Guitrnlanir. goed, zonder dat zij ooit de eigenlijke beweegreden dezer opsluiting gekend beeft. De dagbladen deelen het volgende mede omtrent het feest der talen, dat, zoo als gewoonlijk, te Kome in de kerk der Propaganda op den 15 en 16 Januari is ge vierd. Bij die gelegenheid zijn redevoeringen gehouden in de navolgende talen, waarbij de Oostersche, gelijk ge bruikelijk is, den voorrang hadden: Hebreeuwsch, Chal- deeuwsch, Syrisch, Arraenisch, Arabisch, Perzisch, Kurdsclx, Bengaalscb, Turkscb en Chuxeesclx; daarna werd gesproken door inboorlingen van Afrika, namelijk door een Kopth en een inwoner van Memphis, benevens door een Senegambier; eindelijk traden op Europeanen, sprekende in het ouden in het nieuwGrieksch,Latijnsch, Fransch, Italiaansch, Celtisch, Iersch, Nederlandsch, Duitsch, Zwitsersch, Deensch, Engelsch, Illirisch, Bul- garisch, Albaneesch en Kütheeusch, en ten slotte beklom een Australiër het spreekgestoelte, die een gedicht voor droeg in de Futunataal, dat met de meeste belangstel ling werd aangehoord en algemeenen bijval verwierf om de scboone gedachten en den gekuischten vorm. Eene der onbetamelijkste zamenscholingen sedert de demonstratie tegen het kerkgaan, die voor eenige jaren aan het West-end plaats greep, werd den 29 Januari in Victoria-park te Londen gezien. Niet minder dan tus- scheu de dertig en veertig duizend menschen waren daar bijeen, en onder deze twee i drie duizend uit de gemeenste klasse des volks. Deze laatsteu maakten zich meester van de wandelpaden en banken in het middelpunt van het park, en begonnen een hevigen aanval met sneeuw ballen op de voorbijgangers. Iloe fatsoenlijker men er uitzag, des te meer had men te lijden. Vrouwen en kin deren ondergingen dezelfde bejegening en werden deer lijk mishandeld; niet alleen werd hunne kleeding be dorven, maar ook hun gelaat en hoofd door stukken ijs en steen verwond. De bewaarders der orde in het park waven tegenwoordig, doch konden zich niet behoorlijk tegenover het grauw doen gelden. Eenige der belhamels werden uit het park gesleurd en in handen der policie overgeleverd, doch het gemeen volgde, wierp met stee- nen en vuilnis en noodzaakte de gerechtsdienaars de schuldigen los te laten. Verscheidene personen zijn ernstig verwond; men schat het aautal mishandelde vrouwen op 3000. In St. James Park hebben insgelijks dergelijke onbetamelijkheden plaats gehad. Eene accoucheur had beloofd, eene dame, die in eene andere stad woonde, bij hare bevalling bij te staan. Toen de bevalling verwacht werd, telegrapheerde de echt genoot der dame, dat de accoucheur spoedig moest over komen, doch weinige oogenblikken daarna was de dame voorspoedig zonder eenige hulp bevallen, en de echtge noot, om kosten en moeite te voorkomen, telegrapheerde nogmaals: Kom niet, te laat." De accoucheur las: „Kom niet te laat," nam een extra-spoortrein en maakte dus juist de groote onkosten, die men wenschte te voorkomen. De gemeenteraad van Ravenna heeft voor 2000 francs ingeschreven op eene inteekenlijst voor een ge- denkteeken, dat opgericht zal worden ter nagedachtenis van Garibaldi's echtgenoote, die, op den terugtocht van Rome naar Ravenna, in de armen van haar echtgenoot stierf. Maandag avond is in St. James-Hall te Londen, tusschen 4de heeren Dufton en Green eene billardpartij gehouden voor den prijs van 1000 pond. st. Eerstgenoem de was de winner. Te Limoges is dezer dagen in een der gasthuizen overleden een 70jarige persoon, Jean Guimbord gehee- ten. Bij de conscriptie was hij als te klein afgekeurd. In 1813 was hij te Magnac-Laval gehuwd met Marie Lissac. Deze stierf in 1835 in het gasthuis; Guimbord huwde in 1842 ten tweeden male met eene weduwe, die ook reeds sedert lang is overleden; daarna leefde hij als landlooper, en werd deswege herhaaldelijk veroordeeld. Zijne indentitcit heeft hij telkens door eene acte van bekendheid bewezendat is zeven getuigen hadden voor den vrederechter verklaard, dat bij werkelijk Jean Guimbord was. Na zijn dood ontdekte men echter, dat Jean Guimbord eene vrouw was. Men zou aan de waar heid der geschiedenis twijfelen indien zij niet door officiëele stukken werd bevestigd. De redenen welke den overleden persoon aldus deden handelen zijneen geheim. Van de brochure van den heer Dupanloup te Parijs heeft de 10e druk het licht gezien. Volgens bet bewee ren zijner aanhangers zijn tot beden 100.000 exemplaren van dat werkje verkocht. Indien dat cijfer echter ook al niet overdreven mocht wezen, dan behoort men daarbij te bedenken, dat een zeer aanzienlijk getal afdrukken door de kooge geestelijken des hands zijn aangekocht, om onder hunne onderhebbenden te worden verspreid. Thcrinoiuetersta nd. 3Febr.'8 av. 11 u. 37 gr. 4 's morg. 7 u. 31 'smidd. 1 u. 31 gr. Algemeen overricht. Naarmate Pruisen zich van de staten van den tweeden rang verwijdert, naar die mate vermenigvuldigen zich de pogingen van Oostenrijk om met deze eene meerdere toenadering tot stand te brengen. Volgens bet dagblad l'Europe zou men er thans zeker van kunnen zijn dat de minister Mensdorff-Pouilly besloten is elke onmiddellijke of middellijke annexatie der hertogdommen aan Pruisen te beletten. „Zoolang het mogelijk was terug te trekken, zegt dat blad, heeft Oostenrijk zich teruggetrokken, maar het oogenblik moest aanbreken en is thans werke- 1 ijk aangebroken waarop een botsing tusschen de inzichten van beide mogendheden niet meer te vermijden valt en waarop de strijd moet uitbreken. De quaestie der hertog dommen is thans een nieuwe phase ingetreden. Het be treft thans geen verschil meer omtrent nationaliteit en Duitsche belangen maar wel dat van het overwicht het welk de twee groote Duitsche mogendheden elkander ten aanzien van Duitschland betwisten." Wat hiermede overeenstemt en wel iets bijdraagt om de beweering van l'Europe te bevestigen, is het feit dat ook tusschen de regeeringscommissarissen der beide mogendheden in de hertogdommen, de goede verstand houding schijnt verbroken te zijn. Men verzekert zelfs dat de heer von Halbherberg reeds naar Weenen geschre ven heeft om zijne terugroeping te bewerken. Of overigens de toenadering tot Oostenrij k van de staten van den tweeden rang, met name van Beieren, Saksen en Wurtenberg, wel zoo groot is als men dit te Weenen wil doen voorkomen, en of alle achterdocht bij die staten ten aanzien van Oostenrijk's inzichten verdwenen is, meenen wij voor bet tegenwoordige nog te mogen in twijfel trekken. Het blijkt ten minste niet dat er reeds eenige directe onderhandeling heeft plaats gehad. Het wetsontwerp betrekkelijk het kosteloos onderwijs in Frankrijk is thans bij den keizerlijken raad in behan deling en, naar men beweert, ontmoet het daar vrij wat tegenstand, voornamenlijk met betrekking tot het be ginsel van verplicht onderwijs, hetwelk de minister echter niet zou willen prijsgeven. Volgens La France beeft de heer Langlais als lid en rapporteur betrekkelijk de voor den staatsraad gebrachte beschuldiging van macbtsoverschrijding, door de regee ring tegen verschillende bisschoppen gericht, in zijn rapport dienaangaande geconcludeerd, dat dit staats lichaam omtrent den aartsbisschop van Besangon en den bisschop van Moulins dergelijke verklaringen zal afleggen. Koning Victor Emmanuel heeft, naar het schijnt on verwachts, zijne hoofdstad verlaten om zich, vergezeld van den generaal de la Marmora, naar Florence te be geven. Het doel dezer reis wordt niet gemeld. Eene belangrijke mededeeling met hetoog op Italië's financie wezen is voorts uit de Italiaansche hoofdstad ontvangen. De minister van openbare werken heeft namelijk het contract geteekend, waarbij de staatsspoorwegen worden verkocht aan de maatschappij van den Lombardisehen spoorweg. De koopsom wordt in het bericht niet opge geven. De meerderheid der leden van het Engelsch kabinet moet thans, naar men verzekert, bepaald de meening zijn toegedaan, dat in het aanstaande zittingsjaar nog geene parlementaire hervormingen aan het oordeel van het parlement behooren onderworpen te worden. BBJEVEN UIT BELGIË. Brussel2 Februari. Baron Chazal heeft „ten langen leste" en niet zonder moeite zijne begrooting er doorgehaald. Zij is gisteren met 64 tegen 29 stemmen aangenomen, terwijl 8 ieden dei- kamer zich buiten stemming hielden. Men kan dus aan nemen dat bet budget 37 tegenstanders in den boezem der vertegenwoordiging heeft. Deze behooren tot beide partijen en tot alle nuances. Indien de clericale partij een partij-votum had willen uitbrengen en tegen de begrooting bad gestemd, eu indien het groot getal libe rale afgevaardigden die daaraan thans hunne stem heb ben geweigerd, ook dan die aan generaal Chazal hadden onthouden, dan was het hoofdstuk gladweg afgestemd. "Wanneer dergelijke mogelijkheid zich openbaart zon men mogen aannemen dat het ministerie toch wel tot eenig nadenken zou moeten komen, en wij willen dan ook hopen dat het spoedig blijken zal, dat het kabinet zelf de noodzakelijkheid inziet om tot eene reductie van,/ de militaire uitgaven over te gaan. Kan het daartoe niet-, besluiten dan acht ik het zeker dat men vroeg of laat": van de zijde der vertegenwoordiging nog veel krachtiger" maatregelen zal nemen, ten einde de regeering te bedui den, .,dat het nu eindelijk tijd wordt." Ik blijf bij mijn vroeger beweeren dat hoeveel er ook over deze begrooting in de kamer gepraat is, echter slechts het gesprokene door den baron Chazal en dat van den afgevaardigde uit Turnhout, den heer Coomans, aan dacht verdient. Jl. Zaturdag heeft laatstgenoemde een vervolg en slot op zijn rede van Donderdag te voren gegeven, en nogmaals op welsprekende wijze aangetoond hoe de stelling van den minister van oorlog, dat de staande legers de beschaving bewerkt hebben, te mon strueus is om houdbaar te kunnen bly ven. Ik zou meenen aan 't gezond verstand uwer lezers te kort te doen, volgde ik het betoog van den heer Coomans op den voet, en herhaalde ik hier zoo menig bewijs als hij aanvoerde om zijn beweeren te staven. De geschiedenis van vorige dagen gaf hem gereede aan leiding om baron Chazal te beschuldigen dat hij te kort deed aan België's glorierijk verleden, dat hij 't tijdperk, waarin België door wetenschap en kunst schitterde als een der schoonste juweelen aan Europa's volkerenkroon, geheel voorbij zag, waar hij beweerde dat eerst met de i staande legers de beschaving hier veld had gewonnen. In eene vorige zitting had de minister'van oorlog de vergadering herinnerd aan een in vorige jaren door den heer Coomans geschreven boek, getiteld„de Academie der gekken." Hij had een paar bladzijden uit dat boek opgeslagen en o. a. die waariu de afgevaardigde-jour nalist-auteur uit de Kempen, een gek de soldaten met den beul gelijk doet stellen. De heer Coomans is tegen die aanhaling niet direct opgekomen, maar 't bleek toch dat ze in deze omgeving te berde gebracht, hem min aangenaam was geweest. Hij scheen er dan ook nota van genomen e* zijn oogenblik afgewacht te hebben om den minister eens terecht te zetten, die, wat bij als auteur een paar gekken in den mond had gelegd, deed voorkomen als het persoonlijk gevoelen van den afgevaardigde. Met de hem zoo eigen snijdende en scherpe scherts zei hij: „De minister schijnt mij als eeu gek te beschouwen hij zal mij vergunnen hem op te merken dat ik voorloopig het ten deze niet met hem eens ben. Ik zou mij zelfs over de vergelijking verwonderen, indien ik al mijn verwon- deringsvermogen niet behoefde, waar ik zie dat men bier in deze vergadering met zoo'n minachting van den beul spreekt. Ik zie niet in dat een onzer daartoe recht heeft. De beul is als zoo menig ander niets minder dan een der hoogst geplaatste ambtenaren in den staat. Weet gij echter wel zoo ging hij voort wie eigenlijk de beul is? De koning is de beul, waut hij bekrachtigt de doodvonnissen; gij, minister vanjustitie,zijtde beul, want uw contraseign is er noodig, wil een doodvonnis ten uit voer kunuen worden gelegd; wij, leden der volksverte genwoordiging, wij zijn de beul, waut wij —en ik verklaar dat ik thans berouw heb over dat eenmaal door ray uit gebracht votum wij hebben eens bij de wet de dood straf bestendigd." Zelden hooi-de ik in 's lands vergadering zulke stoute, zulke mannelijke taal. Coomans maakte dan ook blijk baar indruk. De ministers waren bleek van verkropte woede, maar zwegen. Niet een hunner had den moed om op te komen tegen al 't kwetsende dat er lag in de taal van een afgevaardigde, die, mag hij al geen degelijk politiek man zijn, loch telkenmale den moed toont te bezitten om de dingen bij hun waren naam te noemen, ongeacht of hij op die wijze zijne medestanders of zijn tegenpartij aan de kaak stelt. Hij is overigens de eenige redacteur van een katholiek blad die heeft durven zeggen dat de paus met zijne encyclica en syllabus in zijn goed recht was, waar hij daarin opkwam tegen be ginselen die de kerk veroordeelt, teveus verklarende dat wat hem betrof hij, hoewel erkennende dat recht van den H. vader tevens zich het zijne voorbehield, om in weêr- wil een encyclica en syllabus, toch de door hem bele- deue begiuseleu van vrijheid en verdraagzaamheid in alles en voor allen compatibel te verklaren met zijn plicht als goed katholiek. Tot mijn leedwezen moet ik het bekennen, onze liberale meerderheid bezit niet een enkel afgevaardigde zoo onafhankelijk als de heer Coomans. Menigeen hunner waren gaarne op het oogenblik der stemming afwezig geweest om zich niet omtrent het wetsontwerp te behoeven te verklaren. Ouder deze wijs ik op den Brusselschen afgevaardigde en redacteur der Indëpen- dauce Beige, de heer Couvreur, die gedrongen zat tus schen de polemiek van zijn blad en zijn persoonlijk gevoelen. Werkelijk, ware er een Coomans te vinden geweest op de banken der ministeriëele meerderheid, hij_ware onmiddellijk van zijne plaats opgerezen toen ■bar»» Clxksal, de minister van het constitutioneel België .deninoed^ad in de volle vólks-vergadering eeu lof spraak-té houden op den man van den 2 December, op hem die met behulp van een staand leger, 't welk liij met •goud de oógén verblind en door drank beneveld had, yerradgïjgk aan Frankrijk zijn vrijheid ontstal en zijn.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1865 | | pagina 3