thans gevolgd wordt. Vroeger bestond daarvoor een
rooster, en hij wenscht zeer dat maatregelen worden ge
nomen dat ieder lid op zijn beurt, volgens recht, in die
stembureaus zitting hebbe. De voorzitter antwoordt
hierop dat het door den heer Ruijsch bedoelde rooster
eigenlijk niet geoorloofd is, en dat voor de benoeming
van een stembureau geen regelen kunnen worden voor
geschreven, daar de keuze vry behoort te blijven.
Tot de benoeming overgegaan zijnde, zijn als leden
van het stembureau gekozen de heeren de Kruijff en
van der Hij den, en als plaatsvervangers de heeren Hec
tor en Pot.
Vervolgens hebben de benoemingen plaats der leden
van de hieronder volgende vaste commissiën. Vooraf
was aangenomen dat die benoeming niet voor ieder lid
afzonderlijk moest plaats hebben, maar voor iedere com
missie het vereischte getal namen tegelijk op het stem
briefje kon worden geplaatst. Er zijn benoemd:
a. Tot leden der commissie voor den rijweg Middel
burgVlissiDgen, met deu burgemeester als voorzitter,
de heer van der Os, met 11 stemmen. Op den heer Tide-
man waren 2 stemmen uitgebracht.
b. Tot leden der commissie voor den rijweg Vlissin-
genKoudekerke, met den burgemeester als voorzitter,
de heeren "Wels, met 13, en de Kruijff, met 11 stemmen.
De heer van der Os verkreeg 2 stemmen.
c. Tot leden der commissie voor fabricage, de heeren
de Kruijff en van der Os, beide met 11, Wels, met 8, en
van der Hijden, met 7 stemmen. Voorts waren uitge
bracht op de heeren Tideman 5 stemmen, Hector 4, Pot 3,
de Groof 2 en Mestdagh 1. De heer Winkelman is, als
lid van het dagelijksch bestuur, tot voorzitter dezer
commissie aangewezen.
d. Financiëele commissie. Alvorens tot de benoe
ming van leden voor deze commissie wordt overgegaan
zegt de heer Hector dat, zoo hij in de vorige vergadering
tegenwoordig ware geweest, hij zijne goedkeurende stem
zou hebben onthouden aan de verordening voor het
benoemen van vaste commissiën, omdat daaronder ook de
financiëele commissie is opgenomen. Volgens het regle
ment van orde mogen de leden van het dagelij ksch
bestuur daarvan geen deel uitmaken met het oog op het
opnemen der rekening en verantwoording van het beheer
der gemeente en de begrootingen. Het benoemen nu
eener financiëele commissie als eene vaste commissie is,
volgens spreker, in strijd met art. 54 der gemeentewet,
en volgens hem kan de financiëele commissie alleen als
eene tijdetijke worden benoemd. De heer Ruijsch
betoogt het rationeele dat geen lid van het dage
lij ksch bestuur tegenwoordig is in de commissie welke
het financiëel beheer moet nazien. Volgens den
voorzitter kan het nuttig zijn dat een lid van het dage-
lijksch bestuur in zulk eene commissie zitting hebbe
tot het verstrekken van inlichtingen, al heeft hij ook
geen stem. De heer van Uije Pieterse zegt dat hij nog,
even als vroeger, meent dat het dagelij ksch bestuur van
die commissie geen deel mag uitmaken. De heer Win
kelman merkt op dat van alle vaste commissiën de bur
gemeester of een der wethouders voorzitter is, behalve
bij het nazien der begrooting en rekening. In alle ge
vallen is de verordening voor de benoeming der vaste
commissiën echter vastgesteld en aan gedeputeerde staten
opgezonden, zoo dat deze, als de verordening niet deugt,
haar kunnen afkeuren. De heer Ruijsch merkt ten
slotte nog op dat het nazien der begrooting en rekening
eene huishoudelijke zaak is, afgescheiden van den werk
kring van andere commissiën.
Als leden der financiëele commissie zijn bij eerste
stemming benoemd de heeren Hector, met 12, de Kruijff,
met 11 en Wels met 6 stemmen; terwijl bij eene her
stemming tusschen de heeren Ruijsch en Tideman, die
bij de eerste stemming ieder 5 stemmen bekwamen, de
heer Tideman is benoemd met 9 stemmen tegen 5 welke
zich op den heer Ruijsch vereenigdeu. Overigens zijn hij
de eerste stemming uitgebracht op de heeren de Groof,
Mestdagh en Pot ieder 3 stemmen, op den heer Thierens
2 en op de heeren Schmidt en van der Os ieder 1 stem.
Tot voorzitter dezer commissie is mede de heer
Winkelman aangewezen.
e. Tot leden der commissie voor de strafverordeningen
zijn benoemd de heeren Mestdagh, met 12, Pot, met 11,
Hector, met 10, en van der Os, met 8 stemmen. Yan de
overige stemmen bekwamen de heeren Wels 4, Ruijsch
en de Groof ieder 2, Schmidt, van der Hijden en de
Kruijff ieder 1. De heer van Uije Pieterse is, als lid
van het dagelijksch bestuur, benoemd tot voorzitter der
commissie.
f. Tot leden der commissie voor het belastingstelsel
zijn benoemd de heeren Ruijsch en van der Hij den, ieder
met 11, Wels, met 9, en de Kruijff met 4 stemmen. 'lus-?
schen laatstgenoemde en den heer Schmidt, die mede -T
stemmen verkreeg, had eene herstemming moeten plaats
hebben zoo de heer Schmidt niet verzocht had, uithoofde
van zijne zwakke gezondheid, buiten aanmerking te blij
ven. De heeren Hector, Thierens en de Groof vereenigden
ieder 2 stemmende heeren Tideman, Pot, Mestdagh
en van der Os ieder 1 stem op zich. Den heer Winkel
man is het voorzitterschap dezer commissie opgedragen.
g. Tot leden der commissie voor de gasfabriek zijn
gekozen de heeren van Uije Pieterse en de Kruijff, ieder
met 13, van der Os, met 11, en Tideman met 5 stemmen.
De heer Pot verkreeg 3 stemmen, de heer de Groof 2, de
heeren Hector, Thierens, Winkelman, Ruijsch en van
der Hij den ieder 1 stem.
Op voorstel des voorzitters is machtiging verleend tot
het verkoopen van eenige onbruikbaar geworden ge
meente-goederen van huishoudehjken aard.
De voorzitter herinnert aan de vroeger aan de regeering
ingezonden adressen, waarin getracht is de gemeente
Vlissingen te vrijwaren voor den onoverkomelijken last,
welke bij aanname van het wetsontwerp tot wijziging
der gemeentewet, voor zoo veel de plaatselijke belas
tingen betreft, voor die gemeente zou ontstaan wanneer
die wet ook daar moest worden toegepast. Burgemeester
en wethouders achten het, volgens zijne mededeeling,
evenwel noodig nader op die bezwaren aan te dringen
en stellen mitsdien voor, om eene commissie uit het
dagelijksch bestuur naar 'sHage te zenden, ten einde
met hunne excellentiën de ministers vanbinnenlandsche
zaken en financiën hieromtrent nader te spreken. Hij
herinnert tevens aan een besluit van den raad van Mid
delburg om ook eene commissie naar 's Hage te zenden.
De heer Ruijsch zegt dat hij zijne goedkeuring aan
dit voorstel niet schenken kan. Een groot jaar geleden
heeft wijlen de heer Uyttenhooven een adres in zeer
krachtige bewoordingen opgesteld, hetwelk de goedkeu
ring van den raad wegdroeg; twee zittingen is het
geleden, dat andermaal besloten is een krachtig adres
tot de regeering te richten, hetwelk zou worden gedrukt
en aan de ministers en de leden der staten-generaal
toegezonden. Hij kan niet gelooven dat het den minis
ters van binnenlandsche zaken en financiën in de ge
dachte zou kunnen komen die adressen ongelezen ter
zijde te leggen. Dragen de ministers dus kennis van
den inhoud dier adressen, wat kan dan, vraagt spreker,
eene commissie meer zeggen dan in die adressen is aan
gevoerd? In de Middelburgsche courant heeft hij met
genoegen gezien dat het dagelijksch bestuur van Mid
delburg de burgerij in staat heeft gesteld tot een over
zicht van den stand der gemeentefinanciën nu en wanneer
het ontwerp tot wet zal zijn verheven. Zulk eene open
baarmaking acht hij ook voor Vlissingen van zeergroot
belang, doch in het zenden eener commissie ziet hij geen
heilde uitslag van zoodanige zending beantwoordt z. i.
zelden aan het doel. Misschien zullen de ministers
eenige hoop geven, maar dat is dan ook alles.
De voorzitter zegt dat burgemeester en wethouders
hun voorstel alleen doen, om te voorkomen, dat later het
verwijt zou kunnen worden gehoord dat men niet al het
mogelijke heeft verricht. De heer Ruijsch antwoordt dat
hij niet twijfelt aan de goede bedoeling van de voor
stellers. Zoo burgemeester en wethouders soms nieuwe
gezichtspunten hebben, zal hij die gaarne vernemen,
terwijl hij nogmaals wijst op het, volgens hem „edele",
voorbeeld van den burgemeester van Middelburg, die
ieder burger in de gelegenheid heeft gesteld om te zien
wat er wordt betaald.
De heer van Uije Pieterse deelt mede, dat het prijzens
waardig voorbeeld van het dagelijksch bestuur van
Middelburg ook te Vlissingen zal gevolgd worden. De
werkzaamheden daartoe, welke zeer velen zijn, zijn reeds
aangevangen. De bedoeling met het zenden eener com
missie is juist om het resultaat van die becijfering aan
de ministers mede te deelen. Bovendien kan er z. i
1 mondeling meer worden besproken dan in een adres
aangevoerdin een adres poseert men, eene commissie
\moet bewijzen. Ten bewijze dat het zenden eener com-
jnissie niet altijd doelloos is, wijst bij op een voorbeeld
ëener gemeente, betreffende eene spoorwegaangelegen-
,fieid, die door het zenden eener commissie juist aan
'haar verlangen zag voldaan. Acht de raad evenwel het
zenden eener commissie overbodig, dan heeft hij daar
ook vrede mêe. De heer Ruijsch bedankt den heer van
<Uije Pieterse voor de gedane mededeeling. Het bijge
brachte voorbeeld betreffende eene spoorweg-aangelegen
heid bewijst evenwel voor hem niets anders, dan dat het
ingewilligde verzoek strookte met het plan van den
minister; doch hij kan niet gelooven dat de ministers
door eene commissie zullen overtuigd worden en hun
plan zullen laten varen, wanneer zij niet reeds door de
ingezonden adressen overtuigd zijn.
De heer Mestdagh verklaart dat ook hij niet voor het
zenden eener commissie is, omdat hij daarvan weinig-
resultaat verwacht. Hij zou er alleen vóór zijn omdat,
wanneer eens de gevreesde slag gekomen is, niet zou
kunnen gezegd worden dat niet al het mogelijke is ge
daan om dien slag te voorkomen. Overigens meent hij
gehoord te hebben dat na de inzending van het eerste
adres de toezegging zou zijn ontvangen dat Vlissingen
tot de uitzonderingen zou behooren wanneer de wet
wordt aangenomen. Is dit zoo, dan ligt hierin voor hem
een bezwaar te meer tegen het zenden eener commissie.
De voorzitter antwoordt hierop dat noch zijdelings, noch
rechtstreeks van die uitzondering iets bekend isalleen
de mogelijkheid daarvan wordt in het wetsontwerp aan
gewezen.
Voor den heer Hector bestaat er geen reden om tegen
het zenden eener commissie te zijn. Brengt zij geen goed
tot stand, zij kan ook volstrekt geen kwaad doen. Hij
vertrouwt evenwel dat er iets goeds uit zal voortspruiten
want de commissie kan, met de ministers sprekende wel
licht meer wijzen op het onvermogen der ingezetenen
tot het opbrengen van zware belastingen. Van dat on
vermogen is hij althans zoodanig overtuigd, dat hij
dadelijk zou bedanken als lid der financiëele commissie
indien het wetsontwerp ook voor Vlissingen van kracht
werd verklaard, daar hij geen contróle op die zware
belastingen zou willen helpen uitoefenen.
Nadat de heer Mestdagh de redenen heeft ontvouwd
waarom hij vóór het voorstel van burgemeester en wet
houders zal stemmen, nl. tot voorkoming van eenig
mogelijk verwijt in het vervolg, dat niet al het mogelijke
zou zijn gedaan, is de beraadslaging gesloten.
Het voorstel is daarna in omvraag gebracht en aange
nomen met 9 tegen 4 stemmen. Tegen stemden de heeren
Pot, van der Os, Ruijsch en de Groof. Burgemeester en
wethouders zijn alzoo tot het zenden eener commissie
uit hun midden gemachtigd. De heer Winkelmau merkte
nog op dat de commissie zal benoemd worden uit het
collegie van burgemeester en wethouders, omdat dit
collegie kan geacht worden in deze zoo moeilijke zaak
de meeste inlichtingen aan de ministers te kunnen geven.
Voor kennisgeving zijn aangenomen de volgende
mededeelingen des voorzitters:
dat van gedeputeerde staten zijn terugontvangen de
goedgekeurde geraeenterekening over 1863 en degemeen-
tebegrooting voor 1865, terwijl mede is goedgekeurd het
raadsbesluit tot het beschikken over de onvoorziene
uitgaven voor 1864;
dat de boeken en kas van den gemeenteontvanger zijn
nagezien en in orde bevonden;
dat de rekening der dienstdoende schutterij over
1864 is goedgekeurd; en
dat van den commies der plaatselijke belastingen
J. G. Siegrest i3 ontvangen eene dankbetuiging voor de
hem toegediende persoonlijke toelage, alsmede van de
commiezen der plaatselijke belastingen eene dankbetui
ging voor de hun verleende gratificatie.
Is ingekomen een voorstel van de commissie van beheer
over de gasfabriek, tot vaststelling der jaarwedde van
den directeur. De behandeling daarvan is tot eene vol
gende zitting aangehouden.
Nadat de notulen der laatste geheime zitting in eene
andere geheime zitting zijn gearresteerd, sluit de voor
zitter de vergadering.
SNELPERSDRUKKER IJ VAN DE GEBROEDERS ABRAHAMS.