vragen tot den minister van binnenlandsche zaken over het programma betreffende den bouw van het paleis voor de staten generaal, waarbij hij deed uitkomen dat dit plan ondoelmatig was. Hij vroeg of bet. programma niet aan een nader onderzoek kon worden onderworpen, meer in overeenstemming met de behoeften der vergadering en met behoud van geschiedkundige monumenten. Na een kort antwoord van den minister, hoofdzakelijk bevattende dat er geen reden was om op het vastgesteld programma terug te komen, als zoude daardoor alleen stoornis in de werkzaamheden en voortdurende strijd ontstaan, stelde de heer Wintgens eene motie voor, strekkende om dat programma aan een nader onderzoek te onderwerpen. Daar er echter geen genoegzaam aantal leden aanwe zig was, zal eerst in eene volgende bijeenkomst, na het reces, over de motie gestemd worden. In deze zitting is ingekomen 1. eene missive van den heer Groen van Prinsterer, wegens redenen van gezond heid zijn ontslag als lid der kamer nemende; 2. een ont werp van wet, regelende het toezicht op de oprichting van fabrieken, trafieken enz. Gemeenteraad van Middelburg. Zitting van Vrijdag 7 April. Mededccling goedkeuring raadsbesluiten; uitgifte grafruimte begraafplaats; adres kiesbevoegdheidnader besluit overschrijving armen- fondsenkennisgeving samenstelling commissie toezicht middelbaar onderwijs; vaststelling staat restitutie hoof dei ijken omslagnadere staat omtrent de gemcente- financicn; herstellingscbadespoorboot; missieve spoorweg- aangelegenheden verzekering gymuastiek-schoolgebouw tegen brandschade; betaling kosten klokluiden; inge komen stukken. ten, is een nader besluit genomen omtrent de vroeger door den raad goedgekeurde overschrijving op het grootboek van eenige kapitalen, staande ten name van de gemeene Nederduitsche arme en hospices, ten eigen name der gestichten. Voor kennisgeving is aangenomen eene missieve der plaatselijke commissie van toezicht op de scholen voor middelbaar onderwijs, waarin zij bericht dat zij zich heeft geconstitueerd en tot haren secretaris heeft benoemd rar. G. N. de Stoppelaar, terwijl overigens het tijdstip van aftreding harer leden is vastgesteld. Een staat van restitutie van hoofdclijken omslag, waarop voorkomen de heer Adr. Tak en mejufvrouwen J. S. en D. A. Tak, ieder voor eene maand, en mevrouw wed. van der Mieden voor vier maanden, is gearresteerd. In de maand December jl. werd een staat overgelegd van den toestand der geraeentefinanciën, in verband met het wetsontwerp tot wijziging der gemeentewet voor zooveel de plaatselijke belastingen betreft. Naar aanlei ding van de in dat. ontwerp gemaakte wijzigingen hebben burgemeester en wethouders een nieuwen staat doen opmaken en in deze zitting aan den raad medegedeeld. Die staat luidt aldus: Af te schaffen belastingen: Voorwerpen van verbruik geraamd op de be grooting voor 1865 tegen een zuiver bedrag van126,596 Veriies perceptiekosten voor de heffing vau rijks accijns op het geslacht volgens 1863 250 Opbrengst 25 gemeente opcenten op de per- soneele belasting na aftrek der kwade posten volgens 1863 13,230 Volgens het resultaat van staat B (kolom 6), door den minister aan de staten generaal ingediend, zouden de directe beladingen voor deze gemeenten verhoogen met55,187 alzoo met de bovenstaande opgaaf van60,556 een verschil in minder opleverende van5,369 hetgeen in hoofdzaak veroorzaakt wordt 1. door het als waarde toekennen van 4 aandeel in de kwade postendaar het niet blijkt dat het rijk die geheel voor zich reserveertf 2,480 2. Dat als waarde is toegekend de uit te betalen percepkostcn aan het rijk voor de uit te kee- ren der personeele belasting(zic memorie van beantwoording in het bijblad der Staatscou rant, vel 245, blz. 979 kol. 1)1,300 3. Het niet in rekening gebrachte verlies voor de inning van rijksaccijns op het geslacht 250 4. dat het heffen van meerdere opcenten op de grond- en personeele belasting eene meerdere vergoeding aan het rijk veroorzaakt van 1,390 5,420 Volgens mededeeling des voorzitters is in den avond van 4 Maart jl. door de modderschuit no. 3 aan de spoor boot van Middelburg door aanvaring eene schade toege bracht, waarvan de vergoeding, ten bedrage van ƒ456.71, door de gemeente moet plaats hebben, daar de schade is ontstaan door de nalatigheid van de zich op de modder schuit bevindende personen, vooral van den loods, welke personen wel is waar voor die nalatigheid zijn gestraft maar geene middelen bezitten tot vergoeding van het door hen toegebrachte nadeel. De rekening van onkos ten en herstelling van 456.71 is geplitst als volgt: voor vier reizen met de stoomboot de Schelde gedurende de reparatie der spoorboot f 160; verschotten en onkosten 78meerder verbruik van kolen in bedoelde vier reizen f28.80; smidswerk 146.66 en later 35.40, schilderwerk f 7.85. Is besloten de uitbetaling dezer gelden te doen plaats hebben, en daarna de zitting voor eer.igen tijd gesloten. Na de heropening geschiedt voorjezing van eene inge komen missieve van den eerstaan wezenden ingenieur bij de staatsspoorwegen te Bergen op Zoom, den heer Simon. Genoemde ingenieur geeft daarin te kennen (zoo als wij in ons nomraer van gisteren reeds mededeelden) dat hij door zijne excellentie den minister van binnenlandsche zaken is gemachtigd met den raad in overleg te treden, om, naar aanleiding van zijn adres van 1 September 1863, bij overeenkomst te regelen het in genoemd adres vervat aanbod, zijnde hij bereid daarover te Middelburg op een nader te bepalen dag te conferceren. Naar aanleiding van de laatste alinea van genoemd adres geeft de heer Simon alvorens nog te kennen dat de minister verlangt dat onder den afstand, waartoe de raad zich bereid verklaart, al de gemeente-eigendommen begrepen worden, welke voor den spoorweg, het kanaal en de voor beide noodzakelijke werken moeten worden ingenomen. Van de soort en de oppervlakte dier eigen dommen zal uit de op het gemeentehuis ter inzage ge legde plans door den raad gemakkelijk kunnen worden kennis genomen. Uit de plans die voor het gedeelte van Middelburg tot Vlissingen en wat daartoe behoort nog ter visie zullen worden gelegd, zal nader blijken dat nog ongeveer 6 bunders gemeentegrond van het vroeger bed der Oude Arne en ruim 2 bunders gemeentegrond van de vroegere Oude haven van Middelburg moeten worden ingenomen. Voorts zal de gemeente zelve moeten voorzien in de verandering die het rioolstelsel der stad bij afsluiting der Nieuwe haven zal moeten ondergaan. Het schrijven van den heer Simon eindigt met het verzoek om eene spoedige beslissing. [Door den gemeenteraad was aangeboden de tegen woordige haven met hare leidijken, afstand van alle heffing van havengelden, en uitkeering aan het rijk eener jaarlijksche bijdrage van f 20,000 gedurende 25 jaren, hetgeen werd geacht gelijk te staan met eene bijdrage in eens van ƒ350,000. Men zie hieromtrent het verslag der zitting van den gemeenteraad van 1 September 1863 in het nommer dezer courant van den 3 daaraan volgende. Bi) de waardeering van dit aanbod mag echter uiet uit het oog worden verloren dat de gemeente, bij de verwe zenlijking der plannen, van de belangrijke jaarlijksche uitgaaf, voor onderhond der tegenwoordige haven gevor derd, zou worden ontheven.] De voorzitter deelt mede dat de ingenieur Woensdag hier is geweest en met burgemeester en wethouders eene conferentie heeft gehad, waarvan de uitslag bevredigend is. De genoemde brief is gesteld.in handen van het dage- lijksch bestuur, ten einde in ove'rlegsmet de commission voor de fabricage cn de financiën eene voordracht omtrent deze aangelegenheden te doen-.»Nog is mede- Voorzitter de heer Bijleveld van Serooskerke. Afwezig de heeren Lantsheer en Verbrugge, wegens ambtsbezig heden; Lambrechtsen van Ritthem, van Diggelen en Caland, ongesteld; Fokker, uitlandig, en Damtne. Na goedkeuring der notulen van de vorige zitting wordt voor kennisgeving aangenomen a. de mededeeling des voorzitters van de afwezigheid der bovengenoemde leden: b. drie missieves van gedeputeerde staten, houdende twee respectievelijk goedkeuring van het raadsbesluit tot beschikking uit de onvoorziene uitgaven, en van de voorgenomen verkoop van fondsen door het burgerlijk armbestuur tot herstelling van armenhuisjes. In de derde dezer missieves wordt door gedeputeerde staten medegedeeld dat zij geene bedenkingen hebben tegen het raadsbesluit van den 22 der vorige maand tot rege ling der jaarwedde van den onderwijzer in de gymnastiek daar die gyinnastiekschool echter niet tot het lager, maar tot het middelbaar onderwijs behoort, vermee- nen zij evenwel dat de raad de gevraagde goed keuring niet noodig heeft. Naar aanleiding hiervan is besloten alsnog gevolg te geven aan een door de plaat selijke schoolcommissie gedaan voorstel, om nl. in art. 15 der verordening voor de gyinnastiekschool de bepaling op te nemen dat ten allen tijde ook toegangtotdeschool zal worden verleend aan den inspecteur van het lager onderwijs, den schoolopziener en de leden der plaatse lijke schoolcommissie. De opname dezer bepaling werd vroeger overbodig geacht, daar men meende dat die school moest worden aangemerkt als tot het lager onder wijs behoorende en alsdan genoemde heeren van zelfs toegang zouden hebben. Is ingekomen een verzoek van mevrouw douairière de Jonge alhier, alsmede een gelijk van mejufvrouw E. Paules, te Koudekerke, tot het verkrijgen van een aarden grafruimte op de begraafplaats alhier. Beide verzoeken zijn,overeenkomstigadvies van den gemeente bouwmeester, onder de gebruikelijke bepalingen toege staan. Geschiedt voorlezing van een adres van den kapitein luitenant ter zee C. J. Damrae, houdende verzoek om ge plaatst te worden op de kiezerslijst der tweede kamer van de staten-generaal, daar hij, hoezeer tijdelijk afwezig geweest zijnde, doch steeds in dienst van den lande op een van Zr. Ms. schepen, de hoedanigheid van Neder lander niet heeft verloren en hij ook niet op de kiezers lijsten van eenige andere gemeente voorkomt, terwijl hij na zijne terugkomst in het vaderland zich weder binnen deze gemeente heeft gevestigd. De voor zitter deelt mede dat de door den heer C. J. Damme verzuimde aangifte van zijn terugkeer in het vaderland en binnen deze gemeente, ten gevolge waarvan hij niet op het bevolkingsregister voorkomt, oorzaak is dat die heer niet op de kiezerslijsten is geplaatst. Op voorstel des voorzitters is besloten het verzoek toe te staan en het daartoe opgemaakt concept-besluit voorgelezen en goedgekeurd. Naar aanleiding van een brief van het bestuur der godshuizen, ter voldoening aan wettelijke formalitci- Totaal j 140,076 waarvan moeten worden afgetrokken de kosten van invordering van belasting op voorwerpen van verbruik volgens 1865 10,545 Blijft totaal ƒ129,531 Te heffen belastingen. De rijkskohieren voor personeele belasting over 1863/4 bedragen in hoofdsom in rijksopcenten p. m. 68,000 De kwade posten bedragen gemiddeld 3,100 Het 4 gedeelte der personeele belasting volgens het hierboven gemeld onzuiver bedrag is54,400 Af 4 der kwade posten ƒ2,480 21 pet. perceptiekosten aan het rijk voor inning van het zuivere 4 1,300 3,780 De afstand van het 4 kan alzoo zuiver aan de gemeente opbrengen50,620 De verhooging van 1540 opcenten op de grondbelasting (gebouwde eigendommen) kan volgens de opbrengst in 1863 bcdra- geu7,600 Af 24 pet. perceptiekosten aan het rijk. 190 Blijft zuiver 7,410 (De af te schaffen 21.] opcenten voor het rijk bedragen over gemeld jaar 6,540.) Hoofdelijke omslag van ƒ23,000 te verhoogen met 24,700 74 opcenten van het zuiver 5/5 bedrag der personeele belasting48,026 Af 2] pet. perceptiekosten aan bet rijk 1,200 Blijft zuiver46,826 (Hiervan worden thans geheven 25 opcenten, volgens 1863 zuiver bedragende 13,230.) Totaal 129,556 waarvan nog moet worden afgetrokken de meerdere uitgaven voor de verhoogde eigen directe belastingMemorie. Blijft 129,556 Er zal dus aan directe belasting volgens het laatst gewij zigde wetsontwerp meerder worden geheven a. grondbelasting-opcentcn 1,060 b. hoofdei ij ken omslag24,700" c. personeele belasting-opcenten 34,796 Totaal 60,556 Het resultaat van de vorige in de raads zitting van 7 December gedane opgaaf was 63,480 Alzoo nu minder 2,924 waaromtrent moet worden opgemerkt dat de in December gedane opgave gegrond was op de zuivere opbrengst der verbruiks-belastingen, over 1863, hetgeen met het cijfer der begrooting voor 1865, waarop de tegen woordige opgaaf gegrond is, een verschil in meerder aanwijst van p. m. 6100.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1865 | | pagina 3