MIDDELBURGSCHE
C 0 U R A NT.
r
N°- 14.
Dinsdag
1865.
24 Januari.
Editie van Maandag avond 8 ure.
middelburg 33. Januari.
De gemeenteraad alhier zal op Woensdag den 25
Januari, des namiddags te half twee uren, een openbare
zitting houden ter behandeling der onderstaande zaken
'Adressen om gemeentegrond in erfpacht,'liggende aah
het Zand, buiten de Langeville barrière; missive van
curatoren gymnasium, ontslag leerarenvaststelling ver
ordening commissie van toezicht op het middelbaar
onderwijs en benoeming commissie.
De Staatscourant van Zaturdag bevat de wetten van
den 11 Januari 1865, houdende vaststelling van de hoofd
stukken VII a, VII b en VIII der staatsbegrooting voor
het dienstjaar 1865.
In het nommer van heden zijn opgenomen de wetten
van den 12 Januari, houdende vaststelling van de hoofd
stukken IX en X der staatsbegrooting voor het dienst
baar 1865.
Uit Leiden schrijft men ons onder dagteekening
van 20 dezer
„Gisteren avond werd, in het Remonstrantsche kerkge
bouw alhier, de 4e voorlezing gehouden. Professor Kuenen,
die in de plaats van den heer Hagen (nog pas aanvan
kelijk uit een zeer ernstige ongesteldheid hersteld; van
hier de langdurige schorsing), met de behandeling van
diens onderwerp „Over de Messiaansche verwachting"
zich welwillend had belast, begon met de opmerking dat
vroeger, toen men, verblind door dogmatische vooringe
nomenheid, den bijbel nog met geheel andere oogmerken
dan tegenwoordig onderzocht, men alles wat men zocht
'er ook gewoonlijk in vond. Iéder, tot welke richtingen
of partij ook behoorende, zag juist zijne bijzondere
theologische zienswijze in den bijbel voorgestaan. In
't bijzonder springt dit in het oog ten aanzien van de
dusgenaamde Messiaansche verwachtingen. Wat hebben
wij daarvan in onze jeugd op de catechisatie al niet ge
leerd, dat ons in den zekeren waan moest brengen, als
ware bijkans alles, Jezus en de vestiging zijner kerk
betreffende, haarfijn door de godsmannen van het oude
verbond voorspeld. En nu, zeide de hoogleeraar, nemen
wij tegenwoordig „onpartijdig" die schriften ter hand,
dan treffen wij daarin van al die dusgenaamd Messiaan
sche voorspellingen of verwachtingen zoo goed aan
als niets. Hoe komt dit? Gebrekkige vertaling en
exegese van de O. T. profetische boeken, gepaard aan
de vroeger vooropgezette racening dat God door de
profeten gesproken en van Christus ('t Grieksche woord
voor Messias, beteekenende: gezalfde, koning) en zijne
kerk had geprofeteerd, waren oorzaak dat men in de pro
fetische boeken heel wat meende te lezen, dat de schrij
vers nimmer hadden bedoeld.
„Als proeve van zeer onjuiste vertaling wees spreker
o. a. op de vier laatste versen van Daniël IX, waarvan,
bij nauwkeurige overzetting van het oorspronkelijke, de
zin een geheel andere wordt, dan men bij eenvoudige
lezing van onze gewone staten-vertaling zou vermoeden.
De rechtzinnige partij, vervolgde Kuenen, is in onze
dagen op dit punt al vrij wat minder vasthoudend gewor
den dan voorheen, en de ultra-rechtzinnigen, b. v. de
„vrienden Israels", aan wier hoofd vroeger da Costa
stond, zijn hier nagenoeg geheel op onze hand.
„Ook deze toch beweren, even als de modernen, dat de
profeten op het werkelijke Israël, op een zichtbaar Jeru
salem, op aardschen, en geeuszins hemelschen luister
hebben gezinspeeld. Ook deze willen van een geestelijke
toepassing niet weten. Alleen moet, volgens hen, de ver
vulling der profetiën in den vorm van een hersteld Jeru
salem, met den Messias aan 'thoofd, en Israël's heerschappij
over de volken, nog komen, terwijl de modernen na
tuurlijk meouen, dat ze, eenmaal niet vervuld zijnde,
ook nimmermeer zullen of kunnen vervuld worden.
„Spreker gaf vervolgens van een aantal, gewoonlijkals
Messiaansch opgevatte, plaatsen, een juistere vertaling,
en deed daardoor aan zijne hoorders zelve ten duidelijkste
ipzien, vooreerst dat de profeten zelden op iets anders
dan op nabij zijnde staatkundige gebeurtenissen of op
t'ijdgënooten doelen; verder, dat zij in hunne bedrei
gingen van onheilen en strafgerichtenofin de schildering
van Israël's glorievolle toekomst, verre van eenstemmig
zijn, terwijl hij eindelijk overtuigend aanwees, hoe de
geschiedenis de meeste hunner, vooral de op Israël's poli
tiek herstel betrekking hebbende verwachtingen, op
bittere wijze heeft teleurgesteld.
„De oorsprong der Messiaansche verwachting dagtee-
kent van omstreeks de achtste eeuw voor onze jaartelling.
Zij was een uitvloeisel van den treurigen toestand, waarin
beide rijken na de scheuring allengs geraakten, en van
den daaruit geboren wensch naar betere tijden. Die
wensch werd gaandeweg hoop, die hoop stellige ver
wachting. De vorm dier verwachting werd, naar gelang
van de verschilende geaardheid der profeten, zeer onder
scheiden opgevat. Nu eens stond meer de staatkundige,
dan weer de godsdienstige zijde op den voorgrond. In
beide openbaarde zich en hierin staat Israël geheel
eenig onder de volken hun aller krachtig en ongeschokt
geloof aan een grootsche toekomst voor Israël als volk.
Dat geloof, het is gebleken ij del te zijnZullen wij daarom
de profetische geschriften, als voor ons van nul engeener
waarde meer, dan nu ook maar ter zijde schuiven? Spre
ker meende dat dit een ongelukkige toepassing zou zijn
op zijne rede. Israël's profeten hebben, juist wegens hun
blijvend geloof aan het ideaal dat hun voor den geest
stond, recht op onzen eerbied. „Hun ideaal is wel niet
verwezenlijkt, maar toch zijn zij onloochenbaar de weg
bereiders geweest van een betere toekomst. Wat er
onzuivers aan hunne voorstellingen kleefde is weggeval
len, wat er goeds in was, is gebleven: een onwankelbaar
geloof in God, een vast vertrouwen op de toekomst." De
kern dor idéé van Israël's profejenjie^ft zich belichaamd,
schoon geheel anders dan zij zich voorstelden, in Jezus
van Nazareth."
Benoemingen en besluiten.
LKGEu. Benoemd tot len luitenant bij het corps inge
nieurs, mineurs en sapeurs (naar ouderdom van rang)
de 2e luitenant W. G. Tilanus van het corps.
consulaten. Benoemd tot consul der Nederlanden te
Huil en voor al de havens aan den Humber, de heer
J. R. Ringrose, thans vice-consul.
Kerknieuws.
De heer G. J. Gobius du Sart, predikant te Arnemui-
den, heeft een beroep ontvangen naar de gemeente
01denbroek.
De heer G. C. Boomer, predikant te Rittliem, heeft
voor het beroep naar de gemeente Vrouwepolder bedankt.
Voor de vacature te Groningen, ontstaan door het
emeritaat van de heer M. A. Amshoff, is door den kerke-
raad der Nederduitsche hervormde gemeente aldaar het
volgende twaalftal van predikanten, alphabetisch gesteld,
geformeerd: de heeren dr. W. Astro, te Vlissingen;
H. Brouwer, te Zwolledr. A. Drost, te Hazerswoude
dr. C. P. Hofstede de Groot, te Purmerend; C. P. de Groot,
te Veendam; G. A. Hoog, te HaarlemJ. G. Busch Keiser,
te Ulrumdr. W. H. Krijt, te Berkel en Rodenrijs
dr. G. H. Lamers, te ScherpenzeelE. H. Lasonder, te
Loenen aan de Vecht; E. D. Lichtenvoort, te Dragten,
en W. Snellen, te Neede.
Rechtszaken.
Bij vonnis der arrondissements rechtbank alhier van
den 10 November jl. werd Mozes Hakker, vleeschhouwer
te Vlissingen, schuldig verklaard aan afbreking der
godsdienstoefening op den 17 September te voren, door
het verwekken van beroering of wanorde in het kerk
gebouw der afgescheidene Israëlitische gemeente inde
Beursstraat aldaar, en wel door het uiten der woorden
tegen den persoon die het gebed reeds had aangevaugen
„Wie, schoft! heeft jou daar neergezet? Jij hoort daar
niet?" Hij werd mitsdien door de rechtbank, zooals wij
destijds mededeelden, veroordeeld tot eene geldboete
van/10 en eene gevangenisstraf van zes dagen, alsmede
in de kosten, boete en kosten zoo noodig te verhalen bij
lijfsdwang.
Heden vóór acht dagen werd deze zaak in hooger beroep
behandeld voor het provinciaal gerechtshof in Zeeland,
hetwelk heden uitspraak deed. Zich vereenigende met
het vonnis der rechtbank voor wat betreft het bewezene
der feiten, hunne quaüficatie en de opgelegde straf, heeft
het hof 't appèl te niet gedaan en het vonnis der recht
bank bevestigd, met bepaling dat de daarbij opgelegde
straf onveranderd zal worden toegepast, met verdere
veroordeeling van den appellant in de kosten van het
hooger beroep, zoo noodig te verhalen bij lijfsdwang.
Naar wij vernemen zal de veroordeelde zich van dit
arrest in cassatie voorzien.
Gemengde berichten.
Het blijkt nu tot niet geringe verbazing van het Engel-
sche publiek, dat de geruchten, als zou de koningin
den dichter Tennyson tot baronnet hebben verheven,
geheel uit de lucht gegrepen waren. De dichter doet
althans in de dagbladen de bewering tegenspreken.
Volgens de Utrechtsche courant hebben eenige
vlagofficieren in onze Oost-Indische bezittingen zich in
commissie vereenigd om aau den viee-admiraal I. May,
commandant van zijner majesteits zeemacht in Oost-Indië,
een prachtalbum aan te bieden, voorzien van portretten
van de officieren, die vroeger en later onder zijne be
velen gediend hebben, als bewijs van de hoogachting,
die hij zich tijdens zijn bestuur in Indië heeft verworven.
Er is/e Londen, via San Francisco, bericht ontvan
gen dat in Japan twee Britsche officieren zijn vermoord.
De Britsche gezant, sir Rutherford Aloock, die zich nog
te Yokuhama bevond, had onmiddellijk bij de Japansche
regeering een eisch ingesteld tot de arrestatie en straf
der daders, onder bedreiging dat hij anders dadelijk tot
dwangmaatregelen zou overgaan. Volgens het bericht,
waaromtrent per volgende Chineesche mail nadere bij
zonderheden worden te gemoet gezien, hadden de Japan
sche autoriteiten zich bereid verklaard daaraan te voldoen.
Woensdag a. zal weder een bal, waartoe cirka 3000
uitnoodigingen zijn gedaan, op de Tuilleriën plaats heb
ben. Naar men verneemt zal dit feest hoogstens door nog
slechts twee anderen van denzelfden aard wegens den
vrij ongunstigen gezondheidstoestand der keizerin wor
den gevolgd. Om dezelfde reden zal voor alsnog geen
gevolg worden gegeven aan het voornemen, om, even als
vroeger, soirées dausantes in de vertrekken der keizerin
te geven.
Te Shoeburyness is eene proef genomen met het
verlengde projectiel naar de uitvinding van Lancaster.
Het woog 130 Ned. pond en werd met- eene lading van
17 Ned. pond kruit afgevuurd tegen eene dubbele pant
serschijf der Warrior, en wel uit zijn 7J tons zevenduims
kanon, met eene snelheid van 800 yards. Het resultaat
hiervan was, dat de schijf van het eene einde tot het
andere scheurde en het projectiel tot in de stutbalken
achter de plaat doordroug, waarbij het houtwerk in brand
vloog, hoewel het projectiel slechts uit eene vaste massa
zonder eenig brandmiddel bestond. Het is ook veel goed-
kooper dan zoo vele andere projectielen, wier werking
op verre na zoo geweldig niet is.
De extra-trein, waarmede de Fransche keizerin
hare laatste reis door Duitschland deed, bestaat uit
negen achtereenvolgende rijtuigen, die door zeven over
dekte kleine bruggen zoodanig onderling waren verbon
den, dat men uit het eene rijtuig in het andere kon gaan.
Het middenstuk is eene opene zaal, door een balcon van
gegoten ijzer omringd. Deze zaal is langwerpig rond en
behangen met tapijten van de Gobelins, die men naar
verkiezing op en neer kan laten. De deur is met het
Fransche wapen en de keizerskroon, in brons gegoten,
versierd. Het mobilair van dezen salon is eenvoudig en
prachtig. Langs het hekwerk zijn divans aangebracht.
Rechts vindt men de eetzaal, waarvan de schotten met
leder zijn bekleed. Ook de stoelen hebben lederen zittin
gen en zijn overigens van gedreven eikenhout gemaakt.
Een aan den grond bevestigde en opslaande tafel staat
in het midden en is het eenige meubelstuk dat men daarin