i
zichzelven moest verdedigen óf dat het de vrijheid moest
hebben om zich te voreenigen met zijne naburen. Waren
een dezer beide laatste gevoelens aangenomen dan zou
Engeland daardoor,zelfs bij een inval der Unie in Canada,
nog niet dadelijk tot een oorlog met de Vereenigde
Staten moeten besluiten.
Dat de heer de Sartiges, ter audiëntie bij den paus
toegelaten, heeft aangedrongen op de samenstelling van
een pauselijk leger wordt nacler door verschillende
mededeelingen bevestigd.
Éven als in Pruisen schijnt men ook in Spanje voor
een coup d'etat van de zijde der regêering te vreezen.
Het regeerings-orgaan Las Noticias stelt daarom, even
als de Kreuzzeitung, de gemoederen gerust met de ver
zekering dat bij het gouvernement daarvan geen sprake is.
Te Athene is weder eene wijziging gebracht in het
ministerie. Een afgevaardigde van Corfu, Brailos, is tot
minister van buitenlandsehe zaken benoemd. Overigens
blijft de toestand even treurig als vroeger en vreest men
steeds voor geweldadigheden van de zijde der zooge
naamde democratische partij, een naam clie haar echter
geenszins met het oog op hare handelingen toekomt.
Uit Alexandria wordt gemeld dat in Boven-Egypte
een opstand is uitgebarsten. De opstandelingen hadden
een aantal regeerings beambten vermoord en zich voorts
meester gemaakt van vier honderd met goederen bela
den kameeleu, welke den onderkoning toebehoorden.
In China schijnen de taipings aan de vertegenwoor
digers der buiteulandsche mogendheden aldaar voorstel
len te hebben gedaan om traktaten met hen te sluiten.
ïrankrijk.
Wij gaan voort met de opgave der amendementen op
het ontwerp-adres van het wetgevend lichaam ingediend,
zonder deze echter woordelijk mede te deelen, omdat zij
minder belangrijk zijn dan de vroegere. Een tweetal
dezer amendementen dringt aan op maatregelen van
staathuishoudkundigen aard en wel met betrekking tot
de wisselingen van den handclsinterest. Een volgend
drietal betoogt de noodzakelijkheid van de verbetering
der wegen, van eene versnelde communicatie en van
eene uitbreiding van den ouderzeescben telegraaf. De
beide laatste amendementen wenschen in 16 en 18,
waarin van de overwinningen der Fransche troepen in
Mexico en in verschillende andere oorden der wereld
wordt gesproken, ook de marine vermeld tc zien. De
adtes-debatten zouden heden aanvangen met eene rede-
Voering van den heer Emile Ollivier, die vroeger tot
de oppositie behoorde maar thans, gelijk men weet,
bekeerd is.
De reis van den heer de Persigny naar Italië is in
de laatste dagen het onderwerp der beschouwingen.
Sommigen beweeren dat hij belast is met eene zending-
naar het hof van Florence of naar de pauselijke residen
tiestad, anderen meenen dat de hertog alleen hot doel
heeft om Italiaansche personen en toestanden te loeren
kennen, ten einde met het oog op de uitvoering der
September-conventie een juisten blik te kunnen slaan
in de Italiaansche aangelegenheden, indien hem de
portefeuille van buitenlandsehe zaken inocht worden
opgedragen.
De ledige presidentszetel in Iffet wetgevend lichaam
wordt nog altijd door het publiek toegezegd aan den
heer Walewski. Keizer Napoleon schijnt zich echter nog
niet omtrent den naam van de Moray's opvolger te heb
ben uitgelaten.
Het Pruisisch huis van afgevaardigden.
De belangrijkheid der discussiën in dit staatslichaam
noopt ons op de laatste vergaderingen terug te komen
en eenigszins uitvoeriger daarvan verslag te geven.
Zitting van 21 Maart.
De heer von Gottberg tracht te betoogen dat de regee-
ring in de leger-hervorraingsquaestie op wettige wijze is
te werk gegaan.
De heer .Michaelis, lid der begrootingscommissie, be
weert dat het ministerie in de tegenwoordige omstan
digheden zou moeten aftreden indien het tot de over
tuiging mocht komen dat de leden van het kabinet
persoonlijk hinderpalen opleverden voor eene oplossing
van het bestaand conflict.
De heer Duncker betoogt dat de regeering ten laatste
toch zal moeten toegeven. Frederik Wilhelm IV zeide
eertijds wel dat hij nimmer eene constitutie zou geven,
welnu riep de spreker ik heb deze thans toch in
mijne hand. Hij herinnert verder aan dc stellingen der
ministers. De minister van oorlog zegt: geen diensttijd
van twee jarent Dc minister van financiën zegt: geen
budget-recht aan het huis van afgevaardigdenDe
minister van binnenlandsche zaken zegt: nooit zal een
koning van Pruisen de legerorganisatie kunnen laten
varen! Welnu wij zullen op onze beurt onze rechten
handhaven, hetwelk de eer en waardigheid van dit huis
en der natie eischt. (Teekenen van bijval.)
De heer von Gneist wederlegt de bewering dat de
getalsterkte des Prnisischen legers in verhouding moet
staan tot die der legers van Frankrijk, Oostenrijk en
Rusland. De minister van oorlog zeide hij voorts
absorbeert de regeering en zijne ambtgenooten zijn slechts
ministers in partibus. (Gelach.) Dat zijn nu de vruchten
van ons parlementarisme! (Gelach.) De minister van
oorlog heeft het beschaafdste en energieke gedeelte dei-
natie niet tot zijne gevoelens kunnen overhalen en hij
zal daarin ook niet slagen al bezat hij eene engelen-
welsprekendheid.
De minister van oorlog betoogt dat het sarcasme,
waarmede men het ministerie bejegent, daarop geen
indruk maakt en geheel zijn doel mist. Hij licht zijne
bewering omtrent de getalsterkte des legers nader toe
met het oog op do andere mogendheden van Europa en
herhaalt dat Pruisen op een aanval van buiten moet
voorbereid wezen. Ik heb zegt hij nooit ons mili
tair stelsel aangevallen, maar de beste instellingen heb
ben nu en dan wijziging en hervorming noodig. Op dit
standpunt ben ik progressist, terwijl gij daarentegen
ultra-behoudsmannen zijt. De minister eindigt met de
bewering dat uit de debatten is gebleken dat het huis
geene verzoening wil.
Hierop worden de discussiën gesloten en geresumeerd
door den rapporteur von Forckenbeck die constateert
dat de regeering geene transactie toont te wenschen. Zij
erkent het vertrouwen van dit huis niet te bezitten en
weet ook dat zij het vertrouwen der natie niet bezit,
anders zou zij deze vergadering ontbinden.
Zitting van 23 maart.
De graaf von Wartensleben wekt den lachlust der
leden op door eene zeer zonderlinge redevoering waarin
hij verklaart al zeer weinig waarde te hechten aan weten
schap en verlichting, op welk gebied hij zich niette huis
gevoelt. (Uitbundig gelach.)
De minister van oorlog tracht in de eerste plaats na
der door statistieke opgaven de noodzakelijkheid der
legervorming te betoogen. Ilij doet voorts een heftigen
uitval tegen het huis,waarvan deaanmatigingsedert 1862
steeds is toegenomen. Het vertrouwen is verdwenen en de
regeering hecht thans eene beslissende waarde aan het
votum van het huis omtrent het rapport der begrootings
commissie. Worden de zes conelusiën der commissie
aangenomen, dan zal het gouvernement weten wat het
streven is dezer vergadering. Het zal dan weten dat
het huis slechts zijn eigen macht wil vermeerderen en
inbreuk tracht te maken op de prerogatieven der kroon.
De regeering heeft het recht zich hiertegen te verzetten.
Men raadt ons af te treden, en, mijne heeren, als wij
slechts onze persoonlijke gevoelens raadpleegden, dan
zeker zouden wij gaarne dien raad volgen, want men is
overal elders beter gezeten dan hier op de ministeriëele
banken. Maar men mag geen post verlaten dan wanneer
een opvolger gereed is. De koning nu is vrij om minis
ters te kiezen gelijk het hem behaagt. Bezat de meer
derheid het vertrouwen des konings, dan zon hij die ge
kozen hebben uit hare rijen. Ik twijfel echter of leden
uit eene andere fractie het doel zouden bereiken om
eene verzoening te bewerken.
Men raadt ons aan het huis van afgevaardigden te ont-
binden, maar bij de tegenwoordige wetgeving, zou de
i thans bestaande organisatie der staatspartijen waar-
I schijulijk dezelfde meerderheid opleveren. Wij zullen
j zien of de kieswet geene middelen aanbiedt om deze
organisatie te vernietigen. (Beweging.)
Gij tracht uwe rechten te vermeerderen! De regeering
wil binnen de grenzen blijven der constitutie. Gij moet
haar daarbij echter de hand reiken! Doet ge dat niet,
mijne heeren, dan geldt het hier niet langer de rechts-
quaestie, maar eene quaestie van al of niet bestaan. En
nu, kiest! (hevige sensatie; langdurige beweging.)
De heer von Virchow. Wat beweert toch de minister
van oorlog? Hij wil de constitutie handhaven en toch
besture men zonder budget! Men kan voorts niet in
ernst beweren dat wij inbreuk willen maken op de pre-
rogativen der kroon. Men kan niet met meer gematigd
heid zijne gevoelens uiten, dan wij zulks doen. De
minister gaat echter thans nog verder. Hij bedreigt ons
met een daad strijdig met de constitutie. Welnu, wij
zullen kalm afwachten of deze bedreiging zal worden
verwezenlijkt, welke trouwens moest gedaan zijn dooi
den president van den ministerraad. Er bestaat eene
Nemesis! Een nieuw geslacht zal opstaan, hetwelk voor
de natie nog andere en krachtiger waarborgen zal eischen.
Wij zullen onze rechten handhaven; svces daarvan over
tuigd! (Langdurige toejuichingen.)
De heer Simson (oud-president van het huis, gematigd
liberaal.) Elk die stilzwijgend de bedreigingen aanhoorde
van den minister van oorlog, zou zich daaraan mede
plichtig maken. (Toejuichingen.) Ik wil voorts debudget-
theoriën van den minister van financiën niet langer be
spreken, welke theoriën men alleen in een gekkenhuis
kan uiten, maar niet in eene wetgevende vergadering.
(Langdurige beweging.)
Men spreekt van buitenlandsehe zegepralen, van inlij
vingsplannen. Ik heb afschuw van dergelijke voornemens.
De inlijving zon den zedeiijken zin der natie te gronde
helpen. Dit is ook geene Duitscbe politiek, maar een
misdrijf. (Beweging; teekenen van goed- en afkeuring.)
Het recht der kroon zeide de heer Simsou ten slotte
om ministers te benoemen is ondergeschikt aan het be
lang des lands. Den minister van oorlog roep ik toe
de kruik gaat zoo lang te water tot dat zij barst! (Toe
juichingen.)
De heer von Roon, minister van oorlog, beweert geene
bedreigingen van een coup d'état te hebben geuit en
alleen te kennen te hebben gegeven waartoe de tegen
woordige toestand noodzakelijk leiden moet. Yan een
objectief standpunt kan ik mij bedriegen, zegt hij, maar
het is mijn persoonlijk gevoelen.
De vergadering gaat voorts onder hevige agitatie
uiteen na te hebben bepaald dat de voortzetting der
discussiën op den volgenden dag zou plaats hebben.
Zitting van 24 Maart.
De president van het huis leest een brief voor van den
minister van oorlog, generaal von lioon, die mededeelt
dat hij niet ter vergadering kan verschijnen en alzoo
verzoekt dat de debatten over bet rapport der begroo-
tings-cominissie zullen worden uitgesteld. Het huis
heeft de verkiezing van den heer vau Tettan nietig
verklaard en stelt de verdere debatten over het rapport
der begrootingscommissie uit tot uader.
RAPPORT DER BEGROOTLN'GS-COMMISSIE.
Met het oog op den loop welke de debatten in het
Pruisisch huis van afgevaardigueu nemen, herinneren
wij onzen lezers de VI conelusiën vau het rapport der
begrootiugs-coraiuissie, waarvan de aanneming, volgens
den heer von Roon, noodzakelijk tot een coup d'état
leiden moet.
I. In het ontwerp-budget, bij het huis ingediend, treft
men geene goede verdeeling der staatsuitgaven aan.
II. De begrooting van oorlog moet geheel en al ver
vormd en verminderd worden.
III. Er moeten grootere sommen wordën uitgetrokken
dan tot dusverre geschiedde voor productieve doel
einden, de regeling van den loop der rivieren, den aanleg
van wegen, de verbetering van den bodem, voor ouder
wijs en wetenschap, voor verhooging der bezoldigingen
van ouderwijzers, van ondergeschikte ambtenaren, als
mede van onderofficieren en manschappen des legers.
IV. Het oogenblik is thans geschikt om hervorming
en wijziging te brengen in het algemeen belastingstelsel
en wel in het bijzonder om de additioneole taxe^op de
justitie-kosten op te heffen, het briefport te vermindereu
en het zout-mouopoiie af te schaffen.
V. De belasting op de gebouwen moet jaarlijks op
wettige wijze bepaald worden volgens de primitieve
waardeering van 2,843,260 thalers.
VI. Men moet wenschen om tot eeue wettige hervor
ming der dassen-belasting te geraken in dien zin dat
het aantal termijnen iedere maand te preleveeren om in
het noodige te voorzien, jaarlijks worde bepaald door
de begrooting, binnen de grenzen van het minimum der
twaalf maandelijksehe termijnen.
irrtijöinfifn.
Vrijdag is van North-Shields vertrokken het barkschip
Walcheren, gezagv. G. van der Borden, naar Java. Schip
en equipage in goeden staat.
ijauDclsbcricIjtm.
J4cckrapprijr.cti.
Rotterdam 27 Maart. Er werd lieden weinig aange
boden, puike soorten bleven prijshoudend.
ftraantaarkten enz.
Amsterdam 27 Maart. Tarwe en gerst vast. Raapolie
op zes weken f 42J. Lijnolie op zes weken f 35J.
Rotterdam 27 Maart. Gerst en wit zaad waren heden
20 cent lager. De overige artikelen bleven onveranderd.
Axel 25 Maart. Oude tarwe/a nieuwe
dito ƒ7.aY 7.70; Rogge-/.5J5 a 5.40; Wiutergerst
475 A ƒ5.05; Zomer dito ^3J)0xa ƒ4.10; Haver 3.10
a ƒ3:55; Paardenboónen ƒ5.60 a /p.85; Duiveuboopea.