van Rome, welke nooit aan mannen van eenig naden
ken ontsnapt is, blijkt thans aan allen. Zij kan niet
langer worden gehandhaafd. Die bescherming is voor
taan eene vernedering voor de beschermende mogend
heid of eene beleedigïng voor de beschermd wordende.
De heer Nefftzer stelt namelijk dit dilemma: óf de
Fransche regeering kent aan het pauselijke gezag zulk
eene kracht en prestige toe dat zij zelfs na het manifest
zich niet daarvan durft afscheiden. In dat geval is de
mogendheid, welke het meest werd beschermd niet die
gene, welke men meende; óf de Fransche regeering
meent dat het pauselijk gouvernement vervallen is tot
een staat, waarin men niet meer verantwoordelijk is voor
zijne handelingen en waarbij men beschermd wordt
ondanks zijn wil.
De Italiaansche regeering heeft zich dezer dagen het
recht gereserveerd om voortaan geene geschriften van
het pauselijk hof te doen publiek maken dan nadat
eerst door haar daartoe de noodige autorisatie zal zijn
verleend. Even als in Frankrijk zal de regeering voor
taan deze autorisatie ook slechts tot gedeelten dier docu
menten kunnen uitstrekken. De minister van justitie
heeft het daartoe strekkend regeeringsbesluit ter ken-
nisse der geestelijkheid gebracht. liet zal wel geen
betoog behoeven dat men thans in Italië dezelfde conflic
ten tusschen de burgerlijke macht en de geestelijkheid
mag verwachten, als in Frankrijk het geval is. Alleen
zullen de Italiaansche conflicten nog heftiger zijn.
De troonrede van koning Wilhelm van Pruissen, waar
mede eergisteren de zittingen der huizen van vertegen
woordiging zijn geopend ligt voor ons. De belangrijkheid
van dit stuk in de tegenwoordige omstandigheden noopt
ons om de belangrijkste gedeelten daarvan in zijn geheel
mede te deelen. Het stufezal natuurlijk degrondslag uit
maken van de te verwachten debatten in het huis van
afgevaardigden.
Eergisteren avond heeft het Pruisisch huis van afge
vaardigden eene eerste gewone zitting gehouden, waarin
de heer von Grabow in eene lange redevoering betoogde
hae .belangrijk de laatste oorlog was geweest. Op voor
stel van den president hebben woorts de leden een eer
bewijs gebracht aan het Pruisisch leger door van hunne
zitplaatsen op te staan. Geen der ministers was in deze
zitting tegenwoordig.
Met belangstelling verwacht men te Weenen het ant
woord der regeering op de onzen lezers medegedeelde
interpellatie in hetOostenrijksch huis van afgevaardigden
gedaan. Intusschen geeft de Wiener Presse het resumé
eeuer nota, door den minister von Mensdorff aan het
kabinet te Berlijn gerigt. Belangrijk is daarin de verze
kering van Oostenrijk dat het zich verzetten zal tegen
elke combinatie, waarbij de pruisische regeering raeeste-
resse zon worden van het lot der hertogdommen, en tevens
tegen alle inlij vingsplannen van zijnbondgenoot zijn recht
als mede-eigenaar zou laten gelden, „van welk recht het
zekerlijk geen afstand zou doen zonder daarvoor eene
compensatie in grondgebied te erlangen."
Naar onze meening kan uit deze bewoordingen worden
opgemaakt dat er nog slechts sprake is tasschen de
Duitsche mogendheden van eene vaststelling der boven
bedoelde compensatie. Is derhalve de Wiener Presse
juist ingelicht dan mag men eene aanstaande inlij ving
van de hertogdommen bij Pruisen als vrij zeker te ge-
moet zien.
Uit New-York wordt gemeld dat op eene meeting der
bevolking van Savannah, de onlangs door den generaal
Sherman bemachtigde stad, besloten is om zich aan de
regeering te Washington te onderwerpen. Hel. gerucht
was in omloop dat de heeren Fessenden en Seward hun
ontslag zonden hebben ingediend.
Troonrede des konings van Praisen.
„Wij zijn er in geslaagd om in vereeniging met Z. M.
den keizer van Oostenrijk eene schuld van eer af te doen,
aan wier betaling wij herhaalde malen zijn herinnerd
geworden en waarbij men wees op de traditioneele gevoe
lens, nog altijd in de herinnering van geheel het vader
land voortlevende. Een eervolle vrede is verkregen ten
gevolge der schitterende dapperheid onzer vereenigde
legers.
„Gesterkt door de voldoening waarmede ons volk den
blik slaat op deze zegepraal, Pruisen waardig, wenden
wij vol verootmoediging onze harten tot God, wiens
zegeningen mij veroorloofden om, in naam des vader
lands, dank tc zeggen aan mijn leger voor zijne wapen
feiten, welke die uit de schitterendste militaire geschied-
boeken evenaren."
Na vijftig jaren van vrede zegt koning Wilhelm
is thans weder gebleken hoe uitmuntend de leger-orga-
nisatie moet geacht worden. Daardoor toch heeft men
de landwehr te huis kunnen laten. De koning meent
dus hieruit het gevolg te moeten afleiden dat de tegen
woordige leger-organisatie de eerste oorzaak van de
uitbarsting der bestaande oneenigheden tusschen kroon
en natie moet gehandhaafd en op haren thans aange
nomen grondslag verbeterd en ontwikkeld worden.
Koning Wilhelm hoopt daarbij te worden ondersteund
door de beide huizen.
„De ontwikkeling der marine veieischt insgelijks
mijne bijzondere zorg. Pruisen moet partij trekken van
de voordeden, welke het zich ziet aangeboden door
geographische en staatkundige positie. Het is van hoog
belang om zich bezig te houden met de uitbreiding barer
macht ter zee, zelfs ten koste van groote opofferingen.
Een ontwerp tot het geven van meer uitgebreidheid aan
onze marine zal bij de kamers worden ingediend.
„Met voldoening hebben wij gezien dat de gunstige
staat van ons financiewezen ons heeft veroorloofd om den
oorlog tegen Denemarken ten einde te brengen, zonder
tot eene leening de toevlugt te nemen. Omtrent de
oorlogskosten en andere uitgaven zullen volledige mede-
deelingen worden gedaan na de sluiting van het thans
loopend dienstjaar. Het budget, hetwelk ter zelfder tijd
bij de hui2en zal worden ingediend, zal zeer gunstig
wezen en een vrij .groot batig saldo opleveren."
Voorts wordt in de troonrede melding gemaakt van het
kanaal tusschen de Noordzee en de Baltische zee, tot de
uitvoering vau welk werk de regeering hare medewerking-
zal verleenen; van het Zollverein, aan welks instand-
blijven thans niet meer kan getwijfeld worden; van de
onderhandelingen met Oostenrijk tot liet vergemakke
lijken der handelsbetrekkingen, welke een gunstig resul
taat beloven; van het handelstractaat- met Frankrijk,
hetwelk streng gehandhaafd is door de regeeringen te
Berlijn en te Parijs en den band vau vriendschap tusschen
Frankrijk en Pruisen nauwer zal toehalen.
„liet vredestraetaat, met Denemarken gesloten, heeft
aanDuitschland zijne Noordelijke grensprovinciën, welke
daaraan betwist werden, teruggegeven en deze weder in
staat gesteld om ons nationaal leven te deelen. Het doel
mijner politiek is om deze verovering te verzekeren door
zulke schikkingen, welke het verrullen van den eereplicht
om de grenzen der hertogdommen te verdedigen zullen
vergemakkelijken en deze in de gelegenheid zullen
stellen om hunne krachten te wijden aan de uitbreiding-
der nationale zeemacht en aan de algemeene belangen
des vaderlands.
„Deze billijke eischen handhavende, zal ik trachten
naar hare verwezenlijking in verband met de rechtmatige
wenschen des lands en der vorsten. Om ons een vast
terrein te verzekeren ter' besproking der rechtsquaes-
tiën hebben wij de rechtsgeleerden der kroon geraad
pleegd.
„Mijne loyale overtuiging en mijne plichten jegenB
het vaderland zullen mij voor oogen staan bij het aan
wenden van pogingen om met mijn doorluchtigen bond
genoot, waarmede ik voorloopig het bezit en het bestuur
der hertogdommen deel, tot overeenstemming-te geraken."
De koning wenscht zich voorts geluk met de omstan
digheid dat de oorlog binnen den kleinsten cirkel is
begrensd gebleven. Hij deelt mede dat het herstel der
diplomatieke betrekkingen met Denemarken weidra ge-
regeld zal zijn en dat zijne verhouding tot de overige
europeesche mogendheden vriendschappelijk blijven.
„Mijn levendigste wensch is dat het conflict, tusschen
mijne regeering en het huis van afgevaardigden ontstaan,
eene gunstige oplossing moge hebben. De zoo belang
rijke gebeurtenissen, in den laatsten tijd voorgevallen,
levereu het bewijs hoe noodzakelijk eene leger-reorgani-
satieis geweest, gerechtvaardigd door de laatste oorlogs
overwinningen.
„Ik ben vast besloten om de constitutioneele rechten
der nationale vertegenwoordiging te eerbiedigen. Pruisen
moetechter waken voorzijneonaflnuikelijkheid en voorde
positie, welke het als Europeesche mogendheid bekleedt,
verdedigen. Daarom moet het gouvernement krachtig
zyn en de goede verstandhouding met de vertegenwoor
digers des lauds kan niet anders verkregen worden dan
door de handhaving eener leger-organisatie, welke de
veiligheid en de verdediging des vaderlands waarborgt."
ijanïulsbcricljtcn.
MeekB-0 5>jj»r5Jy,cn.
Rotterdam 16 Januari Er werd lieden veel aange
boden, naar mooie qualiteit bestond eenige vraag; diverse
partijtjes zijn tot vorigen weckprijs verkocht.
Graanmarkfcit enz.
Amsterdam 16 Januari. Raapolie op zes weken /"40$.
Lijnolie op zes weken f 35}.
Rotterdam 16 Januari. Tarwe, gerst en haver 30,
Paardenboonen 20, erwten, witzaad en witteboonen 50
cent lager.
Axel 14 Januari. Oude tarwef 7.70 a, f8.05, nieuwe
dito 7.a 7.45Rogge ƒ5.25 a ƒ5.60; Wintergerst
ƒ4.90 ƒ5.15; Zomer dito ƒ4.20 a ƒ4.45; Haver ƒ3.05
A ƒ3.55Paardenboonen 5.50 a 5.80Duivenboonen
ƒ5.95 h ƒ6.35; Bruineboonen ƒ7.95 a ƒ8.65; Groene
erwten ƒ6.55 a 6.75; Gele dito 6.05 a 6.55; Boekweit
ƒ5.60 a 5.85.
Prijzen van eüFecten.
Amsterdam 16 Januari.
Nederland. Certific. Werkelijke schuld 2$ pet. 62$
dito dito dito 3 73$
dito dito dito 4 96$
Aand. Handelmaatschappij 4$
België. Certificaten bij Rothschild 2$ 56$
Rusland. Obligatiën 1798/1816 5 „94$
Certific. Hope co4
Oblig. dito 1855, 6e serie 5 80$
dito dito Leening 1860 4$ 83$
Certificaten 6 45
Aand. spoorweg180$
Polen. Schatkistobligatiën4 67
Oostenrijk. Obligatiën metalliek5 58$
dito 1847/1852 2$ 29$
dito rente Amsterdam5 81$
dito nationale5 64$
Bankactiën 3
Italië. Leening 18615
Spanje. Obligatiën (binnenlandsche) 3 42$
dito3 thans 2$ 40$
Amortisable schuld
Portugal. Obligatiën 1853 3 46$
dito 1856—18623 „46$
Griekenl. dito (blauwe)5 23$
Turkije. Obligatiën (binnenl.)6 48$
Vereen.Stat.dito (1882) 6 47 iV
Illinois. dito7
Mexico. dito3 27$
Grenada, dito afgestempeld4$
Venezuela dito 3 17$
iDfiïmïhgfjctö.
DIAKENEN der Nederd. Herv. Gemeente alhier
berichten met hartelijke dankzegging de ontvangst
eener Gift van f 10, in een Muntbillet no. 23 N. Q.
gevonden in de collecte der voormiddag-godsdienst
oefening in de Nieuwekerk Zondag 15 dezer.
Middelburg 16 Januari 1865.
Diakenen voornoemd,
DIRK JERAS, Voorzitter.
JAC. DE KANTER, Secretaris.
DIAKENEN der Evang. Luth. Gemeente maken dank
bare melding eener Gift groot f 100, in vier Bankbil-
letten ieder ad f 25, den 13 dezer bezorgd bij den eerst
ondergeteekende, en den 14 dezer een Gift groot f 15,
door tusschenkorast van den Heer B. C. Heeröldt,
beiden onder de lett. A.
Middelburg den 16 Januari 1865.
J. N. HEERÖLDT, President.
F. CREDÉ, Secretaris.
ADrcrtcntim.
Bevallen van een' Zoon Vrouwe S. M. VAN CITTERS,
geb. Baronesse VAN HEEMSTRA.
's Hage, 13 Januari 1865.
Voorspoedig bevallen van een Zoon J. J. RISCH
ZIP.
Middelburg, 16 Januari 1865,
De Heer en Mevrouw VAN SON betuigen bij deze
hunnen hartelijken dank voor de vele bewijzen van deel
neming, welke zij hebben ondervonden bij het afsterven
van hun geliefd Kleinkind, op den 25 December 1864.
De ondergeteekende betuigt bij deze zijuen hartelijken
dank voor de zoo talrijke bewijzen van belangstellende
deelneming, hem bij het afsterven zijner geliefde Dochter
ADRIANA bewezen.
Ylissiugen16 Jan. 1865. P. M. VAN SPRANG.
HEDEN den veertienden Januari 1800 vijf en zestig;
Heb ik JOHANNES'KULDERIJ Az., Deurwaarder
bij de Arrondissem'euts-ReQhfbaülv. te Middelburg, wo
nende aldaar i n/de ..Lap ge-Go ft sira atwijk I nov3T$^
over het loopen<$ Dièustjaar 'Gepatënteerd
Teu verzoeke^ vaft.PiE TER-N EL L A JACOMINA BEL-
LINKHuisvrouw-vair na fe'm'elffe'n ABRAHAM CHRIS.-
TIAANSEN, Werkvrouw, wonende te Hoofdplaat, bij