De Staatscourant van heden bevat het volgende Keulen 17 december. Tamelijk veel sterk drijfijs. Arnhem 16 december. Veel drijfijs. De brug is afge nomen. Overtogt alleen met schuiten. Vreeswijk 16 december. Waterstand 1.15 cl AP. De Lek is overdekt met zware schollen drijfijs. De overtogt is moeijelijk en geschiedt met zeilpont en roeibooten. Westervoort 16 december. Veel drijfijs. Overtogt met pont en schuit. Katerveer 16 december. Het ijs heeft zich vastgezet. De overtogt in het veer is gestremd. Kampen 16 december. Waterstand 0.46 el beneden AP. Boven de brug het ijs vast; beueden de brug met een open vak in het midden der rivier. Gorinchem 16 december. H. w. 0.80 el 4-AP. L. w. 0.54 el -f- AP. De rivier is over de halve breedte aan de zuidzijde met drijfijs bedekt. Uegtszalcèii. Heden middag heeft het provinciaal geregtshof in Zee land uitspraak gedaan in de bekende zaak van Hermann Koer. Een buitengewoon talrijk publiek woonde ook deze zitting bij. Ten aanzien van het feit heeft het hof onder anderen overwogen dat, volgens de door den kantonregter van Brouwershaven afgelegde verklaring, deze zich in den morgen vau 16 september jl. naar de herberg van J. Lokker heeft begeven en op een opkamertje aldaar de 22jarige eenige dochter van laatstgenoemden bewusteloos op den grond uitgestrekt heeft zien liggen met cene verwonding aan het hoofd, terwijl hij onmiddellijk een geneeskundig onderzoek heeft doen instellen en daarna maatregelen heeft genomen tot het vinden van den dader; dat de getuige W. van den Broeke, en de moeder van het meisje, in de keuken zijnde, op het kamertje een slag hebben gehoord, waarop beide naar boven zijn gegaan en Kaatje Lokker op een stoel ineengezakt vonden en haar bloed zagen vloeijenuit eene wonde aan het hoofd; dat de werkster daarop naar buiten is gegaan, roepende „daar heeft de kommies Kaatje vermoord", en later naar het kamertje is teruggekeerd, waar de moeder van haar kind geen geluid meer had gehoord; dat volgens het visum repertum en de mondelinge verklaringen der des kundigen, de dood is veroorzaakt door een puntigen kogel uit een vuurwapen; zoo dat hef hof, op grond zoo wel van het resultaat van het onderzoek der deskundigen als van de verklaringen van verschillende getuigen, de overtuiging heeft verkregen en ook als wettig en over tuigend bewezen heeft aangenomen dat op genoemde tijd en plaats Kaatje Lokker door een schot met een punfkogel uit een vuurwapen het leven verloren heeft. Met betrekking tot den persoon des daders heeft het hof onder meerder overwogen de opgaven van den be schuldigde en de verklaringen van verschillende getui gen dat de beschuldigde, als kommies te Brouwershaven geplaatst, kennis en later verkeer heeft aangeknoopt met Kaatje Lokker, en de betrekking tusschen hem en haar na zijne verplaatsing naar Haamstede heeft onder houden: dat hij voor het meisje hartelijke genegenheid koesterde en jaloersch was," daar zij, volgens zijne opvat ting zich al te gemeenzaam met anderen gedroeg,waardoor ongenoegen is ontstaan; dat na de uiting van het ver langen van zijn meisje: om het verkeer af te breken, hij een pistool heeft gekocht, hetwelk hij, na vele vruehte- looze pogingen om het geschil bij te leggen, heeft gela den; dat hij eindelijk haar hare brieven en portret heeft teruggegeven met verzoek om wederkeerig de zijne te mogen terug hebben; dat zij daarop naar boven is ge gaan om die te balen, waar hij haar gevolgd is en zij tot hem gezegd heeft„hier is een van die prutsen, de overige kan ik niet vinden!"dat zij vervolgens even als vroeger op zijne bedreiging dat hij zich voor het hoofd zou schieten geantwoord heeft: „ik zou er om lagchen!"; en hij daarna het schot heeft gelost; dat hij herhaal delijk getracht heeft zich zeiven het leven te benemen, doch daarin door het weigeren der slaghoedjes is verhinderd geworden en eindelijk, al voortloopende langs bet kerkpad, bij een sloot gekomen en daarin gesprongen is. Deze feitelijke omstandigheden worden zakelijk door verschillende getuigenissen voor het hof bevestigd: o. a. heeft J. Lokker verklaard dat de jonge lieden twee malen naar de kermis te Zierikzee zijn geweest en zij ten derden male daartoe geen verlof konden krijgen, omdat het meisje niet gemist kon worden; dat hij wel wist dat er oneenigheden had den plaats gehad, doch de beschuldigde den 15 sep tember des avonds, hoezeer in ontevreden stemming niet stiller dan anders was; dat de werkster heeft ver klaard den beschuldigde met een pistool in de hand te hebben gezien, en ook andere getuigen hem met een pis tool in de hand hebben zien loopen en in de sloot hebben zien liggen, waaruit hij later getrokken is; —dat de be schuldigde van den getuigeLambregts/10 heeft geleend en te Zierikzee van den winkelbediende van Schelven, na te vergeefs een revolver gevraagd te hebben, een pistool met dubbelen loop, 25 of 26 slaghoedjes en 6 ko gels heeft gekocht, welke laatste vooraf zijn afgevijld; dat de beschuldigde, volgens den getuige van Iersel zich reeds des zondags beklaagd en zijn plan tot zelfmoord te kennen gegeven heeft, welk plan hij donderdag heeft herhaald, doch op de ernstige waarschuwing van den ge tuige weder beloofd heeft te zullen laten varen. Betreffende de redenen voor zelfmoord heeft het hof overwogen de verklaringen van de getuigen Smulders, die gedurende eenige weken ten huize van Lokker heb ben vertoefd; het medebrengen van een koek door den jongsten en het strijken met cosmétique aan het haar van het meisje door den oudsten; het gezamenlijk bezoe ken van de kermis te Zierikzee, het daar voorgevallene en de daaruit voortgevloeide oneenigheid, volgens de ver klaring van den stuurman van der Halen; het bezoek der kermis te Schuddebeurs van het meisje met den getuige Faassen, doch ook de verklaringen van den getuige Hoogeboom dat de plagerijen het meisje niet uit daden maar alleen uit woorden hebben bestaan; van den predi kant Reijers dat de beschuldigde, onder betuiging van diep berouw, die plagerijen en de opgewekte jaloezij als drijlveren voor de daad heeft opgegeven. Uit een en ander blijkt, volgens het arrest, dat de be schuldigde jaloersch was, met het plan tot zelfmoord het pistool heeft gekocht en dat hij door het gezegde van Kaatje Lokker in drift is geraakt en het pistool heeft gelost met het opzet en den wil om haar te dooden. De konklusie der verdedigers, strekkende tot vrij spraak van den beschuldigde, en subsidiair dat het hof alsnog een geregtelijk geneeskundig onderzoek zou gelieven te bevelen, heeft het hof, volgens het arrest, niet mogen aannemen. Geen ziekelijke storing der verstande lijke vermogens van den beschuldigde is het hof gebleken en de toerekenbaarheid mag niet als punt van nader onderzoek worden aangenomen. Volgens het arrest heb ben de verdedigers hunne konklusie getracht te staven door een brief van den beer Zuurdeeg te Zierikzee, die daarin o. a. verklaarde dat de beschuldigde bij het ple gen der daad moet hebben geleden aan „erotomanie", waarmede evenwel de levenswijze en al de gedragingen van den beschuldigde ten eenenraale in tegenspraak blijken te zijn; ook komen in dien brief geene opgaven voor van persoonlijke waarnemingen van ziekteverschijn selen bij den beschuldigde. Ten aanzien van den „voorbedachten raad" heeft het hof in hoofdzaak overwogen dat wel het koopen van het pistool, het niet terugkeeren van den beschuldigde naar Haamstede, het laden der beide loopen en het afwachten van de gelegenheid tot hij met Kaatje Lokker alleen was, voldoende bezwaren hebben kunnen opleveren voor de beschuldiging en teregtstelling van dezen beschuldigde, doch dat het gehouden onderzoek het „overleg in koelen bloede" niet bevestigd heeften moet aangenomen worden dat de beschuldigde, toegevende aan jaloezij, een zelf moord zou hebben begaan, doch door de woorden van Kaatje Lokker in de grootste woede ontstaken daarop de daad beging. Het hof heeft mitsdien den beschuldigde schuldig ver klaard aan „moed willigen doodslag" en hem, op grond van de artt. 295 en 304 van het wetboek van strafregt, art. 2,2e en 3e lid der wet van 29 juuij 1854, de artt. 36 en 52 van het wetboek van strafregt en de artt. 207 en 216 van het wetboek van strafvordering, veroordeeld tot eene tucht huisstraf van 15 jaren, met verwijzing in de kosten van het geding; met bevel dat eenextrakt uit het arrest zal worden gedrukt en aangeplakt te Middelburg, Brouwers haven en Haamstede op de gebruikelijke plaatsen, en tot teruggave der overtuigingstukken. Wij vernemen dat de verdedigers zich van dit arrest in kassatie zullen voorzien. Gemengde herlgten, Zaturdag namiddag hebben twee jonge kinderen, zon der toestemming hunner ouders, zich op het ijs van eene der buitengrachten dezer stad gewaagd, dat echter nog zoo zwak was, dat beiden bijna in het midden der gracht er door zakten en gewisselijk hunnen dood zouden gevonden hebben, zoo het niet aan drie wakkere mannen, Groenenburg, Lorier en Mondeel, met inspanning van alle krachten, gelukt was hen uit het steeds meer en meer krakende en brekende ijs te redden. Na het toewer pen van lijnen, die de kleinen echter niet meer konden grijpen, daar zij door schrik bevangen waren en door verstijving van koude met ieder oogenblik hun bewust zijn meer verloren, hebben die mannen en vooral laatst genoemde zich niet ontzien door het ijs zich een weg te banen, en zoo doende die kleinen te redden. De schrik der ouders is moeijelijk te beschrijven, vooral daar een der kinderen eerst na veel moeite zijn bewustheid terug kreeg. Thaus evenwel zijn beiden weder geheel hersteld. De vrachtrijder J. Suvaal alhier werd zaturdag namid dag bij het opladen van een vat olie te Ylissingen daarin door twee personen bijgestaan. Door cene onvoorziene omstandigheid kon men het vat niet meer meester blij ven, waardoor genoemde persoon achterover werd ge worpen en bet vat hem over het linkerbeen ging, hetwelk daardoor gebroken werd. Na voorloopige ge neeskundige behandeling, is hij naar Middelburg over- gebragt. Gisteren is het been ingezet. De te Zwolle gedurende drie jaren onafgebroken heerschende typhus heeft in de laatste weken eene niet onaanzienlijke uitbreiding onder de lagere klassen ver kregen. Het hulp-hospitaal of passantenhuis, eigenlijk slechts voor enkele gevallen van besmettelijke ziekten van verschillenden aard in den beginne doelmatig inge- rigt, ligt thans opgevuld met 31 lijders, en nagenoeg dagelijks worden er nieuwe ingebragt. Uit Utrecht schrijft men, dat vrijdag morgen op den openbaren weg nabij Koningslust gevonden is een soldaat van het7deregement infanterie, die, zoo als weldra bleek, des nachts schijnt doodgevroren te zijn. Hij is terstond naar 's rijks hospitaal te Utrecht getransporteerd. Eenige dagen geleden kwam een polderwerker in eene tapperij te Zwolle en vroeg een flesch jenever; nadat men hem die gegeven had, verborg hij ze onder zijn jas en verzocht dat men hem het bedrag krediteren zou, hetgeen de tapper evenwel weigerde. De polder werker beweerde geen geld te hebben, gaf de flesch jenever terug en vertrok. De tapper schonk den volgen den dag een borrel aan een der bezoekers, doch zette een lang gezigt toen hem gevraagd werd of hij nu begon water te tappen; en hij had werkelijk water getapt uit de flesch die hem de polderwerker den vorigen dag, in plaats van de flesch met jenever, had teruggegeven. Naar aanleiding van de vele moorden, die in België de stroopers plegen op de veldwachters, geeft L'indé- pendance het denkbeeld aan om hun, even als aan de fransche jagtopzieners, verrekijkers te geven, waardoor zij op een afstand de stroopers zouden kunnen herkennen. Zij mogen er dan wel roepers bij krijgen, om het bekende „onthoud je dag" aan de overtreders toe le roepen. Het planten van jonge zalmen in de wateren van Overijssel schijnt goede uitkomsten te zullen opleveren. Althans hetgeen sedert eenigen tijd tot veler bevreem ding nu en dan geschiedde, gebeurde 11. dingsdag weder; in de nabijheid van Zwolle in de rivier de Vecht werd een horazalra gevangen, welke goed gevoed was en de aan zienlijke zwaarte had van bijna 7 ned. ponden. Een jong mensch te Parijs, die den volgenden dag in het huwelijk zou treden, zeide tot zijn schoonvader, in tegenwoordigheid zijner bruid: „Ik wil dat onze echt- verbindtenis precies ten 11 ure plaats hebbe, ik wil dat het diner in de Frères Provengaux zal worden gegeven en dat er goede muziek aan tafel zij. Den zelfden avond wil ik nog naar Fontainebleau vertrekken." „Uw brui degom wil zeer veel," zeide de moeder tot de bruid. „Och, mama, laat hem zijn gang gaan," antwoordde de bruid lagchende, „hij maakt zijn laatsten wil." Donderdag avond ongeveer ten lli ure is eene felle brand ontstaan onder de gemeente Charlois, tegenover Rotterdam. Aangewakkerd door den lievigen wind, wa ren binnen korten tijd de bouwmanswoning, bewoond door A. van Pelt, benevens de vlasschuur en de aangren zende arbeiderswoningen, waarin 10 huisgezinnen woon den, in de asch gelegd. De oorzaak van den brand is onbekend. Naar men verneemt zijn de panden voor brandschade verzekerd. Burgerïïjke stand. (Van 10 tot 17 december.) VnissiNGEN. Gehuwd: C. Schot, jm. 37 j. met C. H. Remeeuw,jd. 32 j. R. Schot, jm. 25 j. met M. E.Luymes, jd. 23 j. BevallenM. W. J. E. van der Os, geb. Vader, z. S. J. J. Fleurbaay, geb. van Zwijndregt, z. B. de Leef, geb. Cohen, z. J. Verbeek, geb. Nustelijn, d. Overleden: M. Nobels, vrouw van A. van Drielen, 41 j. C. H.Koppejan, d. 8 m. L. J. Wernau, d. 13 ra. E. de Bie, d. 15 m. C.L. Minderaa, vrouw van C. H. Mathezing, 29j. H. J. de Priester, man van J. Beekman, 61 j. Goes. Bevallen: A. J. Meijers. geb. Temperraan, z. M. E. Schrijver, geb. Plompen, z; A. E. Strijards, geb. Clement, d. K. F. Blanker, geb. van de Zande, z. P. Hooze, geb. van Boven, d. R.Maas, geb. Buren, d. A. Janse, geb. Batens, z. (levenl.) OverledenL. A. F. van Hese, d. 7 m. C. Proos, wed. van L. Ricbaard, 76 j. Zierikzee. Gehuwd: H. Bax, jm. 26 j. met T. Biesheu-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1864 | | pagina 2