stiging van den vreemden handel en wilden de dubbele
belasting op in- en uitvoer behouden zien, hetgeen eene
algemeene verlaging der rechten toch zou gedoogen.
Van die zijde werd bovendien bezwaar geopperd tegen
de voorgenomen gelijkstelling der vlag ook van die
natiën, welke tot dusver aan de vereischten der wet van
8 Augustus 1850 niet hebben voldaan. De groote meer
derheid was echter van een ander gevoelen en minder
angstvallig ten opzichte zoowel van de gelijkstelling
der vlaggen, als van de beperking der bescherming, die
de handel en nijverheid van Nederland tot dusverre
hebben genoten. Velen nogtans zagen door dit ontwerp
hunne wenschen niet geheel bevredigd, en vonden daarin
kenmerken eener weinig vrijgevige handelspolitiek; ten
bewijze wezen zij op het behoud van een uitvoerrecht,
op het hoog bedrag der rechten bij invoer en vooral op
het differentieel recht.
Tegen het bedrag van het invoerrecht, dat, behoudens
velerlei uitzonderingen, door de regeering op 10 percent
wordt gesteld, rezen bedenkingen. Het Nederlandsch
4arief stelt het normaal cijfer op 5 percent, en de onder
vinding heeft doen zien, dat een matig recht aan dc
opbrengst niet schaadt. Men moet daarbij in bet oog
houden, dat deze belasting vooral op den inlander drukt,
die reeds zooveel in verschillenden vorm aan de schat
kist moet opbrengen. Hiertegen werd aangevoerd, dat
vele artikelen bijna uitsluitend voor de Europeesche
bevolking bestemd zijn, en dat het belang der schatkist
niet gedoogt thans verder te gaan.
De rechten op den uitvoer werden door sommigen
bestreden, terwijl bovendien de regeering zich niet gelijk
blijft, wanneer zij als grond voor de vrijstelling van
suiker bij uitvoer naar Nederland aangeeft, dat, voor
zoover de gouverneraents-sniker betreft, op de veilings-
prijzen verloren zou worden wat het nieuwe uitvoerrecht
zou opbrengen, terwijl zij andere gouveruements-produc-
ten, die toch ook ten deele in Indië geveild worden, bij
voorbeeld de koffie, aan een uitvoerrecht onderwerpt.
Andereu waren van een tegenovergestelde meening en
achtten het recht op den uitvoer een geschikt middel om,
bij uitbreiding vau productie ten gevolge der vermeer
dering van particuliere landbouw-oudernemingen, eene
belasting van dien tak van bedrijf te heffen.
Ten aanzien van het differentieel invoerrecht werd
aangetoond, dat het lagere recht, in dit geval het recht
van 10 percent, den verbruiker niet baat, omdat hij in
den prijs der goederen steeds het hoogste recht, in dit
geval dat van 16 percent, te betalen heeft; met andere
woorden, dat het verschil tusschen het recht op vreemd
en dat op Nederlandsch fabrikaat, geheven ten bate van
den Nederlandschen fabrikant, ten laste des verbruikers
komt.
Ook tegen het differentieel uitvoerrecht werden beden
kingen ingebracht.
Sommigeu oordeelden het beter van dat recht af te
zien, doch daarentegen de hand te houden aan het con
signatiestelsel. Het belang ook van Indië is in dit opzicht
geen ander dan dat van den Nederlandschen koopman,
die bovenal zekerheid van retourvracht voor zijne uit
zendingen verlangt.
De slotsom der beschouwingen over dit wetsontwerp
was, dat velen met eene aanvankelijke inkrimping der
bescherming, gelijk de regeering die voorstelt, tevreden
waren, en meenden dat meer doortastend maatregelen
lichtelijk gevaar voor den handel zonden kunnen te
weeg brengen.
fihiitenlattü.
Algemeen overzicht.
Onze lezers zullen in dit nommer de troonrede aan
treffen, waarmede keizer Napoleon eergisteren de zittin
gen van senaat en wetgevend lichaam heeft geopend.
Dat deze in zeer vredelievenden zin is gesteld behoeft
geen nader betoog. Zelfs de Londensche beurs heeft
haar wantrouwen afgelegd en alzoo ademt alles voor het
oogenblik rust en vrede. De opinie der Parijsche dag
bladpers omtrent deze troonrede kennen wij nog niet.
Alleen de beschouwingen van de Presse en de Union
werden ons tot dusverre bekend. Eerstgenoemd dagblad
hecht nog geen geloof aan het voortduren van den vrede
en wel met het oog op de troonrede van 5 November 1863,
waarin, gelijk men zich herinneren zal, het volgende
voorkwam
„Wat is dan billijker en verstandiger dan de europee
sche mogendheden uit te noodigen tot een congres?
Aan de staatslieden van landen te zeggen; „De vooroor-
tleelen, de wrok, welke ons verdeelen, hebben zij niet
reeds te lang geduurd?" „Zullen wij altijd onderling
wantrouwen aankweeken door buitensporige krijgstoe
rustingen?"
„Laat ons den moed hebben om voor den ziekelijken
en neteligen toestand een duurzamen regelmatigen toe
stand in de plaats te stellen, ook al gaat dit gepaard
met opofferingen.
„Een beroep daartoe zal geloof ik bij allen ge
hoor vinden. Eene weigering zou geheime bedoe
lingen doen onderstellen, welke het daglicht schuwen.
Maar wanneer zelfs het voorstel niet eenpariglijk werd
aangenomen, zou het nog het onmetelijk voordeel heb
ben, dat aan Europa werd getoond waar het gevaar
schuilt, waar het welzijn is. Er zijn twee wegen open.
De eene leidt tot den vooruitgang door verzoening en
vrede; de andere leidt vi-oeg of laat tot den oorlog, ten
gevolge der hardnekkigheid, waarmede men een verle
den schraagt hetwelk in puin stort."
Is nu de toestand van Europa sedert dien dag veran
derd? Voorzeker neen, beweert de Presse en was de
November-beschouwing van keizer Napoleon juist, dan
mag men zich thans ook niet te veel vleien met de hoop
op het voortduren van den tijdelijken vrede nu een con
gres werd afgewezen.
De Union betuigt haar leedwezen over de omstandig
heid dat in de troonrede wel gesproken wordt over „de
onafhankelijkheid van den Heiligen Stoel," maar nergens
van de „wereldlijke souvereiniteit van den paus" wordt
gewag gemaakt. In dit opzicht heeft de troonrede de
katholieken dan ook niet kuunen geruststellen. Indien
de Union niet juist een communiqué had ontvangen in
zake mgr. Chigi, zou hare taal waarschijnlijk nog wel
eenigszins scherper geweest zijn.
Terwijl men nog in het onzekere verkeert omtrent
de houding, welke Rome zal aannemen na de depeche
aan den heer de Sartiges, werden dezer dagen verschil
lende geruchten verspreid omtrent eene audiëntie welke
door mgr. Chigi aan keizer Napoleon te vergeefs zou zijn
verzocht. De Monitenr bevat thans de volgende nota:
„De nuntius heeft de eer gehad in eene bijzondere
audiëntie door den keizer te worden ontvangen. Zijne
excellentie heeft zijn leedwezen te kennen gegeven over
de publiciteit, welke gegeven is aan de brieven door hem
aan de bisschoppen van Orleans en Poitiers gericht en
aan zijne majesteit verzekerd dat zij, doordrongen van
de plichten aan haar diplomatiek karakter verbonden,
nooit de bedoeling heeft gehad om de voorschriften van
het internationaal recht uit het oog te verliezen. Zijne
majesteit heeft deze opheldering met welwillendheid
aangehoord."
Sedert het vertrek deskoniugs van Italië naar Florence
is thans de zetel des bestuurs aldaar gevestigd. De pre
sident-minister heeft de verschillende vertegenwoor
digers der vreemde mogendheden uitgenoodigd om zich
insgelijks zoo spoedig mogelijk derwaarts te begeven.
De pakketboot Canada heeft eenige nadere bijzonder
heden omtrent de van Richmond te „Monroe" aangeko
mene vredesonderhandelaars. Het zijn de lieeren Step
hens, vice-president der Zuidelijke Staten, Campbell en
Hunter. Bij hunne aankomst te Monroe werden de
commissarissen der geconfedereerden door <5e troepen
der Noordelijken en Zuidelijken aan de Jamesrivier
gekampeerd met luide toejuichingen ontvangen.
Volgens do New-York Herald zouden de vredes-voor-
waarden hebben beslaan in de afschaffing der slavernij,
eene algemeene amnestie en de vereeniging van Noord
en Zuid met handhaviug van het stelsel van Mnnroe.
Volgens een te Londen uit New-York ontvangen tele
gram van 4 Februari hadden deheeren Lincoln en Seward
een onderhoud gehad met de vredes-commissarisseu uit
het Zuiden, hetwelk vier uren had geduurd, zonder
evenwel eenig resultaat op te leveren.
Heden wordt ons per telegraaf gemeld dat een bericht
uit New-York van 5 Februari de tijding van het mislukken
der onderhandelingen tusschen Noord en Zuid bevestigt.
Het herstel der unie, eene der voorwaarden van de
regeering te "Washington, werd namelijk door de com
missarissen Stephens, Campbell en Hunter verworpen.
Voorts wordt medegedeeld dat het door het congres te
Washington aangenomen amendement op de constitutie
ter afschaffing der slavernij, waarvan de ratificatie door
de afzonderlijke staten moest plaats hebben, reeds gera-
tifieerd is door de staten Pensylvanië, Massachusetts,
New-York en Maryland.
Troonrede van keizer Napoleon.
„Mijne heeren senatoren,
„Mijne heeren afgevaardigden,
„Bij de vorige opening van het zittingjaar hoopte ik
dat de verwikkelingen, welke Europa's rust bedreigdeu,
door een congres zouden worden uit den weg geruimd;
dit is het geval niet geweest, hetgeen ik betreur omdat
het zwaard dikwijls de quaestiën doorklieft zonder deze
op te lossen en toch de eenige basis van een dunrzamen
vrede bestaat in het voldoen aan de werkelijke behoeften
der volken door de overeenstemming der vorsen.
„Bij het conflict aan de boorden der Baltische zee
ontstaan heeft mijn gouvernement, verdeeld tusschen
zijne sympathie voor Denemarken en zijne welwillend
heid jegens Duitschland, de strengste neutraliteit in acht
genomen. Geroepen om in eene conferentie zijn gevoelen
te uiten, heeft het zich bepaald tot het aanbevelen van
het beginsel der nationaliteiten en der erkenning van het
recht der volken om zelf te worden geraadpleegd omtrent
hun toekomstig lot. Onze daarbij geuite denkbeelden
waren, in overeenstemming met de gereserveerde hou
ding welke wij wilden bewaren, gematigd en vriend
schappelijk jegens de beide partijen.
„In het zuiden van Europa moet Frankrijk zich krach
tiger doen gelden. Ik heb aldaar de oplossing van een
moeilijk vraagstuk mogelijk willeu maken. De conventie
van 15 September, vrij van alle hartstochtelijke inter
pretation, bevat twee groote beginselen: de bevestiging
van het nieuw Italiaansck koninkrijk en de onafhanke
lijkheid van den Heiligen stoel. De provisoire en onze
kere toestand, welke zooveel onrust verwekte, zal thans
verdwijnen. Het zijn thans niet meer de verspreide
gedeelten van het Italiaansch vaderlaud, welke zich
door zwakke banden trachten te hechten aan een kleinen
staat gelegen aan den voet der Alpen. Het is thans een
uitgebreid rijk, hetwelk zich verheft boven locale voor-
oordeclen, ondoordachte opruiingen veracht en met
vastberadenheid den zetel van liet bestuur naar het
hart vau het schiereiland overbrengt, en wel te midden
der Apennijnen als in eene onneembare cidadel,
„Door deze daad van vaderlandsliefde constitueert
Italië zich op definitieve wijze en verzoent zich te ge
lijkertijd met de catholiciteit. Het verbindt zich om
de onafhankelijkheid van den Heiligen stoel te eer
biedigen, om de grenzen der Romeiusche stateu te be
schermen en veroorlooft ons derhalve oiu onze troepen
terug te trekken. liet pauselijk grondgebied, op krach
tige wijze gewaarborgd, ziet zich thans geplaatst onder
de bescherming van een tractaat, hetwelk op plechtige
wijze beide regeeringen bindt. De conventie is derhalve
geen oorlogswapen maar een werk van vrede en ver
zoening.
„In Mexico bevestigt zich de nieuwe troon, wordt het
land tot rust gebracht en ontwikkelen zich zijne onme
telijke hulpbronnen gelukkig gevolg van de dapperheid
onzer soldaten, van het gezond verstand der Mexicanen,
van het talent en de energie door den souverein
betoond!
„In Japan heeft onze marine in vereeniging met die
J van Engeland, Nederland en de Vereenigde Staten een
1 nieuw bewijs gegeven van hetgeen zij kan en vermag.
„In Africa heeft een plotseling uitgebarsten opstand
de rust in onze bezittingen verstoord en bewezen hoe
sommige stammen nog onbekend zijn met onze macht
I zoowel als met onze welwillende gevoelens jegens hen.
i Op het oogenblik dat Frankrijk, uit een edel rechtvaar
digheids gevoel, den eigendom vau den grond aan de
Arabische bevolking verzekerde, dat wij door liberale
maatregelen aan die misleide bevolking trachtten te
1 toonen dat wij haar geenszins wilden onderdrukken
maar den weldadigen invloed der beschaving doen ge-
nieten, op dat oogenblik, zeg ik, hebbeu de Arabieren in
de nabuurschap der woestijn wonende, door een gods-
dienstig fanatisme verblind, de banier des opstands
opgeheven.
„Ondanks moeilijkheden van het terreinen hetongun-
stige weder heeft ons leger, met talent aangevoerd, wel-
dra den opstand ten onder gebracht en na het gevecht
heeft geene enkele bloedige strafoefening, geene onnoo-
I dige strengheid eene sombere schaduw op de overwin-
ning geworpen. De ijver van den ondervindingrijken
bevelhebber, die aan het hoofd van Algerië's bestuur
1 staat, de verkregen zekerheid omtrent de voornemens
i van Frankrijk, dit alles zal naar ik vertrouw bijdragen
om in het vervolg de herhaling van dergelijke onlusten
j te voorkomen.
I „Zoo spoeden dan al onze expedition ten einde: onze
landingstroepen hebben China ontruimd; de marine kan
j onze nederzettingen in Cochinchina voldoende bescher
men ons leger in Afrika zal worden verminderd, dat in
Mexico heeft zijne terugkeer naar Frankrijk reeds aan-
i gevangen; het garnisoen van Rome zal weldra terug-
keeren en, alzoo den oorlogstempel sluitende, kunnen
wij met fierheid op een nieuwen triomfboog deze woor
den schrijven: Ter eere der Fransche legerscharen,
voor de in Europa, Asië, Afrika en Amerika behaalde
overwinningen.
t Dat wij ons derhalve zonder ongerustheid wijden
aan de werken des vredes. Het tijdsverloop tusschen de
zittingen is gebruikt tot opsporing van de middelen om
het moreel en materieel welzijn des volks te vermeer-
j deren en elk waarlijk nuttig denkbeeld kau verzekerd
zijn door mij gunstig te worden ontvangen en door u te
I worden aangenomen. Onderzoeken wij dan gezamenlijk
de maatregelen, welke strekken kunnen tot vermeerde
ring van liet welzijn des keizerrijks.
„De godsdiensten het open baar onderwijs maken voort
durend het voorwerp uit mijner overwegingen. Alle
godsdienstige gezindten genieten dezelfde vrijheid; de
katholieke geestelijkheid oefent zelfs buiten den kring
barer betrekking een billijken invloed uit krachtens de
onderwijswet werkt zij mede tot de opvoeding der jeugd,
krachtens de kieswet kan zij in de algemeene raden zit-
1 ting erlangen, krachtens de constitutie zetelt zij in den
senaat.
„Naarmate wij haar echter met achting en ontzag be-
jegenen, vertrouwen wij ook te meer dat zij de grondwet-
tige bepalingen van den staat zal eerbiedigen. Het is
I mijn plicht om dc rechten ongeschonden te handhaven
van het burgerlijk bestuur, hetwelk, sedert den heiligen
Lodewijk, geen souverein in Frankrijk ooit heeft prijs
I gegeven.
„De ontwikkeling van het openbaar onderwijs verdient
j uwe aandacht. In het land van het algemeen stemrecht,
moet ieder burger kuunen lezen en schrijven. Een wets-
I ontwerp zal bij u worden ingediend om het lager onder-
I wijs meer en meer door elk te doen genieten.
„Ik tracht ieder jaar de hinderpalen weg te nemen,
I welke zich in Frankrijk sedert zoo lang bestaan tegen