öuitrnlcmö.
zuur (proef van Kindt,) zoowel als die met bijtende
potasch-loog (proef van Böttger) niet onvoorwaardelijk
aan ongeoefende handen kan worden toevertrouwd. De
handelwijze door dr. Böttger onlangs aan de hand
gedaan, en die, zooals hij zelf verklaart, verre de voor
keur verdient boven zijne vroeger vermelde loogproef,
kan door elk in weinige minuten worden gevolgd,
zonder dat het weefsel vooraf aan eenige bewerking
behoeft te worden blootgesteld en geeft daarenboven
de meest overtuigende uitkomsten, daar zij op een
zeer in het oogloopend verschil in kleur berust, dat
onmiddellijk na de proef de beslissing op stellige wijze
toelaat. Tot het onderzoek wordt eene strook van het
lijnwaad aan drie kanten zoo verre uitgerafeld, dat de
ketting- en inslagdraden voldoende bloot liggen, waarna
men haar voor omstreeks de helft gedurende eenige
oogenblikken dompelt in eene alcoholische oplossing
van Anilinrood, op 2 med. oneen gewone brandewijn,
10 greinen gekrystalliseerd Anilinrood (Füchsin) bevat
tende. De strook, wordt daarna zoolang met koud water
overgoten, als dit nog kleur aanneemt, en vervolgens,
zonder vooraf gedroogd te zijn, hoogstens drie minuten
in gewone salmiak-geest (vloeibare ammonia) geplaatst.
Men ziet dan dat de katoenen draden onmiddellijk hunne
kleurstof verliezen en wit worden, terwijl de linnen
draden de fraaie roode kleur behouden. Mocht men het
strookje linnen, dat aan de proef werd onderworpen,
eenigen tijd wenschen te bewaren, dan is het beter het
niet te droogen, maar het, na even in water afgespoeld
te zijn, in eene zwakke soda-oplossing te leggen, die op
18 deelen water slechts 1 deel soda bevat.
Uit Rome wordt omtrent den toestand aldaar
gedurende de heilige week het volgende gemeld. De
Romeinen bemoeien zich nu met geen politiek en hou
den zich uitsluitend met hunne godsdienstzaken bezig,
en met de exploitatie van de duizende vreemdelingen,
die de Voorzienigheid hun toezendt om hun een weinig
geld te brengen en voor hen het werken onnoodig
te maken. De kooplieden in communie-billetten hou
den hunne waar gereed voor de aanstaande markt.
Zij trekken de parochiën en hoofdkerken door om hun
oogst van die heilaanbrengende papieren te maken, en
verdienen er meer mede dan men oppervlakkig denken
zou. Wanneer een gezin vier of vijf leden telt, die alleen
vier of vijf keer daags in de verschillende kerken hoogtij
vieren, kan elk van hen zijn kroon daags maken, en dat
gedurende de veertien dagen dieaan het paaschfeest voor
afgaan. Terwijl de verhuurders van kamersofrijtuigen, de
herbergiers of restauratiehouders hun oogst van napole
ons, guineas, roebels of guldens maken, zamelen die zwer
velingen om den heiligen disch hunne penningskens in
om den stillen tijd door te brengen, zonder eenige ver
andering te maken in hunne luie levenswijze, in hun
kroegleven en hun loterijspel. Hunne misdadige nijver
heid heeft het dubbel voordeel dat zij hen doet door
gaan voor vroom en tevens hen in staat stelt tot het
bedrijven hunner misdadige handeling. De priesters zijn
er geenszins onkundig van, maar hoe het te voorkomen!
Elk van hen deinst terug voor het schandaal een onwaar
dige de sacramenten te ontzeggen. De communiebilletten
worden schier openlijk in de koffiehuizen verkocht; de
bedelaars honden open winkel voor de deuren der kerk,
zelfs in de sacristiën kan men ze koopen wanneer alzoo
de pastoors hun jaarlijkschen omgang maken om de
billetten op te halen, vinden zij dat ieder aan zyne ver
plichting heeft voldaan. Zij, die de pastoor persoonlijk
kent eu die hij in den biechtstoel of bij de sacramenten
zon kunnen gemist hebben, koopen billetten in de hoofd
kerken, die in de twee en vijftig parochiën van Rome
gangbaar zijn.
Bur^erlillte stand.
Middelburg. Eerste huwelijksafkondiging den 23
dezerE. Roukema, jm. 26 j. met M. van der Heide, jd.
28 j. J. Franco, jm. 35 j. met A. Mulder, jd. 39 j. C. J. van
Maldegem, jm. 27 j. met P. Schuppens, jd. 28 j. M.de
Bree, jm. 24 j. met W. Douw, jd. 26 j. A. de Steur, jm.
24 j. met M. C. Peper, jd. 23 j. W. F. Wetjen, jm. 27 j,
met C. W. van Emden, jd. 30 j. J. van Soelen, jm. 30 j.
met T. de Lange, jd. 28 j.
(Van 15 tot 22 April.)
Vlissingen. Bevallen: H. J. Schaberg, weduwe van
J. Siegers, z. P. Prins. geb. van Reems, d. C. Krug, geb.
Vader, d. C. A. Schilfer, geb. van Simmeren, z. M. C.
Andrea, geb. van der Beek, d. J. Riemens, geb. van
Poelje, z. (doodgeb.)
Overleden: C. van den Bogaard, jd. 75 j. J.A.Schmidt,
jm. 65 j. M. C. Voorvoorn, vrouw van D. C. Smit, 70 j.
J. G. Berger, man van G. Bolk, 37 j.
Goes. GehuwdM. Ortelee, jm. 27 j. met A. P. Won-
dergem, wed. 34 j. J. Bruggeman, jm. 27 j. met M. Ver
heide, jd. 21 j.
Bevallen: J. M. Gunst, geb. Remijn, z. D. Proos, geb.
Sloover, z. M. S. Dalebout, geb. van de Volkere, d. C. M.
A. den Boer, geb. van Rooy, z. K. de Jonge, geb. Snoep, d.
Overleden: S. Semijn, d.4j. M. J. Fagel, jd. 30 j. D. J.
Clement, z.bijna 8 m. M. Baeckelant, z.5m. E. S. Choveir,
vrouw van M. Bookelaar, 82 j.
Ziekikzee. Bevallen: J. Vallijs, geb. de Bruine, d.
L. van de Velde, geb. Moerraond, d. C. C. E. Dixon, geb.
Werner, d. F. Paase, geb. Pieterse, d. A. van Zaaien,
geb. Brandenburg, z.
Overleden: A. Krijger, vrouw van C. Verboven, 41 j. I
Verkooplngen en aanbestedingen.
Gisteren is te Vlissingen ten verkoop aangeboden een
huis en erve, staande en gelegen in het Groenewoud,
wijk H no. 5. Verkocht voor ƒ260.
Tlierniometerstand
24April 's av. 11 u. 52 gr.
25 's morg.7 u. 47 gr.'smidd. 1 u. 56 gr. 's av. 11 u. 44 gr.
26 n 's morg.7 u. 46 'smidd. 1 u. 58 gr.
Staten generaal.
tweede kamer.
Memorie van beantwoording.
Vaststelling der tarieven van in-, uit- en doorvoer
in Nederlandsch Indié.
De regeering erkent, dat een invoerrecht van 10 ten
100 voor een aantal artikelen, op zich zelf beschouwd
hoog is, maar wijst er op, dat ook het Nederlandsch tarief
eerst van lieverlede tot een normaal recht van 5 percent
is gekomen. Van de zijde van den Indischen handel zijn
dan ook geene bedenkingen tegen een recht van 10 per
cent aangevoerd. Wanneer na verloop van eenige jaren
de ondervinding is verkregen, dat de tegenwoordige
vermindering geen nadeel aan de opbrengst heeft toege
bracht, kan tot eene verdere verlaging worden over
gegaan.
Wat de rechten op den uitvoer betreft, deze zijn ook
uit het Nederlandsch tarief niet op eenmaal verdwenen,
en de regeering meent bij dit ontwerp in de beperking
van die rechten zoo ver te gaan, als op dit oogenblik
mogelijk is. Om het verkeer met de inlandsche staten van
den oosterschen archipel aan te moedigen, is de uitvoer
derwaarts vrijgesteld, en zullen slechts de producten,
uitsluitend voor de Europeesche markt bestemd, met uit
voerrechten getroffen worden. De opmerking, dat de
regeering zich niet gelijk.blijft, wanneer zij, bij uitvoer
naar Nederland, de suiker wil vrijstellen en daarentegen
de koffie aan een recht onderwerpen, moet veel van haar
gewicht verliezen, wanneer men in aanmerking neemt,
dat ook thans de suiker bij uitvoer naar Nederland onbe
last is, terwijl de koffie met een recht van 6 percent der
waarde is bezwaard.
De regeering acht het verwijt, dat zij door de hand
having van een differentieel invoerrecht hare eigene
wetten zou hebben verzaakt, onverdiend. Uit het
geheele ontwerp en de memorie van toelichting blijkt,
dat het de bedoeling is later op den weg van afschaffing
der beschermende rechten voort te gaan, doch thans
reeds terstond die rechten sterker aan te tasten dan
hier wordt voorgesteld, zou de regeering onvoorzichtig
vinden. Plotselinge intrekking van eenmaal verleende
bescherming, gedurende jaren genoten, ware het zeker
ste middel om aan onze nijverheid een gevaarlijken slag
toe te brengen.
De wet is thans aangevuld met eene slotbepaling, dat
zij vóór 1 Januari 1872 moet worden herzien.
Algemeen overzicht.
De mededeeling omtrent een door paus Pius aan
koning Victor Emmanuel gerichten brief heeft zich
bevestigd. Het hof van Rome is bovendien thans over
gegaan tot onderhandelingen met de Italiaansche regee
ring over de vervulling der vacante bisschopszetels in
Italië. Door de omstandigheden daartoe genoopt is het
pauselijk gouvernement alzoo teruggekomen van zijne
vroeger zoo bepaalde weigeringen om met de Italiaansche
roovers en deugnieten te onderhandelen en men ver
wacht thans dat deze eerste stap op den weg der toena
dering door meerdere zal worden gevolgd, al mocht deze
eerste stap ook niet dadelijk tot eenig resultaat leiden.
Te Parijs blijven nog altijd verschillende geruchten
in omloop omtrent de reis van keizer Napoleon naar
Algerië. Men beweert thans ook dat de keizer het ver
laten zijner hoofdstad niet wenschelijk zou achten met
het oog op den politieken toestand van Spanje, welke
sedert de laatste ongeregeldheden te Madrid, volgens
verschillende berichten, nog onheilspellender is dan
gewoonlijk.
Het dagblad la France bericht dat eindelijk tot opvol
ger van den graaf de Morny, als president van het wet
gevend lichaam, door den keizer is aangewezen graaf
Walewski.
De Pruisische regeering heeft aan de kamer van
afgevaardigden een uitgewerkten staat ingeleverd van
de onkosten, welke voor de verplaatsing der marine
etablissementen van Dantzig naar Kiel zullen benoodigd
zijn. De oppositie der regeering te Weenen schijnt door
den heer von Bismarck, volgens sommige mededeelingen,
te zijn overwonnen door de belofte dat de aanleg der
vestingwerken te Kiel, benoodigd ter verdediging van
het Pruisisch marine-station aldaar, nog niet zal worden
aangevangen alvorens daaromtrent nader eene schikking
zal zijn getroffen.
Uit een Duitsch oogpunt wordt echter de toekomst
met zekere angstige belangstelling te gemoet gezien.
Zoo lezen wij in de Köln. Zeitnng het volgende:
„Men bedriege zich voor het overige in weerwil
van de schijnbare onbelangrijkheid der tegenwoordige
oneenigheden niet omtrent het hoog ernstige der
botsing welke op den achtergrond schuilt. Oostenrijk's
gehechtheid aan den vrede is groot, en als Pruisen het
op een oorlog wil laten aankomen, kan het zeker veel
wagen. Maar Oostenrijk kan zich ten laatste in eene
positie gebracht zien, waarin het meent het zwaard ter
handhaving van zijne qer te moeten trekken, en daarbij
kan het op de meeste Duitsche regeeringen rekenen.
Ongelukkig is Pruisen's inwendig beheer, de machte
loosheid zijner volksvertegenwoordiging, de toestand
zijner drukpers en zoo veel meer, wat wij niet behoeven
op te sommen, van dien aard, dat Pruisen ook de sym
pathie van het Duitsche volk verloren heeft. En hoe
weinig bemind de Pruisische heerschappij in Sleeswijk-
Holstein is, dat hebben de jongste feestdagen bewezen.
Pruisen moest er voorwaar op bedacht wezen, den inwen-
digen vrede te herstellen en daardoor de sympathiën
van Duitschland te herwinnen."
De „laatste feestdagen", waarop de Köln Zeitung hier
zinspeelt, waren die waarop de fondamenten van de mo
numenten ter herinnering aan den laatsten oorlog worden
gelegd en waarbij noch het kanongebulder noch de aan
spraken, waarin „de God van Pruisen" weder werd aan
geroepen, de Holsteinsche bevolking in geestdrift konden
brengen.
De Engelsche dagbladen bevatten gedurende de laatste
dagen allerlei meetingsverslagen, candidaturen en poli
tieke geloofsbelijdenissen, welke gewoonlijk aan de meer
bepaalde verkiezings-agitatiën voorafgaan. Een der merk
waardigste geloofsbelijdenissen dezer dagen afgelegd ia
wel die van den bekenden Stuart Mill. Hij wil eene ver
tegenwoordiging gebaseerd op een algemeen stemregt,
waarbij ook de vrouw niet moet uitgesloten wezen. De
werking van dit stemregt moet echter zoo geregeld zijn
dat daardoor ook de vertegenwoordiging der minderheden
worde verzekerd. Voorts verklaart de heer Stuart Mill
zich een tegenstander der geheime stemming in strijd
met vroeger toen hij dergelijke stemming nog noodig
achtte. Op het gebied van buitenlandsche staatknnde is
hij aanhanger van het non interventie-beginsel zonder
dit echter altijd en onvoorwaardelijk te willen zien toe
gepast.
Meer uitvoerig kan ons de theorie van deu heer Stu
art Mill blijken uit zijne geschriften over den vertegen
woordigenden regeeringsvorm.Zijne denkbeelden omtrent
algemeen stemrecht niet opgevat echter volgens de
formule „ik ben, derhalve stem ik" vinden wij daarin
breedvoerig ontwikkeld en hebben vooral ten doel om
in de staatslichamen op meer volledige wijze de natie te
doen vertegenwoordigen. Even als de Engelsche staat
huishoudkundige Hare wil hij het stemrecht doen uit
oefenen door den man zoowel als door de vrouw maar
daarvan uitsluiten allen, dieniet kunnen lezen,schrijven
en rekenen alsmede allen die belasting betalen of gedu
rende vijf jaren door de algemeene liefdadigheid zijn on
derhouden. Hij verklaart zich bovendien ook tot voor
stander der theorie om verkiezings-examens in te stellen
en doet alzoo eene belangrijke schrede op den weg, welke
volgens zijne tegenstanders tot eene aristocratie van het
verstand zou moeten leiden, wellicht toch te verkiezen
boven andere. Hij wenscht namelijk aan allen, die
slechts kunnen lezen, schrijven en rekenen, ééne stem te
geven, maar voorts de kiezers in klassen te verdoelen
met het oog op hunne algemeene kennis en aan deze
leden van verschillende klassen de bevoegdheid te geven
tot het uitbrengen van meer stemmen, even als zulks in
Engeland ten opzichte der administratie van de ker
spelen pleegt te geschieden Terwijl alzoo de eene kiezer
slechts éen stembillet in de bus kon werpen zou de
andere kiezer drie of vier stemmen kunnen uit-