s gelaten, hadden spelende een vuurtje aangelegd, waarop spoedig alles in lichte laaie vlam stond. De kinderen zijn met moeite gered; het eene, niet zonder ernstige brandwonden te hebben bekomen, is den volgenden dag overleden. Le Phare de la Loire geeft steeds blijken van hare sympathie voor Lincoln. Het blad heeft in een zijner laatste nommers het voornemen aangekondigd om door middel van inschrijvingen van tien centimes eene som bijeen te zamelen ten einde eene gouden medaille aan mevr. Lincoln te kunnen zenden. Deze medaille zal het portret van haren echtgenoot dragen met het opschrift „Aan Lincoln, tweemaal gekozen president der Ver- eenigde Staten." Op de keerzijde zal men lezen: „Blijk van erkentelijkheid der Fransche democratie. Het Journal de Liège bericht dat Brussel de ge boorteplaats is van Lincoln's moordenaar. De vader van dezen, Junius Brutus Booth werd in 1796 te LondeD geboren, werd tegen den zin zijner familie acteur eD bezocht als zoodanig België en Holland. Op negentien- jarigen leeftijd bevond hij zich te Brussel en trouwde aldaar met zekere Wilkes of Wilkie. Zij was de moeder van den thans zoo befaamd geworden Wilkes Booth. Junius Brutus Booth begaf zich in 1820 met zijn gezin naar de Vereenigde Staten, maar kwam eenige jaren later weder naar Engeland terug, alwaar hij tot aan zijn overlijden bleef wonen. Betrekkelijk de reisplannen van koning Wilhelm van Pruisen en de feesten welke bij die gelegenheid znllen gegeven worden, zegt de ministerieele Provincial Correspondenz het volgende: „Z. M. de koning begeeft zich met den kroonprins, de kroonprinses en de konink lijke prinsen denkelijk den 14 dezer naar den Rijn, om daar H. M. de koningin te ontmoeten, en den 15 dezer te Aken het jubelfeest der vereeniging van het Rijnland met Pruisen en het leggen van den eersten steen aan de te Aken te vestigen polytechnische inrichting, en ver volgens den 16 dezer te Keulen het leggen van den eersten steen aan het gedenkteeken voor wijlen koning Frederik Willem III bij te wonen. Den 18 dezer zullen de koninklijke personen naar Berlijn terugkeeren. Het genoemd, gedenkfeest zal, volgens door de hooge kerk besturen gemaakte bepalingen, op Zondag 14 dezer in alle kerken der Rijnlanden, en in alle inrichtingen van onderwijs en scholen gevierd worden. De president van het ministerie en de meeste ministers zullen den koning naar den Rijn vergezellen. In de rij der feestelijkheden in de ten jare 1815 met Pruisen vereenigde gedeelten des lands volgt den 22 dezer de Niederlausitz, die, met de overige tot op dien tijd koninklijke Saksische kreit- sen en districten op grond der handelingen van het Weener congres, bij het vredes- en vriendschapstractaat met Saksen den 18 Mei 1815 aan Pruisen afgestaan, en bij patent van inbezitneming van 22 Mei onder Pruisisch beheer overging. De Stenden der Niederlausitz zijn voornemens ter blijvende herinnering aan dien dag eene stichting te vestigen, en hebben verlof gevraagd om den koning, den 22 Mei, door eene deputatie, een-adres aan te bieden. Den 8 Juni heeft het jubelfeest der vereeni ging van Nieuw Voor-Pomraeren en Riigen (het voorma lig Zweedsch Pomraeren) te Straalsund plaats, waar aan de koning, de kroonprins en de kroonprinses, de prinsen, alsmede de ministers, insgelijks deel zullen nemen. Den 9 Juni zal de koning zich naar Riigen be geven. De stad Wolgast (de zetel der oude hertogen van Pomineren) heeft de eer van het koninklijk bezoek bij de terugkeeiing verzocht, maar dienaangaande is nog geen besluit genomen. Omstreeks half Juni is Z. M. voor nemens zich tot eene nieuwe badkuur naar Karlsbad te begeven." Door bet ministerie van oorlog te Washington is onder dagteekening van 20 April, de volgende bekend making uitgevaardigd: „De moordenaar van wijlen onzen beminden president Abraham Lincoln is nog op vrije voeten; wie hera vat zal van dit departement eene be looning van 50,000 dollars ontvangen, boven en behalve elke belooning, die door overheden van staten of ge meenten is of mocht worden uitgeloofd. Er zullen 25,000 dollars worden betaald voor het vatten van G. A. Atzerot, alias Pat Tobacco, een van Booth's medeplichtigen; en even veel voor het vatten van David C. Harold, een anderen medeplichtige van Booth. Milde belooningen zullen worden betaald voor ieder naricht hetwelk leidt tot het vatten van een van de bovengenoemde misda digers of hunne medeplichtigen. Allen die de gemelde personen of een van hen huisvesten of verbergen, of helpen ontvluchten, zullen als medeplichtig aan de ver moording van den president en aan den moordaanslag op den secretaris van staat worden behandeld; zij zullen voor den militairen rechter gebracht en ter dood veroordeeld kunnen worden. Er kleeft onschuldig vergoten bloed op ons landdie smet worde uitgewischt door het vatten 1 en straffen der moordenaren. Alle goede burgers worden vermaand de justitie bij deze gelegenheid bij te staan. Een iegelijk behoort de vervulling van dien ernstigen plicht als eene gewetenszaak voor zich zelven te be schouwen, en dag noch nacht te rusten zoo lang dezelve niet vervuld is." Naar men verneemt, bevindt zich ook in Utrecht nog een persoon in actieve dienst, die aan den slag bij Waterloo heeft deelgenomen, namelijk de adjudant- onderofficier P. H. Matthijsen, dienstdoende als schrijver bij bet groot rijks-hospitaal; als jongeling is hij in 1814 vrijwillig in dienst getreden, heeft den slag bij Waterloo bijgewoond en is naar Frankrijk opgerukt; hij is nog steeds in militaire dienst. Op 1 Mei des namiddags, is het Russisch-keizerlijk gezin te Ingenheira (Rijn-Hessen) aangekomen. De keizer, de keizerin, de grootvorstin Maria en de groot- vorsten Sergius en Paul zijn bij prins Alexander van Hessen op den Heiligenberg gehuisvest, terwijl de grootvorsten Alexander, Wladimir en Alexis, en de personen van het gevolg bijzondere woningen in Ingen- heim hebben betrokken. De keizer en de keizerin, die verzocht hadden, dat bij hunne aankomst geeue plech tigheden mochten plaats hebben, zijn aan de stations van den spoorweg te Biekenbach door den groothertog, de prinsen en prinsessen opgewacht en verwelkomd. In de clerieale kringen te Parus wordt beweerd, dat de keizer voornemens is om op zijn terugtocht uit Algerië de baven van Civita-Vecchia aan te doen, een bezoek aan den paus te brengen, en bij die gelegenheid een einde te maken aan de ltomeinsche qnaestie. In het kanton Vilciers, in België, hield men zich de vorige week bezig een grijsaard, Pierre Grangereau genaamd, te begraven, zonder dat diens dood door eene geneeskundige verklaring was bevestigd. Nadat de gods dienstige plechtigheid was afgeloopen en op het oogen- blik dat de doodgraver reeds aarde in de kuil wilde werpen, meende deze eenige beweging te hooren in de doodkist. Hij luisterde toen met alle aandacht en was weldra overtuigd dat die beweging het gevolg was van slagen, die toegebracht werden van binnen in de dood kist. Een ander, die in de onmiddellijke nabijheid was, hoorde insgelijks zeer duidelijk twee malen achter elkander dezelfde beweging. De doodgraver staakte toen zijn werk, en liet terstond den burgemeester en den geestelijke roepen. De eerste was echter afwezig en de tweede achtte zich niet gerechtigd bevelen te geven. Men besloot dus maar den bereids aangevangen arbeid te voleindigen, ondanks men alsnog gelooft dat de grijs aard levend begraven is. Inmiddels houdt de justitie zich thans hiermede bezig en hot zal weldra blijken op wien de verantwoordelijkheid rust eener nalatigheid, waarmede wellicht een menschenleven verloren ging. In de vorige week is te Lorient een geneesheer, Diberder, vermoord dooreen zijner patiënten, Le Nahénce. Deze, een acht en zestigjarig grijsaard, die aan hypo chondrie lijdt, kwam op het middaguur bij zijn doctor om de nota te voldoen die hij van hem had ontvangen. Na eenige onbeduidende woorden te hebben gewisseld, haalde Le Nahénce plotsêling een pistool te voorschijn, waarvan hij de twee loopen a bout portant op hem loste. Een der kogels doorboorde hem de borst. Ongelukkige! riep Diberder, gij vermoordt me. En gij, gij hebt be loofd mij te zullen genezen, was het antwoord. Daarop loste hij een tweede pistool met twee kogels op zich zelf, maar kwetste zich slecht in lichten graad aan zijn hoofd. De moordenaar werd dadelijk gevat. Men heeft hoop dat de doctor nog in het leven zal kunnen gehou den worden. De jockey-club, de bekende aristocratische ver eeniging, heeft den heer de Talleyrand Périgord geene toegangskaart als hertog de Montmorency willen geven. Deze heeft zich toen tot de regeering gewend en de heer la Vallette heeft den president van het bestuur der ver eeniging, den hertog de Biron, bij zich ontboden en hem te kennen gegeven dat de regeering de miskenning van een door den keizer verleenden titel als eenebeleediging beschouwde en dat hij zich genoodzaakt zou zien om de jockey-club te sluiten, wanneer het bestuur er van voort ging den hertog van Montmorency zijn titel te weigeren. Deze bedreiging heeft gewerkt en de hertog is aange nomen. De bekende Alexander Herzen en de dichter Orageff, de hoofden der Russische revolutionaire partij, bevinden zich thans te Genève waar zij de buitenplaats Ia Bossière voor den tijd van 10 jaren hebben gehuurd. De drukkerij van Herzen is uit Londen overgebr cht en de aldaar vroeger uitgegeven „Kol'okoll" (de Klok) zal voortaan te Genève verschijnen. Reeds sedert geruimen tijd is Herzen burger van Genève en heeft hij de gelegen heid erlangd zijn weekblad in Zwitserland voort te zetten. Naar men verneemt heeft zich onder voorzitter schap van den advocaat Vanderplassche te Brussel eene commissie gevormd met het doel, een internationaal feest tot viering van den gedenkdag van Waterloo te organi- seeren. Het zou uit eene samenkomst op het slagveld en een banket bestaan. Verkoopiiigcn cn aanbestedingen. Vrijdag jl. zijn alhier ten verkoop aangeboden de navol gende perceelen: I. Een huis met schuurtje, tuingrond en verdere gevolgen, staande op den aanleg tusschen de Koe- en Noordpoort. Verkocht voor f 986.15. II. Een huis en gevolgen in de Winterstraat. Opgehouden. Op den 5 dezer had alhier de aanbesteding plaats van het bestorten van een op den 2 Januari 11. afgescho ven oevervak aan den calamiteusen polder Bruinisse, dit werk werd aangenomen door den heer G. de Groot, te Papendrecht, voor f 4795. meteorologische waarnemingen, gedaan op 's rijks werf te Vlissingen, des middags 2 nre. April Mei 1865. Wind. V SJ O 3 S 2 A. 3 a a c3 Kracht. O i J s* 11 •~J Aanmerkingen. - 30 NOost. 10 763~T~ 13.1 0.56 6 55 0 0 licht bewolkt held. 1 z. zo. 4 762.3 16.1 0.50 6 97 00 beider. 2 VV.t. N. 6 765.4 14.8 0 72 9 28 00 bewolkt. 3 Z. ZVV. 9.5 761.7 20 4 0 45 7.82 0.0 bewolkt. 4-1 Zuid. 1 761.1 178 0 72 10.86 00 bewolkt en regen. 5 Zuid 9.5 757 2 18.3 0 59 9 36 1.4 licht bewolkt regen. 6 \Y. Nvr. N. J5° 0. 3 764.0 14 0 0.68 8.30 0.0 bewolkt helder. De grootste wind kracht ii geweest op 5 April des namidd te N. NOost 5,8 185,5 15,11 8,11 9.01 o,»i 1 uren, W. onder ga- A middelde druk 14 p. op da sierkente el, iwssrste druk 18 p. op de vierkante el. De onderste regel berat de opgaaf der gemiddelde meteorologische waarnemingen gedurende de maand April, des middags te 2 uren. Tlicrmomcterstand. 6 Mei 's av. 11 u. 53 gr. 7 'smorg.7 u.G2gr.'smidd.l u.72 gr.'sav. 11 u. 59 gr. 8 's morg.7 u. 57 's midd.. 1 u. 74 gr. Staten generaal. TWEIODE KAMER. Zitting van Vrijdag 5 Mei. Discussie over de goed keuring van het verdrag betreffende de suikerbelasting tusschen Nederland, België, Frankrijk en Engeland gesloten. Algemeen werd het gronddenkbeeld van het tractaat, afschaffing der uitvoerpremiën, goedgekeurd, en hoewel enkele leden het aangenomen typenstelsel niet onbe paald goedkeurden geloofden zij een offer te moeten brengen door zich thans met dit stelsel te vereenigen. Voor onze industrie werd het tractaat niet voordeelig geacht, want de ruimere debouchés op Fransche, Engel- sche en Belgische markten zouden de nadeelen, die in andere opzichten konden bestaan, vergoeden, maar voor de schatkist achtten eenige leden het verdrag nadeelig, omdat het geheele financieele gebouw rustte op de rege ling van den suikeraccijns, zoo als die in het aanhangig ontwerp voorkomt, en de heer van Bosse verklaarde dan ook tegen deze wet te znllen stemmen. Die laatste spreker wees er op, dat België het tractaat nier alleen had goedgekeurd, maar er zelfs eene verandering in gebracht heeft door aanneming van een amendement, tot verhooging der afschrijvingssom voor de beetwortel- suiker, waardoor, naar zijn oordeel, inbreuk was gemaakt op het tractaat. De heer Rochussen was van oordeel dat een internationaal tractaat, mits steunende op volkomene gelijkheid, nuttig kon werken, hoewel het niet noodig was; maar betreurde het, dat niet meerdere landen, waar de snikerfabricatie een tak van industrie was, tot de overeenkomst waren toegetreden, en merkte op, dat de meeste bepalingen ten believe van Engeland gemaakt waren, aan wiens tegenstand het te wijten is, dat het tractaat geen radicaal geneesmiddel aan de hand gaf. Wat het aangenomen typenstelsel aanging, betoogde hij, dat dit stelsel was in strijd met het cultuurstelsel, voor zoover de suiker betreft, met de contracten door het gouvernement aangegaan en met het belang der schat kist. Bij de ontwikkeling van meerdere bezwaren tegen de transactie, beweerde hij ook, dat aan de Fransche raffinadeurs verschillende voorrechten waren gegund. De heer Virnly verdedigde daarentegen het aangenomen typenstelsel en gaf daaraan verre de voorkeur boven het tegenwoordige systema. De heer Blussé trad in een uitvoerig betoog om te bewijzen, dat, volgens den tegen- woordigen toestand, de schatkist veel rainder ontvangt dan waarop zij recht heeft, en dat daarom en ook om. andere redenen die toestand niet houdbaar is. De heer Dirks behandelde de vraag, of door dit tractaat de tegen woordig bestaande onnatuurlijke toestand zou ophouden, speciaal door het aannemen van een typenstelsel? Die

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1865 | | pagina 2