penbaar ministerie rekwireerdc de schuldigverklaring an een beschuldigde; aan spreker was als verdediger an dien beschuldigde gebleken dat deze aan waan- in, en wel aan melancholia religiosa leed; hij grondde aarop zijne verdediging, de prokureur-generaal sprak ie even als thans krachtig tegen, en het hof nam die n en sprak den man vrij. En het bewijs dat die man aanzinnig was is afdoende: tien maanden later moest hij oor zijn bedroefde ouders iu een gesticht worden ge- laatst, waar hij korten tijd later krankzinnig stierf. De verdediger herhaalde dat het openbaar ministerie ls geen deskundige niet bevoegd is om de verdediging n don hoofdgrond te bestrijden en daartoe bovendien alle egevens mist. Het is daarenboven vooringenomen en dien ten gevolge partijdig. Kan bet openbaar ministerie, volgens sprekers mee ning, niets afdingen op den hoofdgrond der verdediging, met bepaalden weerzin moet de verdediging nu het open baar ministerie volgen op een terrein dat alleen de hypothese ten grond slag heeft, dat werkelijk de gepleegde daad toerekenbaar zijn zou. Volgens den verdediger zweefde den beschuldigde steeds het plan tot zelfmoord voor oogen. Het open baai- ministerie heeft gevraagd: waarom heeft hij dit plan dan niet op weg van Z.Zee naar Brouwershaven volvoerd? en de verdediger antwoordt: omdat hij zich zeiven in tegenwoordigheid van zijn meisje wilde doodschieten het was een aller natuurlijkst gevolg van zijn psychi- schen toestand, als blijk waarvan spreker nog een bekend voorbeeld aanhaalde, alhier in 1850 of 1851 voorgevallen. Mogten ook al sommige feiten twijfelachtig zijn, ze zonden moeten komen ten voordeele van den be schuldigde, die algemeen bekend is als een braaf en edel mensch. „Een braaf en edel menscli zoo ongeveer luidde het slot van de rede des sprekers kan niet op eenmaal een laaghartige moordenaar worden. Aan die waarheid sluit zich naauw oene andere aan, nl. dat de beschuldigde onmiddellijk na het plegen der daad een levendig berouw daarover gevoelde. Zulk een onmid dellijk en hevig berouw is bij voorbedachten doodslag niet aanwezig; een Petrus kan onmogelijk te gelijker tijd een Judas zijn! Dachten wij aan de aanneming van pre meditatie, wij zouden op dat berouw van den beschul digde pleiten en het minimum der straf vragen voor eenvoudigen doodslag. Wie toch is er die aan het berouw van den beschuldigde twijfelt? Wie zal hem door dien twijfel willen beleedigen? Wij vragen: wie is er in deze zaal aanwezig, die niet een diep medelijden met dezen ongelukkige gevoelt, die hem niet gaarne deze woorden van den edelsten menschenvriend zou willen toeroepen: ga heen en zondig niet meer! Maar neen, die man is niet schuldig voor de wet; het feit mag hem niet worden toegerekend.i,„Zoo dan aldus sprak onlangs een jeugdig hoogleeraar bij de aanvaarding van zijn ambt indien wij oordeelen als feilbare menschen, zullen wij dan straffen als onfeilbare goden Regters gij zult in uwe stille raadkamer overwegen wat gij van hier vernomen hebt, doch die overweging kan, althans in den tegenwoordigen stand der zaak, onmogelijk tot eene veroordeeling leiden." De verdediger verklaarde vervolgens bij de genomen konklusie te persisteren. Het hof beeft na gedelibereerd te hebben bevolen dat de door de verdediging overgelegde stukken door den griffier zonden worden voorgelezen en, nadat hieraan was voldaan, het onderzoek in deze zaak gesloten en de uit spraak bepaald op aanstaanden maandag des middags ten 12 uur. 4*eimemg«]le Dierigten. Niet alleen het bijzonder fraaije weder, dat sedert eenige dagen te Scheveningcn hecrscht, maar ook het zondag voormiddag voor anker komen aldaar van Zr. Ms. stoomschip dc Watergeus, kapitein-luitenant ter zee Geerling, heeft te dier plaatse eene talrijke menigte j bijeenverzameld. Zondag morgen ten 10 ure zag men een groot schip naderen, dat al spoedig bleek een oorlogsbo dem, en wel het genoemde stoomschip, te zijn. De bar kas cn een sloepje werden afgelaten en naar den wal gezonden; daarin werden overgevoerd de luitenant ter zee 2e klasse Adams en de adelborst le klasse ridder Hnyssen van Kattendyke, die zich onmiddellijk naar 's Hagc begaven. Een uur later kwamen aldaar aan de minister van marine zijne excellentie ridder Hnyssen van Kattendyke, vergezeld van eenadjudant, jhr. Wichers luitenant ter zee le klasse, en jhr. van Karncbeek, oud schout-bij-nacbt, buitengewoon adjudant des konings, die zich met gemelden luitenant en adelborst in de bar kas naar boord lieten roeijen. De minister bleef ruim een uur aan boord van den Watergeus en inspekteerde dezen naar een nieuw stelsel ingerigtcn bodem. Yan het, „Leven van Jezus" door Ernest Renan, zijn 157.000 exemplaren verkocht. Te Leeuwarden heeft zich een maatschappij gevormd tot oprigting- van een meel- en broodfabriek. Slalcn generaal. TWEEDE KAM Ep; Zitting van maandag 12 december. j Aan cle orde was het wetsontwerp tot vaststelling cler j begrooting van uitgaven voor den aanleg van staats- spoorwegen, dienst 1865. Vooraf echter vroeg de heer van Nierop het woord, j ten einde eene vraag te doen aan den minister van bin- nenlandscbe zaken betrekkelijk de amsterdamsche I kanaalmaatschappij. Hij verklaarde thans gemagtigcl te j zijn de brieven, van het amsterdamschc huis over de soliditeit van dc aannemers te mogen publiceren, mits j de naam van den berigtgever niet zou worden bekend gemaakt. Uit die berigten blijkt, dat zijne vroegere mededeelingen betrekkelijk de soliditeit der aannemers bevestigd worden. De firma toch kan niet meer betalen en hare krediteuren zijn daarom bijeengekomen. Hij vroeg nu de ministers van binnenlandsche zaken en financiën, of aan de direktie der kanaalmaatschappij magtiging was verleend tot het uitschrijven der eerste storting? De minister van binnenlandsche zaken ant woordde op die vraag ontkennend, zich latere mededee lingen omtrent de zaak reserverende. Vervolgens is de beraadslaging over de begrooting voor de staatsspoorwegen hervat. De minister gaf eenige inlichting omtrent bet versterken van den Noorder en Zuider Lekdijk in verband met den bouw van de brug te Kulenbnrg. De heer Viruly betoogde de noodzakelijkheid van verhooging der dijken'boven de brug te Zalt-Bommel, in overeenstemming met den wensch der meest belangrijk ste waterschappen, en vroeg of aan haar een subsidie daartoe zou worden verleend De lieer Storm vroeg nadere opheldering van de som van f 1.234.000, voor de brug te Zalt-Bommel, aange vraagd. De heer van Litli de Jeude verklaarde dat deskun digen het nut der hier voorgenomene rivier verlegging betwijfelden, en daarom ongezind te zijn, nu reeds gel den daarvoor te geven. De heer van Nispen toonde ins gelijks de noodzakelijkheid tot verhooging der dijken boven de brug te Zalt-Bommel aan. De minister ant woordde dat die verhooging niet zou strekken om ijsver stopping tegen te gaan. De lieer Storm stelde daarop een amendement voor om de som bij dit artikel uitgetrokken met f 934.000 te verminderen, uitgetrokken voor de ver legging dor rivierdijken. De heer Viruly stelde voor de som van het art. met f 200.000 te vermeerden, in het belang der dijkverster king. Het amendement van den heer Storm werd verworpen met 37 tegen 31 stemmendat van den heer Viruly werd mede verworpen met 48 tegen 21 stemmen. Het art. 11 (brug te Bommel) werd aangenomen met 47 tegen 20 stemmen. Bij de behandeling van art. 13 (spoorweg Arnhem- Leeuwarden) besprak de beer Storm bet plaatsen van stationsgebouwen. Bij art. 14 (spoorweg van Harlingen naar de bannover- sche grenzen) trad de heer van Heiden in beschouwingen over de aansluiting aan de hannoversche westbaan. Bij art. 17 (lijn Maastricht-Helmond) vroeg de heer de Bieberstein waaraan de plaats gehad hebbende verzak kingen waren toe te schrijven en of dit invloed had op de opening van den weg? Bij art. 18 (lijn Rozendaal-Vlissingen) gaf de heer van Eek twijfel te kennen of er genoegzaam gelet wordt op het verband, dat er bij den aanleg der verschil lende lijnen, bestaan moet. Hij wees daarbij op het voor komende in L:indépendance beige nopens de werken in de Ooster-Schelde maar gelooft niet dat er vrees behoeft te bestaan voor tolheffing op die vaart. Hij vroeg verder hoever de afdamming of overbrugging van het Sloe ge vorderd is, en gelooft dat er vrees is, dat, als de zuider- lijn afgewerkt zal zijn tot Goes, nog eenige jaren zullen verloopen voor dat de aansluiting tot aan zee zal voltooid zijn. In het belang van het internationaal verkeer moet spoed gemaakt worden. De minister antwoordde dat met de werken van het Sloe, de meest mogelijke spoed zou betracht worden. De heer van Kerkwijk drong aan op spoed bij de wer ken voor de lijn Boxtel'sBosch. Bij de behandeling der lijn Breda—Rotterdam besprak de heer de Raadt de beslissing omtrent de rigting van de lijn Rotterdam Willemsdorp en vroeg waarom die zaak nog niet beëin digd was; hij vestigde voorts de aandacht op het wen- schelijke der voltooijing van het vak tusschen Willems- dorp en Dordrecht. Het wetsontwerp werd ten slotte met algemeene stem men behalve die van den heer Storm aangenomen. volking zelve. Nog onlangs toch is gebleken, toen de pruissische gemagtigde von Scheel-Plessen in de hertog dommen was aangekomen om dc kern eener inlyvings- partij te vormen, dat dit denkbeeld zeer weinig deelne ming vond. Bovendien gaat de bevolking der hertog dommen steeds voort met het geven van teekenen van bijval aau den hertog Frederik van Augustenburg. Ten opzigte van de kwestie der erfopvolging in de hertogdommen bevat het oostenrijksch dagblad, de Prov. Corr., een artikel, waarin zich de weifelende politiek van het oostenrijksch kabinet weder geheel afspiegelt. Dit dagblad toch, hetwelk als officieus orgaan der regering wordt beschouwd, zegt dat in geval de kleinere duitsche staten door middel der bondsvergadering hunne opinie wilden uiten omtient de opvolgingskwestie, Pruissen en Oostenrijk zekerlijk de inzigüen hunner medeleden van den bond in aanmerking- zullen nemen, maar dat het de pligt is der groote mogendheden om eene scherpe grens lijn te trekken tusschen de politieke en juridische mo tieven der kleinere staten. Men ziet uit dit artikel alweder hoe Oostenrijk zoowel de pruissische regering als de kleinere duitsche staten zich tot vrienden wil honden. Men schijnt aan het Sak sische hof echter daarin de mogelijkheid te zien eener toenadering van Oosteurijk tot de kleine staten en yan daar dat er weder sprake is van eene konferentie te Mnnchen, waarop door deze laatste de kwestie zou wor den behandeld om ééne gemeenschappelijke politieke ge dragslijn te volgen op de bondsvergadering te Frankfort. Door allerlei intriges en politieke kleingeestigheden onderling verdeeld en elkander vijandig, zullen Duitsch- land's kleinere staten tot dergelijke eenstemmigheid echter wel niet geraken. In het Oostenrijksch huis van afgevaardigden is door een der leden hei verzoek ingediend om den vroegeren diktator van Polen, Langiewicz, in vrijheid te stellen. Koning Cbristiaan is van zijn bezoek aan Jutland we der naar Koppenhage teruggekeerd. Bij zijn vertrek uit Kolding heeft hij onder de verschillende deputatiën, welke hem hare opwachting maakten, ook eene ontvan gen uit die stad zelf. Met het oog op de politieke toe stand des rijks zcide de vorst in zijne toespraak „dat hij een vrij koning in een vrij land wenschte te wezen." Uit Rome wordt gemeld dat tegen kersmis geen kou- sistorie zal gehouden worden. Uit nadere mededeelingen uit New-York omtrent het Icomplot om die stad aan verschillende kanten in brand te steken, blijkt dat dit van meer ernstigen aard is ge weest, dan men aanvankelijk bad vermoed. Op zeer vele punten brak te gelijker tijd brand uit, vooral in loge menten aangestoken. De hierdoor veroorzaakte schade was dan ook vrij belangrijk. De burgerlijke en militaire autoriteiten van New-York hebben krachtige maatrege len genomen om de laaghartigen te ontdekken, die deel uitmaakten van het komplotvooral worden de aanhan gers van het zuiden van medepligtigheid aan deze gru welijke zamenspanning verdacht gehouden. Jrftijümjjcn töuitcnlanö. Den 1 november 11. is van Batavia naar deze stad ver trokken het barkschip Sla cl Middelburggez. D. D. Ouwe hand. Schip en ekwipage waren in goeden staat. Volgens telegram te Batavia den 1 november 11. ont vangen, was op dien dag Anjer gepasseerd, bet barkschip Burgemeester van Middelburggez. K. Hoek, van Vlissin- gen naar Batavia. ijcmDclsbmgtm. Algemeen ovcrxlgt. Men verwacht thans te Turijn zeer spoedig de afkon diging der wet tot overbrenging van den hoofdzetel des bestuurs naar Florence. Van dien dag begint, gelijk men weet, de termijn te loopen van zes maanden binnen welken een begin zal worden gemaakt met de ontrui ming van Rome door de fransche troepen. In de zitting van den ïtaliaanschen senaat op gisteren gehouden heeft de minister van finanfciëo verklaard dat het parlement nog waarschijnlijk gedurende januarij en februari] 1865 bijeen zal blijven. Daarna zal er eene lang durige vakantie zijn tengevolge der overplaatsing van de hoofdstad naar Florence, waarmede in den loop van mei een aanvang zal worden gemaakt. In Duitschland maakt men zich intusschen nog vrolijk I over de genealogische nasporingen der berlijnsche offi- I cieuse dagbladpers. In het; algemeen toch gelooft men dat de inlijvingsplanncn van den heer von Bismarck, van wier bestaan dit alles blijk geeft, nog een grooten hinderpaal zullen ontmoeten. Men ziet dezen echter niet in de houding van Oostenrijk, altijd nog magteloos en weifelend tegenover Pruissen, niet in de houding der duitsche bondsvergadering zonder leven cn levens kracht, niet in de houding van Duitsckland's regerin gen der kleine staten, onderling verdeeld eu met schrik vervuld voor den pruissischcn vrijheer; men ziet dien hinderpaal in dc houding van Sloeswijk-Holstein's be ÖraatiiiiaB-kiicn enz. Amsterdam 14 december. Tarwe en gerst onveranderd. Raapolie op zes weken f 43. Lijnolie op zes weken ƒ36}. üFrjjy.em van eMekteaa. Amsterdam 14 december. Nederland. G'ertifik. Werkelijke schuld 2}- pet. 601 dito dito dito 3 71± dito dito dito 4 „95 Aand. Handelmaatschappij 4}- België. Certifikaten bij Rothschild 21 Rusland. Obligatiën 1798/1816 94-g- Certifik. Hope co4 67£ Oblig. dito 1855,6e serie 5 79$ dito dito Leeuing 1860 4} 82 Certifikateny Aand. spoorweg182}- Polen. Schatkistobligatiën4 Oostenrijk. Obligatiën metalliek5 56a dito 1847/1852 2^ 28$ dito rente Amsterdam5* 81-r dito nationale5 t>2jir Bank aktien3 Italië. Leening 18615 Spanje. Obligatiën (binnenlandsche) .3 42} dito3 thans 24 40 Amortisable schuld Portugal. Obligatiën 1853 3 45 jV dito 1856—1862 3 45ï Griekenl. dito (blaauwe) 5 Turkije. Obligation- (binnepl.)6 Vereen.Stat. dito (1882)^ 6 43 Hi Illinois. ditoy-Y?". .7 Mexiko. dito 3 27iV Grenada, dito; afgestempeld 4( Venezuela, ditdv.:;.^.2 l7»'

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1864 | | pagina 3