1. het voorstel van de regeering (art. 117) om dit te doen
bij koloniale verordening; 2. van de heeren Godefroi en
Kappeijne om, op last des konings, de wetgeving als
transitoire bepaling door den gouverneur te doen vast
stellen 3. van den heer van Nierop, om voor de eerste
maal de wetgeving bij koninklijk besluit vast te stellen;
4. van den heer van der Linden, om de wetgeving door
den rijkswetgever te doen vaststellen.
Nadat deze advokatenstrijd den geheelen dag had
geduurd, verdedigde op het einde der zitting de minister
van koloniën kortelijk het regeeringsvoorstel. Hij wees
er op, dat de geheele oeconomie der wet zou worden
verbroken, bijaldien aan de koloniale staten de wet
gevende bevoegdheid thans werd ontnomen; dat eene
invoering der Nederlandsche wetboeken onpractisch zou
zijn; en dat hij de beslissing over de amendementen aan
de kamer overliet, maar bovenal de aanneming van het
regeeringsartikel verlangde.
Het einde van den strijd was, dat art. 117, zoo als het
door de regeering is vastgesteld, het beginsel behelzende
om de wetgeving bij-koloniale verordening vast te stel
len, werd aangenomen met 43 tegen 17 stemmen en dat
na behandeling van art. 169, over de voorgestelde
amendementen eene beslissing zal genomen worden.
Bij art. 133 (bescherming van alle erkeude kerkge
nootschappen) opperde de heer van Lijnden bezwaren
tegen het woord „erkende" dat z. i. tot moeilijkheden
aanleiding zou geven, terwijl de minister de noodzake
lijkheid daarvan aanwees, met het oog op den toestand
van Suriname.
Na goedkeuring van art. 167, werd in stemming ge
bracht het amendement van den heer van Nierop, dat
aangenomen werd met 39 tegen 19 stemmen, waardoor
"at van de heeren Godefroi en ICappeyne verviel.
Het geheele regeerings-reglement voor Suriname ten
lotte in stemming gebracht, werd aanyenomen met 42
egen 16 stemmen.
Tegen stemden de heerenvan Zuylen, Hoekwater,
egram, van Asch, de Brauw, Lijcklama, Simons, Wint-
ens, Mijer, Hoffmann, van Foreest, J. K. van Goltstein,
""chimmelpenninck, van Nispen, Rocbussen en W. van
oltstein.
In deze zitting heeft de heer J. J. van Muiken, na
flegging der bij de grondwet voorgeschreven eedeu,
itting genomen.
Luilralaiiö.
Algemeen overzicht.
In het Engelsch lagerhuis werd dezer dagen de quaes-
ie ter sprake gebracht van de intrekking der erkenning
an de Zuidelijke staten als oorlogvoerende partij. Na-
ens de regeering zeide lord Palmerston eergisteren
ene logenstraffing alzoo in de eerste plaats der verschil-
ende geruchten omtrent de zware ziekte waardoor deze
inister zou zijn aangetast dat de proclamatie van
en president Johnson, waarbij de Zuidelijke havens
orden gesloten verklaard, eene daad is van de eene
orlogvoerende partij tegenover de andere. Waar nu
e regeering te Washington alzoo zelve de Zuidelijke
taten daardoor als oorlogvoerende partij erkende, daar
ehoefde ook Engeland zijne houding teu opzichte van
et Zuiden niet te wijzigen. Zoodra echter de regeering
r Veveenigde Staten de Zuidelijken niet meer als oor-
gvoereude partij erkende, bestonden er ook voor Enge-
nd geene redenen om dit langer te doen. Deed de
ngelsche regeering niet al het mogelijke om in goede
erstandhouding te blijven met het bestuur te Wasbing-
dan zou men uit bovenbedoeld incident in het lager-
uis moeten opmaken, dat lord Palmerston aan den
esident der AmerikaanscheUnie eene ironische terecht-
ijzing had willen geven op staats- en volkeurechterlyk
bied. Door het sluiten der Zuidelijke havens immers kan
president Johnson wel niet de bedoeling hebben gehad
de Zuidelijke staten als oorlogvoerende partij te
kennen. Op de quaestie toch of de Zuidelijken rebellen
ren of niet, rustte met de handhaving der slavernij
den achtergrond het geheel Amerikaansch vraagstuk,
e Zuidelijkeu meenden de conslitutie van 1778 nog
kunnen opvatten als de bondsacte van 1777, waarbij
dertien souvereine staten zich tot een statenverbond
reenigd hadden. Bij de constitutie van 1778 verloren
staten echter een gedeelte van hunne souvereiniteit
die over te dragen op het bondsbestuur. Nu werd
oo elk verzet van een staat, thans een onderdeel van
natie als éen geheel geworden, tegen de constitutie
ne daad van rebellie, welke door de bondsregeering
t geweld van wapenen moest worden onderdrukt.
De Courrier des Etats-Unis bevat een zeer romantisch
verhaal van Booth's laatste levensuren. Wij ontleenen
daaraan het volgende omtrent de begrafenis van zijn lijk.
„Waar rust Booth? slechts een persoon zou ons dit kun
nen zeggen en wel de kolonel Lafayette C. Baker, de ge
heime agent van het departement van oorlog. Men ver
haalt dat te middernacht een boot zonder lantaarn door
twee mannen bestuurd in alle stilte van het arsenaal is
vertrokken. Deze mannen roeiden de boot tot dat, ver
van daar gekomen, geen enkel geluid meer tot hen door
drong in de sombere duisternis van den nacht. Sedert
heeft men hen niet meer gezien cn men weet dat zij
voor hun vertrek een plechtigen eed van geheimhouding
hadden afgelegd. In de boot was een kist yan grof hout
van zes voet lengte en 18 duim breedte. Alzoo is de
moordenaar niet alleen dood, maar geheel vernietigd en
niemand ter wereld, zelfs zijne moeder niet, weet de plaats
alwaar zij een traan zou kunnen wijden aan zijne nage
dachtenis."
De Washington Star bericht dat er een komplot is
ontdekt, gesmeed om Philadelphia en andere belangrijke
steden van het Noorden in brand te steken. Een policie-
agent, die de ronde deed te Washington, bemerkte op
zekeren avond twee personen die hem zeer verdacht
voorkwamen en die hij alzoo verder wilde observeeren.
Plotseling loste echter een dier beide mannen een pistool
schot op hem, waardoor lip nederzeeg terwijl de aanval
ler de vlucht nam. Tot zich zeiven gekomen bemerkte
liu de agent dat een pak papieren in zijn borstzak hem
voor eene zware verwonding had behoed. Du plaats waar
bij was nedergevallen opnemende, ontdekte hij voorts
een brief, welke door den aanvaller bij zijne overhaaste
vlucht verloren was en waarin van dit uitgebreid complot
melding wordt gemaakt. Latere mededeeliugen berichten
dat deze samenzweeving ongeveer acht honderd leden
telde en op 1 Mei ten uitvoer moest worden gebracht.
Onmiddellijk werden de noodige maatregelen genomen
om verder het spoor der samenzweering te vinden en de
autoriteiten van Philadelphia van het gevaar kennis te
geven.
De pakketboot Tasmanian heeft weder allertreurigste
tijdingeu uit Zuid-Amerika aangebracht. Guatemala,
Chili, Peru en Bolivia worden steeds door inwendige ver
deeldheid en partijtwisten van een gescheurd. Iu Guate
mala verwachtte men het overlijden van den president,
generaal Carrera, en werden de gemoederen in hevige
gisting gehouden door de intriges van den oud president
van San Salvador, Carrios. In Chili hebben de oneenighe-
den met Spanje de bevolkingeveneens in hevige spanning
gebiacht en men vreesde aldaar voor het uitbreken van
een oorlog inet Spanje of voor eene revolutie. De op
stand in Peru had zich al meer en meer uitgebreid en
men meende dat de regeering te Lima niet in staat zou
zijn om dien te onderdrukken. In Bolivia eindelijk had
de generaal Belzu zich in het departemeiit La Paz tot
president doen proclameeren, maar was na een hevigen
strijd met den tegen hem opgetrokken Melgarejo dood
geschoten.
De Italiaansche regeering heeft onmiddellijk gebruik
gemaakt van de haar door de wetgevende macht ver
leende bevoegdheid om eene leening nit te schrijven.
Het officieel orgaan bevat daaromtrent reeds de voorbe
reidende maatregelen en bepalingen.
Te Turijn en Florence zijn sedert de laatste dagen
allerlei geruchten in omloop omtrent plannen tot wijzi
ging van het ministerie. Men brengt dit in verband met
de zending van den heer Vegezzi, over de resultaten
waarvan nog altijd een zeer mysterieus kleed ligt uitge
spreid en in verband waarmede ook verhaald wordt, dat
Garibaldi eene reis zal doen door Italië om te zien welken
indruk de onderhandelingen tusschen Rome en Florence
op de natie hebben gemaakt. Daar nu het resultaat dier
onderhandelingen nog niet bekend en het doel daarvan
nog niet recht duidelijk is, zal ook dit gerucht wel uit de
lucht gegrepen zijn.
Men verhaalt dat bij de festiviteiten te Florence bij
gelegenheid der inwijing van het monument aan Dante
gewijd, de stad Bologne op vrij zonderlinge wijze hare
deelneming heeft betuigd. Zij heeft het bronzen stand
beeld van paus Bonifacius VIII uit hare bibliotheek
naar Florence gezonden om aldaar op de tentoonstelling
te prijken met dit opschrift: „Bonifacius VIII naar deze
plaats gesleept om het feest te vieren, gewijd aan de
nagedachtenis van den man, dien hij eenmaal uit zijn
vaderland verbande."
De liberale Duitsche dagbladen uit de Rijnprovinciën
bespreken slechts zeer vluchtig de festiviteiten waartoe
het bezoek van koning Wilhelm thans aanleiding geeft.
Heden werd de vorst te Keulen verwacht. Men ziet met
eenige belangstelling tijdingen te gemoet om te weten
hoe de koning aldaar, met het oog op de biuuenlandsche
politieke omstandigheden, zal ontvangen zijn.
ifctijïtingcn.
Zondag 11. is te Veere binnengekomen de Engelsche
schooner Phimigezagv. George Arnold, van Londen met
rijst naar Middelburg bestemd.
C)anDrlsbencl)tm.
Middelburg 17 Mei. In de op heden door de Neder
landsche handelmaatschappij te Rotterdam gebonden
veiling van 9450 balen Java koffie, is alles verkocht en
zijn de volgende prijzen besteed:
No. Balen. Taxatie. Prijzen.
1. 1902 bleek iets bont42£ a 42ï a
2. 6258 bont bleek groena. enk. BS. 42 40| 41
3. 464 bont bleek groena. met BS. 4Lj 404 41
De geheele veiling is boven Rotterdamscbe taxatie
afgeloopen.
tiraanntarktcii enz.
Amsterdam 15 Mei. Raapolie op zes weken f 42*
Lijnolie op zes weken ƒ35].
Axel 13 Mei. Tarwe ƒ6.75 a ƒ7.30; Rogge 4.95
a ƒ5.30; Wintergerst 4.50 A 4.65Zomer dito ƒ3.65
a ƒ3.85; Haver 3.15 a ƒ3.55; Paardenboonen 5.35
A/5.60; Duivenboonen ƒ6.35 a 6.55; Groene erwten
/"6.30 a 6.70; Gele dito ƒ6.05 a 6.35; Boekweit 5.60
a ƒ5.85.
Prijzen van effecten.
Amsterdam 16 Mei.
Nederland. Certific. Werkelijke schuld 2] pet. 61-jj
dito dito dito 3 72^
dito dito dito 4 95]
Aand. Handelmaatschappij 4]
België. Certificaten bij Rothschild 2]
Rusland. Obligatiën 1798/1816 5 96]
Certific. Hope co4 69
Oblig. dito 1855, 6e serie 5 83g
dito dito Leening 1860 4] r 86]
Certificaten 6 44]
Aand. spoorweg191]
Polen. Schatkistobligatiën4
Oostenrijk, Obligatiën metalliek5 h 81]
dito 1847/1852,,,2] 31
dito rente Amsterdam5 79]
dito nationale5 65]
Bankactiën 3 864
Italië. Leening 18615 60|
Spanje. Obligatiën (binnenlandsche) 3 41]
dito3 thans 2] 39]
Amortisable schuld
Portugal. Obligatiën 1853 3 46 j
dito 1856—1862 3 46
Griekenl. dito (blauwe) 5
Turkije. dito (binnenl.) 6 47]
Vereen.Stat. dito (1882) 6 69 ,V
Illinois. dito7 774
Mexico. dito3 25 4
Grenada. dito afgestempeld44
Venezuela, dito2 17
2liiDfvtcixtien.
Heden beviel voorspoedig van eene Dochter
J. A. AKKERMAN, geliefde Echtgenoot van
Middelburg, H GKAVESTEIN.
den 17 Mei 1865.
Tot diepe droefheid van zijn eenigen Zoon overleed
heden, iu den ouderdom van ruien 70 jaren, de Heer
STEPHANUS HENDRIK WILLEM VERDOOREN,
Ontvanger der Directe Belastingen, In- en Uitgaande
Rechten en Accijnsen en Entreposeur alhier, Weduwnaar
van Vrouwe J. MEERTENS.
Zierikzee, 13 Mei 1865.
Eenige kennisgeving.
Na een kortstondig lijden overleed beden onze geliefde
Moeder ANNA BOSDIJK, Wed. v. d. Broek, in den
ouderdom van 65 jaren.
Middelburg,/ HOUPT Jr.
den 16 Mei 1865. //^."^SUPT, geb.v. d. Broek.
De Heer F. D. SPRÈNGËÏl ïbetuigt zijnen welmceuen-
den dank voor de vele tteviyj'zen van deelneming, hem
betoond bij het overly den vff^zijne Echtgenoot Vrouwe
P. L. SPRENGER, gëb-BÖÓGAERT.