T. in 1854 vastgesteld, en zoowel in 1855 als in 1861 door eene reeks van opmerkingen toe gelicht, beslissende uitspraak te doen geschieden over de punten van verschil, die overig zijn of door de ver talers, na inzage van het werk der commissie van eind redactie en der taairevisie, kunnen ter sprake komen, om alle mogelijke fouten en onwillekeurige vergissingen van welken aard ook, die zich mochten voordoen, te herstellen, terwijl dan nog eene gepaste inleiding in het N. T. moet worden vervaardigd, waarin tevens beknop- telijk rekenschap kan gegeven worden van den vol brachten arbeid en daarbij gevoegde beginselen. In dezen stand van zaken vond de commissie de meeste vrijmoedigheid om, daartoe door de synode gemachtigd? tot het sluiten van het contract omtrent de uitgave der bijbelvertaling (N. T.), over te gaan, en mocht zij hierin naar wensch slagen, dewijl zij, na daarvoor gelegen heid tot algemeene mededinging geopend en een groot aantal belangrijke aanbiedingen te hebben ontvangen, met de bijbel-compagnie op aannemelijke voorwaarden eene overeenkomst heeft getroffen. Marine en leger. De navolgende zeeofficieren enz., dienende op Zr. Ms. transportschip de Heldin, worden met den laatsten dezer op non-activiteit gebracht, als: de luitenants ter zee van de 2de klasse A. J. Thurkow, W. J. A. Nolthenius, J. F. van Manen, W. J. van Loenen en D. C. Visser; de officie ren van gezondheid der 3de klasse J. C. D. Steendijk eu W. H. Visscher van Aalsten de officier van administratie der 2de klasse A.J. M. Huart; en daarentegen met den 1 Juni aanstaande óp dien bodem geplaatst: de luitenants ter zee van de 2de klasse K. W. E. von Lcschen, H. van Broekhuyzen, van het wachtschip te Willemsoord, en P. C. Pabst, van het wachtschip te Ylissingen; de officier van gezondheid der 2do klasse L. F. Praeger, van het wacht schip te Hellevoetslnis; de officier van administratie der 2de klasse B. M. E. Crevecoeur, thans non-actief, en de scheepsklerk J. L. Kroeze, van de drijvende batterij Neptunus, Voorts worden met laatstgenoemden datum geplaatst: op Zr. Ms. wachtschip te Willemsoord, de lui tenants ter zee van de 2de klasse C. Schuylenburg en J. L. Inckelop Zr. Ms. wachtschip te Ylissingen, de luitenant ter zee van de 2de klasse J. A. Vening op Zr. Ms. drijvende batterij Neptunus, de scheepsklerk A. de Leef, van Zr. Ms. wachtschip te Willemsoord; en op Zr. Ms. wachtschip te Amsterdam, de officier- machinist G. B. Hardes, almede van Zr. Ms. wachtschip te Willemsoord. Den 29 dezer zal aan de Koninklijke militaire akademie te Breda de eerste serie examens aanvangen van de adspiranten,dingende naar eene plaatsi ng als kadet op bovengemelde academie. Men verneemt dat er zich ongeveer 225 aspiranten voor hebben aangemeld, en het aantal opengestelde plaatsen van kadet is als volgt: voor de dienst hier te lande, infanterie 20, cavallerie 2, artillerie 10 en genie 5; voor de dienst in Oost-Iudië: infanterie 17, cavallerie 2, artillerie 8 en genie 3; voor de dienst in West-Indië: infanterie 1 en artillerie 1. Bijaldien eenige voor de dienst hier te lande openge stelde plaatsen mochten kunnen worden vervuld, zal het getal plaatsen voor de infanterie in Oost-Indië tot 25 kunnen worden gebracht. Rechtszaken. Voor het provinciaal gerechtshof in Zeeland stonden eergisteren terecht J. Nelisse, 30 jaren, N. Nelisse, 35 jaren, C. Nelisse, 15 jaren, J. Hage Dz., 40 jaren, en M. Geluk, 37 jaren, de vierde gareelmaker te Scherpe- nisse, de overigen arbeiders te Sint Maartensdijk, beschuldigd van diefstal bij nacht door meer dan een persoon op de aanhoorigheid van een bewoond huis, door middel van overklimuiing. Op den laatsten Januari overleed een bruin paard, toebehoorende aan den landbouwer A. van der Slikke, te Stavenisse. De eigenaar was zóo aan het dier gehecht, dat hij besloot het op de rondom afgesloten erve zijner hofstede te doen begraven. De huid en het vet waren echter, volgens het oordeel van den eersten beschuldigde, veel te goed om der vernietiging in een put te worden I prijs gegeven; hij althans had er wel ƒ10 voor over, en daarom vervoegde hij zich'den 1 Februari op genoemde I hofstede, met verzoek aan de huisvrouw van van der I Slikke, om het gestorven paard te mogen opgiaven. i Na weigerend antwoord bekomen te hebben, wendde hij

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1865 | | pagina 1