MÏDDELBÜRGSCHE COURANT. Zondag 1865. 1 Januari. N- 4. Editie van Zaturdag avond 8 ure. Middelburg; 31 December 1§04. De post van gisteren ia eerst lieden nacht te drie uren hier aangekomen. De vermoedelijke tijd van aan komst van die van heden is bij het afdrukken der courant nog niet bekend. Bij besluit van gedeputeerde staten van 30 December 1864, no. 70, zijn benoemd tot eersten klerk ter provinciale griffie van Zeeland de heer Hendrik Leendert Dormaar, thans tweede klerk, en tot tweeden klerk, de heer Cornells Reijers. Uit Zuid-Beveland schrijft men ons van 29 December. „Nu de werkzaamheden aan het kanaal door dit eiland door de vorst gestaakt zijn, kan ik u van het in den laatsten tijd verrichte weder een overzicht geven, waar uit van goede vorderingen blijken zal. „Het maken der beide havendaramen is te Hansweert voltooid. Deze, te zarnen ter lengte van 1000 ellen, zien er net en «tevig uit. De volledige uitbaggering der havengeul zal in het volgende jaar plaats hebben. „Het metselen der sluishoofden, van de schutkolk- muren en de vleugels, de twee laatste werken metbazalt, is tot op de vereischte hoogte en met uitzondering van het leggen der dijkwerken voltooid. Als men bedenkt dat eerst op den 12 Mei jl. met dat metselen een begin gemaakt is, dan moet men erkennen dat daaraan, waar men het thans beziet, krachtig gearbeid is. „De graving van het kanaal is van den Kruiningschen zanddijk tot aan den Bonzijweg voltooid. De onder pro fil brenging der dijken zal, gelijk ik u vroeger meldde, later plaats hebben. „Het kanaal met zijne dijken en bermslooten heeft, lees ik in een der bestekken, eene bodemsbreedte van 10 el, liggende op 6 el onder AP., van daar opgaande met een talud van 2.J op 1, tot 0,50 boven AP., met uit zondering van een gedeelte bij de brug in den Schoor- schen zouteweg en in den Postweg, waar die breedte aanmerkelijk grooter is, „Te WeraeMinge zijn met het metselen goede vorde ringen gemaakt; doch daarmede is men eenmaal bij Hans- weert ten achteren, en dit zal wel tot de eindvoltooiing het geval blijven. „De onderbouw der bruggen in den Scboorschen zouteweg, in den rijksweg en in den spoorweg, met de daarbij behoorende werken bij de twee eersten (het maken eener los- cn aanlegplaats) is geëindigd. „Van het banaal op onzen toekomstigen spoorweg het oog vestigende, kan ik bij hetgeen ik daaromtrent vroeger meldde weinig bijzonders voegen. De aardenbaan is van den eersten Engelschen- tot aan den Oostpolder zoo goed als voltooid. Van daar ontmoet men tot in den polder Nieuwland nagenoeg nog niets dan de uitbakening. In den laatsten is men pas, in den Kruiningschen vóór eenigeu tijd begonnen. „De opritten naar de brug in het kanaal zijn, vooral die aan de oostzijde, grootendeels voltooid. Ook de brug wachterswoning aldaar is uitwendig afgewerkt. Vau den Breedenweg in Schore is het gereedmaken der baan tot in Dijkwel ook aanmerkelijk gevorderd. Het halte^bbouw te Kapelle is uiterlijk, even als bet station te Goes, zoo goed als gereed. Bij het laatste is met het leggen der baan een goed begin gemaakt, „De niet-onteigening van sommige perceelen veroor zaakt den aannemer veel ongerief en vertraagt zeer de uitvoering. Naar ik meen is dit in België gemakkelijker. Wordt men het daar met den eigenaar in der minne niet eens, dan zet men toch het werk voort en voert het onteigenings-proces later, hetgeen niets ongerijmds bevat. Het bezit van den grond toch is onvermijdelijk, zijne grootte bekend, terwijl men de te lijden schade en de waarde later even goed uit de belendingen kan opmaken." De Staatscourant van Woensdag bevat de wet van den 19 December 1864, houdende vaststelling der begrooting wegens den arbeid der gevangenen voor 1865. In het nommer van Donderdag zijn opgenomen de wet ten van 19 December 1864, tot verhoogiug van hoofdstuk VI der staatsbegrooting voor bet dienstjaar 1864, en die houdende wijziging van hoofdstuk IV A der staatsbe grooting roor het dienstjaar 1863. Het nommer van gisteren deelt de wet mede van den 20 December 1864, tot wijziging der begrooting van uit gaven voor de algemcene landsdrukkerij, dienst 1863 alsmede het koninklijk besluit van 26 December 1864, betreffende de reorganisatie van het personeel voor den waterstaat en 's lands burgerlijke openbare werken in Nedevlandsch Indië. De opbrengst der staatsspoorwegen gedurende de maand November 1864 was in bet geheel ƒ14,889.81, t. w.: Lijn Harlingen-Leenwarden reizigers 6,172.32^ bagage ƒ241.55; goederen ƒ586.84; paarden, vee en rijtuigen ƒ960.91; diverse ontvangsten 543.30. Lijn Bergen op Zoom-Roosendaalreizigers f 1,321.42$; bagage 65.37goederen 241.60; paarden, vee en rij tuigen 14.89; diverse ontvangstenƒ167.77. Lijn Breda-Tilburgreiziger ƒ2,281.75; bagage ƒ160.53; goederen ƒ1,568; paarden, vee en rijtuigen ƒ33.85; diverse ontvangsten ƒ529.70. De kamer van koophandel en fabrieken te Deventer heeft zich bij adres gewend tot de tweede kamer der staten generaal, houdende verzoek, met de regeering te willen medewerken tot eene herziening der gemeente wet in dien zin, dat de plaatselijke accijnsen voortaan niet meer als gemeentebelasting zullen mogen geheven worden. Volgens een van de directie der Messageries Impé riales ontvangen bericht, is haar stoomschip Ilydaspe, dat bestemd was om de maildienst tusschen Singapore en Batavia, in correspondentie met de Fransche mail booten, waar te nemen, in de Straat van Riouw veron gelukt. Verlies van menschenlevens is bij dit ongeval niet te betreuren en ook de lading is gered. De Hydaspe had een loods aan boord. Er zijn door de Messageries Impériales de noodige maatregelen genomen om binnen den kortst mogelijken tijd een ander stoomschip ter ver vanging van de Hydaspe, naar Singapore te expediëeren, terwijl in dien tusscbeutijd de dienst tusschen Singapore en Batavia, even als tot nu toe het geval was, doorstoom- booteu van het Nederlandsche gouvernement zal worden waargenomen. BcaociuliiKcn en besluiten. ridderorden. Vergunning verleend aan den heer P. Regout, te Maastricht, tot het aannemen en dragen der hem door den koning der Belgen geschonken gouden medaille le klasse; aan den heer mr. A.Uyttenliooven, secretaris-generaal aan het ministerie van buitenland- sche zaken, tot het aannemen en dragen der versierselen van kommandeur der orde van de heiligen Mauritius en Lazarus, hem door Z. M. den koning van Italië geschonken; aan den heer mr. D. Everwijn, secretaris van legatie te Brussel, tot het aannemen en dragen der versierselen van ridder 3de klasse der Kroon-orde, hem door Z. M. den koning van Pruisen geschonken; aan K. T. baron van Lijnden, Zr. Ms. kamerheer, dienstdoende bij H. M. de koningin, tot het aannemen en dragen der versierselen van ridder der orde van St. Anna 2e klasse, in diamanten, en aan jhr. mr. F. G. A. Gevers Deynoot, burgemeester van 's Gravenhage, tot het aannemen en j dragen der versierselen van ridder der orde van St. Anna 2e klasse, hun door Z.M. den keizer aller Russen geschon- ken; aan den heer G. H. Betz, minister van financiën, tot het aannemen der versierselen van ridder-grootkruis dei- orde van St. Mauritius en St. Lazarus, hem door Z. M. den koning van Italië geschonkenaan den heer H. M. Labouchere, deelgenoot van het huis Hope Co. te Amsterdam, en aan den heer H. A. L. van Vessem, adjunct-intendant van Zr. Ms. paleis te Amsterdam, tot het aannemen en dragen der versierselen van ridder der orde van St. Stanislaus 2e klasse, hun door Z. M. den keizer aller Russen geschonken. burgemeesters. Benoemd tot burgemeester dei- gemeenten Sas van Gent en Philippine N. Kerckhaert., ten einde die betrekkingen gelijktijdig te bekleeden met die van burgemeester der gemeente Westdorpe. belastingen enz. Benoemd tot ontvanger der directe belastingen en accijnsen te Zaandijk c. a., de heer C. H. Smit, thans in dezelfde betreklung te Maassluis. MINISTERlëKLiG DEPARTEMENTEN. Benoemd tot COm- mies bij het departement van financiën de heer A. Jausen, eervol ontslagen directeur van het postkantoor te Wor- merveer. Indische dienst. Op verzoek eervol ontslag uit 's lands dienst verleend, met toekenning van pensioen, ingaande met 1 Februari 1865, aan den heer mr. B. Donker Curtius, lid van het gerechtshof in de kolonie Suriname, thans tot herstel van gezondheid met verlof hier te lande. Kerknieuws. Door den algemeenen kerkeraad der Nederduitsehc hervonndegemeentete Delft is, uit het vroeger gevormde zestal, het volgend alphabetisch drietal van predikanten gemaakt: de heeren E. H. Lasouder, te Loenen aan de Vecht; F. D. J. Moorrees, te Vianen, en A. van Toore- nenbergen, te Groningen. Onderwijs. Uit Dordrecht schrijft men ons 28 December: „In de gisteren gehouden raadsvergadering is als be ginsel aangenomen, dat er bij de opheffing van het gymnasium tegen 1 September aanstaande en met de opening van de hoogere burgerschool met öjarigen cur sus, alhier zal worden opgericht eene latijnsche school, op den voet zoo als dergelijke scholen voorbeen waren ingericht. „Tot docent in de Fransche taal- en letterkunde aan het thans nog bestaande gymnasium, onder verplichting zich beschikbaar te stellen voor de hoogere burgerschool, is benoemd de heer II. M. W. Bahr, tot dusver docent in de moderne talen, geschiedenis en aardrijkskunde aan bet gymnasium te Enkhuizen." Jl. Dinsdag en Woensdag had in het lokaal Dili- gentia te 's Hage de gewone wintervergadering plaats van de leden der Vereeniging van ouderwijzers in de gymnastiek in Nederland. Blijkens het verslag van den voorzitter neemt deze vereeniging steeds in bloei toe. De verslagen der corresponderende leden (waaronder ook. dat van den heer G. Keyzer alhier) gaven een over zicht van den toestand van het gymnastisch onderwijs hier te lande, hetwelk blijkt meer en meer behartigd te worden. Uit het verslag der commissie belast met de zameustelling eener methode voor gymnastisch onderwijs in Nederland bleek, dat deze commissie met ijver aan de voltooiing van dat belangrijk werk arbeidt en dat de noodige stappen zullen worden gedaan om de vereeni ging als rechtspersoon te doen erkennen. De aanstaande zomervergadering zal te Zwolle gehouden worden. Marine en leger. Tengevolge der ingevallen koude is door den minister van oorlog bepaald, dat de kazerne-lokalen in de verschillende garnizoensplaatsen zullen worden ver warmd. Voor kosten der benoodigd'e brandstoffen zal 15 per compagnie worden te goed gedaan. t&ivierberichten De stoomboot Leeuwarden is Woensdag namiddag te 1 ure voor de Oosterdoksluis te Amsterdam aange komen. Dit stoomschip is in drie dagen van de Wester- doksluis naar de Oosterdoksluis, met behulp vanijszagers en stoomkracht, doorgewerkt. Uit Lobith schrijft men van Woensdag: De rivier de Rijn is alhier vrij van ijs. Te Emmerik boven de stad heeft het ijs zich vastgezet. Voor genoemde stad liggen wel 50 schepen en 3 sleepstoombooten in de opene rivier, welke door den lagen waterstand geene ligplaats binnen de haven konden krijgen. Dinsdag avond is een ge deelte van het te Emmerik boven de stad vastzittende ys losgemaakt en heeft aan de aldaar liggende schepen veel schade toegebracht; vier schepen zijn daardoor los geraakt en mede weg geuroven, waarvan er drie beneden de stad weder op het drooge geraaktenliet vierde ge naamd de Erkentelijkheid, gevoerd door G. Welling, zat heden morgen alhier, geladen met steenkolen, voor de zandbank en was vol water geloopen. De opvarenden zijn allen met moeite gered. Gemengde berichten. Een allercurieust en belangrijk manuscript is onlangs te Brunuen ontdekt. De geleerde Delitz, hoogleeraar te Erlangen, vond bij den postmeester, den heer Donad-Kyd, eeu fraai perkament uit de 16e eeuw, tot opschrift heb bende: „Das grosse Gebet der drei Scliweizerischen Ur- kantone." Ilet manuscript is van het jaar 1576 en het gebed zelf schijnt in de 13e eeuw te zijn opgesteld, „door heilige vaders en monniken, om aan het volk van Uri, Schwytz en Unterwalden" te worden geleerd. Sinds zijn er vele wijzigingen in gebracht, maar den oorspron- kelijken tekst vond de heer Delitz terug, en heeft hij onlangs uitgegeven. De taal heeft veel overeenkomst met die van Zwingli. Het gebed verdient orerigens den naam van „het groote", want 'het bevat tennaastebij de gausche bijbelsche geschiedenis, aanhoudend afgewis seld door „Paters" en „Ave Maria's". Opmerking ver dient het dat het „Onze vader" er 144 malen in voor komt en het „Ave Maria" slechts 35 keeren. Toen was dus de vereering der maagd Maria niet zóo sterk en overdreven als later. Alles is in den vorm eenvoudig en nai'f. De kinderen worden vermaand geknield te bidden en met uitgestrekten arm hun „credo" op te zeggen. Dit gebed werd onder anderen aanbevolen aan de pelgrims, die naar het Sackdeln (Unterwalden) in bedevaart gin gen om het graf van Nicolaas van Fluc te bezoeken. De heer J. Lotto, solo-violist van Z. M. den koning van Portugal en van Z. H. den groothertog van Saksen- Weimar, is voornemens ons land te bezoeken, waar hem verscheidene verbintenissen zijn aangeboden.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1865 | | pagina 1