MIDDELBÜRGSCHE
C O R A N T.
r 69.
Zondag
1865
30 April.
Editie van Zatnrdag avond 4 uren.
Middelburg 29 April.
VERKIEZINGEN VAN LEDEN VOOR DE PROVINCIALE STATEN.
II.
Het nut eener eerste kamer is vaak betwist, en voor
de beweering dat haar bestaan niet in overeenstemming
is met den geest onzer staatsinstellingen, zijn gronden
aangevoerd welke niet geheel en al te verwerpen zijn.
Maar hoe men ook oordeele over het bestaan eener eerste
kamer als tweede instantie in het algemeen, dit is zeker
dat er bijna niemand meer gevonden wordt die ingeno
men is met de wijze waarop dat staatslichaam volgens
artikel 78 der grondwet moet worden samengesteld.
Vooral omtrent het voorschrift dat alleen uit een beperkt
getal der hoogst aangeslagenen in de belastingen mag
gekozen worden, bestaat thans niet veel verschil van
gevoelen meer. Maar daarmede hebben wij ons thans
eigenlijk niet bezig te houden. Alleen wanneer een
voorstel tot grondwetsherziening aan de orde ware, zou
het eenig direct nut kunnen hebben, dit punt opzettelijk
ter sprake te brengen. Wij hebben de wet dus slechts toe
te passen zoo als zij is, maar dit hebben we in onze macht,
dat we de toepassing zoo goed mogelijk maken, en
derhalve het kiescollegic voor leden van de eerste kamer
zoodanig samenstellen dat daarvan steeds een verstan
dige keuze te wachten is. De laatste jaren hebben doen
zien hoe het gevoelen der leden van de eerste kamer
soms lijnrecht tegen dat der tweede overstaat; zij hebben
ons op menig betreurenswaardig conflict tnsschen beide
staatslichamen gewezen, en onbetwistbaar aangetoond,
boe het votnui der eerste kamer soms tot verwikkeling kan
aanleidinggeven waaruit men zich langs constitutioneelen
weg bezwaarlijk te redden weet. Men denkeslechts aan de
stemmingen over de begrooting voor koloniën in 1862.
Zulke conflicten met zulke gebrekkige oplossingen ver
zwakken den eerbied voor onze staatsinstellingen endoen
den billijken wensch ontstaan dat de keuzen van de pro
vinciale staten meer in overeenstemming mochten zijn
met de directe keuzen der natie. Met het oog hierop is het
dan ook zeer noodigdat bij de verkiezing van 9Mei nadruk
kelijk op de staatkundige richting der personen die in
aanmerking kunnen komen, worde acht geslagen. Naar
mate toch het aristrocratiseh of democratisch element
sterker in de provinciale staten is vertegenwoordigd,
naar die mate bestaat ook kans dat eene keuze in den
geest van vroegeren tijd of in overeenstemming met de
thans gehuldigde beginselen zal uitvallen. De politieke
richting der personen die men op het oog heeft zij dus
een der eigenschappen die men bij de aanstaande ver
kiezing wel in de eerste plaats mag in aanmerking
nemen.
Hetgeen der provinciale staten bij de artt. 136, 137
en 138 der provinciale wet is toevertrouwd is mede van
niet gering belang. Daarbij worden zij, voor zoover dit
niet aan anderen is opgedragen, belast met bet toezicht,
onder meer, over (lees op) alle indijkingen, waterwerken
en waterschappen binnen hunne provincie. Voorts wordt
bun daarbij uitdrukkelijk de bevoegdheid toegekend de
inrichtingen en reglementen der waterschappen te ver
anderen en nieuwe vast te stellen.
De bevoegdheid bij deze voorschriften aan de staten
verleend, hebben, in verband met het tot nu toe gevolgde
beheer der calamiteuse polders, gelijk bekend is, ver
wikkelingen met de regecring doen ontstaan welke nog
op beëindiging wachten. Ieder herinnert zich zeker hoe
de zaken der calamiteuse polders sedert vele jaren moei
lijkheden hebben opgeleverd, welke soms bijna onover
komelijk schenen, en de aard der discussie, die over dit
onderwerp in den laatsten tijd in onze staten-vergadering
gevoerd is,deed zeker bij menigeen de vraag rijzen: door
wie deze in hoofdzaak geldelijke aangelegenheid dan
toch wel het best zou te vereffenen zijn'? Het antwoord
op eene dergelijke vraag kan, dunkt ons, niet twijfel
achtig zijn. Eene bevredigende oplossing der quaestie
in hoeverre het rijk, in hoeverre de eigenaren zelve en
in hoeverre de overige bewoners der provincie in billijk
heid tot het behoud van zekere landerijen behooren bij
te dragen, is zeker het best van onpartijdigen te ver
wachten. En juist in dit opzicht laat de samenstelling
onzer provinciale staten wel wat te wenschen over.
Van de 42 leden bekleeÜeii, zoo wij ons niet vergissen,
16 de betrekking van dijkgraaf of ontvanger-griffier bij
een der calamiteuse polders, of van voorzitter, commis
saris of raad bij een der centrale polderdirectiën. Men
kan dus nagaan boe moeilijk het deze leden soms vallen
moet, waar de belangen van de door hen bestuurde pol
ders met die van de ingezetenen der provincie in strijd
kunnen zijn, de verhouding dier belangen met juistheid
te beoordeelen.
Men heeft nog onlangs bij gelegenheid van de behan
deling der staatsbegrooting in de vergadering van de
staten generaal de zaak der calamiteuse polders een
levensquaestie voor Zeeland genoemd. Wij stemmen
daarmede geenszins in. Naar onze zienswijze is zulk
een voorstelling veel te sterk gekleurd. Maar toch achten
wij de beslechting van het bestaand geschil zeer wen-
schelyk, en als het beste middel om daartoe te geraken
bevelen wij de kiezers aan het getal der belanghebbenden
bij het beheer der calamiteuse polders in de provinciale
staten niet onnoodig te versterken.
Den 9 Mei worde alzoo een keuze gedaan van practi-
sche, vrijzinnige en, ten aanzien der calamiteuse polders,
onpartijdige mannen
Uit Zierikzee meldt men ons dat in de bloeiknoppen
van het winterkoolzaad op de eilanden Schouwen en
Duiveland, zich insecten (aardvloo en luis) vertoond
hebben, die daaraan zulk bene schade toebrengen dat het
gewas als totaal mislukt moet beschouwd worden, daar
het niet meer bloeien kan. Het gewas stond anders uit
muntend en beloofde een rijken oogst.
Uit IJzendijke meldt men ons dat de onderstaande
mutatiën in verschillende polderbesturen hebben plaats
gehad:
Op zijn verzoek is de heer M. Yevplanke eervol
ontslagen als dijkgraaf van den Wilhelmiua-polder te
Biervliet.
Tot dijkgraaf te Biervliet is benoemd de heer W. Vev-
planke Wz., van den Wilhelraina-polder; cle heer S. van
der Hooft, van den Amelia-polderte IJzendijke: de heer
B. J. Bonte, van den Maurits-polder; de heer M. Alme-
kinders, van den Oranje-polder henoorden.
Tot gezworen: te Biervliet, de heer A. B. Yerschoore;
te IJzendijke; de heer A. J. van Houte, van den Maurits-
polder; de heer J. Dubois, van den Oranje-polder be
noorden.
Tot ontvanger-griffier te Biervliet: van den Wilhel-
mina-polder, de heer J. F. Carprean; van den Oranje
polder, de heer D. N. Benteijn; van den St.Pieters-polder,
de heer J. F. Carprean; te IJzendijke: van den Groote
Jonkvrouw-polderde heer J. F. Carpreauvan den
Groot- en Klein Zuiddorpe-polder, de heer J. F. Carpreau.
Woensdag werd in het Odéon te Amsterdam de eerste
algemeene vergadering gehouden der Nederlandsche
bouw-maatschappij. Uit het verslag dat door den presi
dent dr. Sarphati is uitgebracht, bleek,dat de maatschappij
thans in bezit is van circa 40 bunders in den omtrek van
het paleis voor Volksvlijt en den Amstel gelegen gronden
en van 70 huizen en gebouwen; dat deze vaste goederen
nu reeds het gestorte kapitaal in waarde overtreffen en
de terreinen naarmate zij worden bebouwd, in waarde
nog aanzienlijk zullen toenemen. De staat en vooruit
zichten dezer maatschappij mogen derhalve als hoogst
gunstig worden beschouwd. Verder deelde de voorzitter
mede, dat er reeds een aanvang was gemaakt met den
aanbouw eeuer rij huizen langs de oostzijde van het
paleis voor Volksvlijt en weldra met een tweede aan de
Westzijde en te gelijk met een derde tusschen de Wees-
perpoort en het Amstel-hötel zal worden begonnen, ter-
Iwijl voor de meesten zich reeds huurders en koopers
hebben aangemeld. Van deze huizen werden de teeke-
ningen aan de vergadering getoond en met belangstel
ling en goedkeuring bezichtigd.
Van wege den minister van binnenlandsche zaken
zijn zij, die bij de vervulling der openstaande betrekking
van arrondissements-ijker verlangen in aanmerking te
komen, opgeroepen, zich voor of op 20 Mei bij het depar
tement van binnenlandsche zaken aan te melden met een
op zegel geschreven adres, eene nauwkeurige opgave
van naam, voornamen en woonplaats bevattende, met
overlegging tevens van eeu bewijsstuk van onberispelijk
gedrag, afgegeven door het plaatselijk bestuur; zullende
aan de adressanten nader kennis worden gegeven van
den dag waarop het vergelijkend examen aan de poly
technische school te Delft zal plaats hebben.
Een adres uit Assen, gericht tot de leden van de
tweede kamer der staten generaal, betreffende het ver
zoek om wettelijke verordeningen tot beteugeling van
het misbruik van sterken drank, is door het grootste
gedeelte der meerderjarige mannelijke ingezetenen dier
gemeente onderteekend.
Marine en leger.
De officier van gezondheid 3e klasse bij de zeemacht
M. C. Buyze, thans dienst doende bij het hospitaal der
marine te Willemsoord, wordt met den laatsten dezer op
non-activiteit gebracht.
lieden morgen is bet 2e bataillon van het 6e regem.
infanterie, alhier en te Veere in garnizoen, naar Vlissin-
gen en het 4e bataillon van genoemd vegeraent wit Vlis-
singen naar Middelburg en Veere vertrokken- Het
4e bataillon werd met het hoornmuziek op de Groote
markt alhier gebracht, terwijl het 2e bataillon op de
inarkt gereed stond. Beide bataillons werden aldaar door
den bevelhebber der 5e militaire afdeeling in oogeh-
schoinv genomen, waarna het 2e bataillon met de muziek
naar Vlissingen marcheerde. Heden avond worden te
Vlissingen de compagniën der artillerie uit Groningen
verwacht, ter vervanging van de gisteren van Vlissingen
vertrokken compagniën van het 2e regement vesting
artillerie, die te Groningen verblijf gaan honden.
Omtrent de bij het departement van oorlog bestaande
plannen tot het brengen van verandering in de uniform
van sommige wapens bij ons leger, verneemt men nader
dat de officiers-epauletten zullen worden vervangen door
kleine metalen schouderstukken in den vorm van wing-
sen; de onderscheidingsteekenen der verschillende
rangen zullen daarop aangebracht worden in zilver. De
infanterie zal geele, in plaats van witte uitmonstering
krijgen. Voor klein tenue wordt de chakot afgeschaft en
vervangen door een pet, terwijl de chakot voor groot
tenue zal worden gewijzigd. Eindelijk zal geen verschil
meer zijn in het model van den jas voor groot en klein
tenue.
Rcchtszakoii
Eergisteren werden voor dearrondissements rechtbank
alhier acht verschillende zaken behandeld, waaigvan zes
veroordeelingen tot gevangenisstraf, een tot geldboete
en eene vrijspraak het gevolg waren.
Jean Paul le Roy, 51 jaren, geboren te Sint Anna ter
Muiden, vroeger alhier en thans te Rotterdam woonach
tig, werd bij vonnis der rechtbank van 6 October 1864
bij verstek tot zes maanden gevangenisstraf veroordeeld
wegens bedreiging van brandstichting. Bij de ten uit
voerlegging van dit vonnis kwam de beklaagde daartegen
in verzet, zoodat thans de zaak op nieuw behandeld werd.
Volgens het proces verbaal heeft Ie Roy zich te Sint
Anna ter Muiden om huisvesting aangemeld. Toen hem
door den veldwachter namens den burgemeester het
oude schoollokaal als verblijf werd aangewezen, gaf hij
te kennen dat, als hij daarin moest, hij het gebouw in
brand zou steken. De beklaagde ontkende van brand
stichting of dergelijke gesproken te hebben, doch het
openbaar ministerie achtte de beschuldiging wettig en
overtuigend bewezen. Dat de beklaagde tot het feit in
staatis blijkt, volgens den substituut-officier van justitie,