fSuitcnlanïr.
tjanDflsbrricijtm.
vraag werd door hem vooral met het oog op de onder
vinding der laatste jaren, bevestigend beantwoord.
De verdere discussie werd hierop tot den volgenden
dag verdaagd.
Zitting van Zaturdag 6 Mei. Discussie over het
internationaal suikertractaat.
Vóór dat de minister van binnenlandsche zaken het
woord voerde tot verdediging van de overeenkomst
betreffende de suikerbelasting, tusschen Nederland,
België, Frankrijk en Engeland gesloten, trachtte de
heer van Goltstein nog aan te toonen, dat het doel
van het tractaat, namelijk een einde te maken aan
den tegenwoordig bestaauden onnatuurlijken toestand,
aan het bevoorrechtingstelsel, door ter zijdestelling
van de premiën van uitvoer, niet werd bereikt. Hij
zag geen reden om het tot dusver gevolgd handelstelsel
te laten varen, te minder omdat de uitkomsten van het
nieuwe stelsel hem voorkwamen hoogst twijfelachtig
te zijn.
De heer van Swieten verklaarde zich vóór het tractaat,
hoewel de hooge nommers, door de suikerfabrieken op
Java geproduceerd, nu niet meer dezelfde voordeelen
zullen genieten, en het voor deze moeilijk zal zijn ver
andering te brengen in de wijze van bewerking. Bij het
Indisch tarief zou hij in die. zaak trachten te voorzien.
De heer Blom deed van zijne zijde al de voordeelen der
geslotene internationale overeenkomst uitkomeu.
De minister van buitenlandsche zaken verdedigde
vervolgens liet gesloten tractaat. Hij wees op de moei
lijkheid van het te regelen onderwerp, eene regeling
hoogst noodig om een einde te maken aan den bestaau
den onnatuurlijken toestand. Na vele mislukte pogingen
is eiudelijk het tegenwoordige internationale tractaat
tot stand gekomen, dat door de betrokkene regeeringen
ter goeder trouw en loyaal zal worden ten uitvoer gelégd.
De minister bepaalde zich overigens tot het betoog, dat
het bestaande stelsel irrationeel was, en dat door deze
overeenkomst het doel, het tot stand brengen van gelijk
heid, wel degelijk zal bereikt worden.
De minister van financiën schetste in de eerste plaats
den onnatuurlijken toestand, waarin men sedert vijftig
jaren heeft verkeerd, een toestand, waardoor de schatkist
op verre na niet ontving, waarop zij recht had en de
industrie op allerlei wijze werd belemmerd. Hoog tijd
werd het daarin verbetering te brengen, en daartoe
strekt het tractaat dat ten doel heeft de bescherming in
de vier rijken te gelyker tijd te doen wegvallen en de
zekerheid te geven dat men daarop niet zal terugkomen.
De conventie strekte voorts om de belasting der ver
schillende suikersoorten, in verhouding van het cristal
liseerend gehalte, op gelijke wijze te regelen. Noch de
hooge, noch de lage nummers zullen thans meer beschermd
worden, en ook de bescherming der beetwortelsuiker
valt volgens het traktaat weg. De schatkist krijgt zoo
doende hetgeen waarop zij recht heeft en zal na eenige
jaren vijfmillioen uit desnikerbelastingtrekken. Daarna
ging de minister over tot het beantwoorden van eenige
speciale punten door verschillende sprekers bijgebracht,
waarbij hij, de verschillende middeleu nagaande om de
bescherming uit de wetgeving te doen vervallen, het
thans voorgesteld typenstelsel, als het beste middel
daartoe, aanprees, daar het voor handel en industrie
bevorderlijk is. De laatste immers zou niet meer genood
zaakt zijn een bepaalde soort van suiker te verweïken,
terwijl, zoo de eerste een suikermarkt verlangt, die ook
geopend moet zijn voor alle soorten van suiker. Ook de
bezwaren, uit het oogpunt van fiscaliteit tegen het
typenstelsel aangevoerd, waren overdreven en stellig
niet van dien aard, om het aannemen van het stelsel te
ontraden. De minister weerlegde vervolgens de gronden
van den heer Eochussen, die beweerd had, dat de hooge
nummers en in het algemeen het cultuurstelsel, voor
zoover de suiker betreft, door aanneming van bet typen
stelsel, zoude lijden. liet viel echter niet te ontkennen,
dat in de conventie eenige ongelijkheid bestond, maar
hoegenaamd niet van dien aard om daarom het tractaat
niet goed te keuren. Wat do bescherming der beetwor
telsuiker tegenover de rietsuiker betrof, merkte de
minister op, dat voor de laatste geen vrees behoefde te
bestaan, daar, volgens het tractaat, de bescherming der
beetwortelsuiker geheel zal vervallen.
Nadat sommige sprekers hadden gerepliceerd, en nog
maals beantwoord waren door den minister van financiën,
werd het tractaat in stemming gebracht en aangenomen
net 44 tegen 8 stemmen.
Tegen stemden de heeren: van Goltstein, Hoffman,
Simons, Hoekwater, Rochussen, Wintgens, Schiramel-
jenninck en van Zuylen.
In deze zitting is bepaald, dat de beraadslaging over
iet wetsontwerp betrekkelijk het recht van zegel zal
daats hebben na de discussie over het Oost-Indisch
arief.
Algemeen overzicht.
Terwijl keizer Napoleon in Algerië huldebetuigingen
ontvangt en proclamatiën uitvaardigt, blijkt nog niets
van de grootsche plannen welke men hem toedichtte.
Behalve variatiën op het thema „dat Napoleon zelf de
Algerijnsche toestanden wil leeren kennen," vinden wij
in al die manifesten, proclamatiën en toespraken niets
wat naar een plan tot wijziging van het bestaand bestuur
zweemt. Alleen geeft eene mysterieuse zinsnede der
toespraak aan den inaire van Algiers eenige stoffe tot
gissingen en voorspellingen, „liet voldoening zeide
de keizer kan ik mededeelen dat eene machtige
compagnie zich voorstelt om hier belangrijke zaken te
verrichten of liever om voort te zetten wat reeds aange
vangen is."
In het verslag der laatste vergaderingen van het Prui
sisch huis van afgevaardigden, waarin het regeerings-
wetsontwerp omtrent de legerorganisatie werd verwor
pen, vinden wij een niet onbelangrijk incident vermeld.
Daaruit blijkt dat de verhouding tusschen de Pruisische
afgevaardigden en het ministerie nog altijd dezelfde
blijft. De rapporteur von Gneist betoogde dat de wetge
vende vergadering het recht had om de sterkte des
legers in vredestijd te bepalen. „Zeer ten onrechte
zeide hij verlangt de minister" van oorlog dit recht
voor de kroon, krachtens de wet van 1814. Ons komt
de bevoegdheid toe om de voor liet. onderhoud des legers
benoodigde gelden toe te staan. De minister is zoowel een
politiek als een godsdienstig man. Welnu ik kan niet
gelooven dat hij de legerorganisatie wil handhaven,
welke het Kaïnsmerk draagt der schending van den eed
van trouw aan de wet." De conclusie dezer rede was
natuurlijk verwerping van het ontwerp.
Hierop nu volgde een antwoord van den minister von
Roon. Hij beweerde door den redenaar op ongehoorde
wijze persoonlijk te zijn aangetast. De rapporteur heeft
gezegd dat ik een politiek man was; hij heeft ongelijk.
Iiij heeft gezegd dat ik een godsdienstig man was en
te recht. De vorige spreker heeft evenwel gewaagd van
schending van den eed en van eeu Kaïnsmerk. Men had
hem tot de orde moeten roepen. Men heeft dit niet ge
daan, ik zeg hem dus dat die uitdrukking het brandmerk
draagt van aanmatigingen onbeschoftheid." Na eene toe
lichting van den president,datdehcer vanGneist blijkbaar
den heer von Roon niet had willen beleedigen, werd
dit door dien spreker nader zelf bevestigd, waarop de
minister ook van zyne zijde leedwezen betuigde over de
geuite woorden en deze introk.
Ook uit de laatste debatten in het Oostenrijksch huis
van afgevaardigden hebben wij nog een incident op te
teekenen. De afgevaardigde Schindler had in eene rede
voering zich uitgelaten over de leden der rechtbanken,
welke aan deze collegies beleedigend was voorgekomen
voorde rechterlijke macht. Een protesteerend adres van
eenige leden der magistratuur te Weenen werd eeuige
dagen later door den minister van justitie bij den presi
dent van het huis ingediend en door dezen laatsten in
de vergadering gebracht. Een levendig debat was hier
van het gevolg. Vele leden betreurden het dat de minis
ter van justitie niet begrepen had hoe onaangenaam
de indruk zou wezen van deze officieele interventie der
regeering in dergelijke zaken. Om de rechten van het
huis te dezen opzichte te constateeren, deed voorts de
heer Berger het voorstel om het protest in handen te
stellen van eene commissie, üe behandeling van dit voor
stel zon in eene volgende vergadering plaats hebben.
Intnsschen heeft het huis Zaturdag met groote meer
derheid de conclusiën aangenomen van het rapport der
commissie, strekkende om nog meer bezuinigingen te
maken op het budget van oorlog. In ons vorig nommer
deelden wij mede hoe het ministerie alle verdere bezui
niging onuitvoerbaar had verklaard. Men verwacht thans
ontbinding van het huis of aftreding van het ministerie
von Mensdorff- von Schmerling. Het zal echter misschien
blijken dat dergelijke verwachting uit een ten onrechte
gekoesterd vertrouwen op dc constitutioneele beginselen
der regeering te Weenen is voortgevloeid. Niet weinigen
zien in dit laatste geval eene aftreding van den heer
von Schmerling te gemoet. Blijft dan ook deze minister
aan het hoofd van het departement van binnenlandsche
zaken, dan blijkt daaruit eenmaal te meer dat zijne con
stitutioneele beginselen zeer rekbaar zijn.
In Hanuovcr is dezer dagen door de liberale partij
eene poging aangewend om de constitutie van 1855,
welke die van 1848 in weinig vrijzinnigen geest wijzig
de, weder meer tot hare vroegere samenstelling te doen
naderen. Een voorstel daartoe was door de kamer aan
genomen, maar ook in Hannover verloochende de eerste
kamer het algemeen karakter van senaten, eerste kamers
on hoogerbuizen niet: het voorstel tot grondwetsher
kiezing werd met eene verpletterende meerderheid in
dat staatslichaam verworpen. Dergelijk lot trof ook eeu
voorstel tot afschaffing der bondswet van 1855 op de
drukpers, hetwelk, even als in Saksen en Keurhessen,
in de tweede kamer ter sprake was gebracht en aange
nomen geworden.
In de zitting van Vrijdag is het amendement Bonin
met eene verpletterende meerderheid verworpen. De
essentiëele bepaling, 2 van het regeeringsontwerp,
omtrent de militaire aangelegenheden werd daarop
verworpen met 258 tegen 31 stemmen, waarna van
wege de regeering verklaard werd dat zij aan verdere
discussiën geen waarde meer hechtte. Hierna werden, op
voorstel van een der ledenalle bepalingen en bloc in
stemming gebracht en verworpen.
Donderdag heeft de heer Vegezzi Rome verlaten en
is in gezelschap van prins Humbert Vrijdag te Turijn
aangekomen.
De laatste berichten uit Brussel omtrent den gezond
heidstoestand van koning Leopold blijven allerongun
stigst. Men kan zijn overlijden spoedig te gemoet zien.
Met het oog op den troonopvolger, den heitog van
Braband, wiens politieke beginselen niet die zijn,
welke de meerderheid in België is toegedaan en
wiens populariteit niet groot schijnt te wezen, mag
men aannemen dat 's konings overlijden, in de tegen
woordige omstandigheden, zeer veel invloed zal uitoe
fenen op den politieken toestand bij onze naburen.
ifleekrapprijzen.
Rottendam 8 Mei. Het weinige dat werd aangebo
den werd hoog gehouden, zoodat er weinig handel was.
tf-raaiimarliten enz.
Rottrkdam 8 Mei. Gerst, haver en boekweit waren
heden 10 cent lager.
Axru 6 Mei. Tarwe 6.55 A 7.30; Rogge/4.90
a j 5.15; Wintergerst ƒ4.55 a 4.75Zomer dito ƒ3.65
a 3.85Haver ƒ3.15 a 3.55Paardenboonen 5.40
a 5.70; Duivenboooen ƒ6.35 a 6.65; Groene erwten
ƒ6.30:1 ƒ6.70; Gele dito ƒ6.05 X f 6.35; Boekweit 5.60
X f 5.85.
Middelburg 8 Mei. Raapolie 42-f. Lijnolie ƒ382.
Patentolie f 44f per vat op 6 weken, op contant f 1 lager.
Prijzen van clfecten,
Amsterdam 6 Mei.
Nederland. Certific. Werkelijke schuld 24 pet. 62
dito dito dito 3 72£
dito dito dito 4 95
Aand. Handelmaatschappij 4J -
België. Certificaten bij Rothschild 2J
Rusland. Obligatiën 1798/1816 5 964
Certific. Hope co4 684
Oblig. dito 1855,6e serie 5 824
dito dito Leening 1860 4£ 84f
Certificaten 6 44^
Aand. spoorweg190
Polen. Schatkistobligatiën4 68£
Oostenrijk. Obligatiën metalliek5 61/V
dito 1847/1852 24 31TV
dito rente Arasterdam5
dito nationale5 65{
Bankactiën 3 865
Italië. Leening 18615
Spanje. Obligatiën (binnenlandsche) 3 42T7T
dito3 thans 24 394
Amortisable schuld
Portugal. Obligatiën 1853 3 46|
dito 1856—1862 3 46J-
Griekenl. dito (blauwe)5
Turkije. Obligatiën (binnenl.)6 48i
Vereen.Stat.dito (1882) 6 68|
Illinois. dito7
Mexico. dito 3 25
Grenada, dito afgestempeld42
Venezuela dito 3 16J
Te Heinkenszand is op den 5 Mei Voorspoedig beval
len van eene Dochter E. G. P. J. OVJ5RJr£Jk£I PAAR-
DEKOOPER. :_J
Grijpskerke6 Mej/1865.
Bevallen van eene Dochter J. P. HECTOR—POLEIJ,