öuitenlanö. Bij de begrafenis zal ieder gekleed zijn in groot tenue, de officieren met een sjerp, die der cavallerie en artille rie met patroontassen. De onder-officieren en mindere militairen in volle wapenrusting. De onder-officieren als dragers bestemd zijn alle met de sabel gewapend. Deze zijn gekozen uit: Het battail- lon grenadiers 2, jagers 1: bet 4e reg. infanterie te Delft en te Leiden 2; het 2e reg. dragonders te 's Gra- venhage 2het le reg. vesting-artillerie te Delft 1het reg. veld-artillerie 1; de batterij rijdende-artillerie te 's Hage 1het bataillon mineurs en sapeurs 1, in het ge heel van het leger 17, terwijl nagenoeg een gelijk getal uit de zeemacht enz. is aangewezen. Alleen onderoffi cieren, versierd met eenc decoratie of medaille, worden tot dragers benoemd. Naar wij vernemen zaldeheerj.de Haan, kapitein ter zee, equipagemeester der marine teVlissingen, in den loop van dit jaar op pensioen worden gesteld. Koloniën. Met de heden aangekomen Engelsche mail zijn be richten overgebracht welke, voor zooveel Batavia betreft, tot 1 Februari ioopen. Het eenige politiek nieuws, het welk wij onder de berichten aantreffen, laten wij hier volgen Volgens geruchten, zou de directeur van cultures een onderzoek in het Bantamsche instellen, naar aanleiding van de bekende zaak van het vernielen der koffieplant in het Mandeksche. In het Bataviaasch Handelsblad leest men Een Sama- rangsch handelsbericht meldt dat de communicatie met de reede sinds drie weken geheel gestremd is, wegens den ellendigen toestand der havenwerken. Hier is het niet veel beter. Men beweert echter dat er bij de regee ring een streven bestaat tot voorbereiding eener rege ling, die weliicht gewenschte uitkomsten opleveren zal. De Singapore Free Press bevat het volgende bericht: een buitengewoon groot getal schepen zal in dit seizoen met pelgrims naar Arabië vertrekken. Ver gissen wij ons niet, dan zijn er in het geheel 18, waar van de meeste reeds van hier uitgezeild zijn. Indien wij de hoeveelheid passagiers voor elk schip gemiddeld op 300 stellen, dan verkrijgen wij het groote getal van 5 400 Mahomedaansche bedevaartgangers. Het mee- rendeel bestaat uit inboorlingen van den Nederlandsch- Indischen Archipel. Rechtszaken. De scheepsgezagvoerder K. is in cassatie gekomen tegen het arrest van het provinciaal gerechtshof in Zuid-Holland, van Vrijdag 10 dezer, waarbij zijne voor- loopige in hechtenisneming en zijne openbare terecht stelling ten criminele gelast is. fcieniengcle berichten. jJL* Zatnrdag arriveerden te Vlissingen drie der hiër tè lande vertoevende Japanneezen, die de inrich tingen op de marinewerf enz. hebben bezichtigd. Bij de beproeving van de gepantserde ijzeren kanonneerboot „Nimrod", welke gisteren op de Schelde plaats had, be vonden zij zich mede aan boord van dat vaartuig. Heden morgen zijn zij weder naar Holland vertrokken. Berichten te Triëst ontvangen maken melding van het volgende opmerkenswaardige feit. Een der Maldivi- scbe eilanden, welke zuidwaarts van Kaap Comorin zijn gelegen, is plotseling in de diepte verdwenen. Men weet niet hoe groot het aantal bewoners is, dat daarbij het leven heeft verloren. Vóór eenige dagen i3 een knechtje van 13 a 14jaar, George A., iu de keuken van een hotel der Rue Vaugi- rard te Parijs, bijna geheel door ratten verscheurd. Ge woon eiken ochtend op die dieren jacht te maken, kwam hij op zekeren dag op de gedachte om de keuken af te sluiten en dapper de ratten aan te vallen, die zich achter den haard verscholen hadden; hij vond echter een ge- duchten tegenstandde ratten wierpen zich op den gemeenschappelijken vijand en beten hem waar hunne tanden hem vatten konden. De knaap slaakte smartelijke kreten, men kwam ter zijner hulp toeschieten en niet zonder moeite gelukte het, hem te bevrijden. De ratten hadden zich aan het lichaam van den knaap vastgeklemd en vormden als het ware een levenden pels. De ter hulp opgekomen bedienden van bet hotel, behoorlijk gewa pend, hebben niet minder dan zeven en dertig van die dieren gedood. Volgens de Baijerische Zeitung vielen Vrijdag 11., bij een hevige sneeuwbui, tussehen Ebersdorf en Seid- mansdorff zwarte rupsen neder, in zulk eene menigte, dat zij den grond op eene lengte van anderhalf uur en op eene breedte van circa 40 voet letterlijk bedekten. Zij waren 1 duim lang, zeer dun, doch allen springlevend. De oudste menschen heugt het niet dat de Parijsche schouwburgen zulke goede zaken gemaakt hebben als in dit seizoen. Mozart's Tooverfluit lokt zoovéél lief hebbers, dat, wil men een loge hebben, men ze drie weken vooraf bestellen moet. Overal elders worden ook nieuwe schouwburgen en concertzalen geopend, maar daar het aantal bekwame artisten niet in verhou ding toeneemt, doen de aanwezige buitensporige eischen. Adelaïde Patti heeft 10,000 frs., behalve de reiskosten, gevraagd, om te Brussel éen let wel éen voorstel ling te geven. De actrices en cantatrices zien, bij zulke aanzienlijke appointementen, dau ook niet op een paar francs meer voor een kleed. Eene te Lyon gevestigde vereeniging van fabrikanten heeft kortelings prinses Mathilde eene prachtige robe doen aanbieden, die 13,000 francs zou kosten. De prinses kocht ze niet, omdat het seizoen al te ver gevorderd was; maar wel werd ze gekocht door mejufvrouw Pierson, die in het Théatre du Gymnase er eiken avond mede prijkt in het tweede bedrijf van: Les vieux gar^ons. Het is een rose kleed, met witte kant omzet. Burgerlijke stand. Middelburg. Eerste huwélijksafkondiging den 12 dezer: B. Albregts, jm. 23 j. met M. van Molenbroek, jd. 29 jaren. (Van 5 tot 11 Maart.) Vlissingen. Bevallen: M.Duijvekot, geb.Louwerse, d. C. W. Prinsse, geb. de Wijn. d. P. J. J. Filius, geb. Adri- aanse, d. E. M. van der Brugge, geb. Goudsblom, d. S. Sipkes, geb. Bonman, z. Overleden: D. A. Odera, z. 2.\ j. II. S. Coenraadsen, wed. van C. A. Drubbels, 78 j. C. G. de Lange, jd. 22 j. L. Dees, vrouw van D. D. Steenkamp, 34 j. Goes. Bevallen: E. Jacobs, geb. Dirkse, z. E. Koens, geb. Meulemans, d. J. C. Baarends, geb. Allaert, z. A. le Clercq, geb. van de Weert, z. P. J. Me ijler, geb. Heij- blora, z. M. Willemse, geb. Verheei.ee, d. OverledenP. de Keijzer,z. 15 m. E. de Windt, z. 3j. J. Jobse, d. 7 m. J. van Maldegem, man van J. Wagenaar, 46 j. J. P. de Groot, z. 3 j. J. Flipse, man van A. Strijd, 28 j. J. L. Fransen van de Putte, z. 9 m. Ziekikzek. Bevallen: J. Frank, geb. Frenk, z. E. Kutscheit, geb. Goldhousen, 2 z. (1 levenl.) M. C. Simons, geb, Geijsen, z. J. van Dijk, geb. van Dijke, d. E. Slager, geb. Siese, z. J. van den Boom, geb. Paret, z. J. W. Bal, geb. Was, z. G. Comnou, geb. Elenbaas, z. N. Paasse, geb. van Dijk, d. W. Legner, geb. Haartsen, z. L. J. Struijk, geb. van den Bout, z. OverledenJ. H. P. van Doorn, jm. 45 j. (te Middelburg 27 Februari.) J. Frank, z. 2 d. C'. de Looze, d. 2 j. W. P. van 't Noordende, d. 6 m. P. F. van de Velde, jm. 19 j. H. W. van Delsen, d. 13 j. M. Tjoeke. wed. van A. Lege- mate, 82 j. Thermometerstand 13 Maart 's av. 11 u. 35 gr. 14 'smorg.7u. 34gr.'smidd.l u.38 gr.'sav. 11 u. 34 gr. 15 's morg.7 u. 34 's midd. 1 u. 38 gr. Staten generaal. tweede kamer. Zitting van Maandag 13 Maart. - - Behandeling van het wetsontwerp regelende de voorwaarden tot verkrijging der bevoegdheid van geneeskundige, apotheker, hulp- apotheker, leerling-apotheker en vroedvrouw, De lieer Kappeyne van de Copello verklaarde, dat de tegenwoordige geneeskundige wetgeving erbarmelijk is, en dat hij daarom gaarne iedere poging tot hervorming zoude ondersteunen, maar dat naar zijn oordeel het tegenwoordig ontwerp de bestaande gebreken voor een gansch raenschcngeslacht slechts bestendigde en den weg tot eene goede verbetering voor de toekomst versperde. Hij toonde aan, dat bij de wet van 1818 het verkeerde stel sel was gehuldigd door de uitoefening der geneeskunde niet afhankelijk te stellen van bet belang van den staat en zijne ingezetenen, maar die uitoefening te beschou wen als eene concurrentie tussehen de verschillende geneeskunstoefenaren onderling, waarop geen inbreuk mocht worden gemaakt, en derhalve op een verkeerden grondslag gevestigd was. En nu was hij van meening, dat het tegenwoordig ontwerp nietalleen alle verkeerdheden der wet van 1818 niet ophief, maar ze integendeel ver sterkte. In de tweede plaats toonde spreker aan, dat de wet eene goede verbetering voor de toekomst in den weg stond, hoofdzakelijk door de uitbreiding der bevoegd heid van de plattelauds-heelmeesters. Zoo clinische scho len voldoende waren om uitstekende geneeskunstoefe- naren te vormen, waarom dan de medische faculteiten behouden en geen école de perfection te Amsterdam opgericht. Hij zag in art. 1 der wet eene slooping van het hooger onderwijs, waartoe hij niet kou medewerken. Het toezicht van den staat moest zich eenvoudig bepalen tot het vormen van uitstekend geneeskundig onderwijs en de zorg dat het publiek daarmede bekend werd, maar overigens moest vrijheid worden gelaten aan ieder om daar geneeskundige hulp te zoeken, waar men dit verkoos. De minister van binnenlandsehe zaken karakteriseerde de beginselen en de juiste strekking van het ontwerp, dat slechts een maatregel van overgang, geenszins een definitieve maatregel was. Het sprak derhalve van zelf, dat zoodanige transitoire maatregel geen harmonisch geheel kon vormen, maar noodwendig heterogene bestanddeelen moest bevatten. In de eerste plaats betoogde nu de minister, dat de regeling der examina der plattelandheelmeesters niet kon wachten tot de afdoening der wet op het hooger onderwijs, maar dat in geen geval de aanneming dezer wet de indiening daar van zou vertragen. Dat examen strekte echter niet om uitbreiding van bevoegdheid te geven, maar om een voudig waarborgen van bekwaamheid te doen geven. De minister protesteerde echter tegen de opvatting, alsof de wet het hooger onderwijs zon slopen. Eene billijke waardeering moest juist het tegendeel leereu en aan- toonen, dat het examen juist liep over de vakken, door het hooger onderwijs gevorderd. De minister bleef een voorstander van academisch medisch onderwijs en zou niet meewerken tot slooping van de faculteiten, maar de universiteiten moesteu niet zijn de eenige inrichtin gen om kennis op te doen, maar aan ieder vrijheid gela ten worden de kennis daar te vergaderen, waar men dit verkoos. Het bedoelde examen behartigde derhalve de belangen van het hooger onderwijs en zorgde voor de eenheid van stand. De minister eindigde met de verkla ring dat, zoo de loop der discussie hem daarvan niet terughield, hij als definitieve regeling zou voorstellen wat thans als transitoire maatregel was aangenomen. De heer van Goltstein was van oordeel, dat zoo eene wijziging in het voorstel werd gebracht, die wijziging in de afdeelingen op nieuw behoorde te worden onder zocht. Ook hij was eerst van gevoelen dat de maatregel van transitoiren aard was, maar na de rede des ministers geloofde hij, dat ze van duurzamen aard zou zijn. Hij kwam op tegen de gelijkstelling der clinische scholen met de academiën; de eersten zouden wellicht prakti sche artsen, maar nimmer wetenschappelijk gevormde mannen kunnen leverlb. Ook het zoogenaamde staats examen gaf hem geene waarborgen en hij vreesde dat juist door dat staatsexamen, de geneeskundige verzor ging ten plattelande zou verminderen. De minister verklaarde nogmaals, dat het hier een maatregel van transitoiren aard gold, waarin echter de begiaselen van de latere wet op het hooger onderwijs reeds zijn opgenomen, doch dat hij thans defiinitief voorstelde, wat eerst een overgangsmaatregel was. Daar toe is eene eenvoudige wijziging van art. 3 voldoende Het onderzoek daarvan in de sectiën zou echter de be handeling Y«*in het 3e en 4e ontwerp niet behoeven te vertragen. De voorzitter verklaarde insgelijks dat, in afwachting van de door de regeering aangekondigde wijziging, de beraadslaging over het derde ontwerp thans behoorde te worden aangevangen. De heer de Poorter stelde daarentegen voor de verdere beraadslaging thans te staken. Dat voorstel is aangenomen met 38 tegen 25 stemmen. De aangekondigde wijziging, heden inkomende, zal onverwijld naar de afdeelingen worden gezonden. Zitting van Dinsdag 14 Maart. Medcdceling betref fende de aanbieding van bet adres van rouwbeklag. De voorzitter heeft medegedeeld, dat Z. M. gisteren namiddag te 5 uren de kamer en corps bij zich heeft toegelaten, tot aanbieding van het adres van rouw beklag wegens het overlijden van II. M. de koningin- weduwe, geboren grootvorstin van Rusland. Nadat het adres door den voorzitter was voorgelezen, heeft Z.M. in substantie geantwoord: „Dat Z. M. de kamer dank zegt niet alleen voor dit bewijs van deelneming in den slag, die bet vorstelijk huis getroffen heeft, maar voornamelijk voor de echt vadei landsche wijze, waarop het adres was samengesteld. Dat Z. M. met het grootste genoegen de kamer rondom zich vereenigd zag en dat II. D. de gevoelens der natie, in het adres nedergelegd, op hoogen prijs stelde." Algemeen overzicht. Volgens de Engelsche dagbladen blijft er te Richmond zoowel als te Washington nog altijd sprake van moge lijke onderhandelingen. In het congres der geconfede- reerden heeft de commissie voor buitenlandsche zaken voorgesteld om de volgende conclusiën aan te nemen „Terwijl het congres betieurt dat aan de bevolking der confederatie geen ander alternatief wordt gelaten dan de voortzetting van den oorlog of eene onderwerping aan vredesvoorwaarden even vernederend als nadeclig, neemt het echter in haren naam de gevolgen aan der houding van het bestuur der Vereenigde Staten en verklaart plechtig dat het zijn onwrikbaar voornemen is om den oorlog met de Vereenigde Staten door te zetten tot dat deze mogendheid zal hebben afgezien van elke poging tot onderwerping en de onafhankelijkheid der gecon federeerde staten zal zijn erkend. „Niettemin gelooven wij, ondanks dit alles, dat de geconfedereerde staten het volgende plan zouden wil len aannemen „Er zou eene scheiding bestaan tussehen de Vereenigde Staten en de geconfedereerde staten, terwijl ieder hunner geheel vrij en onafhankelijk van den ander zou wezen; de scheepvaartrechten, handelsrechten enz. zouden vooraf en in vrijzinnigen zin worden bepaald. „Een Amerikaansche bondsdag zon worden samenge steld, terwijl elke partij daarheen afgevaardigden zou zenden tot een getal, hetwelk zij kon bepalen. De bevoegdheid van dezen bondsdag zon te voren duidelijk en bepaald worden omschreven. In deze vergadering zouden slechts twee stemmen worden uitgebrachteene door de afgevaardigden der Vereenigde Staten; de andere door die der geconfedereerde staten. De besluiten des bonddags zouden beide partijen slechts verbinden

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1865 | | pagina 2