MfDDELBURGSCHE COURANT. N° 203. Donderdag 22 December. 1864. öimtmlattïr. 4k Editie van woensdag avond 8 ure. A ARB ES TED I KG. Op vrijdag den 30 december 1864, des voormiddags ten 10 ure, zal, onder nadere goedkeuring, door den commis saris d'cs konings in de provincie Zeeland, of, bij zijne afwezigheid, door een der leden van de gedeputeerde staten, en in bijzijn van den hoofdingenieur van den waterstaat, in het 11de district, aan het lokaal van het provinciaal bestuur te Middelburg, worden aanbesteed Het doen van eenige noodzakelijke voor zieningen aan den dam voor den Molen polder der watering Walsoorden. Deze aanbesteding zal geschieden bij enkele inschrij ving. Het bestek ligt ter lezing aan het lokaal van het minis terie van binnenlandsche zaken, aan dat van het provin ciaal bestuur van Zeeland, te Middelburg, en is voorts op franco aanvrage, tegen betaling der kosten, te bekomen bij den boekhandelaar M. Nijhoff, Raamstraat no. 49, te 's Gravenhage, en door zijne tusschenkomst in de voor naamste gemeenten des rijks. Zullende den 7en en '4en dag vóór de besteding de noodige aanwijzing in loco worden gedaan, en voorts nadere inlichtingen te bekomen zijn aan het bureau van den hoofdingenieur van den waterstaat Brunings, te Middelburg, en bij den ingenieur Rose, te Neuzen, 's Gravenhage, den 12 december 1864. Van wege den minister, De secretaris-generaal, J. SCHRODER. Middelburg: 21 december. 'De begrootihg voor koloniën is heden door de tweede kamer met 47 tegen 24 stemmen aangenomen, na aanne ming eener motie van den heer de Bieberstein, om de beraadslaging te sluiten. lieden zal eene avondzitting worden gehouden. In eene 11. maandag gehouden vergadering der Nij ver- heidsvereeniging alhier is besloten tot oprigting eener naamlooze vennootschap tot het aankweeken en bereiden van vlas. Het kapitaal daarvoor is bepaald op f 10.000, verdeeld in aaudeelen van f 50, waarin voor f 2.500 uit de kas der vereeniging zal worden deelgenomen. Van de 150 overige aandeelen werden er oogenblikkelijk 101 door op de vergadering aanwezigeledengenomen,zoodat er alle hoop bestaat dat de nog overblijvende 49 aandee len spoedig onder de overige leden zullen geplaatst zijn. Hoewel deze onderneming als een vertakking der ver- eeniging is aan te nierken, zal daarvoor een afzonderlijk bestuur worden aangesteld. De overweging dat in Walcheren meer en meer vlas verbouwd wordt en dat deze aangewonnen grondstof steeds naar elders wordt vervoerd om de verdere bewer king te ondergaan, waardoor het daarvoor bestede kapitaal noodeloos aan de nijvere hand alhier onttrokken wordt, heeft het bestuur genoopt deze zaak aan het opzettelijk onderzoek eener kommissie te onderwerpen, waarvan het gevolg is geweest dat zij met vertrouwen de oprigting der genoemde nijverheids zaak aan de ver gadering kon voorstellen. Daar het aantal leden sedert november 11. belangrijk is toegenomen, waardoor het thans tot 255 geklommen is, werd ook het getal kommissarissen met drie vermeerderd. Onderscheidene gemeenten in Walcheren hebben zich dezer dagen gewend tot de tweede kamer der staten generaal met verzoek dat die bepalingen in het wetsont werp der schutterijen, waardoor de kosten voor dat onderwerp voor rekening der gemeenten worden gebragt, in dien zin worden gewijzigd, dat het rijk alle uitgaven betale, die voor deze zaak van algemeen belang worden gevorderd. De opper-ceremoniemeester heeft bekend gemaakt dat het hof den ligten rouw zal aannemen, voor den tijd van drie dagen, wegens het overlijden van zijne hoog- heid prins Frederik August van Anhalt, met ingang van den 20 dezer. Don Albareda, nieuw benoemd buitengewoon gezant en gevoloaagtigd minister van M. de koningin van Spanje te 's Hage, is, ter vervanging van don Rascon, in ,de residentie aangekomen. Vrijdag middag is te Zutphen, in tegenwoordigheid van stedelijke autoriteiten, ingenieurs en aannemers, en onder de kurah's der duitscke werklieden en de muziek van het 4e regement dragonders, de laatste hand gelegd aan de spoorwegbrug over den IJssel. Benoemingen! en besluiten. ridderorden. Vergunning verleend aan den heer I. D. Fransen van de Putte, minister van koloniën, tot het aannemen en dragen der versierselen van het groot kruis der orde van St. Mauritius en Lazarus, hem door den koning van Italië geschonken; aan den heer Paul van Vlissingen, te Amsterdam, tot het aannemen en dragen der versierselen van ridder der Stanislaus-orde 2e klasse hem door Z. M. den keizer aller russen geschonken, en aan Zr. Ms. adjudant, den ritmeester W. C. baron Suouckaert van Schauburg, van den grooten staf, tot het aannemen en dragen van de versierselen van de St. Anna- orde 2e klasse, hem geschonken door Z. M. den keizer aller russen. Benoemd, onder voorbehoud van Zr. Ma. nadere be schikking tot belooning van hen die zich bij gelegenheid van het forceren der straat van Simonoseki iu Japan hebben onderscheiden, de bevelhebbers van Zr. Ms. schepen, die aan dat wapenfeit hebben deelgenomen: tot ridder der militaire Willemsorde 4e klasse, de kapi tein ter zee J.E. de Man, komraanderende Zr. Ms. schroef- stoomschip Metalen kruis en stations-kommandaut van de uederlandscbe zeemagt in'Japafl; de kapitein-luite nant ter zee J. P. G. Muller, koramanderende Zr. Ms. stoomschip Amsterdam, en de kapitein-luitenant ter zee P. A. van Rees, kommanderendo Zr. Ms. schroefstoom- schip Dj ara bi. Bevorderd tot ridder der militaire Willemsorde 3e kl. bovengenoemde kapitein ter zee J. E. de Man en de ka pitein-luitenant ter zee jhr. F. de Casembroot, 'skonings adjudant in gewone dienst en bevelhebber van Zr. Ms. korvet met stoomverinogen Medusa. marine. Onder toekenning van wachtgeld eervol ont slagen de hoofdingenieur der marine H. A. van der Speek Obreen. leger. Pensioen verleend, ten bedrage van 1005 's jaars, aan den paardenarts le klasse J. P. C. Smit van het le regement dragonders. dijk- en polderbesturen. Op verzoek eervol ontslag verleend aan den heer C. J. Baars, als lid der kommissie van toezigt over de keersluis te Arnemuiden. Kekrologïc. De heer mr. Schelto baron van Heemstra, lid der tweede kamer van de staten generaal, is op 57 jarigen leeftijd op zijn buitengoed te Maartensdijk in de provincie Utrecht overleden. Een longontsteking, die zicli in wei nige dagen moet hebben ontwikkeld, maakte gisteren een einde aan zijn werkzaam leven. Vooral als kommissaris des konings in Zeeland vervult hij in veler herinnering nog eene voorname plaats, want als zoodanig was zijn invloed in vele opzigten merk baar en drukte hij de voetstappen van zijn voorganger, jonkhr. mr. van Tets van Goudriaan, wiens kort verblijf in Zeeland's hoofdstad met betrekking tot het provinciaal bestuur als bet ware de overgang van bet oud tot het nieuw regime geweest is. De heer van Heemstra werd, na in 1830 aan de hooge- school te Groningen gepromoveerd te zijn, in het gewest zijner geboorte al vroeg voor de vervulling van openbare betrekkingen aangewezen. In 1838 werd hij door de ridderschap van Friesland tot lid der provinciale staten gekozen. Vroeger was hij reeds tot grietman van Donia- werstal benoemd en in 1839 werd .bij dit van Oostdon- geradeel. De provinciale staten van Friesland kozen hem in 1844 tot lid van de tweede kamer der staten generaal en ver nieuwden zijn mandaat in 1847. Weinige maanden na het aanvaarden van het lidmaadscbap, vereenigde hij zich met deheerenThorbecke, Luzac, van Dam van'Isselt, van Rechteren, de Kempenaer, Storm, Wichers en Anemaet om vorm te geven aan een bij de natie reeds sedert ge- kruimen tijd zich ontwikkelend verlangen, door het doen van een voorstel tot herziening der grondwet in minder oligarchieschen geest dan die van 1815hetwelk den 10 december 1844 aan de kamer werd overgelegd. Kort na de nieuwe orde van zaken en na de invoering der grondwet van 1848, op welkergeboortehetgenoemde voorstel van belangryken invloed was geweest, werd mr. van Heemstra lid van het ministerie de Kempenaar als minister voor de zaken van de hervormde eeredienst, waartoe hij 30 junij 1848 ad interim en den 21 novem ber van het zelfde jaar definitief benoemd werd. Slechts tot 1 november 1849 bleef hij in die betrekking en werd toen, bij het optreden van het eerste ministerie Thor- becke, door deu heer Nedermeyer van Rosenthal ad inte rim vervangen. Weldra, 8 november 1849, vaardigden de kiezers van het hoofdkiesdistrikt Leeuwarden hem andermaal ter tweede kamer af, waarvan hij nu lid bleef tot 20 augustus 3850, bij de ontbinding der kamers. Van 1 junij 1858 dagteekent het bestuur van den heer van Heemstra als kommissaris des konings van Zeeland. Uit Utrecht, waar hij de zelfde betrekking sinds 1850 vervuld had, kwam hij tot ons. Hij verwierf zich hier de algemeene achting en genegenheid, en wat wij den 23 februari) 1860 schrevendat de heer van Heemstra door toe te geven aan het verlangen des konings om het bestuur van een der ministeriële departementen op zich te nemen, meer gehoor gaf aan den drang der omstandigheden dan aan zij ue eigene begeerte, is ook thans nog onze overtuiging, al hebben zich later ook verschijnselen voorgedaan die doen onderstellen dat de ij verzucht, welke aan het politieke leven steeds in meerdere of mindere mate schijnt eigen te zijn, ook hem haar prikkel deed gevoelen. De tweede ministeriële loopbaan van den heer van Heemstra, 22 februari} 1860 aangevangen, was noch lang durig, noch voorspoedig. Mindere vastheid van staatkun dige beginselen dan velen althans bij hem verwacht had den, minder kracht in de uitvoering dan men wensehelijk achtte, zijn onder de oorzaken te tellen die eene hevige oppositie tegen zijn bestuur uitlokten, welke bij de be handeling der staatsbegrooting voor 1862 van dien aard was, dat het hoofdstuk voor binnenlandsche zaken door de tweede kamer in de zitting van 16 december 1861 met 37 tegen 33 stemmen werd verworpen. De daarop gevolgde vermindering met f 50.000 van liet hoofdstuk onvoorziene uitgaven in de zitting van 21 december maakte de aftreding van het geheele ministerie onver mijdelijk. Den 26 junij 1862 werd de heer van Heemstra in het hoofdkiesdistrikt Middelburg bij herstemming met 616 van de 1182 geldige stemmen tot lid van de tweede kamer der staten generaal gekozen, ter vervanging van den heer mr. J. J. Slicher van Domburg. Hij gaf ook als zoodanig weder blijken van veelzijdige kennis en prak- tischen zin, en boewei hij in ons oog zich vaak al te gevoelig betoonde over de vroeger tegen bem gevoerde oppositie, mogen wij hem den lof niet onthouden dat hij- een ijverig lid der kamer was, die, welke ook zijne zwakke zijde moge geweest zijn, de belangen onzer provincie niet uit bet oog verloor. De heer van Heemstra was gedekoreerd met het grootkruis van de orde van den Nederlandschen leeuw en tevens grootofficier der luxemburgsche orde van de Eikenkroon. Kerknieuws. De heer H. C. Bervoets, predikant te Ilattem, heeft het beroep naar de nederduitsche hervormde gemeente te Zwolle aangenomen. Rivierberigten. Volgens heden ontvangen berigt was in de Noord en bet Mallegat het ijs vast. Voor'Will einsdorp was weinig ij's. De Staatscourant deelt het volgende mede Keulen 19 december. Veel drijfijs.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1864 | | pagina 1