«end op het verzoek te beschikken, als zijnde dit in
strijd niet de verordening.
Voor de leden wordt ter inzage gelegd een staat van
onwaarde van den hoofdelijken omslag, waarna de zit
ting overgaat in eene met gesloten deuren.
Na de heropening legt de voorzitter over een request
van inejufvrouw A. M. B. Achilles, hoofdonderwijzeres
eener bijzondere niet gesubsidieerde school voor uitge
breid lager onderwijs voor meisjes, houdende verzoek
om benoemd te worden als hoofdonderwijzeres voor de
hier op te richten tweede school voor vrouwelijke leer
lingen. De behandeling van dit request is aangehouden.
De heer Damme brengt, mecfe namens de heeren van
Diggelen en Lantsheer, rapport uit op het adres van den
heer P. Leupen van den 14 Maart jl., die, na afwijzing
van een vorig adres, de onvatbaarheid voor aanneming
daarvan erkent en thans verzoekt dat zijne tegenwoor
dige toelage uit de gemeentekas met minstens j 300
moge worden verhoogd, onder vérbinding zijnerzijds om
alsdan van alle schoolonderwijs af te zien.
De vraag, met welker beantwoording de commissie
zich alleen had bezig te houden, was, of naar aanleiding
der omstandigheden de billijkheid kon medebrengen
dat het verzoek geheel of gedeeltelijk kon worden toe
gestaan. Dio vraag gelooft zij bevestigend te mogen
beantwoorden, met het oog op de aan den onderwijzer
P. Verhoeven vwrleende toelage en de outruimiug van
het door den adrcssaut thaus bewoonde gebouw. Twee
leden der commissie stellen mitsdien voor, de tegen
woordige toelage te verhoogen met 2G5, terwijl het
derde lid slechts eene verhooging van ƒ165 wenschelijk
acht; de adressant zou alzoo, met de hem vroeger ver
leende toelage,/800 of/700 genieten.
De voorzitter stelt voor de beraadslaging hieromtrent
aan te houden tot de volgende zitting, welke zoo moge
lijk a. Woensdag zal worden gehouden. De heeren van
Deinse, Fokker, N. J. C. Suouck Ilurgronje en Sifflé
verlangen dadelijke beslissing. De voorzitter meent
dat het niet zeer delicaat zou zijn deze zaak te behan
delen bij afwezigheid van een lid (de heer Lantsheer),
die tot Uo minderheid der commissie behoort en alsdan
buiten de gelegenheid zijn zou zijne zienswijze nader
mede te declen. Daarop is met 8 tegen 5 stemmen
besloten de behandeling aan te houden. Voor eene dade
lijke behandeling stemden de vier hierboven genoemde
heeren, alsmede de heer van Visvliet. Hierna is de
vergadering gesloten.
ÜuitcnlanD.
Algemeen «lerzfclit.
Terwijl verschillende kleinere Dnitsche staten zich
langzamerhand, en zonder veel gerucht te maken, ont
trekken aan de oppermacht van de Dnitsche bondsver
gadering, wat betreft de door haar in der tijd aangeno-
ïiiene min vrijzinnige wetten, begint de Duitsche bond
al meer en meer een politiek geraamte te worden, het
welk den minsten politieken storm niet zal kunnen
verduren. Waar Pruisen zijn openlijk verkondigd voor
nemen mocht uitvoeren en, bij eenige krachtige tegen
werking te Frankfort, den bond verlaten, daar zou al reeds
dadelijk dergelijke ineenstorting te vreezen zijn. Voor
het oogenblik schijnen de regeeringen te Weeaea en te
Berlij n echter eene schikking te hebben getroffen omtrent
de bijeenroeping van de „volksvertegenwoordiging" dei-
hertogdommen.
In den binnenlandscben staatkundigen toestand van
Pruisen en Oostenrijk is nog altijd geenc verandering
gekomen. Te Weenen wordt door het huis van afge
vaardigden nog altijd het budget gedebatteerd onder
de leuze: bezuiniging. De minister van oorlog heeft
echter eergisteren verklaard dat de regeering op zijn
budget niet meer bezuinigen kan clan reeds gedaan is.
liet huis zal alzoo moeten toegeven of het leger zal aan
leiding geven tot een conflict, waaromtrent men te
Berlijn nog altijd te vergeefs naar eene oplossing zoekt.
Deze oplossing van het conflict te Berlijn is in de laat
ste dagen door de houding van het kabinet weder onwaar
schijnlijker dan ooit geworden. Eeu bemiddelingsvoorstel
toch van den heer Bonin, strekkende om de grootte van
het leger in vredestijd bij de wet te doen bepalen op
160,000 man waarin de vooruitgangspartij bij 'monde
van den heer von Forckenbeck eene te groote concessie
aan de regeering verklaarde te zien wilde de minis
ter von Eoon zelfs niet bespreken omdat dit zoo weinig
ondersteuning vond bij de kamer. De regeering zou het
beneden hare waardigheid achten om zich te uiten om
trent voorstellen, welke toch geen kans hadden om te
worden aangenomen.
Keizer Napoleon is Woensdag middag te half twee
uur te Algiers gedèbarquecrd én met de bij dergelijke
gelegenheden 'gebruikelijke plechtigheden ontvangen.
Omtrent het te verwachten resultaat der onderhande
lingen van den heer Vegezzi met de pauselijke regoc-
ring omtrent de twee en vijftig vacante bisschopszetels
in Italië, worden steeds verschillende geruchten ver
spreid. Wat intnsschen meer eu meer bevestigd wordt
is dat de ultramontaansche partij en de aanhangers van
„koning Frans II" alle pogingen aanwenden om elke
toenadering tusschen Rome en de revolutie tegen te
gaan. De groote qnaestie in deze schijnt te zijn dat
de paus de bedoelde bisschoppen in alle provinciën
van Italic zelf direct wil benoemen zonder acht te slaan
op eenige voordracht van de regeering te Turijn of nog
veel minder benoemingen van bisschoppen, door koning
Victor Emmanuel gedaan, te bekrachtigen.
In het Engelsch lagerhuis is door den heer Braines
weder een voorstel gedaan tot uitbreiding van het kies
recht. Dit voorstel heeft echter gcene verdere gevolgen
gehad en men verwacht dan ook geene uitvoerige en
grondige behandeling dezer quaestie voor dat het lager
huis weder de vuurproef der verkiezingen zal hebben
doorgestaan.
Het Londensch dagblad The Sun bevatte een bericht
uit Queenstown, volgens hetwelk de moordenaar van
Lincoln aldaar zou zijn aangekomen aan boord van den
steamer Edinburgh. Hij zou dadelijk zijn herkend en in
hechtenis genomen. Later is echter gebleken dat deze
persoon Wilkes Booth niet was, maar veel gelijkenis met
dezen had en O'Neill heet.
BRIEVEN UIT BELGIË.
Brussel, 4 Mei.
Ik heb heden zooveel hofnieuws dat ik bijna een pagina
van 't een of ander Court-journal zou kunnen vullen.
Ik wil echter trachten het u op zoo kort mogelijke wijze
mede te deelen. Ook u is het eurieuse gerucht ter
oore gekomen dat koning Leopold tijdens zijn jongste
verblijf in Engeland een morganatisch huwelijk zou
hebbengesloteu metzekere baronnes Meijer d'Eppenhove,
eene van zijner majésteits intime bekenden. De wereld,
di'e zoowel hier als overal elders gaarne kwaad spreekt,
vertelde er bij dat de meer dan zeventigjarige vorst die
dwaasheid zou hebben begaan „pour acquit de consci
ence." Ook mij was het praatje reeds sinds veertien dagen
bekend. Ik wilde echter in mijne beide laatste brieven
er mij het. orgaan niet van maken omdat ik het al te
absurd vond en het hield voor een uitstrooisel van een
der beide uiterste partijen, die elkaar tegenwoordig niets
toegeven, waar 'ter op aankomt hatelijkheden te debi-
teeren tegen alles wat in den staat aanzienlijk en degelijk
is. De kleine organen der geavanceerde partij, die door
het volk veel worden gelezen, hadden dan ook het
gerucht zoo in de ruimte verspreid dat het eene sub
stantie verkreeg, die het kabinet te recht oordeelde dat
aan het prestige des konings in de oogen der menigte
kon schaden. De Moniteur heeft dan ook heilen eindeljk
een formeel démenti aan alle omtrent het morganatisch
huwelijk in omloop zijnde commérages gegeven, 'tls
daarom dat ik er u van spreek.
Wat de gezondheidstoestand van Z. M. betreft, al wor
den er geene bulletins meer uitgegeven, al vertellen alle
officieele en officie use bladen dat koning Leopold aan de
beterhand is, ik blijf u verzekeren, wat ik uit goede
bron weet, dat niet alleen Zr. Ms. toestand de -hoogste
bekommering blijft wekken, maar zelfs hopeloos is. Dat
de hertogin van Bra band en de graaf van Vlaanderen
heden, op den laatsten dag der voorjaars-wedrennen, in
1 de koninklijke tribune op 't Champ des manoeuvres gezien
zijn, bewijst niets meer dan dat men al het mogelijke
aanwendt om 'skonings waarachtige positie voor de
menigte te verbergen. Men gaat in dit opzicht zelfs al
heel ver. Een staaltje. Dr. Jenner keerde op 'te'uul der
vorige week naar Londen terug, niet omdat Z. M. hersteld
was, zoo als men van officieele zijde beweerde, maar omdat
zijn drukke praktijk hem belette langer te Laeken te
blijven. Vieren twintig uren later herhalen zich de aan
vallen van benauwdheid bij kouing Leopold. Onmiddellijk
wordt er naar den geneesheer Jenner getelegrafeerd.
Deze laat echter op dezelfde wijze antwoorden dat het
hem geheel onmogelijk is vooreerst weder over te komen.
Toen werd dr. de ltóubaix, hoogleeraar aan de vrije
universiteit te dezer stede, in consult geroepen, omdat
de beide hofartsen van Z. M. den koning niet alleen
de verantwoordelijkheid hunner taak wilden dragen.
Jenner's weigering en de Roubaix's komst op L-ieken
konden natuurlijk geen geheim blijven en de natie zag
volkomen goed iu dat, was de toestand de8 konings niet
verergerd, het opontbod van den eersten en de onder
scheiding die aan den laatsten te beurt viel, geen raison
d'etre hadden. Om de goê menigte zand in de oogen te
strooien, werd toen van half officieele zijde der menigte
verkondigd, dat alleen couvenance de oorzaak was
van dr. deRoubaix' verschijning aan hetziekbed van den
hoogen lijder. Dr. Jenner was een Engelschman,
dr. ltoepl, de oudste hofarts ad idem; dr. Wimraer, de
jongste, een Oostenrijker. Men meende dus de Bel
gische faculteit eene beleediging aan te doen indien
men niet een harer leden had in consult geroepen.
Geloove wie wil, zei de eerste aan wien men dit commu
niqué debiteerde. Niemand heeft het dan ook geloofd.
Veellicht dat ons uit Lafeken de hofberichten wat tal
rijker en wat meer waarheidlievend zullen worden,
wanneer de hertog van Braband teruggekeerd is, die
eergisteren te Messina aangekomenmorgen of over
morgen hier kan worden verwacht.
Er loopt hier een gerucht dat 's konings dochter,
keizerin Charlotte, in de vórige maand te Mexico, op den
oogenblik dat zij zich naar de kerk begaf, aan een uioord-
aanslag zou hebben blootgestaan. Een helsch werktuig
in de nabijheid van het gebouw, door inlanders losge
brand, zou hare paarden gedood en een gedeelte van
het rijtuig hebben verbrijzeld, zonder gelukkiglijk echter
de jonge vorstin te kwetsen. Daar evenwel slechts enkele
particuliere brieven van het feit, en dan nog zeer vague,
melding maken en men in de hofkringen verklaart daar
van niets te weten, meen ik dat het gerucht, zoo 't al niet
geheel tot het gebied der sprookjes behoort, stellig het
gebeurde overdreven heeft. Dat het kan verteld en kan
geloofd worden, bewijst echter wat ik reeds meermalen
u schreef, dat de troon van het jonge keizerlijke paar
nog op zeer wankelende grondslagen rust.
„Aan eiken heilige zijn waslicht." Daarom van 't hóf
naar 't ministerie en de kamers. In den loop der week
is de wet op de bedelarij met meerderheid aangenomen
ten gevolge waarvan België weldra begiftigd zal worden
met tal van landbouw koloniën, geschoeid op de leest
van uwe koloniën van weldadigheid, van iiwOmmerschans
en Veenhuizen. Het eene gouvernement wil zelden van
het andere Ieeren. Toch zou ik 't zoo kwaad niet achten,
indien ook van die zijde men zich eens wat meer spie
gelde aan anderer voorbeeld. Hacl het kabinet Rogier-
Frére eens ten invent zich géinformeerd, welke moreele
voordeelen aan Nederland gedurende de laatste dertig
jaren zijne zèer dure landbouwkoloniën in Drenthe en
Overijssel hebben opgeleverd, dan geloof ik dat de
minister Vandenpeercnbooin ons budget, niet met het
onderhond van dergelijke instellingen zou hebben
bezwaard. Ten invent waren zij de vriieht van eene ver
keerde philantropie, ten onzent van een slecht begre
pen staathuishoudkundige theorie.
In de zitting van heden heeft het, kabinet een zege
praal behaald Hie met een échec gelijk staat. Sedert
eenige dagen is aan de orde een wetsontwerp, houdende
eenige wijzigingen in de gemeentewet. Iu de zitting van
Zaturdag werd door de afgevaardigden 't Kindt de Naeyer
van de rechter- en Guillery van de uiterste linkerzijde,
daarop een amendement voorgesteld, rakende de bevoegd
heid der districts-commissarissen. liet amendement werd
door redenaars van de beide uiterste partijen krachtig
verdedigd; door de clericalen omdat zij langs dien weg
tot eene afschaffing wilden komen van de betrekking
van districts-commissaris, in hun oog een regeerings-
ambtenaar, die onder dit kabinet, in de meeste districten
bij de verkiezingen de rol speelt van een prefect van
het tweede Fransche keizerrijk, door de geavahceerden
met den heer Guillery aan het hoofd, omdat zij de zelf
standigheid der gemeentebesturen beter gewaarborgd
achten, wanneer deze iu directe aanraking kwamen met
gedeputeerde staten, zonder daartoe het intermediair
van een regeerings-commissaris te behoeven. Reeds
Zaturdag, werd het amendement met eene kleine meer
derheid aangenomen. De stemming was echter van
onwaarde omdat het getal der nog aanwezige leden niet
genoegzaam was. Heden werd bet dus aan eene nieuwe
stemming onderworpen. Bij den aanvang der zitting
vroeg de minister van binnenlandsche zaken het woord
en bestreed het amendement met klem, om eindelijk
aan de kamer vóór te stellen dat men 't zou losmaken
van het ontwerp, waarmee liet volgens den heer Vanden-
peerenboom in 't minst niet in verband stond, en zoo
noodig het als een afzonderlijk voorstel in behandeling
zou nemen, 's Ministers rede'werd nog nader toegelicht
door den heer Bouvier, de liberale afgevaardigde van
Virton. Men zegt, dat deze ministeriëele potsenmaker,
een der aardigste caricaturen die onze kamer zou kun
nen opleveren, niet onduidelijk heeft doen doorscheme
ren, dat waar de clericalenbewust dat de meerderheid der
Brusselsche afgevaardigden, om speciaal de uitgestrekte
gemeente Ixelles te believen, hen ditmaal steunen zouden,
van het amendement eeu machine de guerre maakten tegen
liet kabinet, het kabinet op zijn beurt er misschien wel
eene ministerieele quaestie van maken zou. Ik heb het
echter op de tribune Diet gehoord, waut men heeft voor
den braven heer Bouvier te weinig respect, om wanneer
hij aan 't woord is, niet zoo veel leven te maken als maar
met het reglement van orde overeen te brengen is. Dit
is echter zeker dat de heer de Brouckére, die daarentegen
veel invloed heeft, onmiddellijk na hem't woord nam,
de ministerieele quaestie. niet opvatte, de districts-com
missarissen warm verdedigde cn de zaak opnemende
waar de minister die gelaten had, op de losmaking
tusschen het amendement en het wetsontwerp aandrong.
Hij bereikte ziin doel. Die losmaking werd gedecideerd
met 53 tegen 51 stemmen. Daarop werd de wet zelve
aangenomen met algemeeno. steramen. Het amendement
de Naeyer-Guillery als een op zich zelf staand wets
ontwerp, aangenomen met 56 tegen 48 stemmen. Dien
ten gevolge zijn de gemeenten, die hoven de 5000 zielen
teilen, boven de macht der districts-commissarissen ge
plaatst. Dezer werkkring wordt dus zoo weinig omvat
tend dat men van zelf lot de opheffing dier betrekking
zal moeten komen.
Voor het kabinet is de dag van heden een heete dag-
geweest. Het cijfer 53 tegen 51 is welsprekend. Het
bewijst dat waar de feitelijke oppositie voor een oogen
blik steun vindt bij die leden der ministerieele partij, die
gaarne nu en dan uit 't gareel zouden willen springen, als
zij maar al' ijd wanneer zij 't noodig oordeelden daartoe den
moed hadden, de meerderheid van het kabinet minstens
fictief is. Een troost echter: onze oppositie heeft even
als die ten uwent, slechts kracht om oppositie te voeren;
tot regeeren is zij nooit in staat om de eenvoudige reden
dat de liberale fractie die voor een oogenblik en slechts
met een zeker doel haar steunt, evenmin op den duur
voor een kabinet uit haar midden eene meerderheid zou
waarborgen, als in Nederland de katholieke of Limburg-
sche fractie een conservatief ministerie, mochtzij al voor
een oogenblik met die partij gemeene zaak maken om
bijzondere redenen. Daarvoor is men het te weinig over
't hoofdbeginsel eens.
Op 't eind der zitting liecflfde afgevaardigde Lelióvre
een voorstel gedaan tot afschaffing van de straf der te
pronksielling eu die van den burgerlijken dood.
Wat de commissie, belast.mét de kamer in te lichten
aangaande eene wet óp de ministerieele verantwoorde
lijkheid, tot- heden heeft uitgevoerd, is nog niet bekend.
Ik vrees echter dat zij de zaak „commissoriaal" bonden
zal, d. w. z. dat er niets van komt. Anderen willen even
wel weten dat zij een ontwerpzdl indienen dat retro-