sedert jaren, zijne volledige autonomie en zijne poli
tieke afscheiding van Oostenrijk. Volgens het verlangen
der Hongaren moet hun „koninkrijk" slechts in zooverre
met het keizerrijk verbonden zijn dat hun koning Frans
Jozef tevens keizer van Oostenrijk is. Tict ministerie te
Weenen heeft thans echter hare hoop gevestigd op de
meer gematigde partij, welke in den laatsten tijd talrij
ker schijnt te zijn geworden. Eene conferentie van ver
schillende invloedrijke personen is thans te Weenen
bijeen, wier taak voorloopig is om eene rechterlijke
organisatie samen te stellen, welke, afgescheiden van
andere quaestiën, dringend vereischt wordt en boven
dien, naar het schijnt, nog met den naam van „voorloo-
pige" wordt bestempeld.
In de hiervoren bedoelde conferentie van den heer
von Schmerling met de meerderheid uit het huis van
afgevaardigden, heeft hij omtrent de opheffing van den
staat van beleg in Gallicië te kennen gegeven dat dit
„zoo spoedig mogelijk" zou plaats hebben. Eindelijk
nog verklaarde de minister dat de bij zondere Reichsrath
de landdag voor de meer eigenlijke Oostenrijksche pro
vinciën „weldra" zal worden bijeengeroepen. Uitdruk
kingen als „weldra" en „zoo spoedig mogelijk" zijn echter
in den mond van ministers zeer elastiek.
Pruisen.
In den strijd tusschen de regeering van Pruisen en
het huis van afgevaardigden valt weder een nieuw inci
dent op te teekenen. Er bestaat in dit rijk eene bron
van gelden voor de regeering, welke men de staatsschat-
kist (Staatsachatz) noemt en geheel afgescheiden is van
de algemeene schatkist. Uit die schatkist nu heeft de
regeering een groot gedeelte der oorlogskosten bestreden.
Een lid van het huis van afgevaardigden, de heer von
Hoverbeck, heeft thans eene motie voorgesteld, strek
kende om te verklaren dat de regeering het recht niet
bezit om over gelden uit deze schatkist te beschikken,
zonder autorisatie te hebben erlangd van de beide hui
zen, terwijl de ministers voor gelden waarover zonder
autorisatie beschikt wordt, persoonlijk worden verant
woordelijk gesteld. Men meent dat deze motie, met
uitzondering der laatste clausule, door het huis van
afgevaardigden zal worden aangenomen.
Volgens sommige berichtgevers uit Berlijn zou de
heer von Bismarck zelf geenszins ingenomen zijn met
de indiening van het wetsontwerp omtrent de gewijzigde
legerorganisatie bij het huis van afgevaardigden. De
minister van oorlog, von Roon, en de militair-feodale
partij in Pruisen kan de president-minister echter niet
tegen zich in het harnas jagen, te minder omdat de
legerorganisatie ook de zwakke zijde van koning
Wilhelm uitmaakt. De oorzaak van de weinige inge
nomenheid des ministers von Bismarck en van zijne
ambtgenooten tegen het wetsontwerp is gelegen in de
omstandigheid dat eene verwerping hiervan tot de
groote waarschijnlijkheden behoort en de heer von Bis
marck het huis van afgevaardigden alzoo niet, gelijk hij
hoopte, kan exploiteeren met het oog op zijne grootsche
plannen der toekomst. Al de pogingen om de indiening
van het wetsontwerp te voorkomen waren echter vruch
teloos ten gevolge der houding van de militair-feodale
partij, welke den minister reeds minder bewijzen van
gehechtheid begon te betoonen, dan vroeger het geval
was. Bij kouing Wilhelm stuiten zijne pogingen af op
een „non possum us," even onwrikbaar als dat van de
pauselijke regeering. Wat het huis van afgevaardigden
betreft verwacht men dat eene verwerping weder zal
ten gevolge hebben dat de leden naar huis worden ge
zonden. Na de aanbieding van de burgerkroon aan de
meerderheid van het huis in zijnen president von Gra-
boWjZeide een der afgevaardigden„ziedaar ons gekroond,
men kan ons nu ter slachtbank voeren!"
Spanje.
Met de pakketboot La Seine zijn te Southampton
tijdingen aangebracht omtrent den tegenwoordigen^tand
der Spaansch-Peruaansche quaestie, welke aanleiding
geven om eene vredelievende oplossing van het bestaand
conflict te gemoet te zien. Het congres der Zuid-Arneri-
kaansche republieken toch heeft de eerst zoo ter harte ge
nomen verdediging van Peru's rechten tegenover Spanje,
naar het schijnt, thans liever aan de regeering te Lima
zelve willen overlaten. Als noodzakelijk gevolg daarvan
heeft deze laatste daarop blijken van toenaderingsge
zindheid gegeven en in hare machteloosheid geheel ver
geten „dat aan alle onderhandelingen eene ontruiming
der Chincha-eilanden door Spanje moest voorafgaan."
De generaal Vivanco is door de Peruaansche regeering
ter onderhandeling afgezonden naar den admiraal Pareja,
den tegenwoordigen opperbevelhebber van het eskader,
hetwelk die eilanden in bezit heeft genomen. Het voor -
stel der regeering te Lima strekt om de bestaande ver
wikkelingen door eene Spaansch-Peruaansche commissie
te doen oplossen. Als voorwaarde om tot dit voorstel toe
te treden heeft daarop de admiraal Pareja gesteld het
geven van een waarborg voor de betaling der expeditie-
kosten aan Spanje. Volgens de ontvangene mededeeling
zou de regeering te Lima hiertegen geene bezwaren
hebben.
Indien deze berichten juist zijn dan zal men voorzeker
het kabinet Narvaez nog meer dan de Peruaansche
regeering met deze vredelievende oplossing der quaestie
mogen gelukwenschen. De toestand toch der Spaansche
schatkist is steeds allerrampzaligst en de pogingen om
hierin verbetering te brengen worden tot dusverre met
geen gunstig resultaat bekroond. Een dezer pogingen
bestond in het voorstel der regeering om de belasting
bij anticipatie te heffen. Talrijke petitiën tegen dergelijk
plan worden van alle zijden naar Madrid gezonden en in
de hoofdstad zelf is dergelijke petitie door meer dan een
vijfduizendtal kiezers onderteekend geworden. De thans
door het ministerie in dit financieel plan gebrachte
wijziging zal het toch niet populair maken. Men zal dus
waarschijnlijk eindelijk de toevlucht moeten nemen tot
eene leening, welke onder de tegenwoordige omstandig
heden zeker nog wel op minder gunstige voorwaarden kan
gesloten worden dan vroeger het geval zou geweest zijn.
Dat de financieele en politieke toestand van Spanje
allerongunstigst is, werd dezer dagen ook door het lid
der kamer van afgevaardigden, Aparisi volledig erkend.
De oorzaak van dien toestand zocht deze spreker in het
steeds veldwinnend liberalisme, hetwelk hij qualificeerde
als: „de menschelijke rede, die de heerschappij van het
geloof verwerpt; de menschelijke wil, die zichzelven
verheft tot richtsnoer van het recht; de teugellooze be
geerte naar materieel genot en de minachting voor het
zedelijk goede; de verheerlijking van het zegevierende
geweld; de mensch tegelijk koning en opper-priester,
die zichzelven opheft en God verwerpt, kortom het
geheel op mensehelijken wil steunend recht losgemaakt
van alle goddelijke rechtsbeginselen."
Het klerikaal dagblad Le Monde acht deze voorstelling
zeer juist. Volgens dit orgaan levert Spanje een leerrijk
voorbeeld van de rampen, welke door het liberalisme
gesticht worden. Le Monde schijnt dus in Spanje el
Dorado der vrijzinnigheid te zien.
Het oosten.
In het oosten beginnen zich op politiek terrein weder
eenige onheilspellende wolken te vertooncn in den vorm
eener vrij ernstige oneenigheid tusschen Perzië en
Turkije. Op zich zei ven beschouwd heeft dit Persisch-
Turksch conflict omtrent handelsvoordeelen aan de
in Turkije wonende onderdanen van den sehach voor
heen verleend en thans, naar het schijnt, geheel of ge
deeltelijk ingetrokken voor Europa weinig belang
rijkheid. Men vergete echter niet dat een oorlog tusschen
Perzië en Turkije gewoonlijk eene interventie van Rus
land ten gevolge heeft. Wat hiervan nu voorts te ver
wachten is, heeft de geschiedenis ons in den Krim-oorlog
geleerd.
Uit Smyrna wordt gemeld dat door den consul-gene
raal van Frankrijk, verblijf houdende te Beyrouth, op
31 December de volgende brief, in de Arabische taal
gesteld, aan de bisschoppen en geestelijken van de
Libanon-gewesten gericht is.
„Beyrouth 31 December 1864.
„Monseigneur, ik heb de eer ter uwer kennissc te
brengen dat mij uit verschillende bronnen sedert eenige
dagen ter oore is gekomen hoe eenige kwalijkgezinde
personen kwaad trachten te strchten en in de Libanon-
streken de bevolkingen in opstand te brengen door deze
tot dwaze handelingen op te zetten, welke voor haar de
ernstigste gevolgen zouden hebben. Daar in deze afkeu
renswaardige intriges de naam van Frankrijk op den
voorgrond wordt voorgesteld, komt het mij van zeer veel
belang voor om de publieke opinie niet op het dwaalspoor
te laten brengen; ik zie mij alzoo verplicht, om van dit
oogenblik aan de bewoners der Libanon-streken te
kennen te geven dat de Fransche regeering een zeer be
paalden afkeer heeft van allen, die in dien zin op de
publieke opinie invloed willen uitoefenen en zich gedra
gen in strijd met de gehoorzaamheid aan het wettelijk
gezag der Libanon-streken verschuldigd. De christenen
der bergstreken hebben tot dusverre genoegzame bewij
zen ontvangen van de door Frankrijkjegens hen betoonde
belangstelling, om overtuigd te zijn dat de Fransche
agenten in Syrië de verdediging hunner rechten op zich
zouden nemen, als deze werden miskend. Van de andere
zijde echter moeten de bevolkingen van den Libanon
zich overtuigd houden, dat zij geene bescherming van
Frankrijk te wachten zullen hebben, wanneer zij zich
gedragen in strijd met alle billijkheid en gezond
verstand.
„Ik acht het derhalve mijn plicht, monseigneur, u te
verzoeken om de leden van uwe diocese in te lichten en
bij hen alle gevoelens weg te nemen, welke de publieke
opinie op een dwaalspoor zou kunnen brengen. Ik stel
mijn vertrouwen in de hooge wijsheid en bekende vader
landsliefde van uwe hoogheid en hoop dat de vriend
schappelijke raadgevingen tot het volgen van eene ver
standige gedragslijn, welke ik niet ophoud te geven,
zullen worden ter harte genomen door allen die op de
bevolkingen der bergstreken invloed uitoefenen.
„De consul-generaal van Frankrijk,
„max. outkey."
irrtijötngcn.
Uit Vlissingen schrijft men ons:
„De Engelsche schooner Saltmarsh, gezagvoerder
Groen, geladen met spoorijzer, komende van Antwerpen
en bestemd naar Engeland, is heden nacht op de reede
alhier, alwaar het vaartuig ten anker lag, door eene
Engelsche stoomboot die van Goole kwam, aangevaren,
en onmiddellijk gezonken. De gezagvoerder die, naar
ik verneem, nog eenige papieren uit de kajuit wilde
halen, is met het vaartuig in de diepte verdwenen; de
overige manschappen zijn gered."
IjauMsbmcljtm.
Middelburg 15 Februari. In de op heden te Amster
dam gehoudene veiling van 87,242 balen Java koffie is
alles verkocht, het meerendeel boven taxatie.
Oraanniarktcn enz.
Amsterdam 15 Februari. Raapolie op zes weken 41}.
Lijnolie op zes weken /36.
Middelburg 15 Februari. Raapolie ƒ41}. Lijnolie ƒ39.
Patentolie 43} per vat op 6 weken, op contant 1 lager.
Prijzen van effecten.
Amsterdam 15 Februari.
Nederland. Certific. Werkelijke schuld 2}- pet. 61|
dito dito dito 3 72}
dito dito dito 4 95}
Aand. Handelmaatschappij 4}
België. Certificaten bij Rothschild 2}
Rusland. Obligatiën 1798/1816 5 94}
Certific. Hope co4 65}
Oblig. dito 1855, 6e serie 5 80}
dito dito Leening 1860 4} r 83^
Certificaten 6
Aand. spoorweg182
Polen. Schatkistobligatiën4
Oostenrijk. Obligatiën metalliek5 59}
dito 1847/1852 2} 30}
dito rente Amsterdam5 80}
dito nationale5 65}
Bankactiën 3
Italië. Leening 18615
Spanje. Obligatiën (binnenlandsche) 3 40}
dito3 thans 2} 39}
Amortisable schuld
Portugal. Obligatiën 1853 3 46}
dito 1856—1862 3 „46
Griekenl. dito (blauwe) 5
Turkije. Obligatiën (binnenl.)6 48}
Vereen.Stat.dito (1882) 6 55}}-
Illinois. dito7 54
Mexico. dito3 26}
Grenada, dito afgestempeld4} 11-iV
Venezuela, dito2 18}
ÖMöaöt0l)etïi.
Veere, den 13 Februari 1865.
Is onze hoop gevestigd geweest op de weldadigheid
uit het naburige Middelburg, bij de daarstelling onzer
Commissie, als een vernieuwd bewijs dat die niet te ver
geefs iskan strekken de gift van 10ons door den
Burgemeester dezer gemeente, namens F. uit Middel
burg, ter hand gesteld, waarvan dan ook bij deze vol
gaarne dankbare melding wordt gemaakt; terwijl wij het
niet ondienstig achtendoor het strenge winterweder
dezer dagen daartoe geleid, onze Armen der weldadig
heid bij vernieuwing aan te bevelen.
De Commissie ter voorziening in de buitenge
wone behoeften der Armen te Veere,
J. M. KUILER, Voorzitter.
M. J. VAN DEN HEUVEL,
Secret. Penningm.