öuitmlcutü. Algemeen overzfcSit. In de Maandag gehouden zitting vah het Fransch wet gevend lichaam heeft de heer Vuitry namens de regee ring het woord gevoerd omtrent de verhouding, welke tusschen kerk en staat in Frankrijk moest bestaan. Men hoorde den woordvoerder der regeering ook hier het stelsel toelichten, reeds in den senaat door de gou- vernements-commissarissen verdedigd. De regeering wil niet het „revolutionair" systeem der afscheiding van kerk en staat noch de opheffing van het budget van eere- dienst. Zij wil „de onafhankelijkheid der kerk tegenover den staat en de onafhankelijkheid van den staat tegen over de kerk." Men zou kunnen meenen dat Napoleon derhalve toch de vrije kerk in den vrijen staat wilde, doch de phrase van den heer Vuitry bleek bij nadere ontwikkeling slechts de zeer onjuiste formule te zijn voor het Gallicaansch verhoudingsbegrip: de kerk afhan kelijk van den staat. De liberale dagbladen bepleiten intusschen de afschei ding van kerk en staat in den waren en liberalen zin des woords. Zoo beweert de heer Ed. Scherer in le Temps dat Frankrijk voor dergelijke hervorming rijp genoeg is. „Wat zegt dezebeteekenen vrijheid van geweten en gelijkheid van godsdienstige gezinten anders dan dat de staat zich onbevoegd verklaart op theologisch gebied? Welke tegenstrijdigheid dan dat bestaan van een erkend en door den staat gesalarieerd kerkgenootschap, terwijl die staat op dogmatisch terrein eene onverschilligheid verkondigt, welke, in de oogen van datzelfde kerkgenoot schap, de allerergste zonde en de gevaarlijkste ketterij uitmaakt Het amendement op 15 van het adres, de buiten- landsehe politiek van Frankrijk, werd toegelicht door Jules Favre. De staatkunde der regeering ten opzichte van Denemarken werd door dezen spreker zeer afge keurd en door den heer Em. Ollivier verdedigd. Voorts kwam de Mexicaansche quacstie ter sprake, waarbij de heer Favre aandrong op het terugroepen des expeditie- legers en de heer Corta, die Mexico heeft bezocht, zijne goede verwachtingen op Mexico's toekomst uitte. Terwijl de terugkomst der Fransche expeditie troepen uit Mexico slechts zeer langzaam schijnt te zullen plaats hebben, wordt de opperbevelhebber, de maarschalk Bazaine in Frankrijk terug verwacht. Omtrent de Dnitsche quaestie is in de laatste dagen niets naders bekend geworden. Alleen zij hier opgetee- kend dat de Oostenrijksche dagbladpers hevig verbolgen is op de regeeving te Berlijn, welke thans zoo blijkbaar, en zonder zich de moeite te geven hare gevoelens in eenigszins beleefden vorm te uiten, heeft getoond dat zij in de hertogdommen doen zal wat zij verkiest, zonder zich in het minst om Oostenrijk's protesten of bedrei gingen te bekommeren. Dc Ost-Deutsche Post verklaart met belangstelling thans te wachten naar eenig teeken van leven des ministers von Mensdorff. Als een bewijs intusschen hoe Pruisen in de hertogdom men een despotiek bestuur voert diene het volgende. Onlangs werd te Eckernförde het zeegevecht feestelijk herdacht, hetwelk voor die stad in den afgeloopen oorlog plaats had en waarbij de Deensche oorlogsschepen aftrokken. Op dit feest werd een toast gewijd aan her tog Frederik van Augustenburg en de aanwezigen eischten eene fanfare ter zijner ecre van het muziek corps. Dit werd echter geweigerd en de muzikanten verlieten de zaal. Eene depêche van de feestvierenden aan „hertog Frederik van Sleeswijk-IIolstein" werd, op bevel van den Pruisischen regeerings-commissaris, aan het telegraafkantoor geweigerd. Terwijl de ïvgeeringen van Saksen en Beieren de eerste schrede op den weg eener moer krachtige optre ding tegenover den heer von Bismarck hebben gezet, schijnen zij ook in eigen vaderland zich de sympathie der natie te willen verwerven door liberale hervormingen in de wetgeving. Zoo verneemt men reeds uit Beieren, dat het ministerio een aantal wetsontwerpen zal indienen betrekkelijk het bestuur der gemeenten, de verkiezingen voor gemeenteraden, de industriëelc vrijheid, het bur gerlijk huwelijk enz. Thans is bij de Beiersche kamer van afgevaardigden een wetsontwerp in behandeling ter regeling der wijze waarop al deze hervormingen zullen worden voorgedragen en gedebatteerd. Het reeds medegedeeld gerucht omtrent het duel van den Belgischen minister van oorlog en den heer de Laet, lid der kamer van afgevaardigden, heeft zich in allen deele bevestigd. Met belangstelling wordt thans afge wacht ot er van gerechtelijke vervolging sprake zal wezen. In den Spaanschen senaat heeft het berucht drukpers wetsontwerp evenzeer als bij bet publiek zeer veel afkeuring gevonden. Tot dusverre is het nog in handen der commissie van rapporteurs, doch men verzekert te Madrid dat het ministerie zijn ontwerp zal terugnemen om het alzoo voor eene onvermijdelijke verwerping te behoeden. Uit Lissabon wordt gemeld dat geheel het ministerie zijn ontslag aan den koning heeft aangeboden, hetwelk aangenomen is. De oorzaak van deze handelwijze van het kabinet wordt niet gemeld. Te Londen is Zondag het bericht aangebracht dat in de omstreken van Richmond, nabij Petersburg, tusschen de generaals Lee en Grant een groote veldslag heeft plaats gehad op Zaturdag 25 Maart. De generaal Lee was de aanvallende partij en behaalde ten gevolge van het verrassende zijn»- bewegingen aanvankelijk eenige voordeelen op zijn tegenstander. Weldra echter herstel den de noordelijken zich en dreven, hoewel met verlies van zeer vele manschappen, den voorwaarts dringenden vijand terug, zoodat de veldslag geen beslissend karakter heeft gehad. Men kan deze alleen beschouwen als een mislukten aanval van Lee te elfder ure beproefd om Richmond te redden. Bij het afzenden van dit bericht uit New-York op 30 Maart waren aldaar weder geruchten omtrent vredes onderhandelingen in omloop. Japan. Uit Japan is de volgende curieuse inededeeling ont vangen, zijnde eene vertaling van een verslag van het gevecht te Simonoseki, gelijk dit voorkomt ingedrukte Japansche boekjes, welke te Jedo met toestemming der regeering worden verspreid VERSLAG VAN HET GEVECHT TE SIMONOSEKI DOOR DE JAPANNERS. Tusschen Dannoura en Maedowas door onze landslie den een lage batterij opgericht, en toen zij hieruit vuur den, werd het onderste gedeelte van de boeg van een der schepen van de barbaren weggeschoten. Een ander kwam tot hulp opstoouien en sleepte het weg naar de Ilokura- zijde, waar het de averij trachtte te herstellen. Den 5 openden de schepen hun vuur tegen de batte rijen van Dannoura, Maedamoura en Ilikoshima, in eska ders van drie en vier schepen. De kogels die naar deze batterijen vlogen, stoven het zaud op en maakten zooveel stof, dat het onmogelijk was daarin te blijven werken, zoodat bet volk van al de batterijen werd bevolen terug te trekken, en klaar te zijn om de kasernes te verbranden en de mijnen aan te leggen. Kort nadat zij in de bergen waren teruggetrokken, landde een groot aantal der bar baren, namen 30 stukken mede naar hunne schepen en handelden overigens op eene wanordelijke wijze. De storm-compagnie van Heijo, uit Chosiu-volk be staande, viel op hen aan en vermoordde al de barbaren die in de batterijen gebleven waren. Te Dannoura lieten zij eene mijn springen, waardoor eene menigte barbareu gedood of gewond werden. Men zegt dat 4 Chosiu-solda- ten gedood en verscheidene gewond zijn. Heijo van Hango voerde het bevel te Iiikosbiraa, toen de barbaren met hetzelfde aantal daar landden, wachtte hij eene gelegen heid af en viel hen aau. Verscheidene barbaten sneuvel den en 5 groote kanonnen, 13 geweren en 7 sabels, die zij medegebracht hadden, werden buit gemaakt. Drie bar baren werden gevangen genomen; ook werden drie sloe pen en een vlag achtergelaten. Toen zij terugtrokken lieten zij een kanon na, dat zij in den grond begroeven. Kakkowa Kenmots, een volgeling van den prins, werd voorgedragen voor eene verbooging van tracteinent, als hebbende zich in het gevecht onderscheiden onder het voetvolk. Er was een gedeelte burgers, 30 in getal, naar Asaichi Heijo genaamd, die gedurende het gevecht allen i wegliepen, maar acht van hen bleven achter en sloegen j de hoofden af van zeven barbaren die gemiddeld van 1 20jarigen leeftijd schenen te zijn. Het aantal gesneuvel- I den en gewonden aan de zijde van Nagato en Suwo be- droeg 23. De barbaren verloren 304 man, maar het is niet i bekend hoeveel er op de schepen gesneuveld zijn. Met het daglicht van den 8 hescben dc barbaren een vrede- j vlag, waarop het vuur van de batterijen gestaakt werd j en waarna de volgelingen van Chosiu, die eenigen tijd vroeger naar Engeland geweest en de 17e maand (Augus- tus) teruggezonden waren, naar boord gingen om eene conferentie te houden. Ondervraagd zijnde, zoo verzoch- ten zij of vrede hun mocht verleend worden, waarop hun de geheele waarheid werd afgevraagd, en zij antwoordden dat de redenen van hunne komst en aanval haren oor- i sprong geheel in geld hadden. Benige daimio's hadden te Yokohama beloofd hun j tweehonderd en veertig duizend kobangs te geven, indien zij eene overwinning behaalden en de twee provinciën van Chosiu en Boshin veroverden, ten gevolge van w'elke overeenkomst een groot aantal krijgslieden van vreemde landen gehuurd waren. Doch een groot aantal gedood zijnde, zoo was al het geld dat zij verwachtten te ontvan gen, niet eens voldoende voor de pensioenen, die zij aan de betrekkingen en familiën hadden beloofd, en zij sche nen zeer bedroefd over hetgeen zij gedaan hadden. Maar daar zij niet konden verwachten het bovengenoemde geld te zullen ontvangen, wanneer zij op die wijze vrede maakten, zoo verzochten zij vergunning om dertig stuks kanonnen te mogen leenen, opdat zij die konden vertoo- nen als bewijsstukken dat zij de overwinning behaald hadden. Na dezen dag keerden zij weer naar Yokohama terug. Men zegt dat eenige daimio's zullen opkomen en den oorlog voeren tegen Chosiu, wegens zijne haudelingen te Kioto. Men zegt ook, dat het den barbaren vergund werd I eiken dag van 's morgens 8 tot 10 uren in de stad Simonoseki naar den wal te gaan om aankoopentedoen. De dooden werden aan de barbaren teruggegeven, nadat zij officieel nagezien en opgeteld waren. Do permanente garnizoenen van de batterijen,die bard gewerkt hadden, weigerden roet deze vredesluiting in te stemmen, omdat, welk volk hen ook aanviel, zij tot het laatst toe zich wilden verdedigen. Zij verklaarden ook, dat, als de vrede gesloten werd, zij in de tegenwoordig heid van den prins van Nagato wilden verschijnen en zich den buik. open snijden. Daarna trokken zij terug naar Mitasiro en Boshiu, om uit te rusten van hunne beslommeringen. Ik heb de bovenstaande berichten getrokken uit de verschillende documenten, die mededeelingen over deze zaak bevatten. Toen de schepen der barbaren Chosiu verlieten om de Binnenzee op te varen, ankerden zij in eene baai aan de noordzijde van Adsukishima, en eene menigte nieuwsgierigen kwam hen bezoeken. Een schot werd gedaan van een der schepen van de barbaren, om hen te verschrikken, hetwelk een Japanner trof, die onmiddellijk stierf. Toen kwamen menschen van het schip om verschooning te vragen, en boden 200 itcbi- bous aan, maar de jakonins (officieren) weigerden het geld. De schepen bleven daar twee nachten en drie dagen, hopende die zaak in der minne te vereffenen. ifcttjöingcn. Het kofschip de Zwaangezagv. W. lliedijk, is den 7 dezer van Rotterdam te Shields aangekomen. Alles wel aan boord. Gisteren is van Veere naar zee gezeild de Neder- landsche brik Christina, gezagv. J. P. Yos, van Middelburg in ballast naar Riga. ijanDdsbrricljtcn. ra a nim ark te si enz. Amsterdam 10 April. Raapolie op zes weken f 41. Lijnolie op zes weken 35. Prijzen van effecten. Arasterdam II April. Nederland. Certific. Werkelijke schuld 2$ pet. 61$ dito dito dito 3 72$ dito dito dito 4 95$ Aand. Handelmaatschappij ..41 België. Certificaten bij Rothschild 21 55$- Rusland. Obligatiën 1798/1816 5 96$ Certific. Hope co4 Oblig. dito 1855, 6e serie 5 82 dito dito Leening 1860 41 P 85$ Certificaten 6 44$ Aand. spoorweg188$ Polen. Schatkistobligatiën4 69$ Oostenrijk. Obligatiën metalliek5 601 dito 1847/1852 21 30$ dito rente Amster dam5 79'$ dito nationale5 r ^ö^g- Bankactiën 8 Italië. Leening 18615 Spanje. Obligatiën (binnenlandsche) .3 „43 dito3 thaus 2$ 41$ Amortisable schuld Portugal. Obligatiën 1853 3 46$$ dito 1856—1862 3 Griekenl. dito (blauwe) 5 19$ Turkije. Obligatiën (binnenl.)6 Vereen.Stat. dito (1882) 6 60^$ Illinois. dito7 67$ Mexico. dito3 26$ Grenada. dito afgestempeld4$ 13 Venezuela, dito2 17$ J. P. DE WAGEMAKER 21 truer tent icu. Getrouwd Middelburg, en den 12 April 1865. J. J. VAN PUFEELEN. Aardenburg, 9 April 1865. Voorspoedig bevallen vaa een' Zoon Mevrouw BROESE SCHOTEL. Eenige kennisgeving. Heden overleed onze oudste Dochter ANNA WIL- HELMINA, op den jeugdigen leeftijd van bijna zeven tien jaren. Middelburg, J. P. MINDERAA. den 10 April 1865. J. M. MINDERAA, Busquet. De Weduwe eu Kinderen vau den Heer G. HEN- DRIKSE, overleden te Vlissingen, betuigen hunnen welmeenenden dank voor de vele blijken van deelneming bij bet overlijden van denzelven ondervonden. Die iets verschuldigdLis aarf of te vorderen heeffc van den beneficiairen Boedel varojwijlen ELIZA VER- IIOEFF, in leven Koornmölenaar;'te West-Souburg en aldaar den 24 Jannari 1865 overledébgelieve daarvan betaling of opgaaf te doen ten Kantore van den Notaris TH. VAN UIJE PIETERSE,. tg' Viissingen, vóór den .1 Mei 1865.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1865 | | pagina 3