men, doch 288 stemmen verklaarden zich tegen den
wensch van den heer Braines. Het aantal zijner aanhan
gers bij die gelegenheid bedroeg 214. Het groote
schrikbeeld van de 288 leden van het lagerhuis was de
omstandigheid dat men dan een democratischen stort
vloed te vreezen zou hebben. Het is de vraag of deze
democratische stortvloed zal blijven wachten en of het
voor eene regeering niet beter is den geest des tijds te
volgen dan door dezen op een gegeven oogenblik te
worden medegesleept. Een zeer naief uitgesproken
argument van de tegenstanders eener uitbreiding van
het kiesrecht was vooral dit: het zou gedaan zijn met
de aristocratie, als de arbeidende klasse in het lager
huis vertegenwoordigd werd! Ziedaar zeer juist en
zeer naief de eigenlijke oorzaak aangeduid van de oppo
sitie in de Europeesche staten tegen eene verlaging van
den verkiezings-census.
Koning George van Griekenland is van zijn bezoek
aan de provinciën in zijne hoofdstad teruggekeerd. Men
schijnt geene pogingen te hebben aangewend om de
poorten van Athene voortaan voor hem gesloten te hou
den, gelijk bij zijn voorganger het geval was.
De verwerping van het wetsontwerp omtrent de mili
taire aangelegenheden door het Pruisisch huis van afge
vaardigden wordt algemeen beschouwd als moetende
leiden tot het sluiten der zitting. Eene ontbinding van
het huis ziet men echter voor het oogenblik niet te
getnoet omdat toch de regeering weet dat zij hiermede
geene schrede verder zon komen, tenzij, na dergelijke
ontbinding,de gewijzigde kieswet werd ingevoerd, waarop
onlangs een der ministers zinspeelde.
Dezer dagen is door den Prnisiscben minister van
financiën de memorie betrekkelijk de oorlogskoslen in
den laatsten strijd tegen Denemarken, bij het huis van
afgevaardigden ingediend. In dit stuk worden tevens
de redenen der gewapende interventie van Oostenrijk
en Pruisen uiteengezet. De oorlogskosten bedragen 22
millioen thaler, waarvan reeds 14 millioen uit 's rijks
schatkist zijn betaald geworden.
Men beweert dat koning Wilhelm van Pruisen op zijn
aanstaande feestreis een onderhoud zal hebben met den
keizer vau Oostenrijk ten einde, zoo mogelijk,de quaestie
der hertogdommen op te lossen. Het slachtoffer zelf liet
in den laatsten tijd weinig meer van zich booren. Zijne
moreele vernietiging schijnt reeds volbracht en voor
Europa levert het voor het oogenblik niets belangrijks op.
Het wetsontwerp betrekkelijk het uitschrijven eener
leening van 425. millioen, door de Italiaansche kamer
van afgevaardigden aangenomen, is thans ook door
den senaat bekrachtigd met 73 tegen 19 stemmen.
De geruchten omtrent plannen van Najoleon om korte
bezoeken te brengen aan Tunis, aan Cadix, aan Civita-
Yecchia, blijven voortduren. De tegenwoordige reisaau-
gelegenheden des keizers worden intnsscben door de
Fransche dagbladen slechts vluchtig behandeld. Het be
zoek van Napoleon aan Algiers levert trouwens slechts
op hetgeen het bezoek van een vorst sinds jaren pleegt
opteleveren: proclamation, andientiën, kanonschoten,
diners en dergelijke. Tout com me chez nous.
Vereenigde Staten.
Het telegram omtrent den dood van Lincoln's moor
denaar is bevestigd geworden.
Booth had zich naar Maryland begeven, alwaar hij,
met zijn metgezel Harold, op eene afgelegene hoeve
verblijf hield. Een detachement cavallerie had hem
aldaar opgespoord en daar alle mogelijkheid van ont
vluchting hun ontnomen was hadden beiden zich in
eene schuur opgesloten en die van binnen gebarrica
deerd. Nadat men hun te vergeefs vermaand had zich
over te geven, staken de ruiters de schuur in brand.
Harold heeft zich toen overgegeven, of is althans gevan
gen genomen. Booth echter stelde zich te weer en loste
een pistool op den kommandant van het detachement;
deze beantwoordde dat schot en bracht den moordenaar
ene wond aan het hoofd toe, waaraan hij drie uren later
bezweek. Naar men meldt was Booth, toen hij in de
schuur vluchtte, aan den voet of het been gewond, zoo
dat hij op een kruk liep: deze wond zou hij op zijne
lucht uit Washington bekomen hebben door van zijn
paard te vallen. Het lijk van Booth is naar Washington
ervoerd, alwaar ook Harold gevankelijk is aangebracht.
Deze laatste is, naar men zegt, een medeplichtige van
en persoon, die getracht heeft don staats-secretaris
ie ward te vermoorden.
Onder de personen die nog gearresteerd zijn behoort
Ie geneesheer Mudd uit Maryland, die Booth's been
;ezet had.
Volgens de informatiën, door den minister van oorlog
ngewonnen, moet de moord van den president Lincoln
n Canada georganiseerd en te Richmond goedgekeurd
zijn. Die informatie wordt ook bevestigd door het feit
dat de misdadiger die den heer Seward wilde vermoor
den, tot de St. Albans roovers behoorde en dat bij Booth
voor een zeer groot bedrag aan Canadasche wissels werd
gevonden. Deze omstandigheid heeft de vijandschap
tegen Engeland weder zeer doen toenemen.
Omtrent de gevangenneming van den persoon, die
zich schuldig maakte aan den aanslag op den heer
Seward, deelen de dagbladen het volgende mede:
Daar er ernstig vermoeden bestond tegen zekere
familie Surratt, had kolonel Wells in last gekregen
mevrouw Surratt en haar gezin in hechtenis te nemen.
Dat gezin bestaat uit hare dochter en twee jonge dames,
die voor hare nichtjes doorgaan, en uit twee kleurlingen.
Toen de policie-dienaren in huis waren, vereenigden zij
alle bewoners in den salon en beletten haar samen te
spreken. Juist toen men op het punt stond hen naar de
gevangenis te voeren, hoorde men luid op de deur klop
pen; de heer Morgan, speciaal agent van het ministerie
van oorlog, begaf zich, vergezeld van twee officieren, naar
de voordeur, allen met revolvers in de hand. Een man
trad binnen, achter wien een der officieren terstond de
deur sloot. „Ik ben waarschijnlijk verkeerd", zeide hij.
Men vroeg hem bij wien hij wezen moest; hij antwoordde
dat hij Surratt zocht. Blijkbaar had er dus geene ver
gissing plaats en men bracht den binoengekomene even
eens in den salon. Hij bleel^terstond zijne gewone
kleeding niet te dragen. Hij had een zwaren schop over
schouder- en op zijn hoofd een pet, die van het achter
gedeelte van een broek was gemaakt. Hij was gekleed
in eene grijze jas en vest en een zwarte pantalon en
fijne laarzen. Zijn pantalon en laarzen waven geheel met
slijk bedekt. Men kon terstond zien dat hij eenige dagen
had rondgezworven. „Wie zijt ge, wat wilt ge op dit
uur hier met uw schop uitvoeren?" vroeg hem Morgan.
Op die vragen en op andere, die hem later gedaan werden,
gaf hij verwarde en onzamenhangende antwoorden.
Hij zeide Louis Payne te heeten en op last van mevrouw
Surratt te ziju gekomen om een greppel te maken; voorts
dat hij zonder geld, zonder verblijf en zonder andere
broodwinning dan zijn schop was. Op de vraag waar hij
dacht te slapen, antwoordde hij dat hij het niet wist, en
dat hij den vorigen nacht op den spoorweg geslapen had.
Op het bureau van policie doorzocht, vond men bij hem
25 dollars, een kompas, een kam en borstel en eenige
voorwerpen zonder waarde. Hij werd aan het policie-
bureau gelast zich te wasschen en te reinigen. Hij bleek
nu een gausch ander persoon te zijn en voor gentleman
te kunnen doorgaan. Hij was een man van 25 jaar onge
veer, zes voet lang, fraai gevormd en met een zeer gedis
tingeerd voorkomen. Nu liet men ook den neger van den
heer Seward komen; toen deze in de kamer kwam,
brandde het gas laag, men maakte meer licht en nauw-
lijks bad de neger den vreemdeling gezien of hij riep
terstond uit; „dat is hijik herken hem; ik behoef hem
niet langer te zien!" De ander behield zijne tegenwoor
digheid van geest; slechts eene kleine zenuwachtige
beweging ontsnapte hem. Hij werd in verzekerde bewa
ring genomen.
In de woning van Surratt heeft men een aantal voor
werpen gevonden van zeer verdachten aard; zooals
brieven, kaarten, plaatjes met het opschrift: „Sic semper
tyrannis" of „Thus will ever be with tyrants." De kamers
waren allen in de grootste wanorde; de bedden waren
niet opgemaakt. Alles toonde aan, dat men er zich met
geheel andere zaken bezig hield dan met het huishou
den en men heeft alle reden te gelooven, dat hier het
hoofdkwartier van de samenzweerders was. Mevrouw
Surratt is eene groote krachtige vrouw van veertig jaai
met een grof en onedel gelaat. Zij was armoedig ge
kleed. Hare dochter Kate is schooner. De jonge Surratt,
dien men in de stad gezien heeft tot op het oogenblik
van den moord, is, zegt men, naar Canada gevlucht.
Volgens mededeelingen met de pakketboot Belgian
aangebracht, heeft de generaal Grant het verzoek om
amnestie en vrijgeleide voor den president der zuidelij
ken, Jefferson Davis en eenige andere leden van het
bestuur der confoederatie, geweigerd. Op 26 April had
Johnston, de generaal van het zuidelijk leger, hetwelk
in de omstreken van Raleigh ageerde, zich aan Sherman
overgegeven.
China.
Door den consul der Nederlanden in China wordt, dd.
1/10 Maart 1865, het volgende bericht
„Van Peking is niet het minste nieuws te vermelden.
Te Shanghae worden thans de aanwezige Engelsche troe
pen geëmbarqoeerd en huiswaarts bestemd. Ter zelfder
tijd loopen er geruchten, dat de taïpings zich weder naar
dien kant trachten uit te breiden; men zegt dat de
gewichtige stad Chang-Chow-foo reeds door hen over
rompeld is, en zelfs Soo-Chow bedreigd wordt. Deze
opstandelingen hebben nog steeds hun hoofdkwartier
I te Tsang Tjaw, nabij Emoy. De flauwe pogingen, door
I de mandarijnen aangewend om hen van daar te verdrij-
1 ven, schijnen geheel verijdeld en voorloopig opgegeven
te zijn. De Britscbe consul te Emoy heeft een vriend-
1 schappelijk bezoek bij hun opperhoofd afgelegd en
wederkeerig een hunner officieren bij zich ontvangen,
J onder nadrukkelijk verzet tegen de eischen tot uitleve-
i ring van zijn gast, welke door de plaatselijke autoriteiten
met kliramenden aandrang tot hem werden gericht, in
antwoord waarop de consul onder anderen het verrader-
lijk ombrengen der onderworpen rebellen-hoofden te
Soo-Chow moet hebben herinnerd. Omstreeks denzelfden
I tijd had er eene taïpingsche expeditie tegen de zuidelijker
gelegen haven Tong-Shan plaats, welke zonder moeite
j gelukte en de opstandelingen dus in het bezit stelde van
eenen vrijen uitweg over zee, waarvan zij zonder twijfel
voor wapening en proviandeering partij zullen trekken.
Reeds moeten er voorraden wapens en ammunitie van
Hong Kong naar Tong-Shan onder weg zijn, niettegen-
staande het onlangs te Ilong Kong verlengde verbod
t van uitvoer.
„Overigens lijdt het geen twijfel dat de taïpings ter
1 wille hunner nieuwe Engelsche vrienden minder mis-
bruik dan vroeger zullen maken van het Chineesch oor
logsrecht, het plunderen hunner nieuwe onderdanen
namelijk.
i „De mohammedaansche opstandelingen in het noorden
des rijks hebben ook nieuwe voordeelen behaald. De
gouverneur van Chekiang, Li, is belast met het opper
gezag der tegen hen uitgezonden troepen, als de eenige
mandarijn, op wiens voortvarendheid, moed en bekwaam
heid men tegenwoordig in oorlogszaken meent te kun
nen staat maken. Ditmaal ontbreekt hem echter alle
vreemde ondersteuning.
„In handelszaken is nog geene verbetering merkbaar.
Overal in China heerschen misnoegen en achteruitgang,
die zich openbaren in verzet en misrekening. De rijst-
markt te Canton staat lager dan men bij de vrees voor
aanstaand gebrek reden had te verwachten. Zooveel zij
vermogen, kanten zich de mandarijnen tegen alle prijs-
verhooging aan, en slagen voor alsnog in hun toeleg om
de invoerders te doen verliezen, waardoor de vreemde
houders te Hong Koug en Macao genoodzaakt zijn hunne
partijen van de markt te houden. Ruwe katoen geldt,
onder den invloed van Chineescheconsumtie-vraag, buiten
verhouding met de thans verlaagde marktwaarde in Euro
pa. De aanwezige schepen vinden nergens bezigheid."
3ngqonöm ötuhhc».
Aan de redactie der Middelbnrgsche courant.
Tot aanvulling van uw bericht voorkomende in uwe cou
rant van den 29 April jl., over den afloop der gehoudeue
veiling van domein-gronden in den ten jare 1864 bedijkten
polder, gelegen in het Axelsche gat, verzoek ik u het
volgende nog te willen vermelden
l.
Grootte
n bunders
•S
rolgens dc
fi catalogus.
Gezamen
bedrag per
lijke
Koopsom iu
bunder der
i
Schor-
Krcekcn
grootte.
massa.
schorgrond.
2
grond.
T
"3.2T
~^97~
47Ï8
7,175—
f 2,235—
2
3.85
—.33
4.18
10,000—
2,597—
3
3.96
—.98
4.93
9,500.—
2,400—
2»429.
4
3.91
—.63
4.54
9,500—
5
4.10
—.41
4.51
9,750—
2,380—
6
4.18
—.44
4.62
10,150.
2,427—
7
3.95
—.75
4.70
8,500.
2,152—
8
4.48
—.30
4.78
10,080.
2,250—
9
4.54
—.31
4.85
11,000—
2,423—
10
4.04
—.89
4.93
9,275—
2,296—
2,526—
11
4.83
—.24
5.07
12,200—
12
5.03
—.46
5.49
13,425—
2,669—
13
4.05
—.33
4.38
11,275—
2,784—
14
4.35
—.25
4.60
11,390—
2,618—
15
4.39
1.05
5.44
12,101—
2,756—
16
4.86
—.52
5.38
9,500—
1,955—
17
4.42
—.88
5.30
8,000—
1,812—
18
4.05
1.17
5.22
7,525—
1,858—
19
2.75
2.36
5.11
5,000—
5,850—
1,818—
20
2.85
2.17
5.02
2,088—
21
4.41
—.53
4.94
11,000—
2,494—
22
4.62
—.24
4.86
7)
13,550—
2,933—
Zijnde gemiddeld f2360 per bunder of ongeveer f 950
per gemet, onverminderd de onkosten welke boven (3
koopprijs moeten betaald worden, zoodat voornöemdC:'-
goederen ruim f 1000 per gemet hebben opgebracht.
Indien men deze prijzen vergelijkt met de koop^
waarde van qudere ^kjtqden, in andere districten van
Zeeland, /lan •ïftoet.vdëv&^ag ontstaan, is men in het
4e en 5É district^^r,^ de hoogte van de cultuur?
hetgeenlschrij ver dezes-'-mdjet ontkennen; hij vermeent