den tijd van veertien dagen in eens tot in het hart van Indië kan doorreizen. Vroeger was er sprake van een geheel afzonderlijken weg voor dat traject, doch thans wil men zich daartoe in betrekking stellen mei de be staande spoorwegen, ten einde het plan tot stand te brengen door eene enkele aansluiting van de uiterste punten der Êuropéesche en Indische spoorwegen. Eene dame in de Rue de Dunkerque bezat een schoonen jachthond, waarvan zij zeer veel hield. Dit dier wilde sedert eenige dagen noch eten noch drinken, en was stil en treurig. Men onderstelde dat hij onge steld was, doch dacht geenszins aan de vreeselijke ziekte, watervrees genoemd. Na eenigen tijd scheen de hond zijne gewone geaardheid weder terug bekomen te heb ben en maakte zelfs eenige sprongen. De dame dacht dat nu het dier weder gerust zijn gewonen loop door het huis kon gelaten worden, toen zich eensklaps alle ken- teekenen van watervrees openbaarden. De dame behield hare tegenwoordigheid van geest, wierp den muilkorf over den kop van den hond, die haar genaderd was, en wiens bek reeds vol schuim stond, redde hare beide kin deren, die zich in het vertrek bevonden, waarna het haar gelukte den hond in het vertrek op te sluiten, alvorens zich de aanvallen van woede deden kennen. Kort daarna had het vreeselijkste tooueel plaats. Door een glazen deur zal men het woedende dier alles vernie len eii verscheuren, tot het eindelijk uit een raam vau de tweede verdieping sprong, dat open stond. Deerlijk door zijne val verminkt, icroop het weder naar den trap die naar de woning leidt, waar het stierf. De dame, zoo gelukkig aan het gevaar ontkomen, is ten gevolge van het gebeurde ernstig ongesteld. In berichten van Soerabaya wordt gewaagd van een ontwerp om eene oppervlakte van 500 bouws, voor de koffie-cultuur door een stoomploeg te doen bewerken. Er is te Parijs sprake van den aankoop door den staat van de uitstekeude galerij schilderstukken, nage laten door den hertog de Morny. Een deel daarvan zon dienen om de zalen van het wetgevend lichaam te ver sieren. Volgens de Daily Courier zal Garibaldi in den loop van den aanstaanden zomer Engeland bezoeken en o. a. de wapenoefeningen der vrijwilligers in het kamp te Everton bijwonen. In eene Woensdag te Glasgow gehoudene bijeen komst hebben de Schotsche bezitters van ijzermijnen enz. eenpariglyk besloten ook het loon der arbeiders te verlagen. Tevens is besloten om geen werklieden iu dienst te nemen, die uit andere ijzerdistricten mochten komen, waar de arbeiders het werk gestaakt hebben. Te Louden hebben daarentegen de arbeidersvereenigingen eene bijeenkomst van gedelegeerden gehouden, waarin besloten is alle vereenigiügen van dien aard in het konink rijk uit te noodigen tot het ondersteunen van de werk- kelooze arbeiders in de ijzerdistricten, en wel uit aanmer king, zoo luidt het besluit, dat bij de ontzaglijke combinatie van bet kapitaal tegen den arbeid, eene ondersteuning van de werklieden raadzaam is. De felle vorst welke zich zoo laat bij vernieuwing doet gevoelen, gaf aanleiding aan de redactie der Amsterdarasche courant tot opname der volgende dicht- j regelen, welke gedrukt, met het Amsterdarasche wapen I er boven, als schilderijtje in een lijstje gezet en door den eigenaar ter openbaarmaking afgestaan zijn. Er blijkt j uit dat er, wat de temperatuur althans aangaat, veel overeenkomst is tusschen de dagen van Maart 1865 en die van Maart 1667. Iu January sesticn-hondert seven-eu-tsestig Doen Vroort en liet Sniemvde zeer heftig; Stijf scs Wceekcn stont de Vaerfc geheel stil, Drie weecken voer men weer geheel na wil. Het voornaemstc dat hier wort gcnoteert, Is datter zoo veel Ys quarri in de Meert. N O T A. De 1G. Meert begont weer hart te Vriesen. De 17. moesten de Yisschers de winst verliesen. De 18. liep veel volck voor dc Laegli op het Y. De 19. passeerd men van d'een tot d'ander zy. De 20. boodt Weer en Windt noch wevnigh soen. De 21. leeck of Weer en Windt anders wou doen. De 22. was de Windt weer felder acn 't Vriesen. De 28. begoufc Ys door de Zon hart tc verliesen. De 24. al Vriesende verloor 't Ys zijn kracht. De 25. zijn der veel over 't Y komen niet voor-dacht. De 26. liepender noch drie van Stee over 't Y. Na-middagh zevlden de Schuyten de Stadt voor-by. Den 27. heeft d'Ooste-wint 't Ys op Pampus hoog geset. Den 29. was 't Varen daer over noeh wel belet. De 30. tpiamen eenige daer over Varen en Loopen mee. De 1. April liepen eenige Pcrsooneu noch op Zuyer Zee. De 2. dito is in 't Val een Schip door t Ys vast gehecht. Dit is noteert van M. T. dc Lootsen haer knecht. Om Godts groole wonder ende kracht, Te doen helpen houden in gedacht. Thermontelersiaiiid. 20 Maart 's av. 11 u. 24 gr. 21 'smorg.7u.21gr.'smicld.l u.32 gr.'sav. llu.26gr. 22 's morg.7 u. 30 's midd. 1 u. 40 gr. Staten generaal. TWEEDE KAMER. Zitting van Maandag 20 Maart. Behandeling van het wetsontwerp tot regeling der voorn-aarden tot verkrij ging der bevoegdheid van geneeskundige enz. De beraadslaging i3 aangevangen over art. 2 met het daarop door den heer van Mulken voorgesteld amende ment. De heer van Mulken betoogde bij het toelichten der wijziging, dat het onbillijk was de officieren van gezondheid vaft de eenheid van stand uit te sluiten, maar dat het dan ook billijk was, dat zij, even als alle andere, zich aan het staatsexamen onderwierpen, met dien ver stande echter dat zij,die te Utrecht het eindexamen heb ben afgelegd, bevrijd zullen zijn van het natuurkundig examen. De minister vereen igde zich met het algemeen beginsel van het amendement, doch stelde voor art. 2 der wet te lezen: „Tot officieren van gezondheid worden alleen benoemd zij, die, volgens de wet, bevoegd zijn tot uitoefening der geneeskunst in haren geheelen omvang in het geheele rijk." Op verlangen van den minister van oorlog werd de redactie echter aldus gewijzigd: „De rang van officier van gezondheid wordt aan de kweekelingen van 's rijks kweekschool voor militaire geneeskundigen niet ver leend, dan nadat zij, volgens de wet, de bevoegdheid tot uitoefening der geneeskunst in haren geheelen omvang in het geheele rijk verkregen hebben." De heer Wintgens ontwikkelde het denkbeeld eener vcreeniging der kweekschool met de medische faculteit te Utrecht en overplaatsing van de leeraren bij die inrich ting naar de academie aldaar. Hij gaf de voorkeur aan de eerste redactie, waardoor het groote beginsel werd uitge maakt, dat de militaire geneeskundigen aan dezelfde eischen zullen onderworpen worden als alle andere. Hij wees er op, dat alles aan de kweekschool thans in het geheim geschiedt, en het onderwijs, aldaar gegèven, uit sluitend afhankelijk i3 van den wil van den inspecteur- generaal. De heer van Mulken verdedigde van zijne zijde de noodzakelijkheid van het behoud van de kweekschool te Utrecht. De heer van Nispen wilde de quaestie der academie iu 't widen laten en stelde voor art. 2 aldus te lezen: „De rang van officier van gezondheid wordt, hetzij aan de kweekelingen van 's rijks kweekschool voor militaire geneeskundigen, hetzij aan andoren niet verleend, dan nadat zij enz." De heer van Goltstein had bezwaar in het staatsexamen ook door militaire geneeskundigen af te leggen en had genoegzaam vertrouwen in het eindexamen, zooals het thans wordt afgelegd. De minister van oorlog daarente gen beweerde, dat de officieren zich aan het staatsexamen in hun eigen belang moesten onderwerpen. De heer Poortman stelde als amendement voor, de primitieve door den minister van binnenlandsche zaken voorgestelde redactie van art. 2 te behouden. De heer Godefroi vroeg, hoe het gaan zal üiet de latere examens der officieren van gezondheid, om bijv. tweede en eerste klasse te worden, daar zij door het afgelegd staatsexamen het diploma hebben bekomen van volmaakte geneeskundigen tc zijn. De minister antwoordde, dat dit geheel afhankelijk zal zijn van het ministerie van oorlog, en dat hier slechts het beginsel is ter ne lergesteld, dat, ora tot officier van gezondheid te worden benoemd, men "de geneeskunst in haren l geheelen omvang zul moeten kunnen uitoefenen. Het amendement van den heer van Mulken werd 1 verworpen met algetr.eene stemmen; dat van den heer van Nispen werd verworpen met 44 tegen 17 stemmen; dat van den heer Poortman werd aangenomen met 49 tegen 12 stemmen. Art. 2 werd hierop goedgekeurd. Bij art. 6 (vrijstellingen van het examen en van het overleggen van verklaringen) wijzigde de regeering het artikel zoo, (lat alleen vrijgesteld zulien worden van het examen in de artikelen 4 en 5 vernield, de vreemdelingen, die het recht tot uitoefening der geneeskunst verkregen hebben, maar niet, zooals ecrsi was voorgesteld zij die den rang van officier van gezondheid der Neclerlandschc of der Indische zee- of landmacht bezitten of bezeten hebben. De heer van Mulken stelde een 2e alinea voor, luidende „De kweekelingen echter eener op hoog gezag inge stelde kweekschool voor militaire geneeskundigen, die aan die school het eindexamen iu het openbaar hebben afgelegd, zijn vrijgesteld van het natuurkundig examen, in art. 4 dezer wet omschreven." De heer van der Maesen stelde een amendement voor, strekkende om van het natuurkundig examen vrij te stellen hen, die buiten 's lands het recht hebben verkre gen de geneeskunst in haren omvang uit te oefenen. De heer Kappeyne stelde een nieuw art. 6 voor, luidende: „vrijgesteld zijn: „1. van het examen, in art. 4bedoeld, zij, die aan eene Nederlandsche hoogeschool den graad van candidaat in de geneeskunde hebben verkregen, en van het onder zoek in de vakken onder de letters a, b en c zij, die het voorbereidend examen voor de geneeskunde aan eene Nederlandsche hoogeschool hebben afgelegd. „2. Van het examen in art. 4 bedoeld de kweekelingen eener op hoog gezag ingestelde kweekschool voor mili taire geneeskundigen, welke aan die school het eind examen, in 't openbaar te honden, hebben afgelegd. „3. Van het examen, omschreven in art. 4 en art. 5, a, b en c er, van het overleggen eener verklaring, dat zij gedurende ten minste 2 jaren de genees- en heelkun dige behandeling van zieken gevolgd hebben, zij die,na afgelegd examen, het recht tot uitoefening der genees kunst in haren geheelen? om vang in een ander rijk verkregen hebben." De heer Geertsema stelde voor ook hen vrij te stellen van het overleggen der bedoelde verklaring, die aan eene Nederlandsche hoogeschool het doctoraal examen in de geneeskunde hebben afgelegd, en tot de promotie zijn toegelaten. De minister bestreed de in de tweede plaats voorge stelde vrijstelling, terwijl de heer van Goltstein er op wees, hoe gevaarlijk het is vreemdelingen van het examen vrij te stellen, die aan sommige buitenlandsche acade miën op zeer geraakkelije wijze een diploma van genees kundige kunnen bekomen. De minister antwoordde, dat de graad van doctor niet voldoende is, maar het bezit van het recht om in het buitenland de geneeskunst in haren geheelen omvang uit te oei en en. De heer Rochiissen wees op het groot aantal amen dementen, thans in discussie, en vroeg den minister welke daarvan door de regeering werden overgenomen. De minister antwoordde dat hij geen enkel overnam. De heer en vau Mulken en van der Maesen trokken de door hen voorgestelde amendementen in,als zijnde reeds vervat in de wijziging van den heer Kappeyne, die thans zijn amendement in vier deelen splitste. Het eerste amendement van den heer Kappeyne werd aangenomen met 38 tegen 24 stemmenhet tweede werd aangenomen met 41 tegen 20 stemmen; het dei de werd verworpen met 49 tegen 14 stemmen; het vierde werd aangenomen met 36 tegen 26 stemmen. Het amendement van den heer Geertsema werd ver worpen met 50 tegen 12 stemmen. Art. 6, hierna in stemming gebracht, werd aangenomen met 38 tegen 23 stemmen. De artt. 7 en 8 werden zonder discussie goedgekeurd. Bij art. 9 (vereischten om apotheker te worden) vroeg de heer Godefroi of ook de doctorandus in de pharmacie onderworpen is aan al de eischeu van het examen hier gesteld? De minister antwoordde, dat deze slechts aan het practisch gedeelte van het examen onderworpen is en stelde dan ook eene wijziging van het artikel in dien geest voor, waarna het artikel werd aangenomen. Door de regeering is een nieuw art. 10 voorgesteld, luidende: „De rang van militairen apotheker wordt niet verleend dan aan hen, die de bevoegdheid van apothe ker, volgens de wet, hebben verkregen." Dat art. wordt aangenomen, even als het oude art. 10. Bij art. 11 (eed door de geneeskundigen af te leggen) betoogde de heer Godefroi dat de hier voorgeschreven eed niet noodig was, waarna het artikel is aangenomen met 40 tegen 16 stemmen en de verdere discussie tot den volgenden dag verdaagd. öuttcnlcmï». Algemeen overzicht. Bij gelegenheid der aanbieding van het senaatsadres aan keizer Napoleon heeft deze de volgende toespraak tot de deputatie gericht. „Mijnheer de president. Ik ontvang met genoegen het adres van den senaat. Het is mij steeds eene levendige voldoening te zien hoe de handelingen mijner regee ring door het eer3te staatslichaam des lands worden gewaardeerd. Telken jare bij den aanvang der disenssiën gevoelt men in het eerst zekere ongerustheid; men zou zeggen dat het verschil van opinie elke onderlinge over eenstemming moest beletten. Weldra dringt echter de waarheid door, de nevelen verdwijnen, de gemoederen worden gerust gesteld en het bijna eenstemmig votum over het ontwerp-adres uitgebracht geeft blijk van do goede verstandhouding tusschen het gouvernement en de wetgevende vergaderingen. „Montesquieu zegt dat de eensgezindheid van een staats lichaam gelegen is in de harmonie, welke alle partijen, hoe scherp zij ook tegenover elkander schijnen te staan, doet samenwerken tot het algemeen nut even als de dissonanten in cle muziek samenwerken tot de alge- meene welluiclendheid.- Beklagen wij ons dus niet over eenige dissonanten, zoolang zij ons veroorloven ons geluk te wenschen met die harmonie, welke in éene gedachte van duurzaamheid, orde en vooruitgang in de vergaderingen de leden ver- eenigt, wier persoonlijke talenten en bewezene dien sten de keuze des volks of die van den souverein op hen hebben doen vestigen. „Ik verzoek u bij den senaat de tolk te willen zijn mijner gevoelens en van mijn vertrouwen in zijne voor lichting en vaderlandsliefde." In een vorig nominer deelden wij reeds mede dat het ontwerp-adres van de commissie uit het wetgevend lichaam even als het senaatsadres slechts eene weerklank der keizerlijke troonrede bevat. De debatten in dit staatslichaam zullen echter vooral hunne belangrijkheid ontleenen aan de amendementen door de opposit ie voor te stellen. Deze amendementen zijn echter nog niet geformuleerd. Volgens Ie Temps zouden die acht iu getal wezen. Het eerste zou strekken om op meer poli tieke vrijheid en mildere bepalingen op de drukpers aan te dringen; in het tweede wordt geklaagd, naar aanleiding van het bekend „procés des Treize," over de gelijkstelling van verkieziugcomités met ongeoorloolde vereenigingen, en betoogd (lat in een land, alwaar de staatsinstellingen rusten op liet algemeen stemrecht, de wet het wisselen van gedachten niet mag verbieden aan hen, die zij ter stemming roept; het derde amendement, verlangt decentralisatie en dringt aan op de benoeming der maires door de burgerij zelve; het vierde amen dement betoogt dat gebrek aan vrijheid iri Frankrijk de oorzaak is geweest dat de diplomatieke onderhande lingen in de quaestie van Polen en der hertogdommen tot geen gunstig resultaat hebben geleidhet vijfde amen dement beschouwt dc conventie van 15 September als eene belofte aan Italië; het zesde vraagt den spoedigen

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1865 | | pagina 2