OÜRANT. IV0- 3. Donderdag 1865. 5 Januari. Editie van Woensdag avond 8 ure. Middelburg 4 Januari. Gisteren heeft mr. D. A. Berdenis van Berlekora, bij koninklijk besluit van 23 December 1864 benoemd tot rechter in de arrondissements rechtbank alhier, de voor die betrekking voorgeschreven eeden afgelegd. Heden werd hij, in eene openbare terechtzitting der rechtbank, plechtig geïnstalleerd. Nadat de substituut-griffier jhr. mr. G. L. Schorer, bij afwezigheid van den griffier, den benoemde had binnen geleid, werd het woord verleend aan den officier van justitie mr. J. Spoor. Deze merkte op dat de plaats, ten gevolge van de benoeming van mr. J. H. de Stoppelaar tot president, in het collegie der rechtbank opengevallen, door velen werd begeerd en er yan alle zijden sollicita- tiën zijn gedaan, waaronder door mannen van bekende kunde en verdienste. Uit dat tal van solicitanten werd een drietal opgemaakt, waarop degenen werden geplaatst van wie de rechtbank vertrouwen kou dat zij de open staande plaats waardig en met eere vervullen zouden. Met belangstelling werd de benoeming tegemoet gezien, en op de vraag of deze, toen zij had plaats gehad, de verwachting bevredigde, antwoordde spreker met de uiting zijner meening, dat men algemeen gedacht had dat de eerst op de voordracht geplaatste zou zijn be noemd geworden. Mr. D. A. Berdenis van Berlekom was evenwel de gelukkige, op wie 's koningskeuze zich ves tigde. Die keuze is spreker, volgens zijne verzekering, niet ongevallig, maar integendeel zeer aangenaam, daar hij vertrouwt dat de openstaande plaats waardig zal worden vervuld, welk vertrouwen steunt op de ervaring van de kunde en rechtschapenheid van den benoemde, zijn aangenainen omgang zoo met de leden dezer recht bank als met zijne confrères, en den algemeen gunstigen naam, dien hij zich verworven heeft. Na zijn geluk- wensch, gaf spreker de hoop te kennen dat de benoemde lang zijne nieuwe betrekking zal mogen vervullen tot genoegen van zichzelven en tot heil van de hem toever trouwde belangen. Nadat vervolgens, op requisitoir van den officier van justitie, de acte van aanstelling en het proces verbaal van eedsaflegging waren voorgelezen, nam de president mr. J. H. de .Stoppelaar het woord, Hij ving aan met er op te wijzen dat nauwelijks het jaar verstreken is, 'twelk zoo rijk was aan afwisseling van lief en leed, of dadelijk heeft een oproeping plaats tot bijwoning eener plechtigheid, waarmede vooral voor mr. van Berlekom de nieuwe jaarkring *ich gunstig opent, maar die ook de leden van het collegie niet onge vallig is. Voorts herinnerde hij aan de herhaalde plaat sing van den benoemde op vroegere voordrachten, als een bewijs van waardeering van diens verdiensten. Dit was ook ten derde male het geval, al moest de eerste plaats daarbij ook nu aan een ander worden toegewezen, en die herbaalde voordracht was, volgens spreker, wellicht aan leiding dat 's konings keuze zich op mr. van Berlekom vestigde. Hij achtte het een bijzonder voorrecht dien heer, als de eerste iu zijn nieuwen werkkring yan voor zitter der rechtbank, te mogen installeeren. Volgens zijne verzekering bestaan er toch vele punten van aan raking tusschen hen beide. Hij bracht daarbij in herin nering de jaren, te zamen aan Leiden's hoogeschool doorgebracht, niet zoozeer om de gezellige bijeen komsten, aldaar gehouden, voor den geest te roepen, maar die bijeenkomsten welke plaats hadden om zich aan de rechtsstudie te wijden; hij merkte op dat de benoemde, na het volbrengen zijner studiën aan de academie, zich een werkkring in de maatschappij koos, waarin hij steeds gelukkig werkzaam is geweest, en genoegzaam van zijn ijver en kunde heeft doen blijken in de vele ambten en betrekkingen, welk hij niet zelden geheel belangloos heeft vervuld. In de algemeene achting en de gunstige bekendheid van den benoemde ligt voor spreker een waarborg voor de goede vervulling zijner betrekking van rechter. Na de vereiscliten voor eene goede ambtsvervulling vervolgens te hebben opgenoemd zeide de voorzitter dat al de leden der rechtbank overtuigd zijn dat mr. van Berlekom de middelen daartoe beziten zij daarom's konings keuze toejuichen. Namens de rechtbank wenscht hij hem hartelijkgeluk, met verzekering van hare voortdurende welwillendheid en met wederkeerige aan beveling. Onder inroeping van den zegen des AUerhoog- sten op den nieuwen werkkring van den benoemde en den gemeenschappelijken arbeid, verklaarde hij den heer van Berlekom te zijn geïnstalleerd. Hij deelde daarbij mede dat hem eene vaste plaats is aangewezen in de kamer voor burgerlijke en handelszaken en om de maand in die van strafzaken. De geïnstalleerde betuigde dat zijne benoeming, zoo eervol, hem ook aangenaam was. In zijne plaatsing op de voordracht der rechtbank en ook in de hem toege sproken woorden, waarvoor hij zijn dank betuigt, ziet hij een waarborg voor goede onderlinge ver standhouding. Gereed staande tot de aanvaarding der betrekking, welke hij sinds lang had gewenscht, beseft spreker ten volle de daaraan verbonden moeilijk heden. Doch voorbeelden zooals hem door zijne vaderen als een kostbaar erfdeel zijn nagelaten, voorbeelden als hij hier te aanschouwen heeft, verbieden hem eene aarze ling. Hij wilde niet uitweiden in den lof van den man wiens plaats hij vervallen gaat, maar geeft alleen de hoop te kennen dat hij het voorbeeld van zijn voorgan ger zal mogen volgen, terwijl hij de verzekering geeft alles te zullen doen wat strekken kan om van zijne vriendschapelijke gevoelens te doen blijken. Vervol gens bracht spreker zijn dank aan den officier van justitie voor de gesproken woorden. Onder verzekering zijner persoonlijke genegenheid beval hij zich wederkee- rig aan bij het openbaar ministerie en de griffiers, en ten slotte richtte hij een woord van afscheid tot de advocaten en procureurs. Het verlaten van de gelederen der balie> waarin hij 13 jaren onder goede verstandhouding heeft gestreden, werpt een schaduw op zijne benoeming. Hij hoopte echter dat de goede verstandhouding zal blij ren voortduren en drukte den wenscli uit dat de Middel- burgsche balie zich voortdurend zal onderscheiden door keunis, eerlijkheid en ware humaniteit. De deken der orde mr. Pb. van den Broecke beant woordde namens de advocaten en procureurs de gespro ken woorden. Verschillende gewaarwordingen bezielden de leden der balie, volgens spreker, want aan den wel- komsgroet, den benoemde hier als rechter gebracht, paart zich een afscheidsgroet bij zijn vertrek uit hun midden. Bij den welkomsgroet gevoelen zij allen de eer en liet vleiende der benoeming van een lid uit hunne rijmaar bij den afscheidsgroet gevoelen zij leed wezen hem uit hun midden te moeten missen, die een band van welwillendheid en vriendschap wist te snoeren. Nogtans zal mr. van Berlekora, hoezeer hij niet meer bij hen is, nimmer verre van hen zijn, en de door hem gesproken woorden beschouwen zij gaarne als een waarborg voor voortdurende onderlinge vriendschap en welwillendheid. De zitting werd daarop door den voorzitter gesloten. Bij de kamer van koophandel en fabrieken alhier zijn ontvangen en liggen voor belanghebbenden ter inzage: 1. het verslag omtrent den handel en de scheepvaart van Groot-Britaunië, over de maand October en over de tien eerste maanden van het loopende jaar, en 2. een exem plaar der statistiek van handel en scheepvaart van het koninkrijk over 1863. Het dagelijkscli bestuur van Arasterdam heeft aan den gemeenteraad voorgesteld om onder zekere voorwaarden en binnen zekere beperkingen concessie te verleenen tot het aanleggen van een paardenspoorweg tusschen de stations van den Hollandschen en van den Rijn spoorweg. Voor den Noord-Hollandsch-Frieschen spoorweg is te Alkmaar ingeschreven20,000. Uit Nijmegen schrijft men van jl. Vrijdag: De ver zakking der Waalkade heeft zich heden morgen zeer uitgebreid. Zij levert waarlijk een droevig schouwspel op. De kade is onder aan de Groote straat met eene groote scheur wel omstreeks 1^ voet gedaald, de muren der oude vischmarkt zijn gebarsten, aanzienlijke schen- ren bevinden zich aldaar in den grond en niet minder aan een groot gedeelte van de straat der Waalzijde. Het welbekende koepeltje heeft zich nog staande gehouden, maar wordt bedreigd door een scheur in den grondmuur aan de westelijke zijde. De kade is op éen punt zelfs een groot einde de rivier ingeschoven. De toestand wordt van dien aard, dat zich eindelijk de staat met de zaak zal moeten bemoeien, en, naar het oordeel van des kundigen, door het wegnemen of aanleggen van kribben de richting van den stroom veranderen, die nu de bene- deuzijde der stad met ondergang bedreigt. Onderwijs. Gedurende het jaar 1864 hebben examen afgelegd en acten van bekwaamheid verkregen:! hoofdonderwij zers 95; hoofdonderwijzeressen 31hulponderwijzers 328; hulponderwijzeressen 115; onderwijzers, die, reeds in het bezit eener acte van bekwaamheid of daarmede ge lijkstaande acte van algemeene toelating, met gunstig gevolg examen hebben afgelegd in een of meer der vak ken van het meer uitgebreid lager onderwijs 273, onder wijzeressen dito 234; huisonderwijzers 33; huisonder wijzeressen 161. Behalve aan de 3 kweekscholen zijn aan 22 open bare scholen in ons land normaallessen ter opleiding van kweekelingen verbonden, terwijl daarenboven van regeeringswege, overeenkomstig het 2e lid van art. 12 der wet, 67 hoofdonderwijzers met die opleiding belast zijn. Marine en legfer. In het vorig jaar werden bij het instructie-bataillon te Kampen 334 jongelingen geplaatst. Tot officier wer den van dat corps 7 onderofficieren aangesteld, terwijl 311 korporaals-titulair het verlieten om bij de regi menten infanterie tot korporaals-effectief benoemd te worden. Kivlerberf chten De Maas voor Rotterdam zat eergisteren wederom geheel vast en werd, met uitzondering van enkele open vakken, te voet gepasseerd. Ook de schroefstoomvaart is gestaakt. Het stoomschip Balmoral, met eene lading kaas naar St. Nazaire bestemd, heeft in de haven van Ylaardingen moeten wijken voor het voeten hoog opge schoven drijfijs. Met het laden van de stoomboot Earl of Auckland gaat men voort met het voornemen om naar Londen te vertrekken, maar men vreest dat het doel niet zou worden bereikt. Gemengde berichten. Maandag avond omstreeks half acht uren ontstond brand in eene schuur op Slabberswerf te Zierikzee, waarin zich vee, hooi en andere goederen bevonden. De brand deelde zich terstond aan eene belendende schuur mede, waarin ook eenig vee, hooi en stroo voor handen waren. Zoo snel wareu de vorderingen die de vlammen maakten dat niets is gered kunnen worden. Gelukkig heeft de brand zich tot die twee schuren be paald, terwijl de brandweer een belendend perceel, dat slechts eenige schade heeft bekomen, en de gebouwen aan de overzijde, voor vernieling heeft bewaard. Het laat zich begrijpen, dat het bij de strenge vorst zeer moeilijk was water te bekomen. Men is daarin geslaagd door in nabijzijude slooten bijten te hakken. De oorzaak is onbekend. Naar men verneemt waren gebouwen en hetgeen er zich in bevond, voor brandschade verzekerd. LI. Donderdag werd door twee ambtenaren der belas tingen aan den tol onder Tilburg aangehouden de dili gence van Van Gend en Loos, vervoerende twee doozen inhoudende kanten, tullen en mutsenbodems voor eene aanzienlijke waarde, welke frauduleus uit België waren ingevoerd. Sedert eenige jaren worden uit Zuid-Amerika aan-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1865 | | pagina 1