MIDDELBURGSCHE
COURANT.
N0- 34.
Dinsdag
1865.
28 Februari.
lyi.
Editie van Maandag avond 8 uren.
middelburg 27 Februari.
Volgens een gisteren avond door ons ontvangen
telegram uit 's Gravenhage, was de toestand der konin
gin-moeder weder minder gunstig; er was zelfs weiüig
boop meer op herstei. De'koorts, zoo luidde ons bericht
verder,blijft aanhouden. Zelfs van de vorstelijke familie
wordt nieraant toegelaten. Dr. Everard is aangekomen
en om de overkomst van prinses Sophia is geschreven.
Door de provinciale commissie van geneeskundig
onderzoek en toevoorzicht in Zeeland is geëxamineerd
en bevorderd tot apotheker, de heer A. J. van Ockenburg
alhier.
Bij de kamer van koophandel en fabrieken alhier zijn
ontvangen en liggen voor belanghebbenden ter inzage
eenige gedrukte statistische bescheiden nopens den
handel en de scheepvaart te Königsberg en Elbing.
Uit Vlissingen schrijft men ons heden
„Eene jl. Zaturdag ter reede liggende Engelsche brik,
waarvan de lading steenkolen aan een handelaar alhier
verkocht was, moest op de vordering van dezen in de
Westerliaven binnenkomen om te lossen. De loods, voor
die dienst bestemd, had evenwel bedenking daartegen,
omdat, uithoofde van beweerde ondiepte der voorhaven,
-_£r zijns inziens gevaar in bestond om met dat vaartuig,
volgens opgave van den gezagvoerder 42 palmen diep
gaande, op de haven te loopen; hij wilde dus daartoe niet
overgaan. Daar evenwel de havenmeester verklaard had,
dat een vaartuig van dien diepgang gemakkelijk en
zonder het minste gevaar in de haven kon, bleef de han
delaar vorderen dat de brik daaraan gevolg zou geven
terwijl iutusscheu geen der gevraagde loodsen daarvoor
zijne dienst wilde presteeren. Dit was nu een quaestie
waarin de gezagvoerder beslissen moest, maar die voor
hem toch zeer moeilijk was; want overkwam hem een
ongeluk zonder dat hij voorzien was geweest van een
geadmitteerd loods, dan zou van wege de assurantie
geene vergoeding gegeven worden, en kwam hij niet in
de bepaalde haven binnen, dan werd hij door den hande
laar niet gelost. De gezagvoerder echter, zelf overtuigd
dat voor hem volstrekt geen gevaar bestond om in de
koopmanshaven binnen te loopen, hakte den knoop door
met eenvoudig zijn vaartuig gisteren door een particu
lier persoon daarin te doea brengen, hetgeen dan ook
zonder eenige moeite of gevaar is volbracht, zoodat de
K brik dadelijk langs de kaai bij de bergplaats van den
handelaar is kunnen worden vastgelegd."
Naar wij vernemen is de beer Staring, referendaris aan
het ministerie van binnenlandsche zaken, Zaturdag naar
Frankfort vertrokken, ten einde aldaar bij te wonen eene
conferentie van het Duitsch-Oostenrijksch Telegraaf -
Yerein, waarvan Nederland lid is, en zal hij van daar
naar Parijs reizen om de vergaderingen bij te wonen, die
aldaar door de gemachtigden van verschillende staten
zullen gehouden worden, ten einde de belangen der
telegraphic te bespreken.
Volgens het Utrechtsch dagblad heeft de minister van
binnenlandsche zaken de zaak der gedeeltelijke afdam
ming van de Zuiderzee onderzocht en is hij het plan niet
ongenegen, dat om het hooge gewicht ook wel de aan
dacht van den waterstaat verdient. Ook voor 's lands
verdediging heeft de afdamming bijzonder belang en
verdient deze zaak zeer de algemeene opmerkzaamheid.
Donderdag werd te Utrecht het huwelijk voltrokken
tusschen den luitenant, der infanterie (le regement)
Adalbert de Bourbon en de freule Marie du Quesne. De
kerkelijke inzegening had plaats in de kerk der doopsge
zinde gemeente en werd geleid door den hoogleeraar van
Oosterzee, die niet zonder menige toespeling op het ver-
ledene, het jeugdige echtpaar wees op den grootsten
schat in het huis, nl. het geloof des harten. Een over
groot aantal der aanzienlijkste familiën woonde deze
plechtigheid bij, waaronder niet weinige nazaten van
Fransche refugiés-geslachten, die nu sedert bijna twee
eeuwen Nederlanders zij i>-geworden. Onder de aanwezige
getuigen werd bijzonder opgemerkt de hoogbejaarde
heer Grnau de la Barre, die zooveel heeft gewerkt en
opgeofferd voor eene familie, door hem althans erkend
en geëerbiedigd als de wettige loten van een ongeluk-
kigen vorstenstam.
Omtrent de van tijd tot tijd in de Staatscourant opge
nomen en ook door ons in het kort medegedeelde lijsten
van militaire nalatenschappen van gering bedrag geeft
het Utrechtsch dagblad de volgende toelichting:
„Bij een sterfgeval van een militair in een der onder
geschikte graden, wordt steeds een officier als mede
commissaris in den boedel benoemd.
„In geval de nalatenschap minder dan f 5 bedraagt,
wordt zij door middel van het militair departement naar
het ministerie van koloniën overgemaakt, om aan belang
hebbenden te worden uitbetaald. Bedraagt de nalaten
schap echter meer dan f 5, dan moet deze door commis
sarissen aan de weeskamer worden overgedragen, en
worden door deze later rechthebbenden opgeroepen om,
na verificatie huDner bewijzen, het netto provenu in
ontvangst te nemen, of wel zulks door andereu te laten
doen. Men begrijpt gemakkelijk, dat op deze behande
ling van zaken zoo vele onkosten komen, dat de erfge
namen van eene erfenis, die primitief eene som van /"100
beliep, nog minder zullen ontvangen dan zij die slechts
eene som van minder dan 5 rechtstreeks van liet minis
terie van koloniën kunnen ^pv:agen.
„Ook de commissarissen, wier bemoeiingen veel lasti
ger worden, wanneer zij den boedel aan de weeskamer
moeten overgeven, en die overtuigd zijn, dat het meer
dere boven de f5 toch aan onkosten door de weeskamer
verslonden wordt, zorgen, in den regel, dat bij weinig
beduidende nalatenschappen de verkoop van plunjes,
die in de kazerne geschiedt, niet te hoog cQfer bereike,
waardoor ten minste de kameraden van den overledene
dikwijls eenigszins profiteeren, zonder dat de rechtheb
bende erfgenamen in wezenlijkheid geschaad worden.
„Van daar, dat de Staatscouraut zulke lange lijsten
van kleine erflatingen bevat, allen onder de f 5, die, als
ze hooger zijn, tot die laagte worden gebracht. Maar
juist deze omstandigheid pleit er weder voor, dat voor
de weeskamer nieuwe reglementen moeten worden ge
maakt, waarbij de belangen van 't algemeen meer mogen
worden in 't oog gehouden."
Benoemingen en besluiten.
schutterijen. Op verzoek eervol ontslag verleend
aan den 2en luitenant bij de dienstdoende schutterij alhier
F. D. Sprenger, op grond van art. 64 der gemeentewet.
RerknteuTrs,
Bij de Nederduit8che hervormde gemeente te Delft is
Donderdag tot predikant beroepen dr. A. Drost, thans
te Hazerswoude.
ÜSarfne en leger.
De vice-admiraal May, laatst kommandaut van de
Nederlandsche marine in Indië, is in de residentie aan
gekomen en aan het Hotel Paulez afgestapt.
Aan den staat der Nederlandsche zeemacht en
koopvaardijvloot op 1 Januari 1865, (uitgaven van
Tubergen en Kruysmulder te Amsterdam) ontleenen wij
het volgende:
De Nederlandsche zeemacht bestond op 1 Januari 1865
uit 2 linieschepen 2e klasse, elk van 74 stukken (Tromp
en Kortenaar); 3 drijvende batterijen, elk van 30 stuk
ken (Jupiter, Neptunus en Orkaan); 2 idem, elk van 25
stukken (Draak en Salamander); 3 fregatten met stoom-
vermogen, elk van 51 stukken (Adolf hertog van Nassau,
Evertsen en Zeeland); 1 dito van 45 stukken (Admiraal
van Wassenaar); 1 stoombatterij van 45 stukken (de
Ruyter); het schroeffregat van Galen van 20 stukken;
3 fregatten le klasse, elk van 52 stukken (Doggersbank,
Prins van Oranje en de Rijn); 4 fregatten 2e klasse, elk
van 32 stukken (Palembang, Sambre, Prins Alexander
der Nederlanden en Holland); 2 korvetten niet stooinver-
mogen, elk van 19 stukken (Prinses Amaliaen Medusa);
4 korvetten le klasse, elk van 22 stukken (Ajax, Juno,
van Speyk en Prins Maurits der Nederlanden); 1 korvet
2e klasse van 20 stukken (Pallas) en 1 dito van 10 stuk
ken (Urania); 3 brikken, elk van 18 «tukken (Venus,
Lynx en Sperwer); 2 dito, elk van 12 stukken (Zeehond
en Cachelot); de schoonerbrik Pylades van 10 stukken
en de schoonerbrikken Ternate en Makassar, elk van
6 stukken; de schooners Wespen Schorpioen, elk van
3 en de schooner Atalante van 4 stukken. Voorts 6
schroefstoomschepen le klasse, elk Yan 10 stukken; 2
dito 2e klasse, elk van 14 stukken; 1 dito 2e klasse van
10 stukken7 dito 3e klasse, elk van 10 stukken 18 dito
4e klasse, elk van 10 stukken1 dito 4e klasse van 9 en 2
dito 4e klasse, elk van 8 stukken4 raderstoomschepen
le klasse, 2 dito 2e klasse, 2 dito 3e klasse en 3 dito
4e klasse.
Verder nog 1 transportschip van 10 stukken (Heldin);
1 zeiltransportschip met stoom vermogen van 6 stukken,
(Java)13 verdediginsvaartuigen, elk van 5 stukken,
1 gepantserde ijzeren stoomkanonneerboot van 2stukken,
1 korvet le klasse (Castor) als exercitie-batterij te
Willemsoord; 33 kanonneerbooten groot model, en2 dito
nieuw model.
Rechtszaken.
De rechtbank te Zwolle heeft de zaak tegen J. G. van
Rijn, vroeger predikant aldaar, thans zonder bekend
beroep en verblijf, wegens bet onderhouden van eene
bijzit in de door hem en zijne echtgenoot bewoonde
woningen teZwolle, naar de correctioneele terechtzitting
verwezen.
De rechtbank te Deventer heeft het raadslid der
gemeente Bathmen J. K. H., die den burgemeester het
woord „schurk" had toegevoegd, vrijgesproken, daar
zulks in eene openbare vergadering van den raad geschied
is en het als eene niet gerechterlijk vervolgbare uiting
zijner meening beschouwd wordt.
Gemengde berichten.
Donderdag avond is in het prachtige residentie-slot
van den hertog van Brunswijk, terwijl in den voorsten
vleugel het bal ten liove een aanvang had genomenin
eene kamer van den linkervleugel een hevige brand uit
gebroken. Het ismet uitzondering van een klein
gedeelte, geheel in de asch gelegd. Omtrent de oorzaak
is niets met zekerheid bekend.
Van de 220 millioen reizigers, die in het jaar 1864
langs de Engelsche spoorwegen werden vervoerd, zijn
slechts 14 gedood en is op de 315 passagiers slechts 1
gewonde voorgekomen. Aan boeten en schadeloosstel
ling werd door de directiën de waarde van 2 millioen
gulden betaald.
In Engeland bestaan thans omstreeks 3000 spaar
kassen, die met de postdienst verbonden zijn. De post
beambten nemen namelijk spaarpenningen (niet beneden
1 shilling) elk uur van den dag aan, zetten deze op
rente, zoodra de som 1 p. st. bedraagt met 2.V perc. en be-
talen ze op verlangen dadelijk uit.
Napoleon heeft een exemplaar van de Geschiedenis
van Julius Caesar aan de heeren Thiers en de Lamartine
ten geschenke gezonden, met een door hem eigenhandig
geschreven opdracht.
Op het Fransche budget komen de keizerlijke thea
ters met de volgende subsidiën voorde opera 820,000
francs, het theatre Francais 240,000 francs, de Opera
comique 240,000 francs, het theatre Lyrique 100,000
francs, het Odéon 100,000 francs, bet Conservatoire
222,000 francs.
Vrijdag avond zijn te Rotterdam door de policie
aangehouden twee jongelieden van verschillende kunne