MIDDELBURGSCHE COURANT. N°' 19 9. 1864. Donderdag 15 December ötnnmlanü. Cij deze courant behoort een bijvoegsel. Editie van woensdag avond 8 ure. AlXBESTEDIIie. Burgemeester en wethouders der gemeente Oasenisse, Brengen bij deze ter kennis Dat zij op woensdag den 25 jannarij 1865, des namid dags ten één ure, in do gemeentekamer aldaar zullen overgaan tot de aanbesteding van het verbeteren en begrinden van den hoofdweg dezer gemeente, inge volge daarvan opgemaakt bestek en voorwaarden, het welk ter sekretarie dezer gemeente, dagelijks ter inzage ligt; alsmede dat hetzelve in de gemeenten Middelburg, Ylissingen, Goes, Tholcn, Zierikzee, Hulst, Hontenisse en Ossenisse ter lezing is nedergelegd. Dat de benoodigcle aanwijzing van gemeld werk, daags te voren, van des voorraiddags 11 tot des namiddags 2 ure zal plaats hebben. Ossenisse, den 3 december 1864. Burgemeester en wethouders, F. NEVE. De secretaris, K. SCIIADDÉ VAN DOOREN. Middelburg 14 december. De tweede kamer heeft gisteren hoofdstuk marine aangenomen met 47 tegen 19 stemmen. Het verslag der behandeling deelen wij in een volgend nommer mede. De gemeenteraad alhier zal aanstaanden vrijdag, des namiddags ten half drie ure, eene openbare zitting houden, ter behandeling van eene missive van den minis ter van binneulandsehe zaken, overdragt schoollokaal in de St. Pieterstraat. Uit Goes schrijft men ons „Het lijk van den landbouwer C. van Kattendijke, is tot heden nog niet gevonden, het gerucht dat ik u den 2 dezer mededeelde, heeft zich alzoo niet bevestigd." Het Handelsblad behelst een brief van den heer Ch. Burn en een artikel van den Illustrated Times van 29 oktober 11. (beiden in de engelsche taal), waaruit blijkt, dat de aannemer der werken tot doorgraving van Holiand op zijn smalst overeenkomstig de verklaringen van den keer van Nierop, zijne betalingen heeft gestaakt, iets wat, volgens den heer Burn, te Londen oud nieuws was en meer dan eene maand geleden aan een der direkteuren en den vroegeren sekretarie der kanaal-maatscabppij iu hun privé ter kennis was gebragt. De heer Burn voegt er echter bij, dat hij bereids, namens een voornaam en solied aannemer, aanbiedingen heeft gedaan aan de direkteuren der kanaalmaatschappij om al de werken a forfait aan te leggen en al de aandeelen, die door het publiek niet worden genomen, voor zij no rekening te nemen. Dit aanbod was, volgens den heer Burn, reeds eenige maanden geleden aan genoemde direkteuren toegezonden, zood'at, hetzij op de grondslagen van de oude koncessie, hetzij door pogingen aan te wenden oin eene nieuwe koncessie te verwerven, met vermoedelijk gunstiger bepalingen voor de kanaal-maatschappij, het, op den grondslag van een kapitaal van 28 millioen guldens, niet raoeijelijk zal wezen andere voorname en solicdc aannemers te vinden, weshalve het amsterdam- sche publiek niet behoeft te twijfelen of het kanaal door Holland op zijn smalst zal tot stand komen, Rcsioeiningeii en besluiten. waterstaat. Onbepaald verlof verleend aan den ingenieur van den waterstaat le klasse J. Dirks, en aan den ingenieur van den waterstaat 2e klasse L. A.Reuvens. Bevorderd met ingang van 1 januarij a. s. tot inge nieur van den waterstaat le klasse de heer F. D.N.van Deventer, thans ingenieur 2e klasse; tot ingenieurs van den waterstaat 2e klasse de keeren A. M. K. W. baron van Ittersum en W. J. S. J. Blom, thans aspirant ingenieurs. Marine en leger. Volgens partikulier berigt, bevondt zich Zr. Ms. fregat Prins Maurits der Nederlanden, kommandant d'Harae- court, den 9 dezer in goeden staat zeilende in de Hoofden. Koloniën. Uit de heden met de engelsehe mail aangekomen berigten uit Oost-Indië blijkt dat op den 28 oktober jl. des morgens ten half 5 ure, door een 60tal kwaadwilligen een aanval is gedaan op de kaserne der pradjoerits te Tagal. Na één pradjourit gedood en 7 geweren geroofd te hebben, trachtten de boosdoeners de woning van den waarnemenden regent binnen te dringen, en toen dit niet gelukte, vernielden zij de in dependoppoaanwezige meubelen, en trokken tegen den morgen terug naar het zuiden. Op hun terugtogt hebben de boosdoeners een europe- schen werkbaas bij den waterstaat, met name Doen, vermoord, een opziener te Pagongan, genaamd J. Koch, en een chinees zwaar gewand erwijl een ander opziener, 'met name IV. Goldman, ligt vei wond werd. Regtszaken. BEHANDELING DE8 ZAAK VAN HERMANN KOER, Zitting van maandag. Maandag beeft het provinciaal geregtshof in Zeeland de behandeling voortgezet der zaak van Hermann Koer. Even als zaturdag woonde een buitengewoon talrijk pu bliek de zitting bij. Ten gevolge van 's hofs bevel werd nog als getuige gehoord A. van Jersel uit Tilburg. Deze verklaarde in hoofdzaak dat hij van 7 tot 15 september met twee zoons van zijn meester, de beide Smulders, ten huize van Lok ker te Brouwershaven heeft gelogeerd. Ofschoon hij geen bijzonderen omgang met den beschuldigde gehad heeft, zeide laatstgenoemde op zondag 11 september tot hem „mijn meisje zal mij het leven kostenzij houdt meer van een ander dan van mij." Hierop werd door den getuige geantwoord„Hermann wees toch wijzer,zoek liever een ander meisje!" De volgende dagen merkte hij niets bij zonders op, maar donderdag avond zeide de beschuldigde tot hem dat hij voornemens was aan ziju vroeger geop perd plan tot zelfmoord gevolg te geven en svel den vol-1 genden dag als hij op weg naar Haamstede zou zijn. Hierop had de getuige geantwoord: „Hermannbedenk dat er een oordeel bestaat, dat gij u zeiven voor eeuwig ongelukkig en uwe faraielje tot schande maken zult!" De beschuldigde verzocht den getuige niets van zijn voorne men aan anderen te openbaren. Nadat van Iersel toen gezegd had niet te mogen zwijgen ais de beschuldigde bij zijn plan bleef, beloofde deze dit te zullen laten varen en op raad van den getuige een ander meisje te zullen zoeken. De getuige weet zich niet te herinneren wat de beschul digde den volgenden morgen vroeg had geantwoord op zijne tot hem gerigte vraag, of hij goed gerust had'? Voorts verklaarde van Iersel dat hij nooit gedacht heeft dat er bij den beschuldigde plan bestond om zijn meisje, maai' alleen om zich zei ven te vermoorden. Hij was evenwel niet zoo vertrouwelijk met hem, dat bet j waarschijnlijk is dat de beschuldigde, zoo hij het plan j had om Kaatje Lokker te vermoorden, dit tot hem zou gezegd hebben. Overigens heeft van Iersel of van Kaatje Lokker, óf van hare ouders gehoord dat de be-1 schuldigde tot zijn meisje zou gezegd hebben„'t zal mijn leven en uw leven kosten." Van dronkenschap heeft j de getuige op donderdag avond bij den beschuldigde i niets bemerkt. De in de instruktie door vrouw Lokker afgelegde ver- klaring werd door den griffier voorgelezen. Zij bevatte j geene andere dan reeds bekende bijzonderheden. Alleen j zij hier vermeld dat zij o. a. verklaard heeft dat Koer, toen zij na het lossen van het pistoolschot boven kwam, het pistool op baar rigtte met de bedreiging: „ik zal je ook dood schieten." Alsnu werd de beschuldigde geboord. Hevig ontroerd beantwoordde bij de verschillende vragen des voorzitters, die hem op zachtmoedige, doch waardige en ernstige wijze over het gebeurde onderhield. Hoewel het verboor ongeveer anderhalf uur duurde, vatten wij de antwoorden in enkele regels zamen. liet feit zelf was buiten tegen spraak. Dc aanleiding daartoe was drift, opgewekt door de beleedigende behandeling welke hij van Kaatje Lok ker in de laatste oogenblikken te verduren had. Het pistool heeft hij gekocht met het bepaalde doel om alleen zich zeiven het leven te benemen. Dit voornemen wilde hij, zoo als hij opgaf, ten uitvoer brengen daar zijn ver keer was afgebroken. Dc voorzitter merkte evenwel hierbij op dat de beschuldigde zich vergiste, want dat het verkeer eerst vrijdag morgen afgebroken is, en boven dien dat, ware bet verkeer donderdag afgebroken geweest het meer natuurlijk zou zijn geweest als de beschuldigde toen dadelijk naar zijn station te Haamstede ware terug gekeerd. Hierop werd door Koer geantwoord, dat hij dit niet heeft gedaan, omdat hij eerst nog wilde beproeven of het verkeer niet weder in orde kon worden gebragt. Voorts gaf de beschuldigde op dat hij de beide loopen van het pistool geladen heeft toen hij alleen in de keuken was des morgens na een woordenwisseling met zijn meisje, alsmede dat hij, na het op zijn meisje te hebben afge schoten, het op zich zei ven heeft gevigt, doch dat het schot weigerde. Hij ontkende dat hij het pistool ook op vrouw Lokker zou hebben gerigt toen deze boven kwam, en bleef volharden bij zijne opgave dat hij bet plan heeft gehad om alleen zich zeiven voor het hoofd te schieten en dat hij tot meerdere zekerheid daarom beide loopen van het pistool geladen had. Zoo de voorzitter als som mige raadsheeren en ookbet openbaar ministerie merkten herhaaldelijk op dat de beschuldigde, als hij zich het leven werkelijk had willen benemen, daartoe ruimschoots gelegenheid 'heeft gehad. De beschuldigde bleef evenwel j volharden en verklaarde ten slotte zijne verdere verdedi- j ging over te laten aan zijne raadslieden. Het woord nu aan het openbaar ministerie verleend zijnde, verklaarde de prokureur-generaal dat het voor hem in eene zaak als deze, waarvan de beschouwing zoo diep in grijpt in het gevoel,hoogst moeijelijk was de feiten gepast voor te stellen en te waken voor overdrijving, om zich niet te laten medeslepen door zijn gevoel èn van mede lijden èu van verontwaardiging. Het is toch z. i. maar al te waar, en het is hier gebleken, dat hartstogten doode- lijke gevolgen hebben kunnen, als men het licht der rede niet gebruikt en de stem van het geweten smoort. Ook deze beschuldigde heeft zich door zijne hartstogten laten overmeesteren en, hoezeer hij daarover ook diep berouw moge gevoelen,is de door hem gepleegde daad welberaamd, goed overdacht en met vaste hand ten uitvoer gebragt. Volgens den spreker is het een feit dat Kaatje Lokker in deu morgen van 16 september door den beschuldigde plotseling een kogel door het hoofd is gejaagd, zoo dat zij onmiddellijk ineenzakte en overleed; geen kreet werd er gehoord, en door die euveldaad werd een eenig kind aan hare ouders ontroofd, een meisje op wier zeden niets te zeggen viel en van wie men niet zeggen kan dat zij ooit vijanden heeft gehad. De man die haar, naar spre kers oordeel, moedwillig en voorbedachtelijk, heeft ge dood, is weggeloopen en in een sloot gevlugt. Op het oogenblik van het schot is de moeder met de werkster naar boven gegaan en heeft de eerstgenoemde hem met een pistool gezien, terwijl hij dit op haar en niet op zich zeiven rigtte. Op het geroep der werkster dat Hermann Koer Kaatje vermoord had, is de beschuldigde wegge loopen met het pistool iu de hand, maar dit weder niet op zich zeiven rigtende. Al voortgaande heeft hij zich in een sloot geworpen, maar zich daarin spoedig eenig- zins opgerigt, zoo als hij ook later gevonden is. De be schuldigde geeft voor zich te hebben willen verdrinken, maar volgens den prokureur-generaal zijn al de feiten met de beweringen van den beschuldigde omtrent een zelfmoord in strijd. Het vermoorden van het meisje, waarmede de beschuldigde verkeerde en nog kort te voren was uit geweest, was niet het gevolg eener opwellende gedachte, maar voorbedachtelij k. Hij heeft toch zondags te voren tot van Iersel gezegd: „die meid zal mij het leven kosten." Die persoon meende dat de beschuldigde zich-zelven het leven wilde benemen en heeft getracht hem dit uit het hoofd te praten. Toen was het zondag, hetgeen spreker aanhaalt om aan to toonen dat toen reeds het denkbeeld om iemand te dooden den beschul digde niet vreemd was eu hij zich daarmede meer en meer gemeenzaam beeft gemaakt. Ook is het z. i. opmer kelijk dat de beschuldigde woensdag daaraanvolgende zijn meisje heeft gedreigd met de woorden„het zal mijn en uw leven kosten", hetgeen ook de reden is geweest dat men met den beschuldigde niet meer op de zelfde kamer wilde slapen, zoo als Smulders en ook van Iersel hebben verklaard. Het denkbeeld tot vernietiging van een menscbenleven is daarop verder gerijpt. De beschul digde heeft donderdag morgen op nieuw onaangenaam heden met Kaatje en hare moecler gehad over het niet ten derde male mogen gaan naar de Zierikzeesche ker mis; hij heeft vervolgens ƒ5 gevraagd aan zijn meisje, die hem naar haren vader verwees; toen heeft hij ze van Smulders gevraagd, die ze hem wel wilde geven, maar niet kon, daar zijn broeder den sleutel van de kotfer had, doch hem aanried het dezen te vragen. De beschul digde vraagde dit geld, om „iets bijzonders" te koopen wat dit „bijzonders" was is later gebleken. Vervolgens heeft de beschuldigde geld aan Larabregts gevraagd, zeggende dat hij door Kaatje grovelijk bcleedigd was en daarom geld verlangde om kostgeld te betalen, en hij heeft dat geld gekregen. Dc prokureur-generaal bragt bier ouder dc aandacht dat de beschuldigde geld vraagde aan zijn meisje, terwijl hij haar den zelfden morgen ver zocht had om kermis met hem te houden, en dat hij ver volgens dat geld geleend heeft onder verschillende opgaven van redenen. Dat geld beeft gestrekt tot aan koop van een pistool met dubbelen loop, hetwelk de beschuldigde heeft uitgekozen toen hem bleek dat hij geen revolver bekomen kon, alsmede van kruid, pistons en kogels, welke laatste in zijne tegenwoordigheid pas send zijn' gemaakt. Gedurende al deze handelingen heeft de winkelbediende van Schelven geen de minste ge moedsaandoeningen bij den beschuldigde opgemerkt, waaruit volgens spreker kan worden afgeleid wat men

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1864 | | pagina 1